Aira
Over Aira
Zilverhaver, grassen, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariƫteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Aira.html
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Aira, het Griekse aira betekent, ik dood, een oude naam voor Lolium temulentum.
Poaceae, grassen, Avenaceae klasse.
Een geslacht van zodenvormende grassoorten met meestal uitgespreide pluimen. (synoniem Deschampsia)
Eenjarige grassen.
Ze worden gekweekt voor droogboeketten.
Het omvat een 6-20 soorten in Europa en het Middellandse Zeegebied. Ze worden wel verward met Agrostis maar worden onderscheiden door de tweebloemige bloeitakjes.
= Aira caryophyllea, L. (anjerachtig blad) Het heeft een paar korte en borstelachtige bladen die vanuit de wortel komen en verschillende kleine ruige bladen aan de stengel.
De stengel is soms niet meer dan 10cm hoog en zelden 30cm, is aan de onderkant vertakt.
Zeer kleine bloeiaar is spreidend en 3vorkig, van een zilverachtige grijze kleur in mei-juni.
De zilverhaver is een meerjarig gras van hei en weiden, arme en kalkarme zandgronden in West-, Midden- en Zuid-Europa. Wordt gebruikt in droogboeketten.
Naam, etymologie.
Zilverhaver, Engelse silvery hair grass of mouse-grass, Duitse Silbhaargras of Silbergras, kleines Augentrostgras of Nelkengras, Frans canche caryophylle, Fries sulverbjinder.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Aira praecox, L. (vroeg) Geeft een paar bladen die dun en borstelachtig zijn.
Bloempluim is aarvormig/langwerpig en zeer klein, april-juni, opgaand met een paar aartjes die vaak niet meer dan 12 cm lang zijn, geelachtig of purpergroen en soms met wat zilverachtigs in mei/juni.
Met droog weer is het zo gebeurd met de plant.
Een eenjarig en klein grasje van kalkarme zandgrond.
Naam, etymologie.
Vroege haver, paashaver, Duits Fruhe Schmiele, Engelse early hair grass, Frans canche printannire.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl