Phillyrea
Over Phillyrea
Steenlinde, vorm, bomen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit J. Sibthrop.
Een geslacht van altijdgroene struiken of kleine bomen, 3-9m.
2 soorten komen voor in het M. Zeegebied, Canarische eilanden en Madera..
Kleine witte bloemen zijn 2huizig, staan in dichte bundels, kelk en kroon 4tallig, 2 meeldraden met korte helmdraden, stijl is iets korter dan de meeldraden.
Vrucht is een 1zadige bes.
Enkelvoudige bladeren die tegenoverstaand en kort gesteeld, gaaf of gezaagd en glanzend zijn.
Oleaceae, olijvenfamilie, Olea klasse.
=Phillyrea angustifolia, L. (smalbladig) Bladeren zijn gaafrandig, lang en smal, glanzend donkergroen en bladhoudend, bladvorm kan variëren.
Groen/witte en geurende bloemen staan in okselstandige trossen in mei/juni.
De zwarte vruchten zijn vrijwel rond en hebben een puntje aan de top.
Is uitstekend bestand tegen zeewinden en kan zware schaduw verdragen.
Een compact groeiende plant die 4m hoog kan worden.
Is beschreven in 1597.
Naam, etymologie.
Phillyrea, een oude Griekse naam. Soms wordt het woord gespeld als Filaria.
Clusius en Lobel beschrijven er verschillende soorten van. (Dodonaeus) ‘Clusius noemt het in het Latijn Phillyrea quarta en zegt dat ze veel in Castilie groeit en omtrent Montpellier daar ze van sommige oleaster en van andere ook Halymus genoemd wordt en van Lobel Phillyrea angustifolia of kleine Phillyrea van Languedoc. In het Spaans heten ze pradera, ladierna, lentisco en torvisco’.
Philyra, was de moeder van Chiron, (de centaur) en uit smart over de gedaante van haar zoon veranderde ze in een lindeboom.
(Dodonaeus b) ‘Maar dat onze Ligustrum de Phillyrea van de oude Grieken is blijkt uit de beschrijving die van de Phillyrea in de boeken van Dioscorides aldus gedaan wordt: Ԑhillyrea, zegt hij, is een boom die van grootte de Cyprus gelijk is en heeft bredere en zwartere of bruiner groene bladeren dan de olijfbladeren, hun vruchten zijn als die van de Lentiscus of mastiekboom zwart en wat zoetachtig van smaak die trosvormig of als druifjes aaneenhangen. Het is nochtans niet de gebladerde Phillyrea of beter Philyra van Theophrastus dat zonder twijfel niets anders is dan onze gewone linde.’
Engelse jasmine box of mock privet, heeft geen overeenkomst met de linde, wel met de privet of liguster. Duits Steinlinde, onze steenlinde.
Uit A. Munting, Phillyrea.
Uit www.architecturalplants.com
Phillyrea latifolia, L. (breed bladig) Bladstelen, twijgen en hoofdnerf zijn grijs behaard.
Twijgen zijn eerst groen en later donkergrijs.
Bladstelen zijn 3-6cm lang.
Scherp gezaagde, meestal eivormige bladeren van 3.5-5cm lang en 1.5-3cm breed met puntig toelopende top, glanzend donkergroen en alleen aan de middennerf kort behaard, van onderen zwak glanzend lichtgroen en kaal.
Bloeit in mei/juni met onaanzienlijke bloemen in okselstandige bundels, bloemen 406mm in diameter, kelk ondiep getand, kroonlobben spits/eivormig afstaand of iets teruggeslagen.
Een opgaand en sterk vertakte struik.
Uit Z. Europa en Klein Azië wordt 10m hoog. Is beschreven in 1597.
Var. media, Schneid. (staat er tussen in) heeft kleinere bladen die dunner zijn dan van de soort, fijn gezaagd of gaafrandig, rijker bloeiend dan de soort.
Planten.
Vermeerderen door zaad of zomerstek. Neem in augustus 10cm lang topstek, het mag een beetje houtig zijn. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Doop de onderkant in 1% ibz groeistofpoeder, afkloppen. Planten in 3 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na een ruime maand is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden.
Afleggen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl