Dryobalanops

Over Dryobalanops

Kamfer, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik

Uit J. Carson.

Er komen een 2-7 soorten voor in het Indo/Maleis gebied.

Het zijn belangrijke houtsoorten die in de handel bekend zijn als kapoer.

Tiliaceae, lindenfamilie, nu Dipterocarpaceae.

Dryobalanops aromatica Gaertn. (Dryobalanops camphora Colebr.) (aromatisch en kamfer). Groeit in Sumatra, Maleisi en Borneo.

Een grote boom van 65m.

Het harde hout wordt verkocht onder de naam kapur.

Was een van de bronnen van kamfer die de Arabieren op Borneo zochten en in die tijd was het meer waard dan goud, gebruikt als wierook en parfum.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Deze gom heet in het Arabisch caphor en cafur en bij andere capur en daarnaar Caphoura in het Grieks, in het Latijn Caphura, in de apotheken Camfora, in het Duits Camfer en in het Frans Camfre. De beste soort heet Caphura de Burneo en de slechtste Caphura de China. Matthiolus noemt een soort Caphura Riachina.’ Dodonaeus kende ook twee soorten kamfer.

Camphora heet in oud-Indisch karpura, (nu karpooram) Maleis kapur Baru: Barus kalk, vanwege zijn witte kleur, (Barus was de haven aan we westkust van Sumatra waar buitenlandse handelaars kamfer kochten) later kappura waaruit over Perzisch/Arabisch kafur ontstond dat het grondwoord werd voor alle Europese uitspraken. Over Spaans alcanfor ontstond oud-Frans camphre dat omstreeks 1250 midden-Hoogduits Kampher gaf, nu Kampferbaum of Campherlorbeer, in laat midden-Nederlands camfer in 1256, in Engels camphor tree of camphor laurel.

In Mesopotamië wordt het in de 6de eeuw vermeld onder de naam caphura, wat afgeleid is van het Sanskriet kapura: wit, als een kostbaar artsenijmiddel.

Dryobalanops komt van Grieks drus, drys: een boom, en ballo: vloeien, van de boom vloeit veel sap.

Borneo camphorwood.

Gebruik.

Ze leveren de Baros of Borneokamfer en in Maleis heet dit kapoer baroes. De bomen bevatten in het inwendige van de stam, meestal in de buurt van het merg, grote holtes waarin de kamferolie afgescheiden wordt. Eveneens kan zich aan de oppervlakte de olie vormen als de bast verwond wordt. Uit die olie scheidt zich zowel in als buiten de plant de kamfer af. De boom waarvan vermoed wordt dat die kamfer bevat wordt omgehakt en daarna wordt in het hout de kanalen gezocht waarin zich de stof bevindt. Dit wordt gewonnen door het hout te koken in water waarna de kamfer zich afzet.

De hoeveelheid die van elke boom werd verkregen was maar een paar ons en daardoor is de kamfer hoog geprijsd. De stof is daardoor ook veel duurder dan die andere kamfer.

Deze kamfer wordt in India, Thailand en Japan gebruikt bij het balsemen van lijken en bij godsdienstige ceremoniën, ook als parfumerie. In Sumatra werd het gebruikt om de lichamen van de overleden rajah’ s mee te balsemen. De grote hoeveelheid die hiervoor nodig was hielp de prijs hoog te houden.

In China schijnt eerst de borneokamfer bekend te zijn geweest. Marco Polo leerde het in de 13de eeuw uit Sumatra en Borneo kennen

Kamfer komt ook van andere planten als van de kamferboom Cinnamomum camphora, afkomstig uit China en Japan, voornamelijk van het eiland Formosa. Deze vorm is minder vluchtig dan de Chinese kamfer en wordt meer gewaardeerd door de Chinezen en Japanners dan hun eigen kamfer. Deze kamfer heeft ook een andere geur. Zie voor gebruik ook Cinnamomum camphora.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl