Averrhoa

Over Averrhoa

Stervrucht, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten.

Uit B. Van Nooten.

Een geslacht van 2 tropische vruchtbomen die in China en Japan gecultiveerd worden.

Bladen zijn afwisselend geplaatst en geveerd.

Bloemen groeien op de kale stengels en twijgen en zijn klein, geurig en roze kleurig tot roodachtig purper.

Oxalidaceae, klaverzuringfamilie.

=Averrhoa bilimbi L. (Maleise naam belimbi) De tegenoverstaande bladeren zijn 60 cm lang en meestal verdeeld in 31-45 deelblaadjes.

Een tot 5-10m hoge sterk vertakte boom die in de droge tijd zijn blad verliest.

De bilimbi geeft rood/gele bloemen in lange trossen van 20cm aan de stam en dikke takken in augustus.

De vrucht is kleiner dan de andere, 3,5 x 10 cm, met de grootte als een kleine gele komkommer en een scherper pulp. Deze vrucht vervult in tropische streken vaak een rol in de voedselverwerking, die gelijk is aan die van de augurk in de westerse landen.

Uit O. Indië en Molukken. Is beschreven in 1791.

Naam, etymologie.

Averrhoa is zo genoemd naar Averrhoa, een Spaanse moslim geneesheer.

Blimbing asem of zure blimbing ter onderscheid van de blimbing manis of zoete blimbing, (Averrhoa carambola) Engelse bilimbi tree of blimbing, bilimbi, bimbli, belimbing, biling (ook bimbiri in Sinhala), cucumber tree of tree sorrel en Duitse Gurkenbaum.

Uit Flora de Filipas.

Averrhoa carambola L. (uit het dialect nggalabola (karambola) tot Portugees, Spaans bola; kogel, en zo de rode kogel in de biljardsport tot carambola, zie Frans carambolage, samen stoten van de ballen)

De 3voudige bladen van 20cm lang zijn afwisselend geplaatst en oneven geveerd, de 7-11 deelblaadjes zijn gaafrandig, ovaal, glanzend en glad aan de bovenzijde en aan de onderzijde dof. De deelblaadjes klappen tezamen als ze 's nachts worden aangeraakt, blad verliezend in de droge tijd.

De rode tot violette bloemen staan in vertakte trossen met rode takken in de bladoksels.

Het is een kleine boom met korte stam en uitgespreide takken, wordt 12m, meestal lager. Is beschreven in 1793.

Net als de bilimbi groeit die in India en wordt gekweekt vanwege zijn vruchten. Die hebben de grootte van eieren, rijp groenig tot donkergeel van kleur, 9 x 15 cm groot, in omtrek ovaal met vijf of zes scherpe, hoekige ribben, een dwarsdoorsnede lijkt op een ster. Ze zijn sappig en verfrissend en worden gebruikt in pickles en de bloemen in jams, hun scherpte is onverteerbaar voor Europeanen. Er zouden 2 var. zijn, een zoete en zure. Is inheems in Zuidoost-Azië en wordt wereldwijd met zijn var. in de (sub)tropen gekweekt.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus)’Carambolas die in Malabar en daar omtrent groeit heet anders camariz of carabeli, bolimba of balimba en chamaroch.’

Stervrucht, Engels caramba of carambola tree, coromandel goose-berry of starfruit, naar de vorm van de doorgesneden vrucht, coromandel gooseberry, kamranga of five finger, in Duits Karambole, Sternfrucht.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Deze vrucht die rijp is wordt nuttig gegeten in de hete of galachtige koortsen en in suiker bewaart dient het in plaats van siroop van azijn, zegt Garcias, men legt ze ook in pekel en zo bewaart zijn ze goed gegeten om de eetlust weer te laten keren. Het sap van deze vrucht neemt de schellen van de ogen weg en het poeder van de droge met betel bladeren ingegeven drijft de nageboorte af.’

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl