Echeveria
Over Echeveria
Wax agave, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit L. van Houtte.
Naam, etymologie.
Echeveria, is in 1824 genoemd naar Atanasio Echeverra y Godoy, een Mexicaanse botanist en plantenschilder, eind 18de eeuw.
150 soorten komen voor in dit geslacht die groeien van Californi tot Z. Peru.
Het zijn mooie vetplanten met gekleurde bladrozetten en een enkele met opvallende bloemen.
Echeveria ‘s zijn meest stamloze planten, soms hebben ze wat stamachtige vervormingen. Die vrijwel stamloos zijn maken vaak uitlopers aan de basis.
De bladen zijn vlezig, gewoonlijk breed en plat, vaak berijpt wat er gemakkelijk af gewreven kan worden, bladeren breken er ook gemakkelijk af.
Ze verschillen in vorm, grootte, uiterlijk en bladkleur.
Na de winterrust komen de bloemen uit de bladoksels de dunne en gebogen bloemstengels met klokvormige bloemen in losse schermen. De onderste gaan bloeien, dan de volgende etc waarbij de steel zich geleidelijk aan strekt.
Er zijn vele hybriden, ook met andere geslachten.
Crassulaceae, vetplantenfamilie.
=Echeveria agavoides, Lem. (Agave achtig) is een klein vetplantje die aan een kleine agave doet denken. Grijsgroene, vlezige, driehoekige/eivormige bladeren van 3-7cm lang, toegespitst met bruine eindstekel, staan in een rozet met een doorsnede van 12cm.
Rode bloempjes met gele slippen komen in het voorjaar.
‘Cristata,’ lijkt op een grote hanenkam.
Molded wax agave.
12. Uit Addisonia.
=Echeveria carnicolor, Morren (vleeskleurig) Klein en plat rozet met metaal glanzende, blauw berijpte bladeren met vleeskleurige vlekjes.
Talrijke klokvormige, zalmkleurige/oranje bloemen in januari/maart.
20. uit C. Loddiges.
Echeveria coccinea De Candolle (bes rood) (Crassula coccinea, Cav. )
Rode bloemen. De laatste drie hebben mooie bladen en bloemen hebben.
Uit Mexico is beschreven in 1816.
Echeveria derenbergii, Purpus (Duitse arts en botanist Julius Derenberg, 1873-1928) Geeft een bijna rond rozet op een korte stengel, uit de bladoksels komen steeds nieuwe rozetten en vormt zo platte kussens met talrijke uitlopers.
Bladeren zijn breed spatelvormig en blauw/groen, 2-4cm lang en zilverachtig berijpt met rode toppen.
Geel/rode bloemen staan aan 8-10cm lange stengels. Painted lady, baby Echeveria.
‘Doris Taylor’, is meer bleek/groen, soms met een rode top en bedekt met zachte, witte haren, oranje/rode bloemen aan 30-40cm lange stengels.
Baby Echeveria, painted lady.
17. Uit www.biolib.de
Echeveria elegans, Rose. (sierlijk) is waarschijnlijk de mooiste van dit geslacht. Die werd bekend van materiaal dat verzameld werd in Pachuca, Mexico, door J. N. Rose.
Vormt 10cm grote, dichte rozetten met uitlopers die onder de bladeren vandaan komen.
De langwerpige en albastblanke bladeren hebben zachtgroene randen, zijn spatelvormig en naar boven gedraaid, 2-5cm lang.
Hiertussen rijst een slanke rode bloemstengel van 30cm omhoog die rode bloemen met gele slipjes draagt.
Een plant die geschikt is voor rotstuinen en platte vlakken.
Hen and chicks.
26. Uit J. Lindley.
=Echeveria gibbiflora, DC. (wrat of bultbloemig) (heeft lange stengels van meer dan 60cm hoog.
Grote plant met grote, 12-20 grote wigvormige, grijs/groene bladeren in een dicht rozet die vaak wat violet/roze kleurt, 17-20cm lang.
Helderrode klokjes staan in een losse tros aan 30cm lange stengels die geheel bebladerd zijn. Uit Mexico is beschreven in 1826.
Var. caruncula (vlezige groei) vormt een losse rozet met blaarachtige bobbels op de bladeren.
Var crispata heeft gegolfde bladeren.
var. metallica, Lem. (metaalkleurig) is een van de bekendste, een vorm van de vorige of nauw verwant. De roodbruine bladeren hebben een metaalachtige glans.
Werd veel gebruikt in plantenschalen.
Houdt van volle zon.
Echeveria lauii Moran (Alfred Lau die in Mexico veel planten onderzocht, de eerste beschrijving was van Reid Venable Moran in 1978) is een altijdgroene succulente plant.
Geeft meestal een dicht bladrozet, kan ook vertakken.
Dikke vlezige bladeren zijn berijpt en grauwblauw tot grauwgroen.
Stengels komen zijdelings uit de bladoksels.
Vlezige kelkbladeren en vijftallige bloemen zijn van binnen donkerrood, slank klokvormig.
Groeit in Mexico.
Uit; http://www.flickriver.com/photos/succulentisima/sets/72157620777749615/
Echeveria lilacina Kimn. & Moran. (lila kleurig) Wordt een 15cm hoog.
Zilvergrijze lepelvormige bladeren zijn vlezig en staan in een symmetrische rozet van 12-15cm.
Licht roze tot koraalrode bloemen in late winter tot voorjaar.
Uit Mexico.
Ghost Echeveria, Mexican hens and chicks.
14. Uit Addisonia.
Echeveria setosa, Rose. & Purpus. (zijdeachtig) is verzameld door C.A. Purpus in Puebla, Mexico.
Vaak zitten er aan een rozet meer dan 100 bladen die een vrijwel ronde rozet vormen en aan beide zijden bedekt met borstelige, setosa, haren.
Dikke en zachte bladeren zijn 7cm lang en knots/spatelvormig.
Bloeit schitterend met rode en geel gepunte bloemen in mei/juli.
Geeft zijscheuten aan de basis.
Vroeger werd het veel geplant in de kleurperken.
Houdt van warmte.
‘Wet Oliver,’( zo genoemd naar G.W. Oliver, U.S. departement of agriculture.) Een vertakte heester met losse groei van 30-50cm hoog, behaard.
Bladeren staan in een rozet aan de einden van de stengels, lancet/spatelvormig, groen met een smalle bruine rand en bezet met korte, witte haren.
Scharlaken/rode klokvormige bloemen staan alleen en zijn 2-3cm lang in het voorjaar.
Sterke vetplant van 40cm hoog uit Mexico.
19. uit Edwards botanical register.
Echeveria secunda Booth. (tweede, of naar een zijde gekeerd) (Echeveria glauca, Baker. (zeegroen blauw)
Een vetplant die men vroeger met duizenden tegelijk kweekte voor de zogenaamde mozaek- of kleurvakken op de buitenplaatsen. De mozaekperken verdwenen, maar de rotstuinen kwamen.
Ook in huis kan je ze bewonderen. De mooie rozet van grijsgroene blaadjes waaruit zich de vrij lange bloemstengels verheffen met soms twintig of meer hangende, diep oranjerode bloempjes met gele slippen.
Zie foto, is afkomstig uit centraal Mexico.
De volgende behoorden vroeger tot het geslacht Crassula.
Echeveria peacockii Croucher (is zo genoemd naar Mr. Paecock uit Hammersmith Engeland, in wiens collectie die het eerste bloeide) (Crassula peacockii, Baker. )
Hier staan de bladeren met een 50 bijeen in een dichte rozet van 10cm hoog en 14cm breed.
Hieruit komt een helderrood bloempje uit een schorpioenachtig tros.
Mooi vanwege de blauwachtige kleuring en wasbedekking van de bladeren.
Uit N. Amerika is beschreven in 1874.
Peacock echeveria.
Uit Edwards botanical register.
Echeveria fulgens Lem. (schitterend, blinkend) (Crassula fulgens, Baker.) Koraal/rode bloemen zijn van binnen geel.
Uit Mexico.
Echeveria fulgens var. fulgens Lem. (Echeveria retusa, Lindl.)(afgestompt of ingedrukt) Rozet van kleine, wit berijpte blaadjes.
Scharlaken/rode bloempjes komen in de winter.
Planten.
Het zijn planten die van veel licht houden. Het water geven is voornamelijk als ze groeien, niet in de winter. Ze kunnen niet tegen vorst. Bewaar ze in de winter koel, 10 graden, in zoveel mogelijk droge lucht en licht.
Vermeerdering van de zijscheuten, indien aanwezig, is mogelijk. Bladstek is mogelijk, blad afbreken, in scherp zand plaatsen en laten bewortelen. Zaaien is ook mogelijk.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl