Tilia
Over Tilia
Linde, vorm, bomen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Dit geslacht bestaat uit ornamentele bomen met mooi blad, een goede vorm en ook nog met geurende bloemen, 20-40m.
Ze geven een goede bijenhonig, behalve Tilia tomentosa en Tilia petiolaris die giftig voor bijen zouden zijn of een bedwelmende werking op bijen hebben
De linde telt 25-30 broers en zusters in de noordelijke gematigde en subtropische streken.
In N. Amerika komen ze zuidelijk tot de hooglanden van Mexico en de meeste groeien in Azië zuidelijk tot centraal China.
Vele hybriden zijn er die spontaan opkomen.
Linden zijn er in verscheidene soorten en zijn gemakkelijk te herkennen aan de ronde bladeren die met een hart vorm wat scheef aan de steel zitten.
Bladverliezend, blad staat afwisselend en is gesteeld, meestal hartvormig en gezaagd, de top is kort toegespitst, 6-20cm.
Bloemen zijn klein en staan in lang gesteelde hangende trossen, de bloei is na de bladontwikkeling, juni/augustus. De vrucht is een rond of peervormig nootje, glad of geribd.
Tiliaceae, lindefamilie, nu Malvaceae.
Uit Fuchs.
1. Uit G. Oeder.
Tilia platyphyllos, Scop. (met brede bladeren) de grootbladige linde heeft het grootste blad.
Jonge twijgen zijn kaal en bezet met duidelijk zichtbare en verspreid staande lenticellen.
Bladknoppen zijn kaal en aan de top afgerond.
Bladstelen zijn tot 5cm lang, bladeren 6-9cm lang en soms tot 20cm op de kwekerij en bijna even breed, zwak glanzend donkergroen en onbehaard, onderzijde glanst niet en is heldergroen met duidelijk geel/witte baarden in de oksels, verder spaarzaam behaard. Bladvoet is duidelijk scheef hartvormig, de top toegespitst en wat omgebogen, gelijkmatig getand, loopt vroeg uit.
Bloeit eind juni, een paar weken eerder dan de winter linde, begin juli in hangende trossen, schutbladen zijn duidelijk gesteeld.
Vruchtjes zijn bijna rond, onduidelijk geribd en wollig behaard.
Geeft voorkeur aan wat kalk in de grond.
Wordt 40m hoog met een dichte en ronde kroon en steil opgaande takken.
Bij oude bomen is de schors sterk gespleten, de stam is aan de voet sterk verbreed en gewoonlijk met uitlopers bezet wat bij andere soorten minder sterk of in het geheel niet voorkomt. Het is de boom bij oude boerderijen.
Deze vorm is mogelijk afkomstig aan beide zijden van de Donau en is bekend als de zomerlinde.
’Aurea’ is in het voorjaar mooi door de goudgeel of bronsachtige bladeren zo ook in het najaar. Groeit echter zeer langzaam.
‘Fastigiata’ heeft een smalle en opgaande kroon.
‘Laciniata’ heeft ingesneden bladeren, groeit ook langzaam en is geschikt voor kleinere tuinen
‘Vitifolia’ heeft bladeren die op de druif lijken. Een sterke groeier.
‘Rubra’ met rode twijgen en ‘Tortuosa’ met gedraaide twijgen.
Naam.
Grootbladige linde, zomerlinde, Engelse large leaved limetree, Franse tilleul a grandes feuilles, Duitse Großblättrige Sommerlinde, Fruhlinde of hamburger Linde, Bastholz-Linde en Schmeer-Linde.
2. Uit G. Oeder.
Tilia x europaea, L. (Europees) (Tilia x vulgaris Hayne)(vulgair of gewoon) Zijn twijgen en knoppen zijn in de winter roodachtig. Hybride van Tilia platyphyllos x Tilia cordata.
De Hollandse wordt een 30m groot met een ovale kroon.
De bladeren zijn 6-12cm groot en glanzend donkergroen en kaal, van onderen blauw/groen en spaarzaam behaard, eirond met scheve bladvoet en kort toegespitste top, gezaagd met kort gepunte tanden en geel gekleurde baarden in de oksels van de nerven.
Bloeit in juni met hangende trossen van 5-10 heldergele bloemen.
Vruchten zijn kogel of eivormig en zwak geribd en behaard.
De Hollandse zit tussen 1 en 4 in en is mogelijk een kruising tussen die twee.
Deze boom wordt wel als leilinde gebruikt.
Vormen.
Een cv. is bekend als de ‘Koningslinde’. Meestal wordt hiermee de cv. ‘Pallida’ bedoeld. Het is echter de vraag of dit wel de echte koningslinde is zoals die groeit als Kaiserlinde op de Kaiserallee (Siegesallee) in Berlijn. De naam Koningslinde zou ook betrekking kunnen hebben op het ter beschikking stellen van nieuw uitgangsmateriaal door koning Willem III aan kwekers in het rivieren gebied die door overstromingen in 1870 hun moerplanten verloren. Heeft een opgaande groeiwijze en jonge twijgen zijn glanzend bruin/rood.
De “Zwarte” heeft meer donkergrijze twijgen en staan de takken meer af zodat de kroon breder is. Omdat die door het afleggen gemakkelijker vermeerdert, wordt die het meest gekweekt
De cv. ‘Zwarte Linde’, heeft dof donkergroen blad en donkere twijgen. Vormt een vrij losse en bijna ronde kroon. Groeit als boom 20-25m hoog en werd vroeger veel aan de zuidzijde van boerderijen geplant als leilinde. Deze boom druipt nogal wat een nadeel is voor laanbeplanting. Is op oudere leeftijd nog goed verplantbaar.
Naam.
Hollandse linde, Duitse Holländische linde, Gemeine Linde, zam Lindenbaum bij Bock, Engelse Europeas basswood, naar de binnenbast, of lime tree, lin, line, linde of linden tree, Russian bast tree, teil, teyl of til tree, Franse tilleul intermediaire.
3. uit plantsci.missouri.edu
Tilia x euchlora Koch. (helder groen) Bladstelen zijn vaak wat rood getint.
Bladeren van boven glanzend donkergroen en kaal, van onderen heldergroen tot blauw/groen met geel/bruine haarbundels in de oksels van de nerven, eivormig tot breed eivormig, bladvoet scheef hartvormig, regelmatig getand met toegespitste tanden.
Jonge twijgen zijn kaal en glanzend geel/bruin, aan de top wat rood.
Knoppen zijn geel/groen en kaal.
Bloeit eind juni, begin juli met sterk hangende bloemtrossen. Bloemen staan met 2-7 bijeen en geuren, schutbladen zijn kort gesteeld.
Vruchten tot 1cm lang en aan beide zijden toegespitst, 5ribbig en viltig behaard.
Dit is een aparte boom die ongevoelig is voor bladluizen.
Het is een 20-25m hoge boom met een grijze stam piramidale/eivormige kroon waaraan de hangende takken wat warrig in de boom zitten. De takken bereiken zelfs de grond. Als de krimlinde als straatboom gebruikt wordt moet de boom veel opgeknipt worden.
De krimlinde is een kruising tussen T. cordata en Tilia dasystyla Stev. uit de Kaukasus, Schwarzmeerlinde. De kruising werd in 1860 in de Krim gevonden, hoewel er ook meldingen zijn dat de krimlinde in 1838 te Engeland gevonden werd, ook rond 1860 door de Duitse Baumschulen Flotbeck te Hamburg gewonnen werd.
Naam.
Krimlinde zowel in Duits als Hollands, Engels Crimean linden, Frans tilleul de Crimée.
4.
Tilia cordata, Mill. (hartvormig) de kleinst bladige, heeft hartvormige bladeren van ongeveer 6cm.
Ze zijn glad aan beide zijden met uitzondering van een bosje kleine haren onder de oppervlakte, van onderen blauw/groen. Er zijn echter verschillende vormen die afwijken in kleur en beharing van de bladeren of naar de grote of naar verhouding zeer kleine bladeren.
Kenmerken van het type zijn: jonge twijgen zijn spaarzaam behaard en later kaal, bladsteel tot 4cm lang en kaal en zeer zelden behaard, bladeren gemiddeld 5-8cm lang en meestal even breed, bladvoet hartvormig en de top kort toegespitst, een gelijkmatig gezaagde rand met stompe tanden, bloeiwijze in tuilen van 5-8 bloemen en zelden meer, afstaand en lichtgeel, mannelijke bloemen met 30 meeldraden die in bundels staan, het schutblad steekt niet voorbij de bloem, vrucht is 5-8mm in diameter en rond/eivormig, rijpe vruchten zijn meestal kaal.
De klein bladige wordt 30m. hoog met een ronde kroon waarvan de top wat spits toeloopt en een korte, stevige stam de stam is bij oude bomen zelden rond en soms zeer ongelijk, aan de voet verbreed, de schors is donkerbruin en ruwspletig.
Komt meestal voor in Europa waar ze tot in Scandinavië komt tot de 63ste graad N.B. W. Azië en verder in dorpen.
Nationale boom van Tsjechië en Slovenië.
Vormen.
‘Bohlje’ (‘Erecta’) is de winterlinde met kegelvormige groeiwijze. De opgaande heeft 3-6cm grote rondachtige bladeren. De bloemen geuren in juli. Deze 20m hoge boom wordt het meest geteeld in Nederland. Dit is een prima straatboom die ook droge gronden verdraagt. Net als de meeste cordata vormen heeft het blad weinig last van luis en druipen.
De cv. ‘Greenspire’ heeft veel forser blad dan de soort. De takken zijn meer opgaand en vormt zo later een eivormige kroon. Een vrij snelle groeier van 20m die uit Amerika stamt.
De ‘Rancho’ heeft een eivormige kroon.
Naam.
Winterlinde, Duitse Winterlinde, Spatlinde of Augustlinde, de vorige, de zomerlinde loopt vroeger uit.
Klein bladige linde, Duitse Kleinblättrige Linde, Engelse little of small leaved lime, Franse tilleul a petites feuilles.
Steenlinde, Duits Steinlinde (groeiplaats?) en wild Lindebaum bij Bock.
7. uit the North American sylva.
Tilia americana, L. (uit Amerika) is afkomstig uit het oosten van N. Amerika. Is beschreven in 1752
Een grote boom met brede en hoge kroon van 25-35m.
De cv. ‘Nova’ is de hier gekweekte vorm, het is een oude Nederlandse selectie van de Amerikaanse linde.
Heeft zeer grote, 12-16cm lang en soms 20cm brede en eironde bladeren die dof donkergroen gekleurd zijn, eerst wat behaard en later kaal, onderzijde iets lichter met baarden in de nerfoksels, bladvoet scheef hartvormig, scherp gezaagd met lange toegespitste tanden.
Is van de gewone soorten goed te onderscheiden door de tamelijk stevige en olijf/groene jonge, wat ruwe twijgen die aan de zonzijde en aan de top rood/bruin gekleurd en bezet zijn met grote en verspreid staande lenticellen.
Bloeit in juli meestal met 5 of meer grote en heldergele bloemen in wat hangende trossen
Vrucht is groot en kogelvormig en niet geribd, kort wollig bruin behaard.
Bloeit wat laat, eind juli.
Deze vorm heeft gauw last van luis en druipen.
Jonge bomen groeien eerst breed piramidaal op waarbij de stam zich tot in de top verlengt. Bij oude bomen staan de hoofdtakken min of meer af en vormen zo een zeer brede kroon. ‘Redmond’ is in 1926 door de Amerikaanse Plumfield Nurseries in Fremont geselecteerd en is minder gevoelig voor bladluis, geeft een kegelvormige kroon.
Naam.
Amerikaanse linde of zwarte linde, Engelse American lime, basswood of white wood, Franse tilleul d’Amerique, Duitse Amerikanische Linde.
12. uit Curtis botanical magazine.
Tilia tomentosa, Moench. (viltig behaard) Bladeren zijn 6-9cm lang en matglanzend donkergroen, bijna kaal en met diepliggende bladnerven, van onderen kort grijs/viltig behaard en vooral het jonge blad heeft een zilverachtige glans dat later iets kaler wordt maar blijvend behaard, geen baarden in de oksels, eivormig met hartvormige bladvoet en plotseling toegespitste top, scherp gezaagd
Jonge twijgen zijn eerst viltig behaard en worden later kaal en groen, oudere twijgen zijn bruin/groen gekleurd en hangen niet.
Bloemen staan meestal met 5-7 in een tros met een ongesteeld en naar de voet smal toelopend schutblad.
Vruchten zijn ovaal en kort grijs/viltig behaard.
De zilveren vormt een breed gewelfde kroon doordat de takken steil opstijgen. Met warm weer vouwen zich zelfs de bladeren tegen elkaar aan om verdamping tegen te gaan zodat de boom dan duidelijk wit wordt.
Als de onderzijde door de wind beroerd wordt vertoont het afwisselend groene en witte vlakken. Een aantrekkelijke boom die onvatbaar is voor bladluizen stof en rook hebben er minder vat op en de bladeren vallen niet zo gauw.
Zilverlinde, is opvallend doordat de onderkant zilverwit behaard is wat in dezelfde mate bijna alleen voor komt bij de hierna volgende petiolaris die echter in groeiwijze geheel afwijkt.
Uit Z. O. Europa en W. Azië.
‘Brabant’ heeft 5-10cm grote en ronde bladeren, de onderzijde is dicht viltig behaard. Vormt een dichte en breed kegelvormig kroon. 25m. Zijn bloemen zijn sterk geurend op het eind van juli. Een mooie park/laanboom. Het is een oude kloon die op de meeste Nederlandse kwekerijen voorkwam, die kloon kreeg de naam ‘Brabant’.’ Szeleste’ komt uit Hongarije.
Naam.
Zilverlinde, Engelse silver lime, silver linden, Franse tilleul argente, Duitse Silberlinde, Ungarische Silber-Linde.
‘Pendula’ (viltig) Het blad zit aan zeer lange stelen, wel 25cm.
Een boom met hangende takken waarvan het 7-10cm grote blad aan de onderkant zilverachtig gekleurd is.
De kroon is dicht en smal en bereikt 20-25m.
De hangende zilverlinde is geschikt voor parken.
Groeit niet op te natte gronden.
Naam.
Het is de hangende zilverlinde, wheeping white linden.
13. uit www.fobbg.co.uk
Tilia x petiolaris, Hooh. (gesteeld).Bladstelen tot 10cm lang. (Tilia tomentosa x ?)
Bladeren zijn stevig en matglanzend donkergroen, de onderzijde is blijvend witviltig behaard zonder baarden in de oksels, scherp gezaagd.
Bloemen zijn lichtgeel en staan in hangende trossen en bloeit ongeveer een maand later dan Tilia x europaea.
De schutbladen zijn korter dan de bloemtros.
De vruchten wijken geheel af, plat gedrukt en vijfdelig, meloenvormig.
De Hongaarse zilverlinde wordt nog maar weinig meer geteeld.
Verschilt van de vorige door de smallere kroon en wat hangende zijtakken.
Komt uit W. Azië en Z. W. Europa en haalt 3-35mm.
Naam, etymologie.
Hongaarse zilverlinde, Engelse Hungerian lime, Franse tilleul d’Hongrie, Duitse Ungarische Silberlinde, Hänge-Silber-Linde.
(Dodonaeus) (a) ‘In het Latijn heten ze Tilia en in het Grieks Philyra welke naam verschilt van de Phillyrea al is het zo dat Ruellius dat woord Phillyrea slecht in het Latijn als Tilia vertaalt’.
Tilia, Grieks tilon, ptilon: vleugel, de gevleugelde bloemstengels. Of telum, werpspies, vroeger voor werpspiezen gebruikt, zie Isidorus. 7.46: “Tiliam dicunt vocatam eo, quod utilis sit ad usum telorum nitore et levitate iaculandi. Est enim materiae genus levissimae”. Of dat de naam afgeleid is van tigillum: kleine balken naar het gebruik als snijhout. Of verwant met talea: drukhout of staf. Of het betekent vlechtwerk omdat de bast vroeger voor vlechtwerk gebruikt werd. Of is verwant met de Griekse naam voor de linde die bast heet.
Dodonaeus (b) ‘Deze bomen heten hier te lande linde en lindenboom, in Hoogduitsland ook Linden en Lindenbaum, in Frankrijk tiler, in Italië Tilia, in Spanje teia, in Engeland lindentree, in Bohemen lypa’.
Dodonaeus © ‘De eerste en gewoonste of vruchtbaar geslacht van linden (Tilia cordata) heet in het Latijn Tilia Femina, dat is lindeboom wijfje of gewone lindeboom. De gewone linde noemt Lobel ook Tilia femina Theophrasti, in het Frans ook tille en op sommige plaatsen pincersin of pincerum, in het Italiaans soms teso, hoewel dat ze in koude landen liever groeit dan in Italië en andere warme gewesten daar sommige het ook Phillyrea noemen’.
Dodonaeus (d) ‘Het tweede of onvruchtbaar geslacht (Tilia europaea) van linden heet in het Latijn Tilia Mas, dat is lindeboom mannetje, hoewel dat het van sommige hier te lande bekend is met de naam ypeline. De ipeline heet in Italië ook Tilia maschio, in Hoogduitsland Stein Linden. Sommige Italianen maken geen verschil tussen de Tilia en hun Carpino negro’.
(88, (1935)Linde, Duits Linde, Lind en Linta in oud-Hoogduits, Leynde in midden-Hoogduits, Lind, zam Lindebaum bij Bock. In 16de eeuw trad er in Engeland een vorm op van line en via lin werd het lime tree, mogelijk ook naar het slijmachtige sap. Het Franse tilleul stamt uit Latijn, Spaans tilo, Portugees tilia, Italiaans tiglio. De linde heette al zo op het eind van de 13de eeuw, vergelijk oud-Saksisch Linda, oud-Engels lind tot linden-tree. In het Angelsaksisch en in het oud-Noors heet het lind. Lipa in Polen, Tsjechië, Slovenië. In Hongarije hars(fa). De munt in Kroatië, kuna, is een 100derdst lipa, wat ook linden betekent.
Het ligt voor de hand om de naam linde, in het oud-Hoogduits Linta met het bijvoeglijke naamwoord lind: wat mild, zacht, vriendelijk of week betekent, in verbinding te brengen. Men kan aan het zachte loof denken of aan het weke hout. De naam Linde zou in het Duits nog steeds gebruikt worden voor zachtheid of luw. Het werkwoord lindern betekent verzachten of verlichten. Maar doordat het Duitse woord lind in de spraaktaal verwant is met het Latijnse lentus: buigzaam of taai, is het mogelijk dat de boom naam op de taaie lindebast duidt. Dat zijn slechts vermoedens die niet geheel opgehelderd zijn. Engels in de 16de eeuw line, voor Germaans lendā, verbonden met Latijn lentus, buigzaam, Sanskriet latā, liaan. Ook het woord subtiel komt van de linden; sub tilia.
Op IJsland betekent lind: boom, en is verwant met Zweeds linda: draaien of wenden, Zwitsers linte: vlas of hennepvezel, van lin, Lein: linnen, naar de bast die in oud Duits in Wetteran nog Lind heet. Daartoe behoort die Leine, dat is de uit lin gedraaide strik, net zoals in Liels, Lien en andere namen die voorkomen bij Lonicera caprifolium, Clematis en dergelijke planten. Linde kan zo ook uit Lin-ter of –tra komen, waar ter boom betekent en line: lijn, naar het gebruik van de bast.
Het is de oeroude Duitse Bast- en kledingboom, Bast of Bastholz, Engels basswood, van bast. Zeker is dat de naam linde algemeen Germaans is. In de oertijd werd de bast van de bomen gebruikt voor gordels, klederen en schilden. Volgens Strabo kleedden de Massageten zich in bast evenals de Germanen en droegen schilden van ruwe boombast. Voor zulke bast was vooral de linde geschikt die waarschijnlijk in al die talen naar die eigenschap genoemd is. Dan betekent de Griekse naam voor linde ook bast en is het grondwoord voor de naam. In oud-Noors heet lindi de gordel en tilia de bast. Op grond van verwante vormen in het Slavisch vermoedt men een oorspronkelijke betekenis bastboom. Oud Noors lind is te vergelijken met Litouws lenta: plank, Russisch lutjo: jong lindenbos geschikt om van de schors ontdaan te worden, Klein-Russisch lutje: lindenschors. In de Fins-Oegrische talen is de naam van de linde identiek of samengesteld met een woord voor schors, zoals bijvoorbeeld het Hongaars hars: linde, in dialect is dit ook de schors van de boom.
De naam van de roemrijke lindworm, wat afgeleid is van het oud-Hoogduits lind of lint: slang, behoort hiertoe zoals het ook met het hiervoor vermelde Latijnse woord lentus: buigzaam, samenhangt. De lintworm, de worm werd er later pas bijgezet als verklaring als men het woord lind in de betekenis van slang niet meer begreep, was ook het buigzame en zachte dier.
Opvallend dat het vrijwel overal linde heet, er zijn weinig afwijkende namen, dorpsnamen, streeknamen, dialecten. Het is duidelijk dus een algemeen bekende volksboom.
Dat een boom die zulke rol in het volksleven speelde ook veel in plaats en dorpsnamen verschijnt is niet verwonderlijk. Er zijn in Duitsland een 850 plaatsen die van de naam linde stammen. Alleen in Beieren komen al 42 verwijzingen van plaatsnamen voor van linde: Linden, Lindach, veel tot Limbach geworden, Lindberg, Lindl, Lingenfeld, Lingen, Altenlingen, Limbricht, Linne, Hoge Linthorst, Leende, De Lent, Lent, Lienden, Liendert, Lierop, Lijndonk, Linschoten, Lintelo, Lintvelde, Terlinden. Op sommige plaatsen werd het in de spraaktaal verbasterd tot Linge. Leipzig is duidelijk het lindenoord. De oudste vormen van deze stadsnamen zijn Lipz, Lipsk (in 1485 verschijnt Leypzigk) en zijn waarschijnlijk van het Slavische woord Lipa voor de linde af te leiden. In de naam van de stad Leipa, het Spreewalddorp Leipe, Česká Lípa, de Hongaarse stad Leipnik treffen we gelijkluidende namen aan, Lipno-Stausee, Lipnice, Lipník, Lípová e.d.
Zie Lincolnshire, Lin in Yorkshire, Lind in Schotland, Whitewood en Pry was een oude naam in Essex.
Ook vele bekende familienamen als Zurlinden, Verlinden, van der Linde, Linde, Lindemann, Lindemans, Linnemann, Lindner, Oberlindner e.a. Lindig, Linbrunner, Limbrunn, Limbach.
Ook Zweedse namen als Lindblom, Lindgreen, Lindstrom, Lindequist en Linne.
Linnaeus.
De drie families Linnaeus, met Lindelius en Tiliander, (Latijn Tilia: linde en Grieks aner: man, zo werd het Lindeman) heten zo naar dezelfde boom, een grote linde met drie stammen die in Jonsboda Lindegard, Hvitarydssocken, groeide.
Toen de familie Lindelius uitstierf verdroogde een van deze stammen en na de dood van de dochter van Linnaeus hield de tweede stam op bladeren te dragen en toen de laatste van de familie van Tiliander stierf was de kracht van de boom verdwenen. De afgestorven stam van Linnaeus stam staat er nog en wordt in hoge eren gehouden. Ook hier komt de linde als familie- en lotsboom voor.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (562, 164) ‘De bladeren van linden in water gekookt genezen de puisten en kwade zeren van de mond als men die daarmee wast of de mond daarmee spoelt of gorgelt.
Die bladeren in water gekookt en pleister of papvormig op de gezwollen voeten gelegd genezen die en laten de zwelling zinken en vergaan.
De bloemen van linden zijn warm en droog van aard en zeer dun of fijn van stof en worden geprezen tegen de draaiing en weedom van het hoofd die van koude komen en ook tegen m. s, en vallende ziekte.
De schorsen van de linden zijn geschikt om er zeilen, touwen of kabels van te draaien en het hout zelf al is het zeer zacht is nochtans ergens nuttig toe want men brandt er kolen van die men tot het buspoeder gebruikt.
Het water van dit linden bloeisel gedistilleerd en gedronken geneest niet alleen de vallende ziekte, maar is uitnemend goed om de vrouwen gauw van kind te laten verlossen. Hetzelfde water is ook bijzonder goed om de ogen te zuiveren en het gezicht van de oude lieden te verscherpen.
De vochtigheid die uit de open gesneden boom loopt geneest het uitvallen van het haar als het hoofd daarmee gestreken wordt.
Lindehout is geschikt om koffers of kasten van te maken, van de schorsen maakt men wiegen, manden, bakerkorven en ander diergelijke huisraad.
De vruchten van linde in water gekookt worden van sommige ook gebruikt om mooi geel te verven.
Deze boom schijnt hier te lande altijd in grote achting geweest te zijn en misschien om zijn behaaglijke groenheid en fraaie stand zodat men in alle vrijheden, stadjes en dorpen van Nederland en vooral van Vlaanderen, alle kopen, tezamen verdragen en verbonden onder de linden plag te doen. En de heren van het land plegen altijd een van alle linden te behouden waaronder ze hun proclamaties, publicatie of geboden uit lieten roepen en verkondigen al was die niet alleen bladloos, maar bijna takloos geworden (zoals dezelfde Petrus Hondius wel aanmerkt) en al waren er veel mooiere omtrent. Want de oude verkiezing en het eerste gebruik moet zijn plaats behouden’.
Lindebast.
Over het vroegere gebruik van het hout is minder bekend dan over het gebruik van de schors. In vuur heeft het geen aangename geur. Het hout werd vroeger veel gebruikt in houtsnijwerk wat te zien is in St. Paul, Trinity college library en Cambridge Chatsworth Hall. Linden leverden het multiplex voor de mosquito vliegtuigen van de Engelse luchtmacht in 2de wereldoorlog. Volgens Plinius was het hout goed voor duizend gebruiken en als schild stopt ze het naderende wapen beter dan elk ander soort hout. Het levert hout dat dient als klankbord voor piano en andere muziekinstrumenten.
De bast diende voor touwen en banden voor vlechtwerk, dakbedekking en zelfs als schrijfmateriaal.
De lindebast is heel sterk er is een goed touw van te maken dat dezelfde sterkte zou hebben als staaldraad.
Dit gebeurt vooral in voorjaar, dan is de taaie bast gemakkelijk te strippen. Om een koord te maken wordt de bast in water onder druk gezet zodat die niet wegvloeit. Na 2 weken tot een maand zijn de zachte delen min of meer weggerot en laat een vezelig materiaal achter. De lange repen worden dan gedraaid en gevormd als touw. De Indianen claimen dat dit touw beter is dan dat van de white man omdat het zachter is in de handen als het nat is en droog geen kinken achter laat. Het is een touw dat door de hunebedbouwers gebruikt kan zijn om die geweldige rotsen te verslepen, zo hadden ze net zo sterk touw als dat tegenwoordig in gebruik is.
Door de lindebast in water te leggen laat de bast in lagen los en verkrijgt men bladen zo dun als postpapier. Voor de uitvinding van papier werd het als zodanig gebruikt. De binnenkant van de bast is heel goed als schrijftablet te gebruiken en worden aan repen gescheurd voor wichelarij (Herodotus 4.67, Aelianus 14.12) Dit schrift werd door de Romeinen In Tilia of in Philyra genoemd, zelfs werden er in boekvorm gemaakt.
Munting: ‘De voorouders hebben eertijds toen men het papier nog niet kende (wat eerst in de tijd van de grote Macedonische koning Alexander is gevonden die in Egypte de stad Alexandria naar zijn naam genoemd gesticht heeft zoals Varro daarvan verhaalt) al hun wetten en ordonnantiën en niet alleen in de bast, hout en daarvan gemaakte borden en boeken van deze boom, die aan beide zijden gevonden kunnen worden, geschreven, welke men in het midden van de markt openlijk om door iedereen gezien en gelezen te kunnen worden ophing. (zoals Iohannes Chaecus, Martianus Capella Herodianus, en Curtius Symphonianus daarvan gedenken) Maar ook de namen van diegenen die tot verderf van het land iets uit te voeren tezamen gezworen hadden.
Wat bij hen in Tilia of Philyra genoemd wordt zoals daarvan bij Ulpianus Iurisconsultus gewag gemaakt en gelezen wordt. Welk woord Philyra of Plano noch tegenwoordig bij velen in gebruik is en wat iets is dat op een kant van een papier gedrukt is in Philyra of in Plano genoemd wordt, dat is effen en glad gedrukt, omdat de bast en het hout van deze boom zeer effen, recht en zonder enige knoesten om daarin te schrijven goed en dienstig bevonden wordt en hiervoor daartoe gebruikt is omdat als die droog gehouden wordt honderden jaren goed ende onbederfelijk blijven mag. Waarvan ik zelf een levendige getuige ben en heb een boek daarvan van meer dan duizend jaren oud gezien.
Zo is er ook een in 1662 binnen Brussel voor de keizer van de graaf van Sant Amour, gouverneur van Arras, voor de somma van achtduizend en enige guldens gekocht dat daarvoor uit Parijs uit de boekkamer van kardinaal Julius Maziarinus gekomen is waarin geschreven was het tot noch toe niet in het licht gegeven werk van Marcus Cicero ‘de Ordinanda Republica’ en ‘De inveniendis Orationum exordiis’, welke nu als een kostbare schat binnen Wenen te vinden is. (Later werd geprobeerd om dit na te maken en zo aangekondigd in het Botanische magazin IV, ‘de Oeuvres du Marquis de Vilette, imprimes dur nu papier d’ ecorse de Tilleul”
Daarboven wordt noch het lichte hout van deze boom tot andere noodwendigheden dienstig bevonden. Want de oude historiën getuigen dat de Griekse poëet Cinesia zo mager en dun van lichaam geweest is dat hij die met lindenbomen borden bekleedde en alzo de zwakte van zijn lichaam ondersteunen moest.
Daartegen gebruikte Philetas, een andere poëet, loden ringen aan zijn voeten om door magerheid van de wind niet weg genomen of omgesmeten te kunnen worden.
De keizer Antonius Pius, zoals daar Capitolinus van verhaalt, die vanwege de lengte van zijn lichaam krom ging werd ook om zijn borst en rug in dunne lindebomen planken vast gebonden om beter te mogen gaan en net zoals de juffers geregen.
Historie.
(411) (a) ‘De winter en zomer linde komen in Europa al in de Kieferns periode voor terwijl ze eerst op het eind van de daarop volgende eikenperiode aan te wijzen is en niet over Z. Zweden komt. De winter linde is zeker in N. W. Duitsland en waarschijnlijk in Engeland een oude inheemse boom. De boomflora in Zwitserse paal bouw geeft beide soorten op. Zeker werd de bast al in oude tijden in Europa voor strikken, vlechtwerk etc. gebruikt en vooral bij de Slavische volkeren speelt de lindebast bij het maken van schoenen nog tot voor kort een grote rol.
Theophrastus beschrijft een linde, mogelijk T. argentea, onder de naam philyra gepersonifieerd verschijnt de linde in de Griekse sage van de Oceanide Philyra. Plinius vermeldt haar op vele plaatsen.
Als opvallend detail geeft hij aan dat zijn vrucht door geen dier gegeten wordt. dat de boom een grote rol in de cultuur van de Romeinen speelde blijft dat naar Ovidius het feest van Ceres met kransen uit linden gevierd werd. Net zoals de ouden vermeldt Conrad von Megenburg in de 14de eeuw de lindebloesemthee als artsenijmiddel net zoals nu nog gebeurt en zegt uitdrukkelijk dat het een zeer bekende boom is.
Mythologie.
Bij de Grieken verraste de vrouw van Kronos hem toen hij ontrouw was met Philyra waarop deze uit schaamte het land uittrok naar het noorden waar zij de centaur Cheiron baarde.
Philyra nu was de naam van de fijn gebouwde linde uit Griekenland (Tilia platyphyllos) In het noorden van Griekenland groeit de Hongaarse zilverlinde die veel grover gebouwd is en gesymboliseerd wordt met Cheiron (Tilia tomentosa), de zilverlinde.
Cheirons roem als arts geleerde en profeet bezorgde hem de naam Zoon van Philyra. Het eiland Philyra zal zijn naam te danken hebben aan een groep lindebomen die daar groeide.
(187A) Volgens de Mythologie veranderde Baucis in een linde en Philemon in een eik toen ze samen op hoge leeftijd stierven. Dit is het tevreden oude echtpaar die Jupiter en Mercurius gastvrij onthaalden in hun armoedige behuizing. Ze werden gespaard van de vernietiging die hun buren in Phrygia vernietigde. Hun huis werd in een tempel veranderd waar zij als priester en priesteres tot het eind van hun dagen dienden. Dat nog de man nog de vrouw over zou blijven als een van hen kwam te overlijden was hun wens. Zo gebeurde het dat toen ze in het morgenlicht kwamen ze wisten dat ze nooit meer de zon zouden kunnen zien door menselijke ogen want hun hoofd was gekroond met bladeren, niet nieuw geplaatst maar groeiend. Er was tijd voor een laatste omhelzing. “Vaarwel mijn liefste”, zei Philemon. “Vaarwel mijn liefste”, zei Baucis. Dan, hand in hand, keken ze naar het oosten en spraken niet meer. Langzaam werd hun menselijke gestalte opgelost. Hun vormen, oud en grijs, werden boomvormen, maar geen bomen die ouderdom uitdrukten. In tegendeel, ze werden hoger en hoger en ontvouwden grote bossen blad en stonden en staan daar jaren, Philemon als de eik en Baucis als een linde.
Iets van de menselijke geest ligt nog in beiden en de Scythische waarzeggers gaan naar de linden als ze waar willen zeggen of profeteren en draaien het blad rond hun vingers als ze inspiratie zoeken, alsof ze tegen hen praten.
Lindelaan.
Het gebruik om lanen van linden te maken stamt van Lodewijk XIV en sinds die tijd werden hier als in Engeland de residenties omgeven met linden, vooral bij ons langs de kanalen en langs de wijdste straten. De stammen werden zelfs gewit, zodat het geschoren groen op witte pilaren rustte, als onderdeel van de architectuur. (Het is ook mogelijk dat de zuilen gewit werden om insecten te verdrijven. In W. Friesland werden de palen wel in oud blauw geverfd)
Lyrisch.
In jonge staat groeit de linde snel op tot een slanke en gracieuze boom. Een jonge linde combineert schoonheid met kracht en soepelheid om een lange rechte stam en donkere bast. Volledig ontwikkeld is de boom gedrapeerd in gelijke hangende takken, van de grond af aan. Op latere leeftijd gaat de boom overdadig gekleed, de vele dunne twijgen geven het gewas een stijf en formeel karakter vooral als ze in rijen geplant worden.
De kale takken vormen in de winter een gotische arcade als de zijbeuken van een kathedraal. De charme van een avenue met linden beplant is indrukwekkend. De krans van jonge scheuten die de basis van de bast omcirkelen is als een krans van koralen twijgen in het heldere zonlicht van het voorjaar en hierop verschijnt een krans van frisgroen in de zomer en een krans van goud in de herfst. Zijn ronde stam vertakt zich al laag bij de grond, met vertakkingen die zich graag vlak schermvormig uitbreiden. Bij oudere exemplaren drukt het gewicht van de lagere takken naar de grond, het midden is zo open en de piramidelijn is wat vernield en nu wordt de linde statig en zelfs pittoresk.
In the Clerk’s tale vertelt Chaucer in zijn Canterbury Tales; (1387)
“Be ay of chiere as light as leef on lynde”. Een gezegde: “wees altijd zo licht van hart als een lindenblad”. Een blad als een menselijk hart.
G. Gezelle dicht alzo:
“O! wat schoon, wat bolgekruinden
Lindeboom,
Van verre ik staan zie, blinkende in den
morgendoom!
Heel is hij gewelkerd al en
duizendvoud
van verwen, langzaam afgesleten
guldengoud
Weest gegroet mij, nauwlijks uit den
morgendoom
erkenbaar Lieve-vrouwken, aan den
lindeboom!’
Vondel, Geboorteclock;
‘…de dag ten einde als voor, met peinzen op en neder
Nu mijmert ze in de tuin, daar schildpad, Cherubijn
Dolfijn, en koperen slang breekt ’t kristallijn
Nu, op ’t heetst van de dag om de zon te mijden
Wordt ze overschaduwd in linde- en iepengalerijen.
Vondel, Inwying der Doorluchtige Schoole;
‘Ze schept, door hem, in Holland Helicon
Ik kwinkeleer, beschaduwd voor de zon
In lindelanen..’
De Leeuwendalers;
‘Hier rijst de Leeuwenbrugh, en ginder breidt de linden
Waaronder ik tersluiks mijn vrijer wist te vinden
Zijn bevende armen uit, en is alreeds krom
En gemelijk, als ik, van ouderdom’.
Linden lopen in de tijd uit dat het vee naar buiten kan, als het lindeblad de grootte van een rijksdaalder had was dit een teken dat het vee naar buiten kon.
Chaucer;
‘There were Elmis grete and strong
Maplis, Ashe, Oke, Aspe, Planis long
Fine Ewe, Poler, and Lindis faire
And other trees full many a paire
What should I tell you more of it!
There werein so many trees yet
That I should alle encombred be
Er I had rekenid tre’.
Vrouwelijke boom.
Als vrouwelijke boom is het de tegenhangster van de manlijke, de eik, symbool van moed, kracht en roem. Zachtheid is zijn deugd en al zijn handelwijze worden door liefelijkheid gekenmerkt. Zijn fraaie en edele vorm, de vrolijke lichtgroene en zachte bladeren, zacht is het geruis van de wind door zijn takken, zacht en fijn is zijn hout, zachte en lieflijke is de geur die de boom verspreidt.
Een linde is in onze dorpen een levende antiquiteit, wiens vertrek een pijnlijke leegte zou achterlaten, waar linden zijn is gezelligheid en huiselijk leven. Vooral vonden trouwerijtjes plaats onder de linden. Als een eed van trouw onder de vrije hemel afgelegd werd is dit onder de linde een waardige plaats.
Moederlijkheid blijkt uit de weelderige en ronde vormen, de hartvormige bladeren. De linde beschut al degene die onder haar verkoeling en verpozing zoeken met een dicht en bedekkend bladerdak. In de bloeitijd is de boom omgeven door een zacht gekleurd kleed. Zoet is zijn parfum met een tikje ondeugend aroma. Een heerlijk parfum die in kracht zou toenemen als dit door de lucht verspreid wordt, een paar meter uit de boom snuif je zijn parfum het beste op.
Vooral ‘s avond geurt de linde en als de nachtegaal uit alle macht in zijn laagste takken zingt en de lijster juicht en jubelt in de hogere. Dan is er die geheimzinnige weelde van geuren die de fijnste snaren van verbeelding en herinnering doen trillen.
Zijn vruchtbaarheid is velen opgevallen. Onder de handen van de specialist laat de boom zijn hoofd behandelen tot elke vorm, vanaf een rond permanentje tot een punkmodel of de takken opgestoken als een pauw, het staat de linde allemaal. Telkens komt er een indrukwekkende schoonheid naar voren. De zilveren bladeren die sommigen hoofden bedekken worden evenwel niet veroorzaakt door ouderdom maar is algemeen voor de zilverlinden. De linde is in staat om een behoorlijke leeftijd te halen en tot de schoonmoederklasse op te groeien.
Past zich gemakkelijk aan en laat zich gemakkelijk naar andere plaatsen overbrengen, ook op oudere leeftijd. Toch is het geen boom die gezelschap van anderen zoekt. Als woud boom komt de linde maar weinig voor. Liever laat de linde zich bewonderen als alleenstaande boom. De boom kan de zwaarste stormen doorstaan en staat zeer stevig op zijn voeten.
Koningslinde.
Het gebruik om op de eerste mei, de dag na de Walpurgisnacht, een boom te planten voert regelrecht terug naar de oude vruchtbaarheidsriten en zo ook bij huwelijk. De levensboom in de vorm van een kruid heeft zijn oorsprong in die vruchtbaarheidsrite. Bekend hierom is de Linde geworden. Bij zo’n verzamelingsoord werd gerecht gehouden, er werden onder de linde geen harde oordelen uitgesproken waar het om leven en dood ging, meer de lichte gevallen, het is tenslotte een vrouwelijke boom, een zacht wezen, het was meer dorpsgericht, waar het geding, thing, Thing-Stätte, gehouden werd, bekende gerechtsbomen zijn bijvoorbeeld de Mahllinden bei Oberdorla en de Gerichtslinde (Mallinde) bij Berka vor dem Hainich. Die zijn nu nog bekend als Thie-Linde, Thing-Linde, Tilly-Linde, de laatste naam is een afleiding van Tilia, een andere afleiding is de veldheer Johann t’Serclaes Graf von Tilly. Die bomen zijn nog op vele plaatsen te vinden, Bargischow, Castell, Frankfurt am Main, Großgoltern, Herzogenreuth, Hohenpölz, Kierspe, Müden an der Örtze, Neuenrade, an der Feldkirche (Neuwied), Hemmendorf (Salzhemmendorf), Schaumburg, Upstedt en in Warmsen. Ze worden vaak, naar de oude kronieken, 1000-jarige linden genoemd.
Het is het symbool van burgerlijke vrijheid. Daarom deden de vrijheren, ja, zelfs de hertog van Brabant, daaronder hun eed.
In zijn schaduw werd over recht en maatschappelijke problemen gesproken en aan zijn stam zijn menig plakkaat, publicatie of gebod geplakt Kurfürst August von Sachsen ondertekende zijn verordeningen met „Gegeben unter der Linde“. Bij belangrijke gebeurtenissen is het dan ook nog steeds een goede gewoonte om linden te planten, de koningslinde is een algemeen gebruik. De oudste linde stamt uit 1813 toen Prins van Oranje na de Franse overheersing werd uitgeroepen tot Koning der Nederlanden.
Onder Gorsel, vlak bij Zutphen, lag de Landbouwkolonie Nederlandsche Mettray, opvoedingsoord voor verwaarloosde kinderen. Op het voorplein van de stichting staat een bruine beuk die op 5 februari 1853 geplant is door koning Willem III. Dit rijmpje is ervoor gemaakt:
‘Wie op een vreemd gewas moog’ roemen
Wij mogen zeggen zonder schroom
‘t Merkwaardigste is dit wel te noemen
Hier is een beuk oranjeboom’.
Tegenover de koningsbeuk is op 31 augustus 1871 een linde geplant als koninginnen boom, ter herinnering van de aanvaarding van de regering door koningin Wilhelmina.
Uit Bock.
Zwitserland.
Als vrijheidsboom of arbor populii werd door de Fransen voor een populier gekozen. In de middeleeuwen was dezelfde eer ook voor de linde weggelegd. Gedurende de strijd tussen de Zwitsers en Vlamingen om hun vrijheid te verkrijgen was het een gebruik om op elk stuk veld dat veroverd was een linde te planten. Sommigen van deze bomen, vooral van de Zwitserse kant zouden er nog staan en zijn het onderwerp van vele balladen. Te Freibourg is er een grote linde wiens taken vermoeid zijn en ondersteund worden. Deze boom zou geplant zijn op de dag dat de Zwitsers wonnen van de hertog van Bourgondië, Karel de Kale, in het jaar 1476.
Amerika.
Het gebruik om op openlijke plaatsen bomen (meibomen, als symbool van een verwachtend voorjaar ook bij volksfeesten op te richten) voerde tijdens de Amerikaanse vrijheidsoorlogen tot het gebruik om zulke bomen, meestal populieren, als symbool van de te verwachten vrijheid te planten. Toen behandelden de burgers van Boston hun staatszaken onder zo’n vrijheidsboom die na de verovering van de stad door de Engelsen werd verwoest.
Frankrijk.
In Parijs plantten de Jakobijnen in 1790 de eerste vrijheidsboom en kroonden hem met de vrijheidsmuts en dansten eromheen met het zingen van revolutionaire liederen. In mei 1790, bij de instelling van nieuwe gemeentebesturen in Frankrijk, werd op elk dorpsplein een jonge eikenboom plechtig in de grond gezet tot een blijvende gedachtenis aan de verkregen vrijheid. Tot 1792 zouden 60 000 van zulke bomen, die meestal met de Jacobijnermuts gesierd werden, arbres de la liberte, geplant zijn.
Een besluit van de nationale conventie schreef zelfs voor dat op plaatsen waar de oude vrijheidsboom gestorven was er een nieuwe geplant moest worden zodat het groene zinnebeeld van de vrijheid nergens mocht ontbreken. Verscheidene Fransen hebben, onder het mom dat ze de vrijheidsboom beschadigd hadden, het leven verloren tijdens het schrikbewind. Na de restauratie werd bevel gegeven om alle vrijheidsbomen op te ruimen.
Ook bij de februari omwenteling van 1848 verrezen vrijheidsbomen in Frankrijk die enkele jaren later op last van de regering gerooid werden omdat ze lastig zouden zijn voor het verkeer. Hetzelfde lot ondervonden vrijheidsbomen in 1848 in Italië, in Zwitserland verrees nog in maart 1851 een vrijheidsboom te St. Imer in Kanton Bern.
Duitsland.
Ook in Duitsland, vooral in de omgeving Rijn-Beieren, werden in die dagen vrijheidsbomen geplant maar al spoedig door de gendarmes vernield.
Nederland.
Hetzelfde gebeurde in ons vaderland bij de stichting van de Bataafse republiek, sommigen van die bomen bleven jarenlang groeien als een herinnering aan die veelbewogen tijd.
Folklore.
Een poëem van Wilhelm Müller wordt “Der Lindenbaum” genoemd. Dat is later op muziek gezet door Franz Schubert. „Am Brunnen vor dem Tore, da steht ein Lindenbaum: ich träumt in seinem Schatten so manchen süßen Traum; ich schnitt in seine Rinde so manches liebe Wort; es zog in Freud und Leide zu ihm mich immer fort.“ Het lied verwijst naar een linde in de Hessische stad Bad Sooden-Allendorf. De zomerlinde werd hier een symbool voor die Heimat waar men altijd naar terugkeert
Freya was de godin van de liefde en haar boom was de linde dat als romatisch symbool beschouwd werd, zelfs nu nog. Een beroemd middeleeuw liefdespoëem van Walther von der Vogelweide (c.1170-c.1230) start met een verwijzing naar de linde:
Under der linden an der heide, dâ unser zweier bette was, dâ mugt ir vinden schône beide gebrochen bluomen unde gras. vor dem wald in einem tal, tandaradei, schône sanc diu nahtegal. |
Onder de linden Op de heide, Waar wij twee ons bed hadden, Kan je nog zien Schone aanbedene gebroken bloemen en gras. Voor het bos in een dal, tandaradei, zoet zingt de nachtengaal. |
(88, 1942) Bij de Germanen was de linde een heilige boom en gewijd aan Freya, de godin van liefde en vruchtbaarheid, later werd dat Maria.
De boom kwam vooral voor in de volkserotiek, volgens Herodotus gaan pas getrouwden door samengegroeide linden heen. Ook het gebruik om de linden voor de ramen van meisjes te steken wijst hierop.
Bij de Slavische volkeren was de boom gewijd aan de liefdesgodin Krasogani. De linde is de nationale boom van de Tsjechen. Het is de beschermboom van huis en haard.
Karel de Grote gaf dan ook bevel om in ieder stad of dorp een linde te planten. Linden waren het symbool van het vrije grondbezit, de eik door zijn vrucht van horigheid. Eertijds waren er dan ook veel linden aangeplant. Het was een bekend grensteken in ons land en werd geplant op vestigingswallen, het was de hoofdtooi van de oude steden, door het slechten van stadswallen e.d. zijn ze veel verdwenen.
Als grensbomen waren ze vroeger geliefd en vele nu tussen de akkers staande linden waren eens als grensboom geplant. Vele alleenstaande linden op het veld duiden nu nog op zo’n markeringsplaats of waar een oude boerderij gestaan heeft.
De linde werd de huis boom, het symbool van zachtheid, liefde en liederen. Dichters en zangers hebben de boom verheerlijkt. Het volkslied heeft met duizenden verzen hun stemmingen aan de boom verbonden. Ze wint aan diepte en innigheid als het ruisen en gefluister van de linde met de liefhebbende harten vergeleken wordt. Als boom der liefde is de linde een waardige plaats op de graven van geliefden, daar houdt het zoete herinneringen in de harten van achtergeblevene wakker.
In vele dorpen werd de linde op de pleinen geplant, op plaatsen waar mensen tezamen kwamen. De ouderen om verkoeling te vinden, de jongeren om elkaar te vinden, de huisvrouwen om elkaar de laatste nieuwtjes te vertellen e.d.
Mededelingen werden onder de linde geluid met handklokken, ‘s litt enger die Leng” het luidt onder de linde.
Ook met de vrolijke spelen hebben ze dienst gedaan. Bij Bock, 1546 zien we een houtsnede met dansende boeren onder de linden. Menig feest is dan ook onder de linden gevierd. Zodat menig café zijn naam er aan heeft te danken en ook vele familienamen.
Een van de rondedansen die eromheen gehouden werd was de carole of carola die veel overeenkwam met ons Hei ‘t was in den mei. Later ontving ook het daarbij gezongen lied de naam van carole. In Engeland bestempelde men daarmee vooral geestelijke liederen, vandaar de Christmas Carols van Dickens.
Noodlotsboom.
Als noodlotsboom, waarmee het groeien en sterven van alleenstaande mensen en ganse geslachten verbonden is, treffen we naast andere bomen, ook de linde aan.
Op de Lindenplatz te Hartenburg werd er naar de sage een linde geplant die men in de Leiningsche Familie bij de geboorte van een jongetje zette om de groei en levensduur van het knaapje te verzekeren.
Een merkwaardig geloof trof men aan in Hannover. Hier zal men geen linden aanplanten omdat dan de naam uitsterft, dus geen manlijke opvolgers. Mogelijk gold de linde vanwege zijn zachte blad en weke hout als een typische vrouwelijke boom.
Er was een bijzondere boom in Susterheistede die groen was zo lang als de Ditmarschens hun vrijheid behielden, maar zou verdorren als ze die verloren.. Dit gebeurde dan ook, maar de mensen zeggen dat de dag komt dat de ekster een nest in haar takken bouwt en vijf witte jongen groot brengt, dan zullen de oude vrijheden weer terug gegeven worden aan het land.
Een Zweedse koningsdochter vindt in een bos de schedel en beenderen van een hertenkalf, door roofdieren verslonden. Ze zet ze op een hoge staak en valt daardoor vermoeid in slaap. Ze wordt wakker door een lieflijk gezang. De staak en beenderen zijn veranderd in een linde in wier kruin een nachtegaal fluit.
Gotterdammerung. Het laatste oordeel.
De grote wereldbrand, in het Grieks Ekyrose, is de ondergang van de aarde door verbranding van zijn stoffen waarna een nieuwe vorm der dingen beginnen zou. Dit dogma van Wereldbrand zien we vooral bij vele Griekse filosofen. Het idee van een wereldbrand vinden we bij vele religies. De tegenwoordige wereld wordt vernietigd en er komt een mooiere en betere wereld. De Christelijke kerk denkt dat deze catastrofe met de wederkomst van Christus ingeluid wordt, de Apocalyps. Ook in de Vedische geschriften komt het laatste oordeel voor.
Ook de noordelijke mythologie kende het laatste oordeel. Het geloof aan de ondergang van de wereld door vuur was bij alle Germanen gelijk. Dit uit zich in het oud-Noors wereldbrand betekenend woord Muspell dat in oud-Saksisch en oud-Hoogduits terug te vinden is. Muspell is een oude heidense naam voor het vuur: houtverwoester, dat door de christelijke dichters op de ondergang van de wereld werd toegepast. Een typische vermenging van christelijke inhoud en oud heidense gedachtenvormen.
Deze wereldbrand zou ontstaan bij de Godenverdoemenis of gotterdammerung. Dit is een valse, maar in de noordelijke mythologie algemeen ingeburgerde overzetting van het oud-Noorse woord Ragnarok: dat het (laatste) noodlot der goden of de wereldondergang betekent, ragnarauk of godenschemering is de grote omwentelingsdag. Deze tijd kondigt zich aan door drie jaren die met zware oorlogen vervuld zijn, broeders brengen elkaar uit haat om het leven, met moord en zedenbreuk zijn vader en zoon vervuld. Dan komt de Fimbulwinter die drie jaren duurt zonder een zomer ertussen. Zon en maan zijn van de hemel verdwenen en de sterren vallen van het firmament, de aarde beeft, de bomen worden ontworteld en de bergen storten in, de zee overvloeit het land. Hierna komt een strijd tussen de grimmige Fenrirwolf, (Loki) als aanvoerder van de hel tegen de verzamelde goden, Odin en de Asen. Op het eind van dit gevecht laat de reus van de vlammenwereld, Gurt, zijn vuur uitwaaieren over de aarde en de ganse wereld brandt.
Na dit godsgericht is alles gelouterd. Alleen de wereldboom is niet gevallen. De boom staat alleen op zijn kop. In zijn takken zitten twee menselijke overlevenden ineengekrompen, een man een vrouw die de aarde zullen herbevolken.
Na deze wereldbrand ontstaat een nieuwe en betere aarde waaruit het koren ongeschonden groeit, een verjongd en gelouterd godengeslacht ontstaat, ook de mensen ontstaan weer en de tijd van vrede en onschuld vernieuwt zich. Niet over de Asen, maar over een hogere en onbekende god die dan de heerser der wereld is. Zie es.
Onderste boven geplante linden.
Als noodlotsboom was het ook de boom van onschuld. Een veroordeelde plantte een linde maar dan omgekeerd, dus met de top in de grond. Als hij groen werd was zijn onschuld bewezen.
Onder de bomen die als de plaats van de laatste grote wereldslag, de endslach, genoemd werden behoort ook de linde, niet zo vaak als de es, de berk en perenboom.
Aan de Schwedenlinde op de Ernsdorfer Hugel herinnert nog een ronde muur, die eenmaal de stam van de boom omgaf die de boom moest bewaren totdat hij omviel omdat hij verrot was. Naar die muurring te schatten moest de stam ongeveer 5cm dik zijn geweest. “Op de Hofstede Woestduin by Haarlem staat een geheele Laan van zulke Boomen, het onderste boven gezet, zo, dat thans de takken zyn, het geen eertyds de Wortelen waren, en nu de Wortelen, die voorheen de Takken uitmaakten, zynde deeze omkeering aan de kromme gedaante der takken noch genoegzaam te zien”.
Zulke met de kronen naar beneden geplante linden komen ook voor in andere sagen en geloven van andere volkeren. Als tijdens de 30-jarige oorlog de Zweden in Oost Silezië waren plantten ze drie linden omgekeerd met de wortels in de lucht. Tussen deze drie zou de laatste, de godenslag, geslagen worden waarna over de wereld een keizer zou regeren en vrede en eendracht zou heersen.
Vele sagen zijn hierover, het zou in Zweden zijn en volgens andere zou er voor een korte tijd de Antichrist komen zoals er in de bijbel te lezen staat, en een grote en machtige keizer zou het Christenrijk op aarde oprichten en de Antichrist verjagen. Alle keizers en koningen zouden hem dienen zoals ze da
Sagen.
Wie alle sagen en legenden van de linden samen wil stellen komt tot een behoorlijk aantal. Mogelijk dat de linde hier de eik overtreft die toch als de volksboom in onze gebieden het meest bekend was. Dit werd voornamelijk veroorzaakt omdat de linde zelden als bosboom voorkwam en veelal solitair stond waarbij de boom met een hoge ouderdom zeer opviel. Van een bijzondere cultus, zoals die van de eik, kan men van de linden in voorchristelijke tijd niet spreken.
Toch speelde de boom in het volksleven een beduidende rol zodat men mag aannemen dat het gebruik in voorchristelijke tijd algemene ingang vond, geheel afgezien van het feit dat het een belangrijke gebruiksboom was.
Heraldiek.
Het hartvormige blad is het symbool van geluk en waarheid. Vooral door de Siegfried sage, het maant aan tot voorzichtigheid en moed en ook dat een moedig man op kleinigheden acht moet slaan om juist niet door een kleinigheid ten val te worden gebracht. De hart vorm is de oorzaak dat juist het lindeblad geluk en waarheid laat kennen.
De linde was ook de gerechts- en dingboom, zodat ze, behalve in vele plaatsnamen, ook als wapenfiguur geen onbekende is.
rvoor de Antichrist gediend hadden.Kweken.
Het omgekeerd planten van linde komt omdat het de linde onverschillig laat of die met de bovenkant of met de onderkant in de grond staat. De meeste kwekers lezen deze regel nu nog eens rustig over. Dit wonder werd in kwekerijen onderzocht waar men vierjarige linden omboog zodat de kroon geheel met aarde bedekt was, de twijgen liepen uit maar vormden ook wortels en toen men na twee jaren de oude wortel uitgroef en de boom overeind zette, met de wortel naar boven, bleken de nieuwe wortels voldoende te zijn om de boom te voeden. Dichtbij de oude wortel ontstonden bladknoppen die in het voorjaar uitliepen. Toen men de oude en verdroogde wortel wegsneed evenals de oude takken onderaan vormde zich een normale kroon en aan de omgekeerde boom was niets bijzonders meer te zien. Deze eigenaardigheid gaf in de middeleeuwen aanleiding tot vele godsoordelen wat ook wel zal samenhangen met zijn gebruik als gerechtsboom. Oude kronieken verhalen van gevallen waarin iemand ter dood veroordeeld werd die dan als gunst vroeg of hij een jong lindeboompje met de kroon in de grond plantten mocht, wanneer dan tegen de natuur in, als een wonderteken de kroon zou aan wortelen en de wortels bladeren dragen zou zijn onschuld aangetoond zijn en de straf vervallen.
Sagen.
Wie alle sagen en legenden van de linden samen wil stellen komt tot een behoorlijk aantal. Mogelijk dat de linde hier de eik overtreft die toch als de volksboom in onze gebieden het meest bekend was. Dit werd voornamelijk veroorzaakt omdat de linde zelden als bosboom voorkwam en veelal solitair stond waarbij de boom met een hoge ouderdom zeer opviel. Van een bijzondere cultus, zoals die van de eik, kan men van de linden in voorchristelijke tijd niet spreken.
Toch speelde de boom in het volksleven een beduidende rol zodat men mag aannemen dat het gebruik in voorchristelijke tijd algemene ingang vond, geheel afgezien van het feit dat het een belangrijke gebruiksboom was.
Heraldiek.
Het hartvormige blad is het symbool van geluk en waarheid. Vooral door de Siegfried sage, het maant aan tot voorzichtigheid en moed en ook dat een moedig man op kleinigheden acht moet slaan om juist niet door een kleinigheid ten val te worden gebracht. De hart vorm is de oorzaak dat juist het lindeblad geluk en waarheid laat kennen.
De linde was ook de gerechts- en dingboom, zodat ze, behalve in vele plaatsnamen, ook als wapenfiguur geen onbekende is.
Wereldboom.
Etagelinde zijn beroemd en stellen de wereldboom, Yggdrasil, voor. Bekend hierom zijn de 500 jarige linden in Nuenen met een etage en kroon en een 200 jarige etage linde in Eersel. De 1000 jarige linde in Sambeek was oorspronkelijk een linde die in drie etages was gesnoeid.
Christelijke verering.
Linden geven aangename schaduw en hiermee komt overeen wat Hosea IV: 13 zegt, volgens de Bijbelvertaling van Luther, dat de eiken, linden en beuken, waaronder geofferd wordt, fraaie schaduwen hebben.
Vele heilige bomen werden door de christenen omgehakt, ook het snoeigebruik en etagevorming is door de kerk vrijwel uitgeroeid, of aangepast aan christelijke normen en werd er een kapel of kruis onder geplaatst. Zo werd het een boom van de Mariaverering, een Marialinde. In zuidelijke streken zien we vaak bij een linde een Mariabeeld of kapelletje.
(88, (1935)Men kan de sagen die verschillende linden omgeven in zekere typen onderbrengen. Om er een te noemen; die met belangrijke persoonlijkheden in verband stonden, zoals de Kunigunden linde te Nurnberg, die nu verdwenen is en door de vrouw van Keizer Heinrich II, de heilige Kunigunde, gestorven 1033, geplant werd. Op de markt van Halle stond tot 1726 een linde die door Karel de Grote eigenhandig geplant zou zijn.
Vaak is ook in vrome legenden van linde sprake. Een van de beroemdste is de linde van de zalige Edigna von Puch, vlakbij München. Deze heilige trok op een wagen door het land met een klok en een haan. Op de plaats waar de klok zou luiden en de haan kraaien zou ze haar woonplaats nemen. Dit was in Puch bij een linde, in de holte van deze boom zou ze 35 jaar een vroom leven geleid hebben. Haar gebeente zou liggen in de kerk van Puch. Naar een afbeelding zou ze achter op een wagen zitten en boven het voorstel van de wielen is een boog aangebracht waarin de klok hangt en op de boog zit de haan. De klok wordt nog in de kerk getoond, die is zonder de houten greep 13cm, met die 26cm hoog. De holle linde zou er nog staan, duizendjarige linde, hoewel die tijdens vele stormen vaak beschadigd werd. Deze legende heeft een bijzondere betekenis en heeft ondanks het christelijke verhaal duidelijke heidense elementen in zich. Dit vooral in vergelijking met de reizen van de aardgodin Nerthus waarvan Tacticus verhaalt wiens beeld op een wagen door het land werd getrokken. De legende van de heilige Edigna is mogelijk gegrondvest op de herinnering aan een oude vegetatiecultus.
Het hagelkruis van Kessel bestaat uit twee lindebomen die daar rond 1850 geplant zijn, waarschijnlijk als vervangers van oudere bomen. Er worden kruisprocessies gehouden tijdens de IJsheiligen, 11-14 mei. Drie dagen daarvoor trok men na de vroegmis naar het hagelkruis om zegen voor de oogst te vragen.
Vaak zien we kruisen aangebracht bij het kruispunt van wegen. Dit waren plaatsen waar de geesten zich ophielden. Door er een kruis te plaatsen werden ze gekerstend. Vaak wordt het kruis dan overdekt door er een kapelletje over te plaatsen, een lindeboom staat er bij. Mogelijk was de boom er het eerst en kwam er later een kruis bij.
Zo vond een boer bij Ommel, Asten, rond 1400 een beeldje van Maria op een hekwerk rond zijn akker. Tot driemaal toe keerde het beeldje naar die plaats terug. Hij had het naar de kerk gebracht omdat het daar beter zou passen. In de 15de eeuw werd er een kapel omheen gebouwd. Dit beeldje hielp vooral tegen breuken. Tussen Ommel en Asten bevond zich een heuvel met drie lindebomen waar het beeldje onderweg gerust zou hebben.
Het wonderbeeld van Onze Lieve Vrouw van ’t Boompje zou door twee vissers gevonden zijn aan een weg langs de Ieperlee, bij Brugge-Oostende. De pastoor wilde deze wonderbare vangst wel in zijn kerk opbergen. De volgende dag stond het beeldje toch weer in de takken van de linde. Het was duidelijk de Maria hier vereerd wilde worden.
In Schilberg bij Echt staat een klein kapelletje Onder de linden. Het Mariabeeldje zou hangend in deze boom gevonden zijn door een schaapherder. Het beeldje werd naar de kerk van Echt gebracht maar keerde telkens terug.
Onder Someren, in het gehucht Boomen, staat de Marialinde die daar geplant is in de 17de eeuw. In 1946 hebben de bewoners daar een Mariabeeldje in de stam aangebracht als dank dat het gehucht tijdens de oorlog gespaard was.
Odrada leefde in de 12de eeuw en was afkomstig uit een adellijke familie uit Brabant. Geboren te Scheps op het grondgebied van Balen. Ze verloor al vroeg haar moeder. Een heilige maagd die veel moest verduren van een harteloze stiefmoeder. Eens ging haar vader met zijn gevolg naar het feest van de kerkwijding te Millegem. Odrada mocht niet mee, tenzij ze mee wilde op het wilde paard uit het Peerdsbos. Ze maakte een kruis van twee stokjes en ging naar het bos waar het wilde paard op haar toekwam en haar liet opstijgen. Ze nam een lindetak als zweep en reed zo naar Millegem waar de verdorde lindetak in de grond stak. Dadelijk werd die weer groen en groeide op tot een grote boom waarnaast een frisse bron ontsprong die voor zieken een helende werking had.
Het ontstaan van het bedevaartsoord Maria-Linden op de Lindenberg, Schwarzwald, rust ook op een legende. In het dal was geen kerk zodat de bewoners daar een kerk wilden bouwen, ook de bewoners van het boven dal wilden dit. Ze kwamen niet tot een gezamenlijke oplossing en gingen elk voor zich voor hout zorgen. Nadat elke groep hout verzameld had lag dit de volgende morgen gezamenlijk op de lindenberg waarbij elke groep dacht dat de ander dat gedaan had. Dit was onmogelijk, elke groep had zeker enige dagen werk gehad. Het hout werd teruggebracht en een waker aangesteld. Om wakker te blijven stak hij een pijp op en toch dommelde hij even in, werd wakker en lag met brandende pijp nog in de mond weer boven op de lindenberg. Omdat op deze plaats ook een grote lindeboom stond, die er de dag ervoor niet geweest was, besloot men hier de kerk te bouwen als wille van God.
De sage dat door een goddelijk teken de plaats aangeduid werd om een kerk te bouwen kwam meer voor. Zo ook de lindenkerk in Ottersweier Schwarzwald, die aan een linde zijn ontstaan dankt. Hier hoorde de burg heer een gezang onder een linde en zou Maria hem een teken gegeven hebben.
Een oeroude linde stond er in Steinerkirchen am Imbach. Vele malen wilde men die omhakken maar bij elke bijslag zou er bloed uit de stam gevloeid zijn. Daarom zocht men verder en vond in de holle stam een Mariabeeld. Sindsdien waagde niemand zich meer aan de boom en die bleef staan totdat een bliksemstraal de boom vernietigde.
Te Dresden staat de vermaarde Napoleonslinde. Evenals men van deze boom de bladeren plukte ter gedachtenis aan de grote veldheer, plukte men ze ook van een linde die bij het dorpje Gaverland bij Antwerpen staat. Hier heeft men in 1531 het wonderdadig beeldje van de H. Maria gevonden die daar steeds vereerd wordt.
Te Gaverland vond men in een linde een beeldje van Maria. De linde staat er nog steeds en de talrijke bedevaarders nemen eerbiedig de bladeren als beschuttend amulet mee.
Hans van Windeck reed naar Ottersweyer en hoorde uit enige linden een wonderlijke klank stijgen. Hij dacht dat Moeder Gods hem zo’n wenk gaf om hier een kapel te bouwen. Hij deed dat en de bedevaartplaats heet Maria ter zeven linden (Maria zu sieben Linden)
Maria verscheen, in een droom, aan een arme man van Haindorf, en gebood hem haar beeld op een linde te plaatsen.
Bij de badplaats Hub stond een linde met een Mariabeeld dat zo heilig was, dat toen de beeldenstormers kwamen aanstormen, de schors er over heen groeide en het zo aan de ogen onttrok. Toen de vrede weer heerste hoorde een herderin in een boom zingen. Haar vader dacht dat het hekserij was en besloot de linde te kappen. Bij de eerste bijlslag viel de schors eraf en werd het beeld weer zichtbaar.
Een heilige linde stond te Rastenberg in O. Pruisen. De oude goden werden daar vereerd. Onder haar woonden aardmannetjes (barstukken) die in de maneschijn de zieken verpleegden en de armen brood brachten. Toen het christendom het heidendom verdrong, wijdde men, na het volgende voorval, deze heidense linde aan Maria. Die verscheen op een nacht aan een onschuldig ter dood veroordeelde, bracht hem een stuk hout en beval daar iets uit te snijden. Toen hij ‘s morgens zijn snijwerk aan de rechters vertoonde zag men dat het een mooi Mariabeeld was. Dat gold als een wonder en de gevangene werd vrijgelaten. Hij beloofde het beeld op te hangen aan de eerste de beste linde die hij zou zien. Pas na vele dagen kwam hij aan bij de Rastenberg linde, waaraan hij het beeld vasthechtte. De bomen groende nu zomer en winter en veel mirakelen gebeurden er, ja, ook dieven die voorbij gingen, werden gedwongen de knieën te buigen.
Toen Karel de Grote met zijn leger de Lausitz doortrok om de heidense Wenden te bekeren kwam hij in de streek waar de Elster ontspringt. Daar waar nu Rhosenthall ligt zette hij zijn kamp op. Hij had zijn leger onder de hulp van Maria geplaatst. De Maagd verliet het leger niet, maar wandelde er in het wit gekleed, alle dagen rond. Ze hadden ook een Mariabeeld bij zich. Toen ze vertrokken lieten ze het beeld ter plaatse en verborgen het in een woud dat Maria door haar bijzijn had geheiligd. Sindsdien ziet men vaak een witte juffrouw die het legerkamp omwandelt. Vele jaren daarna kwam een vrome ridder, Lucianus van Sernan, in deze streek. Hij ontwaarde eens op jacht, de witte Vrouw en werd alzo door liefde betoverd. Hij gaf zijn ros de sporen, maar zo gauw hij haar naderde was ze opnieuw verder tot ze eindelijk in een linde verdween. En uit de holte van de linde, omkroond met groene bladeren en welriekende bloemen, glinsterde het beeld van Maria hem tegen. Het was donkerbruin en droeg een kleed met ingeweven leliën. Veel bedevaartgangers trokken naar het beeld dat ontelbare wonderen deed, ter eren van Moeder Gods.
H. Adilia was, volgens enigen de zuster van St. Bavo. Ze was de overste van Groot-Orps (Orp-le-Grand) Eens kwam bij haar een zeker man met drie roedjes van een lindeboom. En hij zei tegen haar: ‘Vrouwe, ontvang die roedekens en plant ze, opdat zij namaals tot uw gedachtenis blijven”. Ze nam de roedjes aan en beval drie putten te graven. Intussen was een der zusters bij haar gekomen en waarschuwde: ‘Vrouwe, en wil deze roedekens niet planten, want daar komen zeer dikwijls van deze bomen schadelijke wormen’. En Adilia antwoordde: ‘en wil niet beroerd zijn, want er zal niets kwaads van die bomen komen’ en zij nam een roedje en zie: ‘Ik plant u in de naam des Vaders’ en zij nam de tweede en zei: ‘en des Zoons’ en zei nam het derde en zei: ‘en des H. Geest’. De roedjes werden grote bomen en men ziet ze nog heden en zij geven des zomers koel lommer aan de zusters.
Voor 1843 stond er te Meise (Brabant) een dikke linde. Ze mat 5.5m in omtrek. Het was de St. Martinslinde, omdat onder een klein afdak een schilderij hing die de heilige voorstelde. De schilder was vader Vervloet die omstreeks 1800 bestuurder der Mechelse Academie was. In 1843 werd de boom geveld en ter plaatse een kapel gebouwd.
Te Beckerich, Luxemburg, staat een stenen kruis tussen twee lindebomen. Volgens de overlevering werden die geplant door de H. Willibrordus. Vele zieken en lijders komen er om troost en plukken de lindebloemen om er thuis een genezende thee van te maken.
Het hout van de linde stond in Duitsland als Lignum Sanctum bekend, dit omdat het oudste Mariabeeld in Nonnenberge te Salzburg uit dit hout gesneden was. In Duitsland werd het, vanwege zijn geheiligde eigenschappen, voor verbranding van de doden alleen lindehout gebruikt.
Annalinde is een machtige, ongeveer 400 jaar oude linden tussen Heilbronn-Kirchhausen, Heilbronn-Frankenbach en Leingarten (Baden-Württemberg). Op die plaats zou naar de volkslegende een aan de H. Anna gewijde kapel gestaan hebben over wiens ondergand de sage zegt;: De pachter van de grond waar de kapel op stond was verplicht om jaarlijks 6 waskaarsen voor het feest van kerkheilige in de kapel te leveren,„von der Dicke und Höhe eines wehrbaren rüstigen Mannes“. Van deze last wilde hij na de reformatie afkomen. Ze holden de kaarsen uit en vulden die met schietpoeder. Toen tijdens het feest van de H. Anna, 26 juli, de kaarsen aangestoken werden kwam het tot een geweldige explosie. Priester en vele gelovigen kwamen om door het instorten van de kapel. Tot herinnering aan deze daad is er op de plaats waar een kapel gestaan had een gedenksteen opgericht, – „das Annakreuz“ – dat al gauw door de linde overgroeid werd.
Linde van Oisterwijk in N. Brabant. Mirakelbeeld Maria Vreugderijcke ook Maria ter Linde of Onze Lieve Vrouw van Mirakelen ter Linde. De linde te Oisterwijk heeft zulke ver uitgebreide takken dat er 1000 mensen onder konden schuilen tegen de regen. Daar had zelfs een kapel gestaan die Onze Lieve Vrouwe van de Lindteyndt heette. In 1388 wordt die linde al vermeld. Bij een brand in dat jaar werd de boom, die toen uit drie verdiepingen bestond, aangetast door de vlammen. Reeds in de middeleeuwen werd in een kapel onder de oude lindeboom nabij het Oisterwijkse gemeentehuis, het mirakelbeeld van “Onze Lieve Vrouw van Mirakelen ter Linde” ofwel “Maria Vreugderijcke” vereerd. Het 112cm hoge notenhouten beeld is wellicht afkomstig uit het atelier van de Meester van Koudewater te ’s-Hertogenbosch en gemaakt rond 1470-1480. Maria draagt een leliestaf als symbool van zuiverheid en het kindje Jezus draagt een druiventros als symbool van het later bij de kruisdood vergoten bloed. Na een alles verwoestende brand in 1583 leden kapel en beeld grote schade. Maar in 1604 deed de echtgenoot van een pes tlijdster de belofte de verwoeste cultusplaats te herstellen en het beeld van Onze Lieve Vrouw ter Linde te restaureren als zijn vrouw zou genezen. De wonderbaarlijke genezing van de vrouw, die gepaard zou zijn gegaan met hemels gezang, zorgde voor een prompt herstel van de verering en maakte Oisterwijk een belangrijke bedevaartsplaats in katholiek Brabant. Na de reformatie moest de kapel voor de eredienst worden gesloten en werd het beeld ondergebracht bij particulieren aan het Lindeynd en in 1909 teruggevonden: Er waren nogal wat beschadigingen. Zo ontbraken bij Maria de kroon, de staf en de schoenen. Het voetstuk waarop zij stond was afgebrokkeld en Jezus zat in een gekantelde houding op Maria’s arm. Bij het kind ontbraken de handen en de druiventros. Bij het herstel van het beeld in het atelier van Cuypers is de mantel van Maria verguld. De zoom van de mantel is versierd met edelstenen en gezet in de vorm van bloemen. Het kind Jezus draagt een gouden kleed. In de linkerhand houdt Jezus een gouden druiventros, het symbool van Zijn bloed en de wijn van de eucharistie. Het beeld werd na de restauratie in 1910 weer voor verering vrijgegeven en nu in de daarvoor speciaal ingerichte kapel in de Oisterwijkse Petruskerk. Rond 1935 werd de kapel geheel gemoderniseerd. Bij die gelegenheid werden een viertal opaline schilderingen en nieuwe gebrandschilderde ramen aangebracht, alle van de hand van de Limburgse kunstenaar Charles Eyck. De schilderingen hebben betrekking op de geschiedenis van het beeld. Links is de oude kapel bij de Lindeboom waarin het beeld in de middeleeuwen werd vereerd afgebeeld en daarnaast ziet men hoe pastoor J.v.d. Meijden in 1910 “Maria Vreugderijcke” plechtig in ontvangst neemt. Verder de intocht in 1638 van pastoor Maximiliaan van Leefdael in Oisterwijk, tijdens wiens pastoraat het beeld uit de kapel aan de Lind moest verdwijnen, terwijl de kapel zelf werd gesloten en tot slot een afbeelding van de oude abdij van St.Geertrui te Leuven, waarvan de abt het patronaatsrecht over de Oisterwijkse parochie bezat. Onder deze afbeeldingen het wapen van Nederland en de wapens van een drietal Oisterwijkse pastoors uit vroeger eeuwen. In de glas-in-lood ramen zijn de vijf blijde geheimen van de rozenkrans af gebeeld, alsmede de verrijzenis van Jezus Christus en de ten hemelopneming van Maria. In 1962 werden Maria en het kind door Mgr.Bekkers met gouden kroontjes, afkomstig uit het atelier van Kloosterman, gekroond. De kronen zijn geschonken door de Oisterwijkse bevolking. De eigenlijke kapel is afgesloten met een door Cuypers ontworpen hek, bestaande uit een eikenhouten raamwerk, versierd met gesneden lindebladeren, die refereren aan het beeld van “Maria ter Linde”.
Een verdere bijzonderheid zijn de zogenaamde Apostellinden, waarbij 12 takken en de breedte gelegd worden waarbij de uitgroeiende takken op den duur met zuilen onderstut moeten worden zodat ee enorm bouwwerk ontstaat. De bekendste Apostellinde staat in Gehrden bij Warburg en kan via een ijzeren wenteltrap beklommen worden. Een andere is er in Effeltrich die met 24 stutten gedragen wordt.
Linde in Epe, uit; http://www.lohuizerbrink-epe.nl/collectie/product_info.php?products_id=644
Woningbeschermer.
Linden werden geplant bij de woningen als een middel tegen onweer omdat ze weinig last hadden van blikseminslag. Als er tijdens erge donderbuien de regen uit de hemel stroomt zo gaat jong en oud schuilen onder de boom en laat de druppeltjes, die aan de bladrand hangen, op zich neerdruppelen omdat men geloofde dat dit water tegen allerlei ziektes en gevaar behoedde.
Door hun grote bladeren hielden ze in de zomer tevens de boerderij koel en in de winter werden ze gesnoeid zodat de zon de woning kon verwarmen. Hiertoe werden alle takken van de boom verwijderd en kon het snoeihout in de haard of bakkersoven gebruikt worden.
De bast diende als schutmiddel tegen boos getover, tegen de duivel en alle boze geesten. Plant linden om uw huis en heksen kunnen er niet aan, noch inkomen.
Schutmiddel.
Het sap diende als schutmiddel tegen boze geesten en in tegenstelling daarmee was in vele gebieden het bijgeloof aanwezig dat het de tovenaars de kunst gaf om mensen in weerwolven te veranderen. In de sage van Siegfried baadt hij in het bloed van de door hem verslagen draak, dit baden zou zijn huid zo hard als hoorn maken. Toch viel daar een lindeblad tussen zijn schouder waardoor die plaats zijn achilleshiel was.
In vele streken was het bijgeloof dat linden de heksen het middel gaven om mensen in weerwolven te veranderen. Naar een oeroude vertelling kwam eens een boze heks bij een huwelijk en uit wraak voor de door haar aangedane belediging wilde ze de pas getrouwden in weerwolven veranderen. Ze draaide haar gordel driemaal samen en legde die op de stoep van het bruidshuis. Vervolgens brouwde ze een drank uit lindehout en goot die de huwelijksgasten, degenen die haar ergernis opgewekt hadden, onder de voeten. Toen die over de stoep traden krompen ze plotseling samen en werden weerwolven die zich door de grootte van andere wolven onderscheiden. Vol woede liepen ze rond en huilden een drie jaar rond het huis van heks. Niemand kon ze helpen. Na veel lijden sloeg het bevrijdings uur voor de ongelukkige. De oude heks werd gedwongen ze weer in menselijke gestalte te veranderen. Mogelijk is dit nog een naklank van oude veemgerichten die onder lindebomen gehouden werden.
Genezende krachten.
Linde in Epe, uit; http://www.lohuizerbrink-epe.nl/collectie/product_info.php?products_id=644
Epe, bij Apeldoorn. Voor het logement De Posthoorn stond een lindenboom waarin men tussen de takken een gezelschap die uit de bovenkamer kwam plaats kon laten nemen.
De stralende Linde.
De gelukzalige Jan van Ruusbroec was prior van Groenendaal en een van de beroemdste Vlaamse prozaschrijvers. Hij had de gewoonte zijn werken te schrijven, zegt een legende, onder een linde. Een van zijn kloosterlingen vond hem eens onder de boom zitten en de linde zond heldere stralen uit. De boom kwijnde lange tijd en kreeg nieuwe groeikracht omstreeks 1600 en in de maand november bouwde Isabella een kleine kapel onder zijn takken.
Woningbeschermer.
Linden werden geplant bij de woningen als een middel tegen onweer omdat ze weinig last hadden van blikseminslag. Als er tijdens erge donderbuien de regen uit de hemel stroomt zo gaat jong en oud schuilen onder de boom en laat de druppeltjes, die aan de bladrand hangen, op zich neerdruppelen omdat men geloofde dat dit water tegen allerlei ziektes en gevaar behoedde.
Door hun grote bladeren hielden ze in de zomer tevens de boerderij koel en in de winter werden ze gesnoeid zodat de zon de woning kon verwarmen. Hiertoe werden alle takken van de boom verwijderd en kon het snoeihout in de haard of bakkersoven gebruikt worden.
De bast diende als schutmiddel tegen boos getover, tegen de duivel en alle boze geesten. Plant linden om uw huis en heksen kunnen er niet aan, noch inkomen.
Schutmiddel.
Het sap diende als schutmiddel tegen boze geesten en in tegenstelling daarmee was in vele gebieden het bijgeloof aanwezig dat het de tovenaars de kunst gaf om mensen in weerwolven te veranderen. In de sage van Siegfried baadt hij in het bloed van de door hem verslagen draak, dit baden zou zijn huid zo hard als hoorn maken. Toch viel daar een lindeblad tussen zijn schouder waardoor die plaats zijn achilleshiel was.
In vele streken was het bijgeloof dat linden de heksen het middel gaven om mensen in weerwolven te veranderen. Naar een oeroude vertelling kwam eens een boze heks bij een huwelijk en uit wraak voor de door haar aangedane belediging wilde ze de pas getrouwden in weerwolven veranderen. Ze draaide haar gordel driemaal samen en legde die op de stoep van het bruidshuis. Vervolgens brouwde ze een drank uit lindehout en goot die de huwelijksgasten, degenen die haar ergernis opgewekt hadden, onder de voeten. Toen die over de stoep traden krompen ze plotseling samen en werden weerwolven die zich door de grootte van andere wolven onderscheiden. Vol woede liepen ze rond en huilden een drie jaar rond het huis van heks. Niemand kon ze helpen. Na veel lijden sloeg het bevrijdings uur voor de ongelukkige. De oude heks werd gedwongen ze weer in menselijke gestalte te veranderen. Mogelijk is dit nog een naklank van oude veemgerichten die onder lindebomen gehouden werden.
Genezende krachten.
De boom heeft zijn genezingskracht aan Maria te danken. Nadat Jezus vermoeid en ziek onder een lindeboom in slaap was gevallen had die zijn bladerkroon om Hem heen gezet en beschut. Maria zocht Hem en vond Hem weer hersteld van alle vermoeienissen terug. Uit dankbaarheid zegende ze de boom en gaf het de geneeskracht.
Als sympathieboom is de linde niet zo veel gebruikt. Op sommige plaatsen moest de zieke op drie vrijdagen achter elkaar voor zonneopkomst en na zonneafgang naar een linde gaan en een spreuk uitspreken zodat die van 77 ziekten bevrijd werd.
De spijker of lappenbomen staan vaak in Europa op hoogtes of op kruising van wegen en vaak vind je er, als teken van verschuiving van het vereringsmotief, er een kapel of kruis bij.
Spijkerboom.
Beroemd was de linde op Uilenspiegels graf te Molln (Schleswig) en elke doortrekkende reiziger sloeg een spijker in de boom als een middel tegen tandpijn. Zo waren er ook linden die van boven en onder met pleisters bekleefd waren. Van een andere haalde men spaanders die tegen tandpijnen en andere ziektes goed was. Er werden op de duur zoveel spaanders gehaald dat er van de stam weinig meer over bleef.
In ons land komt een spijkerboom in Drenthe voor, namelijk in Ide bij Vries. Het is een Linde. Tot in de 20e eeuw kwamen breuklijders van heinde en ver daarheen om genezing van hun kwaal te zoeken. Vandaar de naam breukboom. De breuk is genezen, als de kop van de spijker met schors overgroeid is. Het merkwaardige van deze boom is, dat hier niet een geval van “survival” maar van “revival” van oude godsdienstig/magische beseffen te constateren valt. Immers, deze geneeswijze werd in de vorige eeuw weer door de smid van Ide ingevoerd (smid en ijzer zijn ook magische grootheden in de primitieve wereldbeschouwing!). Het gebruik verdween in 1922,met het sterven der dochter, die het “spreukie” of “de zwaore woorden” kende, zonder dewelke de ritus krachteloos bleef.
De hele magische sfeer van de natuurreligie van “kracht”f ormules, geheimhouding en erfelijk “priesterschap” hing dus om deze boom.
De heilige linde te Bergharen bestond nog in 1839 toen dominee Heldring daar langs kwam. Hij vermeldde dat het eenvoudige landvolk daar van heinde en ver kwam om een kousenband aan de boom bond als een prima middel tegen koorts. Verder de holle linde te Eersel.
Bij Charleroi staat zo’n spijkerboom met 70 000 spijkers erin.
Kleinkinderboom.
Het is de boom van de liefde Uit Middeleeuwse dichtkunst is die van Walter von der Vogelweide bekend, Under der linden, An der heiden, Da unser zweier bette was.. het gebruik om het geliefde meisje een lindeboompje voor het venster te zetten ziet men in Duitsland.
Als kleinkinderboom komt de linde ook voor. De kinderen hangen in de boom, vaak een holle boom en roepen de toekomstige ouders, die met een bootje komen aanvaren om hun nakomelingen uit te zoeken. “Pluk mij, pluk mij, ik zal alle dagen zoet zijn’.
Een heel bekende kinderboom was de Holle Boom van Kraantje lek onder Haarlem. Dit was een veldiep die bezweken is. De stam heeft de eigenaar laten conserveren. In Eenrum kwamen de kinderen uit de dikke boom bij Baflo. In Slochteren stond de dikke boom in het Slochterbos. In Friesland stond de holle boom ergens in ‘de Wouden’. De holle boom in Wapenveld, gemeente Heerde is nog aanwezig. In Utrecht kwamen ze uit de Munnikenboom in de tuin van het karthuizerklooster Chartroise. In Zaandam kwamen ze uit de watermolen te Zaandijk. Hier was ook een boom vol kinderen, die ‘Het leven’ heette.
In Utrecht zei men vroeger dat de kinderen uit een oude linde kwamen, die linde stond in het voormalige Kartuizer klooster aan de Vecht, buiten de Weerdpoort.
Lindebloemthee.
Lindebloesemthee is voor alles goed. Opvallend is dat de lindebloemthee toch niet in de oude kruidboeken vermeld wordt. Wel werd een afkooksel van de bladeren als plas drijvend middel genoemd. Dodonaeus schrijft een reinigende werking toe aan de bladeren. H. Hildegard vermeldt dat hartkwalen genezen kunnen worden door een poeder te eten wat uit de wortel gemaakt werd.
Lindebloesem werd in de klassieke tijd als versterkend middel gebruikt. Lindebloemen bevatten veel nectar, neem je een bloem in de mond dan lost die, naar men vertelt, in honig op. Als je de bloem op tijd plukt en droogt houdt ze de honiggeur lang. Het is ook mogelijk er een wijn uit te destilleren.
De gedroogde bloemen werden voor een theeafkooksel gemaakt die zwak het hoesten bevordert, zweet drijvend en kramp stillend werkt. Op een kopje neem je ongeveer een theelepel vol, heet drinken als je in bed ligt, er kan kaneel bij, suiker, honing en wat bittere amandelen. Met melk en wijn zou het tegen bleekzucht werken. Verpoederde houtskool van linde alleen of met gelijke delen saliebladeren geven een prima mond zuiverende tandpoeder, geeft ook tegen onwelriekende adem, krampachtig hoesten, nachtzweet en koorts, twee a driemaal daags een mespuntje ingenomen. Het gedestilleerde lindebloemenwater werd tegen zomersproeten, haaruitval en hoofdpijn gebruikt. Kneipp beveelt de lindebloemthee aan als zweet drijvend middel, langdurig hoesten en verslijming van de luchtwegen en longen, ook nier pijnen.
Heksenboom.
Hoewel de linde als een vriendelijke, de mens wel gezinde boom gold zo waren er ook linden waar het niet goed vertoeven was. Dat waren de zogenaamde heksenlinden. Zo een stond er vroeger in Ostheim, Thüringen. In de walpurgis nacht kwamen hier alle heksen van de omgeving tezamen om te dansen. Wie hen wilden zien moest in de avond voor walpurgis nacht zich tussen de takken verstoppen en een mes bij zich dragen waarop een kruis ingesneden was. Zo gauw de heksendans begonnen was moest men het mes onder de dansenden werpen, dan kon men ze zien in mensengestalte.
Zulke heksenlinde waren er ook bij Rotenburg, in Hessen. Te Vosselare bij Nevele, (Oost Vlaanderen) stond een oeroude linde en uit diens dikke stam ontsproot een jongere linde waaronder ‘s nachts een oude vrouw, -een heks-, spon en door allerlei soorten van zonderling gedierte was omringd.
De Dikke Linde te Bussegem (Oost-Vlaanderen) daar wiegelden en schommelden gedurende vele nachten heksen en spoken die daar een nachtelijke vergadering hielden. Gaat men er 7 keren rond al zeggende: “Hedde mij niet, pakt mij!” dan verschijnt er een veulen. Een werkman ging eens op een zomernacht in de nabijheid van de dikke linde zijn koren pikken en eensklaps rolde er voor hem een veulen.
In het midden van Loveren (N. Brabant) stond nog in het begin van de 19de eeuw een oude grote en breed gekruide linde. Iedere avond en nacht kwamen er een menigte katten, ‘t waren zonder twijfel heksen die er raasden, speelden en dansten.
In de linde van Auwegem, (bij Dendermonde) kwamen ‘s nachts katten (heksen) die er muziek maakten.
De linde is een heksenboom waar katten zich in verschuilen, bindt men zich lindebast om de borst kan men niet behekst worden, slaat men behekst vee met lindebast dan treft men ook de heks.
Meestal gold de linde als een boom die heksen tegenhield. Het aanplanten van linden bij woningen was in de oertijd een middel om boze tovenaars weg te houden.
Grote linden.
Beroemde linden waren er in Nederland op het toernooiveld te Gravenhage en de maliebaan te Utrecht die in 1637 met 8 rijen bomen werd aangelegd, waaronder linden, eiken en iepen die in 1672 zo mooi waren dat Lodewijk XIV die bomen naar Versailles had willen brengen.
In 1923 vierden 4 Zuid-Beveland linden hun 1000ste verjaardag. Ze zouden daar als grensteken tussen de graafschappen geplant zijn.
Een van de oudste bomen in ons land is de linde van Sambeek. Die zou al meer dan 500 jaar oud zijn. In 1662 bezocht graaf de Moncoy Tilburg. Hij stond vol bewondering voor een linde op het centrale plein ‘De Heuvel’. Hij vertelt dat de kruin een omtrek heeft van 62 passen en dat de boom door 28 pilaren ondersteund wordt. Bij deze boom zouden urnen gevonden zijn en zou het er spoken. Dit kon men afwenden door de volgende bezweringsformule uit te spreken: “Zijnde van God, dan sprikt, Zijnde van de Duvel, dan wikt’. Later zou er een Mariabeeld in zijn stam gemaakt zijn. In 1700 werd de boom nog geregeld onderhouden. In die tijd was de vorm als een parasol, een symbool voor de ordening in de wereld. Op het einde van de eeuw werd er niet meer gesnoeid zodat de boom het steeds moeilijker kreeg. Door zijn ligging en verkeer is zijn ondergang verder geholpen. Hij stierf omstreeks 1990.
Engeland.
In Engeland staan er lindebomen die in 1662 door de Hollander in Engelse dienst, Cristiaan van Viane die onder Karel II de zorg had voor de aanleg van Hampton Court, 4000 linden in ons land aangekocht. Trotse lindelanen in Bushney en Ashtead Parks danken ze aan hun Hollandse koning Willem III wiens lievelingsboom het was. De heer Thomas Brown spreekt van een zeer grote boom die in Norfolk groeit en 48 voet in de omtrek op anderhalve voet boven de grond was met een hoogte van negentig voet. Dit was in 1740.
Een ander stond in Moor Park te Hertfordshire die omgeven werd door vele grote en jonge leden, hij zelf was bijna 30m hoog.
Duitsland.
In Duitsland waren bekend: De lindeboom te Neustadt aan Kocher in Würtemberg die in 1229 al een grote boom was en volgens oude oorkonden werd er toen een nieuwe stad hogerop naar de heerenweg bij de grote boom gebouwd, nadat de oude stad Helmbundt in 1226 in een oproer verwoest werd, ruinen zijn nog te zien tussen Neustadt en Sulzbach. Die nieuwe stad werd dan ook Neustadt an der Groszen Linde genoemd. In een gedicht uit 1408 wordt gezegd dat de lindeboom zich voor de poort verheft en door 67 zuilen wordt ondersteund. In 1558 werd er een viervoudige zuilengang met 105 zuilen gebouwd, waaromheen een stenen muur met in een zerk het opschrift: “Dies linde stehet in Gottes Hand: werd da hein het, und in ein Saul krizt oder schreibt oder un unfug treibt, der hat eine Hand verloren”. In 1662 bedroeg het aantal stenen pilaren die de takken ondersteunde 82 in 1832 106. De grootte was 35m en de omtrek 2m boven de grond 12m. De ouderdom werd op 7‑800 jaren geschat en de oppervlakte die de boom overschaduwde was bijna 400 meter in omtrek. Vele kruisbessen waren ontsprongen in de holtes en openingen van de stam en gaven aan hen voedsel die daar kwamen rusten.
De oudste zou staan te Donndorf die in 1849 zijn laatste hoofdtak verloor en toen op meer dan 1230 jaren werd geschat. In 1390 zou deze al 24 el in omvang hebben gemeten.
Een meer als duizendjarige linde staat bij Freysing in Oberbaiern. Die was wijd en zijd beroemd, 9 mannen konden de ongehoord grote stam nauwelijks omvatten. In 1865 werd hij door brand behoorlijk beschadigd. Een paar jongelui hadden een eekhoorntje gezien in de holle stam en besloten die te verdrijven. Omdat dit niet goed lukte legden ze een vuur aan. Ze hadden er alleen niet aan gedacht dat het binnenhout ook zou gaan branden. Het duurde niet lang of het vuur kroop in de boom omhoog. Na 9 uur was men de brand meester.
Beroemd is ook de linde waar onder Martin Luther stond en zijn preken hield en de reformatie verkondigde.
Die geweldige boom te Fribourg die de overwinning zag van de Zwitsers over Karel de Kale in 1476. die zou daar duizend jaar eerder geplant zijn en had een omvang van 36 voet.
Een vorm van Tilia platyphylla zou op het kerkhof van Seidlitz, Bohemen, staan. De brede bladen hadden een hoed. De boeren vertellen dat het die hoed heeft sinds de monniken van een naburige gemeente daar opgehangen waren.
Winterlinde, In het hof van het koninklijk kasteel te Nurenburg is een linden waarvan de traditie zegt dat die geplant was door keizerin Cunigunde, vrouw van Hendrik II. Dan zou die boom 900 jaar oud zijn, er waren in 1900 nog maar een paar takken van over, Kunigundenlinde bij Kasberg (bij Gräfenberg). Linde in Schönaich bei Schönaich (Baden-Württemberg). Tassilolinde bij klooster Wessobrunn, Beieren Forster Linde in Aachener staddeel Forst. Het grootste gesloten lindenbos is het Colbitzer Lindenwald in Sachsen-Anhalt; dat zijn winterlinden.
Zomerlinden; Tanzlinde in Effeltrich.
Hindenburglinde in Ramsau bij Berchtesgaden. (Beieren)
Linde in Schenklengsfeld.
Schmorsdorfer Linde in Schmordorf bij Maxen, Saksen.
Wolframslinde in Ried.
Kaiser-Lothar-Linde in Königslutter. (Niedersachsen)
Tausendjährige Linde in Elbrinxen, Stad Lügde, Nordrhein-Westfalen.
Tausendjährige Linde in Schindlingsfeld, Hessen.
Allenspacher Hoflinde op de Großen Heuberg (Baden-Württemberg)
Linde in Wiesenbach, gemeente Blaufelden (Baden-Württemberg)
Tanzlinde in Effeltrich (Beieren)
Große Linde bei Teuchatz, gemeente Heiligenstadt in Oberfranken (Beieren)
Königslinde in Lengefeld (Sachsen-Anhalt)
Frankrijk.
In Frankrijk, in het dorpje Prilly zag men een lindeboom van een zeldzame dikte, wiens schaduw in de 13 eeuw de rechtbank bedekte wanneer die haar orakels liet horen. Een kleine springbron onderhield de frisheid van zijn wortels, maar die bron behoorde toe aan de gemeente Prilly, terwijl de boom toebehoorde aan het bestuur van Lausanne. Bij herstellingen van die fontein vond er dan een schikking plaats tussen beide besturen die bepaalde dat het bestuur van Lausanne deze boom nooit zou vellen en de bewoners van Prilly de boom op geen wijze zou beschadigen.
De lindeboom te Villars in het dal bij het meer Leman zou daar geplant zijn ter ere aan de nagedachtenis van de veldslag te Morat in 1476.
Een kleine springbron onderhield de frisheid van zijn wortels.
Rusland.
In Rusland worden er grote linden aangetroffen, waarbij er zouden zijn die 3200 mensen konden overschaduwen.
Zwitserland.
Een opmerkelijke linde zou er gestaan hebben in Zwitserland, te Chalouse.
Onder die boom was een bank gebogen van zijn takken waarop 300 man gemakkelijk kon zitten. Het had een fontein waaromheen takken gebogen waren die als tafels gevormd waren waar je op kwam door middel van treden, alles zo dicht bebladerd dat er nooit zon door heen kwam.
De Alte Linde te Naters is al vermeld in een document uit 1357 en door de schrijver beschreven als reeds “magnam” (groot). Een plaquette aan zijn voet vermeldt dat er al 1155 een linde op deze plaats was.
De Linner Linde bij Lin is met 25m hoogte en 11m omvang een van de grootste bomen van Zwitserland. Ze werd een 500-600 jaar geleden tot nagedachtenis geplant voor gestorvenen aan een pestepidemie.
Planten.
Ze staan goed vast en zijn windvast. Groeien op elke grond op een zonnige plaats, het liefst op niet te droge, humus houdende zandgrond, bij droogte kan het blad in de zomer bruin worden en er gedeeltelijk afvallen. Dat wordt ook mede veroorzaakt door spint en luis. Vooral de Europese soorten laten al vroeg hun blad vallen. Verder gaat een beplanting dan pas goed groeien als de kronen voldoende ontwikkeld zijn om stam en onmiddellijke omgeving voldoende schaduw kunnen geven.
Ze verdragen ook goed het snoeien en wordt ook wel als leiboom of in andere vormen gekweekt
Het zogenaamde druipen van linden is een last en geeft roetdauwvlekken op auto’s. Het minste last van luis hebben Tilia cordata, Tilia europea ‘Euchlora, Tilia tomentosa en de cv. ‘Pendula”.
Topstekken zouden in juni vermeerderd kunnen worden met 1% ibz, moeilijk. De meeste soorten en var worden van afleggers gekweekt, enkele var door griffelen op de soort en enkele door zaad. Zaad stratificeren vanaf juli en in maart zaaien.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/