Parmentiera

Een geslacht van struiken of kleine bomen met spiralig gestelde bladeren, soms zijn ze onder de bladeren gedoornd.

Sommigen bloeien vanuit het hout met tamelijk lang gesteelde en regelmatige bloemen.

De bloemen worden gevolgd door een cilindrische, augurkachtige vrucht.

Bladeren staan afwisselend of tegenovergesteld, drie bladig of gaaf, meestal gesteeld en breed.

Een 2 soorten stammen uit Mexico en Panama.

Bignoniaceae, trompetboomfamilie.

Parmentiera cereifera, Seem. (was dragend)

Deze boom zie je in alle jaargetijden met gele en meterslange en maar enkele cm dikke waskaarsen getooid. Die hangen in zoծ overvloed aan de boom dat die het idee geeft van een kaarsenwinkel, vandaar candle tree.

Groeit in de grote wouden van Panama. Is beschreven in 1866.

Naam, etymologie.

Parmentiera is zo genoemd naar Ant. Aug. Parmentier die de aardappelcultuur in Frankrijk introduceerde.

Palo de vela of kaarsenboom, Engelse candle tree.

Gebruik.

De vrucht wordt gebruikt als veevoer maar geeft een appelachtige smaak aan het vlees. In het droge jaargetijde bieden de vruchten aan talrijke stammen een maaltijd.

Uit toptropicals.co,

Parmentiera edulis, DC. (eetbaar) een boom van 9m met augurkachtige en eetbare vruchten. Groeit in Mexico. Guajilote, cuachilote.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl