Odontoglossum

Over Odontoglossum

Orchidee, vorm, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Door hun grote bloemen is dit geslacht een favoriet bij de kwekers. Odontoglossum crispum, Lindl. (gekroesd) is een van de mooiste orchideeën.

Een 400 soorten komen voor in dit geslacht waarvan er nu vele in een ander geslacht geplaatst zijn zodat er nog een 100 over zijn.

Ze stammen uit de bergbossen van tropisch Amerika, uit de hogere regionen van de Andes, van Mexico en Guatemala tot Colombia, Peru en Bolivia en kunnen vrij goed tegen koude.

Het zijn epifyten met korte rizomen en 2 bladige afgeplatte, peer of eivormige schijnknollen en vaak met een paar bebladerde stengels aan de basis. De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig en langs de hoofdnerf v vormig gevouwen.

Ook groeien ze op rotsachtige hellingen, lithofytisch.

De wat gebogen bloeistengel ontstaat aan de basis van de schijnknol. Bloemen zitten er met een paar tot veel aan een stengel, soms geurend, vlak, kelk en kroonbladeren staan soms ver uiteen, soms overlappen ze elkaar gedeeltelijk.

Er is waarschijnlijk geen geslacht van orchideen waarin de soorten meer variabel en meer verwant zijn dan in Odontoglossum. Ontelbare var., en het verschijnsel van natuurlijke hybriden maken het limiet van soorten in dit geslacht vrijwel onmogelijk. Door Odontoglossum te kruisen met andere Amerikaanse soorten als de Miltonia, Oncidium, Cochlioda, Brassia en Aspasia, zijn er honderden soorten en tientallen hybride geslachten ontstaan. Deze hybriden hebben namen als Vuylstekeara - vernoemd naar de Belg Charles Vuylsteke, n van de pioniers in het kweken van deze hybriden. In de handel worden deze zogenaamde ‘ Vuylstekeara hybriden’ (Burrageara, Colmanara, Wilsonara en Beallara) aangeboden onder de verzamelnaam Cambria.

Er zijn 6 subgenera : Erectolobata, Lindleyana, Nevadensia, Odontoglossum, Serratolaminata en Unguisepala. Vele hybriden.

34. Uit www.chartingnature.com

Naam, etymologie.

Odontoglossum komt van Grieks όδούς, odous of odoon: tand, en glossa: tong, het binnenste blad is genageld als een tand en draagt aan de basis een kam, vergelijk Duitse Zahnzunge. Is zo het eerst genoemd in 1816 door Karl Sigismund Kunth, Duitse botanist, (1788—1850) Inca orchidee.

=Odontoglossum crispum, Lindl. (gedraaid) Ovale en indrukte schijnknollen van 8cm groot.

De twee riemvormige bladeren zijn toegespitst en 30cm lang.

Gebogen bloemstengel van 75cm hoog met 8-20 bloemen.

Witte bloemen met rode vlekken en geel getekende lip in oktober/maart.

Er zijn meer dan 100 benaamde variteiten van.

Uit Colombia. Is beschreven in 1844.

Curled Odontoglossum.

Planten.

De Cookson formule is een formule die ontwikkeld was door een kweker, (waarschijnlijk Cookson) die ontdekte dat O. crispa bloeide in de buurt van rooksteden. Hij nam regenwater dat van zijn kas afliep en gebruikte dit voor de planten. Er is een plant naar hem genoemd. Odontoglossum × cookianum Rolfe, 1891 (Odontoglossum sanderianum × Odontoglossum spectatissimum)

Vermeerderen door scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl