Adonis

Over Adonis

Kooltje vuur, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Adonis.html

Adonis komt mogelijk met 20-30 soorten voor in de gematigde zone van Europa en Azië.

Ze worden veel geteeld om de opvallend heldere bloemen.

Bloemen zijn alleenstaand en eindstandig, geel of rood.

Zeer bladrijke planten van 30cm hoogte.

De bladen staan afwisselend en zijn verdeeld in zeer veel fijne deelblaadjes.

Er zijn voorjaar-, zomer- en herfstbloeiende soorten en er is zelfs een meerjarige.

Ranunculaceae, Ranonkelfamilie.

Uit F. Vietz.

=Adonis aestivalis, L. (in de zomer bloeiend) afwisselend staande stevige bladeren zijn fijn verdeeld, de onderste zijn gesteeld, bovenste zittend.

De plant doet denken aan een rode boterbloem. De 6-8 bloembladen zijn cinnaberrood (vaak ook geel) en aan de basis dragen ze zwarte vlekken. Bloemen bevatten geen honing.

Het wordt tot een 40cm. groot, maar moet wel ter plaatse en op tijd gezaaid worden. Houdt van kalkrijke grond en warmte.

De zomeradonis kan als eenjarige snel een kale plek in de tuin begroeien.

Is afkomstig uit het M. Zeegebied waar het verwildert voorkomt in de roggevelden, het liefst op zandige grond. Is vermeld in 1629. De plant is zeer giftig door het voorkomen van glycosiden.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Wij noemen deze bloemen in onze taal bruynettekens.

Duitse Schwarzbraun Madel, Braune Magd, onze bruinettekens en brunette, een oude naam was bynsoeghen. Dodonaeus; ‘Sommige Hoogduitsers noemen het Feldroszlin en vele geleerde van deze tijden hebben het Eranthemum genoemd, maar nochtans of ze voor het echte Eranthemum, dat is het derde geslacht van Anthemis, bij de ouders alzo eigenlijk genoemd te houden zijn dat zou niemand gemakkelijk kunnen verzekeren of immers met goede redenen aantonen.

Engels red chamomilla, Duitse rote Kamillen.

Dodonaeus (d) ‘Die van Saxen noemen die soort met diep rode glinsterende bloemen, duyvels-oogh’.

Kleines Teufelsauge, Teufelsglossen, Toifflaug’s, Duwelsooge.

(e) ‘Matthiolus noemt dit kruid wat we nu bruynettekens noemen Flos Adonidis, dat is bloem van Adonis, wat een jongeman was die uitermate zeer van de Godin Venus bemind was, zo de oude poten versieren.ՠ

Zomeradonis, Adonisroosje, Franse adonis dեte: zomeradonis, Duitse Sommeradonisroschen, Sommer-Adonisrschen, Adonisrosleinen.

(f) Bloedroppels, Duits Blutstropfchen, Bluttstopfli, Frans goutte de sang: bloeddruppels, sang de Venus: Venus bloed, rubissant, van Latijn ruber en.

Dodonaeus (g) ‘Maar andere geloven dat Adonidis flos geen andere bloem is dan diegene die we tegenwoordig Anemone noemen, want de poet Ovidius schrijft in het laatste van het 10de boek van zijn Metamorfoses dat de bloem van Adonis met de wind verwaait en verstuift. Zulks is de Anemone gans die daarom ook Venti flos, dat is bloem van de wind, plag te heten wat ook de Griekse naam van Anemone uitwijst die gemaakt is van het Grieks woord anemos wat wind betekent zoals Plinius betuigt in het 23ste kapittel van zijn 21ste boek en schrijft aldus: Deze bloem, te weten de Anemone, gaat nimmermeer open tenzij dat de wind waait waarvan dat ze haar naam ook voert. Maar dat onze bruinettekens geen gelijkenis met de Anemone hebben is opmerkelijk genoeg.ՠ

Feldanemone en Feldroslein bij Bock, Ackerroslein.

(e) Engelse pheasants eye, Franse aile de perdrix en aile de faisan, de patrijs en fazantogen.

(h) Kooltje vuur, vuurroosje, Duits Fuerrosli, Fudigl, Fuerroschen, Fuerfunkskes, Fuerooge of Fuerroschen, Frans rouge: rood.

(i) Overige in Duits; Luaga en Marienroschen.

Lobel; ‘Bruinettekens. In Latijn Flos Adonis. Deze plant is genoemd in Latijn van de jonge herbaristen Flos Adonis en schijnt te zijn Phlox van Theophrastus vanwege de vurige kleur van de bloemen die dezelfde Theophrastus stelt onder de vroege zomerbloemen in het 7de kapittel en is Anemone tenuifolia van Cordus en Eranthemum Gesneri en Dodonaei. De gehele plant is scherpachtig van smaak waarom dat veel geleerden van Montpellier die liever wilden stellen onder de soorten van Anemone dan te heten Eranthemum. Welke opinie ook versterkt wordt door de overeenkomsten genomen uit de Theriaco Nicandri als dat dit kruid voortgekomen is van het bloed van Adonis en Anemone heten dat ook Ovidius doet in Metamorfosen.

‘Im flos de sanguine concolor ortus,

Qualem quae ento celant sub cortice granum

Punica ferre solent.

Nimia levitate caducum

Excutiunt ipsum, qui perflant omnia venti’.

Waar ge mag zien dat de Anemone en de gewone naam Herba venti bedekt zijn.’

Mythologie.

Adonis was bij de Grieken een jongeling van spreekwoordelijk geworden schoonheid. Hij was de zoon van Theias en zijn eigen dochter Myrrha. Als de vader, door zijn eigen dochter bedrogen, haar zwanger heeft gemaakt en dit bedrog ontdekt, achtervolgt hij haar met een zwaard. Myrrha wordt dan in een boom veranderd. (zie Commiphora myrrha) Uit haar barstende stam wordt Adonis geboren. Adonis was de favoriet van Aphrodite/Venus. Na zijn overlijden snelde Aphrodite wenend heen en drong door de struiken en doornen heen. Die bezeerden haar en het bloed dat op de witte rozen viel gaf die een rode kleur terwijl er anemonen of adonisroosjes ontloken op de plaats waar haar tranen de aardbodem drenkten. Ze kon de jongeling niet redden van de dood omdat Persephone (van de onderwereld) verrukt was over zijn schoonheid en hem niet terug wilde geven. Ze maar verwierf van Zeus de gunst dat Adonis een derde jaar bij haar, een derde jaar bij Persephone en een derde jaar vakantie zou hebben.

Dit gegeven komt overeen met het Mediterrane seizoen ritme. Na de oogst (vakantie) weer naar de onderwereld (Persephone) en in de lente werd de vruchtbaarheidsgod (Aphrodite) weer actief.

Toen Adonis gewond werd door een wild varken, bloedde hij. Uit zijn bloed zou deze plant ontsproten zijn, wat een verwijzing zou zijn naar zijn bloedrode kleur.

Shakespeare, ‘Venus and Adonis’ 620:

‘Zij licht met dunne spriet de ever velt

De ever, die zijn felle tand staag wet

Zijn slachterszin op moorden heeft gezet

Is hij vergramd, zijn borstelrug, gebogen

Schrikt met zijn spietsen elke vijand af

Een vuur, dat angst verwekt, spat hem uit de ogen

Zijn snuit delft, waar hij rond woelt, graf op graf

Hij tent ter neer, wat zich aan hem durft wagen

En wie zijn tanden treffen is verslagen

Zijn flanken, fors, gedekt met borstelig haar

Zijn ondoordringbaar voor uw jagersspriet

Niet licht brengt iets zijn zware nek in gevaar

De leeuw ontziet de toornige ever niet

Bang wijkt het dicht, verward struweel uiteen

Breekt hij verwoed door hulst en bramen heen.

940

U treft des noodlot vloek voor deze moord

Wijl gij niet onkruid wiedt, maar bloemen plukt

Hij was bestemd voor Liefdes gouden schicht

Niet voor uw zwarte, waarvoor մ leven zwicht.

1050

En naar de brede wond, die de ever sloeg

In մ week der zij, wier lelieblanke huid

Geverfd der wonde purperen tranen droeg

En gras, kruid, bloem en onkruid in het rond

Zien rood, als mede bloedend uit zijn wond.

1130

Zij licht zijn oogleden op, en ach, de luister

Der lampen is gedoofd, haar glans werd duister

Twee spiegels, waarin zij wel duizendmalen

Zichzelf zag, thans zonder weerschijn

Weg is dat licht en machteloos zijn de stralen.

1060

Inmiddels was de jongeling aan haar voet

Gelijk een damp uit haar gezicht vervloten

En uit zijn op de grond gesprenkeld bloed

Een bloempje, purperrood en wit, ontsproten

Een beeld als մ ware van zijn bleke wangen

Waar ronde parels, kostbaar bloed, op hangen

Zij bukt en ruikt, hoe zoet het bloempje geurt

Wat haar aan Adonis adem doet herdenken

Zij wil, nu hij haar zo wreed is ontscheurd

De bloem een woning aan haar boezem schenken

Zij breekt de steel, en uit de wonde banen

Vochtdruppels zich een weg, zij noemt die tranen.’

Uit Ovidius kunnen we halen dat men Adonis jaarlijks zal herinneren en dat uit zijn bloed een bloem was voortgekomen. De liefdesgodin zou zijn bloed besprenkeld hebben met nectar. Zodra het bloed met nectar geraakt was begon het te borrelen zoals luchtige bellen ontstaan uit het slijk. En het duurde geen uur of er ontsproot uit het bloed een bloesem van dezelfde kleur als die van de granaatappel.

De Grieken noemen Adonis reeds de zoon van Kinyras, Koning van Cyperus. Ze zeggen daarmee dat zijn cultus uit de Oriënt stamt. Daarmee geven ze ook een afleiding van de naam die op Fenicië en Syrische zonnegod Adon teruggaat, vergelijk het Hebreeuws Adon: heer, en Adonai voor God (Fenitie en Hebreeuws zijn dialecten van een stam) Toen de Joden voor het eerst te Kanaän arriveerden werden ze tegengehouden door de koning van de Jebusites, Adonizedek, wiens naam betekent, ‘Heer van Zedek’ (rechtvaardig). De Syriërs en Fenitie verstonden onder Adonis voornamelijk de zonnegod. De Semitiers kenden blijkbaar toch geen directe cultuur met Adonis en er zijn geen verbanden met de Griekse mythologie, waarschijnlijk kwam dat via zijn tegenhanger in Mesopotamië, Tammuz. Vrouwen die bij de poort zaten en om Tammuz huilden of ze offerden wierook aan Baal op de daken en geurende salade planten. Dat zijn afspiegelingen van een Adonis cultus, een vrouwencultus die op de platte daken gevierd wordt waarop snel kiemende planten gezaaid werden, Adonis tuinen,…. de climax is een luid geweeklaag over de dode god. Vrouwen in Athene plantten in Adonistuinen, snelgroeiende kruiden die ontkiemden vanuit zaad en stierven. Het Festival van Adonis werd door vrouwen gevierd op midzomernacht door venkel en sla te zaaien en zaden van tarwe en gerst. De planten kwamen vlug op en stierven snel, de vrouwen weeklaagden vanwege de ontijdige dood van de vegetatie god.

Het Adonisfeest is zo oorspronkelijk het feest van de zonnegod en het adonisroosje is de aan de oriëntaalse Adon gewijde zonneroos die maar korte tijd bloeit. Ovidius zegt ervan: ‘Een korte tijd bloeit het, zwak hangt het aan de stengel, ook zacht en breekbaar. Het gaat, als het pas begint te bloeien, buigen voor de verdovende winden’.

De bloem uit de mythologie zou ook best de windbloem, anemoon of roos geweest kunnen zijn. Volgens Plinius werd de naam in verband gebracht met het Griekse woord anemos: wind.

De Syrische‑Fenicische god schijnt zich al vroeg bij de Grieken ontwikkeld te hebben. Onder de regering van de Ptolemaeus kwam deze cultus naar Egypte en in de Keizertijd naar Rome. Hij is nauw verwant aan de Egyptische Osiris, Semitische Tammuz en Baal Hadad, de Etruskische Atunis en de Frygische Attis die allen goden van hergeboorte en vegetatie waren. Sommige mythologen geloven dat Balder zijn tegenhanger is in de Germaanse mythologie. Hij is de jaarlijks vernieuwende, altijd jeugdige vegetatie god, een leven-dood-herboren god wiens tijd aan de kalender is gebonden. Zijn cultus behoort toe aan vrouwen, de cultus van de stervende Adonis is volledig ontwikkeld in de groep van jonge maagden rond Sappho op Lesbos, rond 600 v. Chr. Zijn naam wordt tegenwoordig vaak aan knappe jonge mannen gegeven.

Adonis werd in de gedaante van een schone jongeling als zonnegod vereerd aan de kusten van Syrië, Fenicië en Egypte. Vooral te Byblis en in Alexandrië werden schitterende feesten gevierd te zijner ere. In laatstgenoemde stad droeg men zijn beeld op een prachtig katafalk door de straten, omringd door wenende vrouwen in rouwgewaad en met loshangende haren. Klaagliederen, adonidia geheten, werden aangeheven, totdat eindelijk het beeld aan de schoot der baren werd toevertrouwd. Die feesten waren ook tot verscheidene Griekse steden doorgedrongen. De adonia begon in het oosten bij het begin van de lente en in Griekenland en later te Rome werd dit in het begin van de zomer gevierd.

Het feest duurde twee dagen. Op de eerste dag werd met veel klachten en gejammer het verdwijnen van Adonis naar de onderwereld beklaagd en op de tweede dag werd met buitensporige vreugde zijn terugkeer gevierd. Onder het zingen van liederen, die Aphrodite liefde voor Adonis bezongen en haar smart bij het vernemen van zijn dood en bij het vinden van de stervende, liepen vrouwen om het beeld van Adonis te zoeken. Nadat dit gevonden was, werd het met het beeld van de godin op een pronkbed tentoongesteld en eindelijk onder luide jammerklachten begraven of in zee geworpen. Ook plaatste men potten met kort bloeiende planten in de deuren van de huizen en de voorhoven van de tempels, de tuinen van Adonis.

De Adonistuin, met snel kiemende en snel verwelkende planten, is spreekwoordelijk voor alles wat vergankelijk is. Het is het feest van de snel opbloeiende en ontwikkelende, maar ook evenzo snel afstervende natuur. In kleine lemen vazen werden zaden als het adonisplantje gezaaid. Deze vazen met plantjes werden als offergave gebruikt.

Adonis is het symbool van een smartelijke herinnering of geliefde, sorrowful remembrance, painful recollections. Shakespeare laat een van zijn personages zeggen:‘Thy promises are like Adonis garden, Jouw beloften zijn als een Adonis tuin’."Times New Roman"'.

That one day bloom end fruitful were the next. Die een dag bloeit en de volgende dag vrucht levert’.

Uit Curtis botanical magazine.

Adonis amurensis, Regl. & Radde. (uit het Amur gebied, China) (Adonis dahurica, Ledeb. )(uit Dahurica).

Een mooie plant met sierlijke en driemaal geveerde, heldergroene bladeren met zeer smalle slippen.

Talrijke, grote en alleen staande, diep gele bloemen die met het blad verschijnen, januari/maart, die toch weinig last hebben van lichte nachtvorsten.

Wordt 20-30cm hoog. Is vermeld in 1896. Uit Transbaikali bij China, wordt 20-30cm hoog van een 20cm hoog met dubbele gele bloemen.

Naam.

Amur pheasantճ eye, Far east amur adonis, Duits Amur-Adonisrschen, Frans adonide de l’ amour.

Ԑleniflora bloeit met grote dubbele donker gele bloemen met een wat groenachtig geel midden gedeelte.

Uit L. Watson.

Adonis annua, L. (eenjarig) (Adonis autumnalis, L.) (in de herfst bloeiend)

De bladeren zijn veel verdeeld.

Het bloeit in juni tot de herfst.

De kopvormige bloem heeft een rood oog, met aan de voet een zwarte vlek. Zoծ oog heeft de duivel.

Het is een vrij laag, kleiner dan 25cm, vertakt en een eenjarig plantje uit Europa die wel verwildert voor komt, verder in Azië.

Naam.

(a) De herfstadonis heet in Duits Blutstropfchen en Schabab, vanwege de bloei in de herfst gaat het schabab: vaarwel zomer, Engels autumn pheasant ‘s eye, bloddrops of red Morocco, in Wells Ilygad y bwgan: kabouterogen.

(b) In het Frans rubissant, dat van Latijn ruber: rood stamt.

(c) Duivelsogen, Duits Teufelsauge en Engelse devils eye.

(e) Oude Engelse namen zijn rose a rubrie, en red maythes onder welke namen het bekend was bij 'herbe woman', volgens Gerard in 1596.

Uit N. Jacquin.

Adonis flammea, Jacq. (vuurrood of gevlamd) Een fijn en eenjarige plant van een 25-50cm hoog met opvallende helderrode bloempjes. Onderscheidt zich van aestivalis en autumnalis door de lang behaarde kelkbladeren.

Uit Oostenrijk.

Naam.

Het is het kooltje vuur, adonisroosje en duivelsogen, in het Duits bekend als Adonisroschen en in Engels als pheasant’s eye, flower of the Gods, de Franse sang de Venus (Venusbloed) en adonide.

Deze Adonis wordt wel Flammula of vlammend genoemd omdat als je de bladeren kneust en in de neusgaten steekt, het een geur en pijn geeft als een vlam. Brennende Teufelsauge.

Uit J. Jacquin.

=Adonis pyrenaica, DC. (uit de Pyreneeën)(Adonanthe pyrenaica) Lijkt wat op de volgende, maar groeit veel robuuster met latere bloei.

De gesteelde, donkergroene bladeren zijn 2-3maal geveerd met fijne slippen.

Sterk vertakte stengels.

Grote, goudgele bloemen van 8-12cm met ovaal/wigvormig en zwak ingesneden kroonbladen in mei/juni.

Wordt 20-30cm hoog. Is vermeld in 1817. Pyreneese adonis, Pyrenean pheasants eye, Adonis des Pyrenees.

Uit M. Vogtherr.

= Adonis vernalis, L. (in ‘t voorjaar, de lente verschijnend) Frisgroene bladeren die 2-3maal geveerd zijn met smal lijnvormige slippen.

Bruine en vezelige wortelstok draagt een 30cm hoge stengel.

Talrijke grote en glanzend heldergele bloemen van 4-6cm in diameter met 10-20 ingesneden bloembladeren in april/mei.

Deze groeit vooral op kalkhoudende grond.

Uit Midden en Z. Europa wordt 10-20cm hoog, op heuvels, droge weiden. Is vermeld in 1620.

Naam, etymologie.

Voorjaarsadonis, Franse adonide de printemps, Duits Fruhlings-Teufelsauge, Engels spring pheasant’ s-eye

Engelse ox-eye, Duitse schwarz Niesswurz en Christwurz bij Bock, zie Helleborus, de zwarte wortel lijkt er veel op, maar bezit een nog scherpere smaak en reuk.

Gebruik.

Adoniskruid is reukloos en heeft een aromatische bittere smaak. De zwartachtige wortel lijkt veel op die van de zwarte nieswortel, ruikt nog sterker. Het werd in Rusland als sterk afvoerend middel gebruikt. Net als het rode vingerhoedskruid heeft het een werking op het hart. In tegenstelling tot het vingerhoedskruid cumuleert het niet en kan het een langere tijd als hartmiddel gebruikt worden. De tinctuur werd bij het volk tegen geelzucht, waterzucht en verstopping gebruikt.

Planten.

De cultuur is gemakkelijk, ze groeien in de volle zon of gedeeltelijke schaduw. De meerjarige zijn geschikt voor rotstuinen en borders.

De eenjarige worden vermeerderd door zaad, zo ook de meerjarige hoewel scheuren de voorrang heeft.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl