Dischidia
Over Dischidia
Mierenplant, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik
Naam, etymologie.
Dischidia is afgeleid van Grieks dis: twee, en schizo: splijten, een verwijzing naar de bouw van de bloem.
Uit N. Wallich.
Met 80 soorten komt dit geslacht in het Indo-Maleise gebied voor. Is nauw verwant aan Hoya.
Het zijn epifyten die met de wortels in de bomen klimmen die in symbiose leven met hun gastheer die ze voedsel of steun geeft. Hierdoor hebben ze aanpassingen in de bladeren.
Boomsoorten hebben ronde bladeren met holle wortel structuren, Dischidia complex Griff, (complex) =Dischidia major (Vahl) Merr. (groter) en Dischidia vidalii Becc. (Spaanse botanist Sebastian Vidal, 1842-1889) Daartegenover staan gewone bladeren.
Een aantal geeft bladeren die dicht bij de groeiplaats staan, de onderzijde heeft een ruimte die met wortels gevuld is waar mieren op af komen als Dischidia astephana Scort. ex King & Gamble (zonder een kroon), Dischidia imbricata (BL)Steud. (overlappend, dakvormig) en Dischidia platyphylla Schlecther. (met brede bladeren) Die worden wel dakspanen of shingle plants genoemd omdat de bladeren over de oppervlakte groeien als gelegde dakspanen.
Apocynaceae, maagdenpalmfamilie of hondsdoodgewassen, Asclepiadaceae.
Een geslacht van kruiden met tegenoverstaande, vlezige bladeren. De kleine bloemen staan in schermen.
Bij sommige soorten als bijvoorbeeld =Dischidia rafflesiana, Wall. (Sir Thomas Stamfort Raffles, leider van de expeditie en gouverneur van Sumatra) hebben enige bladeren de vorm van grote vlezige zakken die met water zijn gevuld en waarin een deel van de wortels naar binnen is gegroeid.
Die geeft gele bloemen. Afkomstig uit Tropisch Azi en Australië.
Uit; https://www.shutterstock.com/search/dischidia+nummularia
Dischidia nummularia. (op penningen gelijkend) de penningachtige ronde tegenovergestelde blaadjes.
Als epifyt die op bomen groeit is het geschikt als hangplant, 1.5m lang. Wordt in aquaria gebruikt.
Onaanzienlijke geelwitte bloemen.
Komt uit Australië, zuid Azië.
Dischidia pectenoides. (kamachtig) Vaste klimplant van 120-150cm hoog of in de natuur enkele meters lang.
Rood paarse bloempjes in mei.
Blauwgroen dik opgeblazen blad die er als een ballon uitzien, bladhoudend en niet winterhard. Bladeren zijn hol en dienen als voorraadkamer voor water zodat het de droge tijd doorstaan kan. De kannen of urnen kunne soms wel 10cm lang worden.
Uit Madagaskar.
Mierenplant, urnenplant. Urnenpflanze.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl