Asclepias

Over Asclepias

Zijdeplant, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt.

Een geslacht van meerjarige en melksap bevattende planten, met dikke en diepe wortels. Bladen zijn tegenoverstaand of kransvormig.

Ze komen veel voor in natte plaatsen van N. Amerika en verder in Z. Amerika en Afrika.

Bloemen van dit geslacht zijn vaak heel verschillend, vaak groot en zeer mooi.

Voor het bestuiven maken ze gebruik van een knijpervalstrik. De insecten die met hun pootjes in de pollen vastraken worden vastgeklemd in de stuifmeelklompjes waar ze alleen met kracht weer uit kunnen komen. Alleen de sterkere insecten zijn zo in staat los te komen en het stuifmeel op die manier mee te nemen. Symbool van: ‘laat me gaan.’

140 soorten omvat dit geslacht. Belangrijke bijenplanten en vlinderplanten. Sommige soorten zijn giftig.

Apocynaceae, zijdeplantachtige, Cynanchum klasse.

Uit Flora de Filipinas.

=Asclepias currassavica, L. (uit Curacao)

De plant wordt een ruime halve meter hoog.

De tegenoverstaande bladeren zijn lancetvormig.

Oranje/rode bloemen staan in schermen op stelen van een meter in augustus. Trekt vele vlinders aan.

Wordt als eenjarige gekweekt.

Uit Z. Amerika. Is beschreven in 1692.

Naam, etymologie.

De plant heeft de naam curassavica te danken aan een vervorming van Curaçao of van cancerillo. De blood-flower zou mogelijk een stof bevatten waarvan sommige onderzoekers denken dat het nuttig kan zijn in sommige vormen van kanker, het is de cancer-illo en zo werd het gebruikt in Costa-Rica. Net als van andere Asclepias soorten wordt het sap gebruikt tegen wratten. Het melksap bevat asclepiadine, een giftige stof die misselijkheid, braken, spier- en zelfs hartverlammingen kan veroorzaken.

Fredriksbloem, koningsbloem, Frans herbe a ouate ; wattenkruid, zebe-papillon; zebe-vlinder, quadrille: geruit, chapeau chinois; Chinese hoed. Engels bastard ipecacuanha, bloodflower, red head, scarlet milkweed, bloodroot.

Uit botanical register.

Asclepias incarnata, L. (vlees of inkarnaat kleurig) Dunne, lancetvormige, gladde en toegespitste, tegenoverstaande en heldergroene bladeren.

Rijk bloeiende plant met opgerichte en weinig vertakte stengels.

De rode zijdeplant heeft flinke trossen naar vanille geurende vleeskleurige bloemen die geschikt is als snijbloem in juli/september.

Ook de zaaddozen zijn prima te gebruiken in een droogboeket.

Uit N. Amerika wordt 60-80cm hoog. Is beschreven in 1720.

‘Ballet’, mooi snijplant van 150cm met mooie vruchten.

Swamp milkweed, rode zijdeplant.

Asclepias incarnata L. subspecie pulchra, Ehrh. (fraai) Breed lancetvormige, 6-12cm lange en 3-5cm brede, spitse bladeren.

Opstaande en ruig behaarde stengels.

Talrijke kleine purper/roze bloempjes met ruig behaarde bloemsteeltjes zijn in flinke trossen verenigd in juli/september.

Lijkt veel op incarnata waarvan het verschilt doordat de hele plant behaard is en bredere bladen heeft.

Uit N. Amerika wordt 60-100cm hoog.

Swamp milkweed.

Uit L. van Houtte.

=Asclepias speciosa, Torr. (fraai of opvallend) Grote en breed eivormige, dikke bladeren.

Een sterk groeiende en geheel grijsachtig behaarde plant met opstaande stengels.

Vrij grote trossen van zacht purper/roze bloempjes in juni/augustus.

Lijkt veel op syriaca maar groeit krachtiger.

Uit N. Amerika wordt 80-125cm hoog. Is beschreven in 1846.

Showy milkweed.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Asclepias syriaca, L. (uit Syrië) Langwerpige, toegespitste en kort gesteelde bladeren van 10-20cm lang en 4-8cm breed die aan de achterkant grijs/viltig zijn.

Sterke plant met opstaande en viltig behaarde, later kaal wordende stengels.

Heeft geurende en wat knikkende vleeskleurige bloemen die rond de stengels zitten in juni/augustus.

Heeft opvallende zaaddozen als een vogeltje, sommige zeggen van parkieten.

Een wat woekerende plant die wel winterbeschutting vraagt.

Is in tegenstelling tot wat de naam vertelt, afkomstig uit N. Amerika. Is beschreven in 1629, wordt 60-100cm lang.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a)’De geleerden van deze tijden noemen dit kruid Periploca en eigenlijk Periploca prior, dat is eerste Periploca, dan het schijnt dat ze grote gelijkenis heeft met het Apocynum van Dioscorides. Apocynum of Periploca van Syrië groeit in Syrië of Joodse land bij Jericho omtrent de Jordaan en is daar beidsar genoemd. Welke naam (voegt dezelfde Clusius er bij) oorzaak is dat we voor zeker houden dat dit gewas hetzelfde is dat Prosper Alpinus beidelsar noemt (en in Egypte omtrent Alexandria veel groeit. De bloemen zijn saffraangeel en lijken op de boterbloemen waarvan in plaats van vruchten twee zakjes aaneengevoegd afhangen die op de mensen klootzakjes of een ei voldoende lijken (dat de naam beid betoont) buiten met zachte ruigheid bedekt en binnen in met witte wolligheid. Men zou het de naam van Apocynum Syriacum of Palaestinum en Aegyptiacum mogen geven. Honorius Bellus noemt in een brief aan Clusius uit Kreta gezonden dit gewas ossar en beid el ossar en op het Italiaans ovo del ossar en wil dat voor het aoser en alaser of alhusar of cherca van de Arabische meesters houden. Hij voegt erbij dat op deze medesoort van wolfsmelk zo de Arabieren die noemen een manna valt dat zuccar el ossar genoemd wordt en dat de bloem is als die van de oleander’.

De Syrische werd wel Joodse wandelaar en Syrische zijdeplant genoemd omdat het door middel van de worteluitlopers door de hele tuin loopt. Papegaaiplant, Franse asclepiade de Syrië, Engelse Virginian swallow wort silkweed, silken cissy, butterfly flower, silky swallow-wort, Virginia silkweed, onze zijdeplant, Duitse Seidenpflanze of Schwalbenwurz.

(b) Asklepios, Latijn Aesculapius is de zoon van Apollo en de god van de geneeskunst waarvan vele voorbeelden verhalen dat hij de doden weer levend maakte. Zijn leermeester was de centaur Chiron die hem vooral in de geneeskunde onderwees. De sage geeft hem de macht om de gestorvenen in het leven terug te roepen. Volgens sommigen vermocht hij dit door het bloed van Gorgo die hij van Pallas Athene ontvangen had. Volgens anderen was hij geroepen om Glaucus te laten herleven. Bij die gelegenheid kronkelde zich een slang om zijn staf. Toen Aesculapius die slang gedood had verscheen een andere slang die enige kruiden op het hoofd van de gedode legde waarop die terstond weer levend werd. Met die kruiden heeft hij toen Glaucus uit de dood opgewekt. Hij werd door Jupiter (Zeus), die de orde van de natuur niet verstoord wilde zien, door de bliksem getroffen. De zieken bleven evenwel 's nachts in zijn tempel slapen alsof Aesculapius hun in de slaap raad zou geven. Hij wordt meestal afgebeeld met een staf door een slang omkronkeld en met een hond aan zijn voeten als symbool van waakzaamheid.

Zijn dochter is Hygiea, de godin van de gezondheid. Een andere dochter is Panaceae, een woord wat we kennen als algemeen geneesmiddel.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Aangaande de krachten van het Syrische of Egyptisch Apocynon is het te weten dat die van Egypte, zegt Prosper Alpinus, de bladeren van dit gewas rauw stoten of in water koken en pleistervormig op de koude gezwellen en weedom die van koude gekomen zijn te leggen. Het melkachtig sap dat gedroogd is, is bijster goed om de sproeten en andere plekken van de huid weg te nemen als men die ermee bestrijkt. Dan men gebruikt het binnen het lijf niet want dan plag ze het ganse lichaam te ontsluiten en dodelijke buiklopen en rodeloop te veroorzaken. Daarom wordt het daar meest gebruikt om het haar van de vellen of huiden te ontbloten en af laten vallen want door zijn bijster hete en brandende kracht neemt het al het haar van de vellen weg als die er een tijd lang in geweekt zijn. Het wolachtig dons van het zaad dient de Egyptenaren in plaats van veren of pluimen in hun bedden en ze gebruiken dat ook in plaats van aas, lemmet, lont of zwam om vuur te ontsteken of te ontvonken door vuurslag. Het sap van ossar, zegt Honorius Bellus, is scherp, heet en droog, knagend en doorsnijdende in het begin van de vierde graad en is erger om in te nemen dan het sap van enige soort van wolfsmelk want anderhalve drachme ervan ingenomen brengt de mens om. Men gebruikt het nochtans ook om de kanten van de vuile zeren af te eten. Diegene die in de schaduw van dit gewas slapen of rusten plegen er groot hinder van te voelen.’

De wollige zaden, werden wel gebruikt als een soort katoen om matrassen op te vullen en als tonder omdat het snel vlam vat. Hiervan werden in Virginia de beste tapijten en kleedjes gemaakt.

In Virginie groeit een soort Asclepias die de Savages wisanck noemen.

De jonge scheuten kunnen, na gekookt te zijn, gegeten worden. Dit kan ook met de zaadpeulen. De geopende zaadpeulen worden ook als decoratie en bloemenarrangement gebruikt. Van sommige soorten werd het scherpe sap wel gebruikt om haren van huiden te verwijderen.

Uit magazine of botany by Paxton.

= Asclepias tuberosa L. (bolvormend)

Lancetvormige, behaarde bladeren die spiraalvormig staan, 5-12 cm lang en 2-3 cm breed.

Opgerichte en bovenaan vertakte stengels.

Mooie gevormde trossen van talrijke geurende oranjekleurige bloempjes in juli/september.

Een schitterende tuinplant die ook geschikt is als snijbloem.

Heeft knolvormige wortels en vraagt een drogere grond dan de andere soorten.

voor tuingebruik wordt deze soort gebruikt die 30-60cm hoog wordt en uit N. Amerika stamt. De butterfly wordt gevonden in de droge gronden van noordoost Amerika en is daar een van de mooiste wild bloeiende bloemen met welriekende schermen. Het kruid groeit op plaatsen waar weinig anders wil groeien. De Sioux maakten van de bloem een ruw soort suiker. Het kruid kwam in 1680 in Europa aan.

Naam.

(Dodonaeus) ‘Katoenkruid van Canada is van de zeer geleerde Petrus Hondius ons eerst meegedeeld en mag Apocynum Canadense of Nerium Canadense heten en is een medesoort van het beidelsar, dan het heeft langere bladeren dan diegene die Prosper Alpinus beschrijft en ook veel smaller aan hun begin of bij het steeltje en ook zo zijn de bloemen niet saffraangeel als die van beidelsar, maar paars’.

Zijdeplant, Duitse Seidenpflanze, in het Engels, milkweed (een algemene naam voor deze groep, deze heeft maar weinig melksap) butterfly weed, pleurisy root, Canada root, chigger flower, fluxroot, Indian paintbrush, Indian posy, orange milkweed, orange swallow-wort, silky swallow-wort, tuber root, yellow milkweed, white-root, windroot, Frans asclepiade, fleur a mouche; bloem als een vlieg, dompte venin: gifbedwinger of tegengif en herbe de Saint-Laurent naar de rode kleur als St. Laurent die gebraden werd op een rood gloeiend vuur. In Amerika butterfly- of chigger flower, tuber root en wind root.

Gebruik.

(Dodonaeus) ‘Het melkachtig sap van dit gewas dient om de huiden te bloten want het is heet bijtend als kalk. De wol, katoen of zijde van dit gewas, dat zijn de lange baardjes van dit zaad, worden in de oorkussens van de edellieden van Canada gedaan.’

Planten.

De prachtige oranje hoofdjes steken sterk af tegen de van gele aanhangsels voorziene meeldraden. In juli/augustus verschijnt een groot aantal oranje schermen te midden van de lancetvormige bladeren. Mooi komt de kleur uit in de gemengde border naast blauwe planten als Veronica, Achillea, Campanula, Echinops, Erigeron, Iris, Nepeta en Salvia. Groeit het liefst op droge zonnige en plaatsen, winterbedekking is aan te raden. Door middel van de wortelstok kunnen ze vermeerderd worden. Daardoor zijn het ook krachtig groeiende planten die anderen overwoekeren.

Vermeerderen door scheuren en zelden door zaad. Stekken kan in juli/augustus, 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste bladen er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 0,5% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon erdoor en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl