Agapanthus

Over Agapanthus

Afrikaanse lelie, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Agapanthus.html

Uit B. Maund, Agapanthus africanus.

Van de familie der lelieachtigen bestaat het geslacht Agapanthus waarschijnlijk uit 1-6 soorten, hoewel er meer dan 20 soorten zijn beschreven. Zij verschillen van elkaar in bloem en bladvorm en stellen verschillende eisen aan bodem en klimaat. Er zijn grote en kleine planten met bloemen in schermen die erin blauwe en soms witte tinten zijn. Ook zijn er vele hybriden. Ze komen van naturen voor in Z. Afrika.

Het blad is gewoonlijk altijdgroen maar verdwijnt soms in sommige vormen.

De gekweekte soorten worden verdeeld in; Africanus-groep, Praecox-groep, Campanulatus-groep, Inapertus-groep en Headbourne-Hybriden.

Liliaceae, nu Agapanthaceae of Alliaceae.

Uit Redoute.

Agapanthus africanus Beuaverd. (uit Afrika) (Agapanthus umbellatus, L’Her. ) (schermvormend) de naam umbellatus is niet langer geldig omdat deze soort al eerder door plantkundigen werd beschreven onder de naam.

Ook de zestig cm lange bladeren zijn sierlijk gebogen en staan in een bladrozet, bladhoudend.

Bloemstelen van 60-120 cm hoog die zich uit het hart van de rozet ontwikkelen met 10-30 bloemen

Bloemen zijn verenigd in prachtige schermen in de kleuren van diep violetblauw tot helderblauw in juli/augustus. De afzonderlijke bloempjes worden wel in bruidsboeketten gebruikt. Zelfs als ze uitgebloeid zijn worden de zaaddozen nog gebruikt in droogboeketten.

Groeit in Z. Afrika meestal op vrij vochtige plaatsen. Kwam in 1692 in Europa aan.

Mogelijk is het die soort die van Ravelingen noemt als nieuw gewas; ‘De eerste is die sommige Narcissus incognitus Clutij noemen die van het uiterste van Afrika gebracht is, te weten uit Moorland. Deze geeft uit een schede die bijna zo dik als is een duim die vast en bleekgroen is vijf of zes brede harde dikke bladeren en die omvatten 14 of 15 stelen die elk versierd zijn met een blauwe bloem en veel lijken op de derde narcis van Matthiolus of lelietjes van een dag met twee draden van binnen als witte horentjes met gele noppen. De wortel is een bol zo groot als een mannenvuist en lijkt veel op de gewone narcisbol.’

Vormen.

In het wild is het gewas zeer variabel en vele vormen zijn er in cultuur geïntroduceerd. Zo zijn er grote veelbloemige vormen als de ‘Multiflorus’ Voss, ‘Giganteus’ wordt meer dan 120cm hoog met 150-200 donkerblauwe bloemen. Een dwergvorm is de ‘Minor, Hort.

Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen de groot- of breedbladige, bladhoudende en smalbladige en bladverliezende vormen. De laatste komt op vrij grote hoogte in de Drakenbergen voor waar het toch ook nog flink kan vriezen. Dit type is voor ons land interessant, hoewel de oudste vormen hier de warmte minnende en breedbladige vorm was. Toch is moeilijker te kweken dan Agapanthus praexox.

Uit www.plantzafrica.com

Agapanthus campanulatus Leighton (Campanula of klokjesachtig) verliest zijn blad, heeft blauwgroene bloemen en wordt tot 70 cm hoog.

African bluebell, African Blue lily or Bell Agapanthus. ‘Oxford Blue’.

Uit www.rbge.org.uk

Agapanthus inapertus subsp. hollandii Leight (niet doorstoken, en naar Holland die de 2 soorten kweekte te Alkmaar) heeft 6-8 lijnvormige bladeren, bladverliezende planten.

De bolachtige rizomen spreiden zich uit en vormen stevige klompen.

Bloemstengel is opgaand en gaan hangen als de bloemen openen.

Lange smalle blauwe bloemen.

'Sky' en’, ‘Lydenburg’, zijn verzameld in het Lydenburg district te Z. Afrika. Drooping Agapanthus.

Uit nl.wikipedia.org

Agapanthus praecox Willd. (vroeg) is een vroege vorm die al voor juni kan bloeien. Deze vorm wordt door sommigen als een afzonderlijke soort gezien. De plant heeft grote altijdgroene bladeren en ook vele hemelsblauwe bloemen waarvan er 30-40, tot soms wel 100, in een tros staan.

Het is een variabele soort en verdeeld in 3 subspecies: subs. praecox, subspecie orientalis en subs. mini.

‘Mooreanus’, heeft hemelsblauwe bloemen in grote schermen en is bladverliezend.

Er zijn hoge en lage vormen. Ook zijn er bonte vormen van. ‘Albus’, heeft witte bloemen, ‘Blessingham White’ is al jaren de beste witte vorm omdat die een stevige bloemsteel heeft, ‘Blue Triumphator’ is groots in blauw. Verder ‘Blue Giant’ ‘Blue Globe’, ‘Blue Perfection’, ‘Donau’, ‘Josephine’, ‘Goliath’, ‘Intermediaՠe’

In Engeland zijn door kruisingen de zogenaamde Headbourne hybriden verkregen. De winterharde Headborne-hybriden werden gekweekt door dr. Lewis Palmer aan het einde van de jaren 40 uit zaden die afkomstig waren van de Agapanthus collectie in de botanische tuin van Kirstenbosch in Kaapstad. Uit 300 zaailingen, die allen hybriden bleken te zijn, selecteerde hij de talrijke cultivars. Hoewel het heel goede planten zijn, ziet men ze niet vaak in de handel, omdat ze niet snel vermeerderd kunnen worden. Dit is een smalbladig, bladverliezend type. De kleuren lopen van donker paarsblauw tot licht blauw. Deze hybride zou in Engeland voldoende hard zijn en kan daar in de volle grond op een beschut plekje geplaatst worden. In ons land is een lichte winterbedekking nog wel nodig. Zet er voor een mooie combinatie Lavatera olbia achter.

Naam, etymologie.

Agapanthus komt van Griekse agape: liefde of naastenliefde, bemind, dat in de botanie voor bloemenpracht gebruikt wordt, en anthos: een bloem. Agape is bekend uit het Griekse evangelie naar Mattheüs 3:17, ‘Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie ik mijn welbehagen heb’.

De liefdesbloem, blauwe tuberoos (zie Polianthes) of Agapanthus is in Engeland bekend als Afrikaanse lelie, African lily en Lily of the Nile, (ofschoon de liefdesbloem afkomstig is uit de Kaap) Duitse Liebesblume of Schmucklilie en Franse agapanthe. Bloulelie in Z. Afrika.

Potten.

Deze plant werd al spoedig na de invoering in de oranjeries geteeld. Agapanthus is een sierplant voor grote potten. Het liet de potten wel eens barsten door de wortelgroei.

De plant overwintert door middel van de vlezige wortels die in de winter gauw te nat staan. Scheuren kan het beste gebeuren door de oude wortels een paar uur in water te laten staan. (zo wordt het scheuren vergemakkelijkt) De wortels worden in het voorjaar geplant en 30cm uit elkaar. In kuipen wordt het gewas in de winter bewaard in een koele en vorstvrije ruimte. In de winter dient de plant vrij droog te staan.

Zaaien kan door het zaad op warmte te zaaien, minimaal 24 graden, en dan duurt het nog vrij lang voor het zaad opkomt.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl