Rudbeckia
Over Rudbeckia
Zonnehoed, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit la flore et la pomone francaises, J. Saint-Hilaire.
Dit zijn aantrekkelijke en populaire geel bloeiende vaste planten die soms aan de voet wat rood kleuren. Ook zijn ze in andere kleuren te verkrijgen, oranjegeel en bruinrood. Opvallend is meestal de donkerbruine kegel in het hart. Bij een enkeling worden de bloemblaadjes eraf geplukt en het donkere hart als sierwerk gebruikt.
Velen zijn zeer fraaie, maar fors groeiende hoge tuinplanten, soms tegen de twee meter.
Het zijn één-, twee- of meerjarige en zomerbloeiende planten.
Bladeren staan afwisselend, onverdeeld of soms veel ingesneden, 5-25cm.
Meer dan 30 soorten van dit geslacht groeien in N. Amerika.
In de wilde planten is een grote verscheidenheid in lengte en kleur. Zo zijn de eenjarige meestal niet veel hoger dan een halve meter, terwijl sommige meerjarige soorten een lengte van drie meter kunnen halen.
Sommigen hiervan verschillen in bloemvorm, kleur, lengte en kleur van het hart en zijn zo de basis van vele vormen.
Verder zijn er met opvallende vorm en apart blad.
Verwant met Echinacea, verschilt door de rozerode kleur.
Asteraceae, Helianthus klasse.
2. =Rudbeckia triloba, L. (drielobbig) Dunne bladeren zijn donker groen en aan beide kanten ruig behaard, de onderste gesteeld en meestal 3lobbig tot 3delig met lancetvormige, toegespitste, gezaagde slippen, bovenste bladeren zittend tot kort gesteeld en ei/lancetvormig, spits en gaafrandig tot gezaagd.
Tweejarige plant met opstaande en vertakte stengels die ruig behaard zijn.
Bloemhoofdjes van 6cm groot met 8-12 gele straalbloemen en eivormige, purper/zwarte schijf, bloembodemschubben met priemvormige top, omwindselblaadjes zijn lijnvormig en spits, behaard in juli/oktober.
Uit Georgia tot Michigan en Louisiana wordt 60-150cm hoog. Is beschreven in 1699.
Three lobed cone flower.
3. uit www.finegardening.com
Rudbeckia subtomentosa, Pursh. (gedeeltelijk behaard) Soms tweejarige en fijn grijsachtig behaarde plant.
Dikke bladeren zijn gesteeld en meestal 3delig tot 3lobbig met langwerpige/lancetvormig, toegespitste en getande slippen, bovenste bladeren meestal zittend en lancetvormig, toegespitst
Opstaande stengels zijn bovenaan vertakt.
Bloemhoofdjes 6-8cm in doorsnede met 15-30 diep gele en 2-3cm lange straalbloemen, purper/bruine, naar anijs geurende schijf, bloembodemschubben met stompe en zacht behaarde top, omwindselblaadjes zijn lijn/lancetvormig en toegespitst in augustus/september.
Uit Missouri tot Illinois, Louisiana tot Texas wordt 8-150cm hoog. Is beschreven in 1802.
Sweet coneflower.
5. uit C. Loddiges.
=Rudbeckia hirta, L. (harig, ruig) (synoniem Rudbeckia serotina en Rudbeckia bicolor) Dikke en gesteelde bladeren zijn elliptisch tot langwerpig/lijnvormig, stomp tot spits en gaafrandig tot wat gezaagd, stengelbladeren zijn lancetvormig en spits, zittend.
Opstaande stengels zijn meestal wat vertakt en ruw behaard.
Bloemhoofdjes met 12-20 oranje/gele en 2-4cm lange, meestal 2tandige straalbloemen en purper/bruine schijf, bloembodem schubben zijn lijnvormig met spitse en gewimperde top, omwindselblaadjes lijn/lancetvormig en korter dan de straalbloemen, afstaand tot omgebogen en ruig behaard in juli/september.
Een ruw behaarde één- of tweejarige. Is hier niet winterhard zodat de plant als eenjarige geteeld wordt en groeit vaak nog in de droogste gronden, waar anderen falen.
Uit Québec tot Colorado en Florida wordt 40-70cm hoog. Is beschreven in 1902.
Er zijn 4 var; Rudbeckia hirta L. var. angustifolia, Perdue (smalbladig) uit zuidoost N. Amerika (zuid Carolina tot Texas).
Rudbeckia hirta L. var. floridana Perdue, uit Florida.
Rudbeckia hirta L. var. hirta. Noordoost N. Amerika (Maine tot Alabama). (Var. brittonii (Nathaniel Lord Britton, Amerikaanse botanicus, 1859-1934) verschilt door de eivormige tot omgekeerd eivormige stengelbladeren en bladachtige omwindselblaadjes die ongeveer even lang zijn als de straalbloemen.
Rudbeckia hirta L. var. pulcherrima Farw.(het mooiste) Overal in N. Amerika (Newfoundland tot British Columbia, zuid tot Alabama en New Mexico). “Cherry Brandy’ is kersrood, gekweekt door Thompson en Morgan, Ipswich, Suffolk, Engeland.
Naam.
Het is de ruige Rudbeckia, Duitse Schwarzäugige Rudbeckie, Engelse yellow daisy, hairy cone flower, black-eyed-Susan, golden Jerusalem, blackiehead, brown Betty, brown daisy, brown-eyed Susan, gloriosa daisy, poorland daisy, yellow daisy, yellow ox-eye daisy. Soms wordt de plant, vanwege de bloem, door kinderen nigger-heads genoemd.
Vormen.
Onder de naam ‘Gloriosa daisies’ komt zowel een enkelbloemige als grootbloemige in de handel. In de enkele vinden we gele, rode en tweekleurige tinten. De gevulden zijn meestal geel met een hoogte van 100cm. De mooie ‘Goudvlam’ is slechts 30cm hoog, goudgeel van kleur met een roodachtig centrum. ‘Goldilocks’ is diepgeel en gevuld en een 60cm hoog. Dubbele vormen zijn; ‘Double Gold’, ‘Indian Summer’, en ‘Marmalade’
6. uit Curtis botanical magazine.
Rudbeckia fulgida, Ait. (lichtend) Stevige bladeren zijn gaafrandig tot wat gezaagd en aan beide kanten ruw behaard, de onderste gesteeld en langwerpig/spatelvormig, meestal stomp, de bovenste zittend en lancetvormig.
Opstaande stengels zijn meestal vertakt en ruw behaard.
Bloemhoofdjes tot 7cm breed met 10-15 lijnvormige en 3tandige oranje/gele straalbloemen en donker purperen schijf, bloembodenschubben met stompe top, omwindselblaadjes zijn langwerpig tot lancetvormig in augustus/september.
Uit Pennsylvania tot Virginie en Carolina, wordt 50-90cm hoog. Is beschreven in 1760.
Glowing of orange cone flower, black-eyed Susan, brilliant coneflower, Eastern coneflower. Leuchtende Sonnenhut.
Rudbeckia fulgida Aiton var. sullivantii (Wender.) Perdue(Amerikaanse botanist William Starling Sullivant, 1803-1873 (Rudbeckia fulgida var deamii Blake) (Amerikaanse botanist die veel in India werkte Plain Ol’ Charlie Deam, 1865-1935) (Var. speciosa) (opvallend of fraai) is goudgeel met zwart middenin. Bloeit in augustus/september.
Het stug behaarde plantje wordt een meer dan een halve meter hoog.
Heeft een kruipende wortelstok.
Deams coneflower.
Hieruit heeft men enkele rassen geselecteerd waarvan de ‘Goldsturm’ de bekendste is. Die geeft een rijke bloei van grote diep gele bloemen met zwartbruin hart. 70cm.
7. uit www.studiobotanika.com
Rudbeckia speciosa, Wender. (opvallend of fraai) Gehele plant is wat ruig behaard en vormt brede zoden.
Onderste bladeren staan min of meer in rozetten en zijn gesteeld, elliptisch en spits, 3-5nerig, getand, stengelbladeren zittend tot half stengelomvattend en lancetvormig, aan beide einden spits en ingesneden tot getand, de bovenste bladeren soms gaaf.
Opstaande stengels zijn boven aan wat vertakt.
Bloemhoofdjes van 7-10cm in doorsnede met 12-20 oranje/gele en 2-4cm lange, getande straalbloemen en bruin/purperen schijf, bloembodemschubben met een korte, kroonvormige haarkroon in augustus/oktober.
Uit Pennsylvania tot Michigan, Alabama tot Arkansas wordt 50-80cm hoog.
Showy coneflower.
8 Uit the garden, W. Robinson.
Rudbeckia nitida, Nutt.(glanzend) Zeer lang gesteelde bladeren zijn ei/spatelvormig tot langwerpig/lancetvormig en spits, gaafrandig tot zwak getand, wat glanzend en donker groen, bovenste stengelbladeren zittend.
Opstaande stengels zijn weinig vertakt.
Bloemhoofdjes van 10cm in doorsnede met wat afhangende, helder gele straalbloemen en groen/gele schijf, bloembodemschubben met spitse en behaarde top, omwindselblaadjes zijn lijn/lancetvormig, kort en stomp in augustus/september
Uit Georgia tot Florida en Texas wordt 1-2m hoog.
‘Autumn Glory’ heeft grote bloemhoofdjes met bredere en goud/gele straalbloemen. Gewonnen door P. Barr en & Sons, kwekers te Taplow, Engeland.
‘Herbstsonne’, de Franse soleil d’automne verschilt van de vorige door de forsere groei en 12cm grote bloemhoofdjes met bredere straalbloemen. Gewonnen door Goos & Koenemann, kwekers uit Niederwalluf, Duitsland.
Shining cone flower.
9. Uit the garden, W. Robinson.
Rudbeckia maxima, Nutt. (zeer groot) Stevige bladeren zijn zeer groot en tot 30cm lang, blauw/groen en langwerpig tot breed/eivormig meestal stomp en gaafrandig tot getand, bovenste stengelbladeren zijn kleiner en half stengelomvattend met hartvormige voet.
Opstaande stengels zijn weinig of niet vertakt en blauw/groen.
Bloemhoofdjes van 10-15cm in doorsnede met afhangende en 205cm lange, donker citroen/gele straalbloemen met cilindervormige, 4-8cm hoge, groen/gele schijf, bloembodemschubben met korte, spitse en behaarde top, omwindselblaadjes zijn lijnvormig en kort, spits in augustus/september.
Uit Arkansas, Louisiana en Texas wordt 150-250cm hoog.
Large of great cone flower.
10. Uit Addisonia.
Rudbeckia laciniata, L. (gelobd) Dunne bladeren zijn aan de bovenkant fijn behaard tot kaal, onderste bladeren zijn groot en lang gesteeld, 3-7tallig met ei/lancetvormige, ingesneden slippen, bovenste bladeren zijn eirond.
Opstaande stengels zijn vertakt.
Bloemhoofdjes van 10-12cm in doorsnede met 6-10 later afhangende en 4-5cm lange, donker gele straalbloemen met groen/gele schijf, bloemdekschubben met afgeknotte en zacht behaarde top, lancetvormige omwindselblaadjes zijn omgebogen in augustus/september.
Uit Québec tot Manitoba en Florida wordt 100-200cm hoog. Deze vorm is sinds 1622 in cultuur.
Var. humilis A. Gray (nederig), wordt 50-80cm hoog, bloemhoofdjes 4-7cm in doorsnede.
Slipbladige Rudbeckia, Engelse cut leaved cone flower, goldenglow, green-headed coneflower, tall coneflower, thimbleweed, sochan. Schlitzblättriger Sonnenhut, Frans rudbeckie herissee.
Beter zijn de hybriden.
‘Goldquelle’ is helder goudgeel en half tot heel gevuld op stengels van 80cm en goed bestand tegen wind. Bloeit in augustus/september.
‘Golden Glow’ geeft dichte bossen van dubbele bloemen die van juli tot september met goud overdekt zijn. Zijn herkomst is onzeker, omstreeks 1894 vond John Lewis Childs deze plant onder planten die door correspondenten naar hem gestuurd waren. Als het kruid tijdens de bloei afgesneden wordt, en goed nat gehouden wordt, wil ze nog wel eens gaan bloeien.
‘Goldkugel’, ‘Gold Ball’ komt met gevulde hoofdjes in een goudgele kleur op 1.5m hoge stengels. De gevulde gouden bal, golden glow, verschilt door de gevulde bloemhoofdjes die groter of kleiner zijn naar gelang ze in betere of slechtere gronden groeien. De gevuld bloemige kwam in 1894 in Engeland op de lange stengels te staan en geeft te grote bloemen die het moeilijk hebben in de wind.
Naam, etymologie.
Rudbeckia is door Linnaeus genoemd naar zijn leraar Olaf Rudbeck, een Zweedse botanist, 1660-1710. Een Zweed en schrijver van verscheidene botanische publicaties waaronder een groot plaatwerk over Lapland.
Duitse Sonnenhut, Amerikaanse cone-flower.
Planten.
Rudbeckia’ s houden van volle zon en van vochtige grond. Toch voldoen ze ook in halfschaduw, als bijvoorbeeld onder overhangende struiken en aan de noordkant van een huis.
Een combinatie met Delphinium, Phlox, Helenium, Aster en Heliopsis is mooi, maar ook met een lichtgekleurde Hibiscus syriacus ervoor, met daarvoor nog een blauwe Aconitum napellus, Salvia nemerosa en blauwe Tradescantia. Vermeerderen door scheuren in maart/mei.
Wortelstek kan in de winter, geef ze 15 graden.
R. deamii wordt gezaaid. Geef het zaad eerst 3 weken 20 graden, dan 6 weken –2 en zaai bij 7 graden. Zo ook fulgida, laciniata en speciosa. De rest zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl