Bistorta
Over Bistorta
Adderwortel.Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Uit J. Royle.
Het geslacht Polygonum wordt thans, 1995, niet meer als een groot geslacht beschouwd. Diverse soorten zijn in aparte geslachten geplaatst. Een aantal soorten kwam zo in het geslacht Persicaria. Polygonum affine werd Persicaria affinis, Polygonum amplexicaule heet nu Persicaria amplexicaulis evenals Polygonum bistorta, die was ook bekend als Persicaria bistorta. Hoewel ze weer net verdeeld zijn en nu soms onder Bistorta vallen.
Het geslacht omvat een en meerjarige. De meeste hebben eindstandige aren die roze zijn en soms wit.
De meeste zijn agressieve kruiden, sommige worden in de tuin gekweekt.
Polygonaceae, duizendknoopfamilie.
=Bistorta affinis (D. Don) Greene (verwant) (Polygonum affinis, Wall.) (Persicaria affine, Don.)
Meestal wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld, spatelvormig tot langwerpig/lancetvormig, toegespitst en donker groen, de randen wat omgekruld.
Eindstandige, opstaande, stompe en dichte aarvormige trosjes van 2-3cm lang met kleine roze/rode bloempjes in juni/september.
De bladeren zijn donkergroen en worden later in het seizoen steeds meer bronskleuriger. Kruipende, houtachtige wortelstok met opgerichte stengels.
Als wit/roze korenaren lichten de aartjes op tussen het somber groen van het blad, waartussen oude en roestige overblijfsels van het vorige jaar zich verschuilen. Het blad verkleurt in de winter bruin.
Een lage kruiper die het vooral moet hebben van zijn kruipende en woekerende vermogen.
Is inheems in de Himalaya op 2700-3100m en wordt 15-30cm hoog.
'Superbum,' is een van de beste bodembedekkers. Geschikt voor glooiingen en moeilijke randen.
Duizendknoop. Himalayan fleeceflower, Chinees mi sui quan shen.
Uit Curtis botanical magazine.
Bistorta amplexicaulis (D. Don) Greene (stengelomvattend) (Polygonum amplexicaulis, Don.)
Eivormige bladeren zijn lang toegespitst en helder groen met hartvormige voet, kort gesteeld tot stengelomvattend met gegolfde tot gekartelde randen, blauwachtig/groene achterkant die ook behaard is.
Opstaande, groene stengels.
Lang gesteelde en opstaande, 5-15cm lange aarvormige trossen van donker roze/rode bloemen in juni/augustus
Houtige wortelstok.
Uit de Himalaya wordt 60-90cm hoog.
Chinees bao jing liao.
Altmark.
Uit O. Thome, www.BioLib.de
Bistorta officinalis Delarbre (geneeskrachtig) (Polygonum bistorta, (L) Samp.) (2x gedraaid) de zwarte en duimdikke wortel is tweemaal gedraaid. Door de slangvormig draaiingen lijkt de adderwortel qua vorm op het esculaapteken van de artsen.
Als een slang wurmt de wortel zich in de sompige bodems en kruipt verder naar het zinderende zonlicht.
Hieruit ontspringen elk jaar verschillende opstaande stengels die niet vertakt zijn.
Eivormige tot langwerpige bladeren en gegolfd, gewimperd, de onderste bladeren met gevleugelde steel, de bovenste toegespitst en half stengelomvattend. Het blad is aan de bovenkant van een blauwgroene kleur en as/groen aan de onderkant met wat purper doortrokken door verschillende nerven.
Hieruit verschijnen diverse kleine en smalle stengels met een dichte en opstaande cilindrische aar van kleine vleeskleurige bloemen in juni/augustus.
Uit Europa, Azië en N. Amerika wordt 40-70cm hoog.
Var. albiflorum heeft witte bloemen.
Var. grandiflorum heeft de grootste aren en grotere, iets donkerder gekleurde bloempjes
Var. minus wordt 15-30cm hoog met veel kleinere bladeren, de onderste worden ongeveer 5cm lang, kortere en meer eivormige aren.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) 'Naar zijn omgekromde en gekronkelde wortel heeft dit gewas de Latijnse naam Bistorta gekregen als of men tweemaal verdraaide of tweemaal gekronkelde zei. De Fransen noemen het bistorteծ Lobel; 'i Spaans bistorta.’
Vanwege de gelijkenis met de om de stok gedraaide slang kreeg het de Latijnse naam viperina dat in 1351 tot serpentine werd, Friese njirrewoartel, (njirre: slang) levert de tweemaal gebogen slangen-, adderwortel, adderkruid, in Duits Nader of Natterwurz in oud-Hoogduits, Natterwurz bij Bock, Nadangzung, Nodernbladl, Nadla, Zwitsers Atere-Chrut, Schlangenkraut in Silezi en –wurz bij Bock, Otterbladl, Ottergras, Otterzung, Serpentin, Slangwurz, Engels twice-writhen, adderwort of snake weed, Symbool van kwaad, horror. Het kruid werd medisch ook gebruikt tegen slangenbeten.
Dodonaeus (b) Ԏochtans zijn er sommige van de nieuwe kruidbeschrijvers die zeggen dat Bistorta een gans ander gewas is. Want Matthiolus in zijn Epistolae Medicinales of zendbrieven die de medicijnen aangaan schrijft dat Bistorta niets anders is dan het Behen rubrum. Gesnerus wil het voor het Limonium of een soort ervan rekenen. Sommige andere houden het voor de Britannica. Sommige hebben dit kruid de naam van Rumex of patich ook meegedeeld omdat het van bladeren zo op zuring lijkt en van zaad op de geslachten van zuring soms wat lijkt.
Engels heeft ook gentle dock of paitient dock, zie Rumex, great bistort.
Dodonaeus 'De Hoogduitsers noemen het Naterwurtz, andere noemen het ook naterwortel naar het Hoogduits of naterkruid, adderkruid, de Bohemers hadijkozenij. Men noemt het in het Latijn ook naar de Hoogduitse naam Colubrina en Serpentaria als of men adderkruid of slangenkruid zei, soms ook Dracunculus. Deze onze hertstong verschilt nochtans zeer van het Dracontium van Dioscorides, dan het zou misschien een medesoorte van de Dracunculi van Plinius wezen.
Drakenkruid, Duits Drakewortz en Drachenwurz, Engels serpentary dragonwort, Frans bistorte en serpentaire rouge: rood slangekruid. Bloedkruid en Engelse red of water legs.
Dodonaeus De kleine is van Fuchsius wijfje genoemd en de grote mannetje of ook longenkruid en andere miltkruid met ongewone namen. Dracunculus hortensis dat men in onze taal dragon noemt wordt onder het moes beschreven. Sommige willen verzekeren dat ze daarom Serpentina of naterwortel genoemd wordt omdat ze met wijn gedronken alle beten van slangen en adders schadeloos maakt en geneest.
Dodonaeus (e) 'Het heet in het Nederduitsers herts-tonghe. De naam hertstong is de Phyllitis eigen.'
Duits Hirschzung.
Naar de vele leden Duitse Wiesen of Wasser Knterich.
Het is Culpepers snakeweed, serpentary dragonwort, bistort, osterick, passions en;
De plant werd gebruikt om in de lente een bittere pudding maken. Het is het hoofdingrediënt van dock pudding. Vele van de volgende namen verwijzen naar zijn gebruik in puddingen, easter giant, easter ledger, easter ledges, easter magiant, easter man-giant, gentle dock, great bistort, osterick, oysterloit, pudding grass, pudding dock, passion dock, patience dock of easter mentgions: het paasvoedsel, van Frans manger: eten.
Verder in Duits Hammele, Hammelschwanz, Lammerzunga, Schablattla, Schafzunge,
Gebruik, Krebswurz, Wurmkraut, hoewel dat gebruik onduidelijk is. Zwitsers Cholbli, Schluckere, Strupfa-Blacka, Wurstli.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (141, 164, 311, 310, 309) ‘Tegen bloedig tandvlees en losse tanden: Neem het sap dat uit de wortel en bladeren geperst is en was de mond daarmee. Fuchsius. Ze is ook zeer nuttig om te genezen alle ontstekingen en gezwellen van de amandelen, keel en omliggende delen van de mond.
De wortel van hertstong laat ophouden en stelpt zowel allerhande vloedgang als de maandstonden van de vrouwen en stelpt bovendien ook de buikloop en laat het overvloedige of onmatige braken ophouden en geneest de rodeloop en diergelijke vloeden op welke manier dat men die ook gebruikt. Matthiolus. Om de maandstonden te stelpen zullen de vrouwen in het water zitten daar deze wortels in gekookt zijn.
Diegene die met gedurige druppelen van zaad gekweld zijn zullen (nadat hun lichaam eerst goed gepurgeerd en gezuiverd is) een vierendeel lood van het poeder van deze wortel met gestaald water zeer nuttig in mogen nemen.
Het poeder van deze wortel in de wonden gestrooid stelpt het bloed.
Water of wijn daar deze wortel in gekookt is weerstaat alle vergif en is goed tegen de pest en in de pestachtige koortsen daar het peperkoren zich begint te vertonen, ja sommige willen verzekeren dat ze daarom Serpentina of naterwortel genoemd wordt omdat ze met wijn gedronken alle beten van slangen en adders schadeloos maakt en geneest.
Maar Albertus Magnus die van de krachten van de kruiden spreekt, zegt dat als slangenkruid met Trifolium (dat is klaverblad) in de aarde begraven wordt het serpenten maakt die rood en groen zijn, daarvan maakt men een poeder dat in een brandende lamp gedaan wordt laat schijnen alsof er serpenten zijnծ
De wortel is rood van binnen en bevat samentrekkend middel en zo gebruikt om te looien en tegen onvrijwillig plassen en doorval. Het werd gebruikt bij tandpijnen. Een aftreksel van de bladeren of gepoederde wortel was goed tegen wonden van de huid.
Als het looizuur verwijderd is hou je een zetmeelrijke wortel over die als voedsel gebruikt kan worden en in Rusland wel tot brood verwerkt.
In de signatuurleer werd het kruid gebruikt, door de op een tong lijkende bladeren, als een gorgelwater om gezwollen en ontstoken tongen te genezen. Het kruid behoort tot Saturnus, koud en droog, maar de bladeren en wortels hebben een krachtige weerstand tegen alle gif.
Ook werd het gebruikt als voedergras en was van waarde als jonge groente.
Folklore.
Volgens oude overlevering zou adderwortel samen met watereppe in een glas gezet diegene beschermen zodat die niet verleid kon worden. Dit wordt als zodanig niet meer toegepast.
In het prachtige tapijt van de gevangen eenhoorn die in de Cloisters te New York hangt, geweven waarschijnlijk bij het huwelijk van Francis I van Frankrijk, komt de plant voor. Hier, in dit tapijt, herstelt de eenhoorn van zijn wonden binnen een haag, een wei getooid met bloemen. Als deel van de volkomenheid van het huwelijk is de eenhoorn met gouden kettingen gebonden aan een granaatappelboom, de boom van vruchtbaarheid. Naast zijn flanken en bij zijn achterste zijn er twee lustplanten afgebeeld, de purperen orchidee en de gevlekte aronskelk, Arum maculatum, de lords and ladies, de plant die zijn voorpoten raakt is de adderwortel, de plant van kracht in ontvangen en vasthouden.
A. Magnus; 'Het zestiende kruid wordt door de Chaldeen Caturlen genoemd, door de Grieken Pentaphyllon en door de Latijnen Serpenthia, in Engels snakes grasse. Dit kruid kent men goed genoeg bij ons. Als dit kruid in de grond gezet wordt met het blad van het driebladige gras komen daaruit rode en groene serpenten waarvan als er poeder van wordt gemaakt en gedaan in een brandende lamp zal daar een overvloed van serpenten verschijnen. En als het gedaan wordt onder het hoofd van een man zal hij vast van dan af niet meer dromen van zichzelf.'
Uit Curtis botanical magazine.
Bistorta macrophylla (D. Don) Sojk (grote bladeren) (Polygonum sphaerostachyum, Meisn. )(kogelvormige aar)
Bladeren met ongevleugelde steel, smal langwerpig en stomp, donker groen met zacht behaarde achterkant, bovenste stengelbladeren lijn/lancetvormig en zittend.
Talrijke opstaande en lang gesteelde aarvormige en 3-6cm lange, 1-2cm brede trossen van knikkende karmijn/rode bloempjes.
Uit Himalaya wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1889.
Var. tottenhamense (is mogelijk een kruising van het type x bistorta var. grandiflorum, naar de kwekerij Tottenham, directeur A.M. C van der Elst in Dedemsvaart die deze plant heeft ingevoerd) 40-60cm hoog en verschilt van het type door de hogere groeiwijze met langere en smallere bladeren, langere aren die donkerder gekleurd zijn.
Uit L. van Houtte.
Bistorta vacciniifolia (Wall. ex Meisn.) Greene (blad als Vaccinium) (Polygonum vaccinifolium, Wall.) Kort gesteelde en elliptische bladeren zijn 1-2cm lang en aan beide kanten spits, glanzend groen met blauw/groene achterkant.
Kruipende tot opstijgende stengels.
Talrijke 4-8cm lang aarvormige trossen van kleine helder roze/rode bloempjes in augustus/september. In de winter wat bedekken.
Uit Himalaya wordt 10-30cm hoog. Is beschreven in 1845.
Rock knot weed, whortle berry leaved knot weed.
Uit L. Reichenbach.
Bistorta vivipara (L.) Delarbre (levend barend) (Polygonum viviparum, L.) Onderste bladeren zijn lang gesteeld en langwerpig tot lancetvormig met hartvormige voet, spits, stengelbladeren zijn lancetvormig tot lijnvormig met wat omgekrulde randen, de bovenste zittend.
Alpine bistort, heeft opstaande stengels die vertakt zijn.
Opstaande en smalle, dichte aarvormige trossen van witachtige en ca. 3mm lange bloempjes, bij de onderste bloempjes bevinden zich vaak purper/rode broedbolletjes in juni/augustus.
Uit de Alpen, Pyreneeën, Jura, Kaukasus en Siberië wordt 10-30cm hoog.
Var. elongatum (verlengd) van 40-50cm is in alle delen forser.
Var. grandiflorum verschilt door de 4-5mm lange en grotere bloempjes.
Var. nanum van 3-6cm is in alle delen veel kleiner.
Var. rubriflorum heeft donker roze bloempjes.
Knolduizendknoop, serpent grass of small bistort, Alpine bistort. Knollichen-Knoterich.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl