Ceiba
Over Ceiba
Kapokboom, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten.
Dit geslacht vormt bomen waarvan er een bekend is in de tropen vanwege zijn geweldige omvang als schaduwplant en voor de ‘cotton ‘van zijn zaadpeulen.
Sommige soorten worden meer dan 70m hoog met een rechte, grote en niet vertakte stam dat eindigt in een groot spreidend hoofd en uitlopende wortels die groter dan een man kunnen zijn.
Bladen zijn verdeeld, 5-7 deelblaadjes.
Bloemen middelgroot en roze of wit.
Tien of meer soorten komen er in voor en meestal in Tropisch Amerika, verder tot Azië en Afrika.
Bombaceae, met het geslacht Chorisia worden ze nu in de Malvaceae geplaatst.
=Ceiba pentandra, Gaertn. (vijf mannig of vijf meeldraden) (Ceiba casearia, Medic.) (keizerlijk) Periodiek staat de boom kaal en in die tijd is de boom bedekt met een kleed van witte en in groepjes geplaatste bloemen. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een 15cm lange hangende vrucht met een bruine leerachtige wand die bij rijpheid openspringt. Het vuilwitte vruchtenpluis puilt er dan in grote dosis uit.
De Ceiba is een grote boom die 30 of meer meter haalt, met zijdelings dikke flanken. De wangen van sommige oude bomen gaan ver alle kanten op en soms meer dan 9m ver. Bosarbeiders kappen wel eens een stuk van de dikke oppervlakkige zijwortels als ze dorst hebben, een stuk van een meter levert een vol glas en goed drinkbaar water.
Een dikke, lichtgrijze stam en enorme, immens wijd uitstaande en gestekelde takken.
De wilde kapokboom is de grootste boom uit Suriname. Het is een van de karakteristiekste bomen van de tropische landen.
Deze boom stamt uit de tropen van Azië, Afrika en Amerika. Er zijn verschillende vormen van.
Naam, etymologie.
Ceiba, is de inlandse naam van kapok in Ecuador, algemene naam, mogelijk van de naam in Haïti, iba; boom. (synoniem Eriodendron)
zie Bombax. Kapokbaum. Engels silk-cotton tree, ceiba of pochote.
(Dodonaeus) ‘Wolboom van Bellonius is van hem in het Latijn Lanifera arbor genoemd (Bombax) en dat zou de wolboom wel mogen wezen. Het groeit in Egypte en Arabië en brengt vruchten voort als appels die met dunne zachte wol vervuld zijn en fijner dan zijde daar de Arabieren laken van weven dat veel fijner is dan zijden lakens en witter dan katoendoek. Deze boom behoudt zijn bladeren ճ winters en ճ zomers en schijnt te wezen die boom die Herodotus Dendron eriophoron noemt en misschien ook die boom waarvan Phylostratus zegt dat daaraan de Byssus of zijde van de ouders groeit en van groei op populier en van bladeren op de wilgenboom lijkt.
Ceyba daar Ferdinand Oviedus van vermaant heeft een vrucht die op een hauw lijkt van een vinger lang en twee vingers breed dik, rond en vervult met dunne of fijne wol die door de hitte van de zon opengaat deze wol van zich geeft die voor de wind weg waait en laat een rond zaad na bijna als katoenzaad.’
In Suriname heet het kankantri.
Vormen.
De cv. met horizontale takken wordt op Java vrouwelijke kapok genoemd. De mannelijke zijn diegenen die met de takken schuin omhoog gaan.
De Afrikaanse kapok is de stamvader geworden van een groot aantal cv’s die vooral in zuidoost Azië geteeld worden. Selecties zijn er op wit vruchtenpluis en niet openspringende vruchten
Uit Flora de Filipinas.
Gebruik.
Het hout is kurkachtig en zacht, wit en bros en bekend als fromage de Hollande. Het wordt gebruikt voor kisten en in binnenhuisverwerking.
Het katoenachtige materiaal van de peulen wordt in bedden en dergelijke gebruikt, maar kan niet in draden gesponnen worden. Het is de kapok van de handel, zie Bombax. Het is waterafstotend en wordt in zwemvesten gebruikt.
Historie.
Men verhaalt dat Columbus op zijn eerste reis een kano gezien had van een uitgeholde boomstam van deze soort die 150 mensen kon bevatten. Andere schrijvers verzekerden dat er bomen waren die nauwelijks door 16 mensen omvademd konden worden en zo hoog dat er nauwelijks een pijl tot hun toppen geschoten konden worden.
Folklore.
De stad in Honduras, La Ceiba, is genoemd naar een speciale boom die bij de oude havens groeide en zo ook de naam Ceiba in Porto Rico. In die landen is het de nationale boom. In 1525 gaf de Spaanse conquistador bevel om de Azteekse heerser Cuauhtemoc op te hangen aan een ceibaboom nadat hij zijn regering overgenomen had. In 1898 gaf het Spaanse leger zich over aan de U. S onder een ceibaboom die tree of peace genoemd werd, arbol de la paz, buiten Santiago de Cuba.
De Ceiba is een heilige boom, de Yaxcheboom die in het centrum van de wereld groeit en de hemellichamen draagt. In elk van de vier wereldstreken doet zo’n boom dienst als pijler van het firmament, de stam verbindt de onderwereld (Xibalba) met de hemel en aarde. Een meer dan 200 jaar oude boom is het waarheidsteken van Freetown. (Sierra Leone)
In West Indi groeit een boom met geweldige wortels die tot halverwege de stam komen en een ronde massa van bladeren overschaduwt de nationale handelaars die hier zitten te wachten om hun waar te verkopen. Toch gaat de blanke man er met een huivering onderdoor, hij kan, net als de negers, geloven dat de boom bevolkt wordt door bijzondere levensvormen en dat de dood in zijn stam schuilt. Voodoo of obeah is een vorm van magie die hier gehouden wordt. De obeah man probeert de vijand van zijn klant te beschadigen, want deze lieden verkopen hun invloed als advocaten, maar de subtiele moord wordt door deze lieden gedaan, vooral door het gebruik van plantaardig gif. Als het mogelijk is proberen ze ondergoed van het slachtoffer te krijgen zodat hij op een mysterieuze manier sterft. Ziekten kun je ook krijgen door besmet ondergoed en huishoudelijke gebruiksvoorwerpen. Hij wordt zo gevreesd door de inlanders dat hij zelden verraden wordt. Deze obeah man gaat om met de geesten, goed en kwaad, in verschillende vormen en met Anansi, een duivel. Dit woord is verengelst als aunt nancy. Deze creatuur is in staat de schaduw van een mens te stelen, niet zo erg zou je menen, maar dit veroorzaakt een achteruitgang in gezondheid en een verdwijnen in materie die maar een eind heeft, de dood. Als je schaduw gestolen is rust die in deze boom en is de meeste tijd onzichtbaar. Een boom kan zo gevuld zijn met gestolen schaduwen dat je met rustig weer ze kan horen fluisteren en rondgaan door de bladeren. Een zwarte zal zelden zijn bijl in de stam zetten uit vrees voor deze lichamen en ook vanwege de doden, die in de stam leven, en zijn ziel willen binnengaan door zijn neusgaten. Om ze tevreden te stellen en rust te geven wordt er een soort aanbidding gehouden, net als bij de druden. Als een obeah man een schaduw weggetoverd heeft, huurt de ongelukkige die hem mist, onmiddellijk een engelman of schaduwvanger om die uit de ceiba te bidden. Daar wordt een hoge prijs voor gevraagd want er zijn weinig die succes garanderen en dat zijn zeer belangrijke mensen.
De kankantrie wordt door de bosnegers van Suriname in ere gehouden. De bevolking beschouwt de indrukwekkende boom als een verblijfplaats van geesten, mogelijk door het geritsel van de vleermuizen die Գ nachts de bloemen bezoeken. De slaven brachten dit bijgeloof over naar Amerika. Nog steeds wordt de boom door de Creolen in Suriname weinig of niet gekapt zodat men op vele landerijen deze boom ziet staan als een stille getuige van een lang vervlogen bos.
Op de Cariben en bij de Indianen van Guyana is er een traditie die folkloristisch verwant is aan de Yggdrasil. Hier creëerde de God een prachtig boom die alle natuurlijke voedsel voor de mens bevatte, de banaan, mas, cassave, aardappel, yam en alle vruchten.
Op een bevel van een stem uit de hemel zet de mens zich om deze reus om te hakken. Het duurt tien maanden om hem om te hakken en valt met een machtig geluid. Dan, op bevel van de stem, nemen de mensen bladen en stekken en die worden niet als de oude boom, maar bananen, yam ’s mas, mango en dergelijke.
In de Ceiba was de zetel van de Machtige. Zijn takken gaan omhoog naar de hemel en van de verdeelde twijgen en bast worden fragmenten veranderd in levende creaturen en zo werden mensen gemaakt, net als vogels, beesten, vis en reptielen. Maar het witte ras ontstond zo niet. Die kwam van verwelkte en nutteloze bladeren die op de wateren vielen en wegdreven naar verre oorden. Ze veranderden in een stam van vernietigers en weggooiers die allen verdronken werden toen de tijd kwam dat de grote vloed ontstond uit de kalebas. (zie Cucumis)
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl