Gaura
Over Gaura
Prachtkaars, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit forums.jardinage.net
Naam, etymologie.
Gaura, Grieks gauros: trots, geweldig, naar de rechtopstaande bloemtrossen. Beeblossems.
Dit geslacht sluit verschillende kruiden in die verschillend zijn in vorm.
Zelden bezitten ze een opmerkelijke waarde, ofschoon ze aardige verschijningen zijn in de vaste plantenborder.
Een-, twee- of meerjarige planten uit de armere streken van N. Amerika, meeste met sterke rizomen..
Bladen staan afwisselend, zittend of gesteeld, gaaf of getand, meest in rozetten waaruit een opgaande of vertakte stengels met aar komt tot 2m.
Bloemen zijn wit of roze en staan in aren of trossen, meest met 4, zelden 3, bloembladeren.
Een 20-25 soorten komen voor. Velen zijn onkruiden.
Onagraceae.
Gaura coccinea, Pursh. (bes of scharlakenrood) Bladeren zijn 2-4cm lang en behaard, getand tot gaafrandig, de onderste langwerpig tot lancetvormig, de bovenste lijnvormig.
Opgerichte stengels zijn van onderen af aan vertakt en behaard. Trossen van kleine rode bloempjes met 5mm lange bloemblaadjes in juli/oktober Uit Montana tot Nevada en Texas wordt 20-50cm hoog. Is beschreven in 1811. Scarlet beeblossom.
Uit I. Sprague.
= Gaura lindheimeri, Engelm. (Ferdinand Jacob Lindheimer, Duitse plantenverzamelaar, 1801-1879)
Bladen zijn lancetvormig met een paar wuivende tanden en teruggedraaide randen, 2.5-7cm lang, spits, soms rood gevlekt.
Opstaande en wat bebladerde, harige stengels die min of meer aan de top vertakt zijn.
Bloemen staan in een lange, losse tros. Hieraan zitten de 4cm grote en witte bloemen als witte vlinders, 17-22mm lang en ongelijk van grootte, witte meeldraden en purperen bloemknoppen, juli/oktober.
Wil wel eens overjarig zijn mits het beschut en op droge grond staat.
Uit Louisiana en Texas, wordt 60-125cm hoog. Is beschreven in 1850. Er zijn selecties met verschillende bloemkleuren, van bijna puur wit ( ‘Whirling Butterflies’) tot donker purper ( ‘Cherry Brandy,’ ‘Miskiyou Pink,’) in sommige zijn ze met dauw wit en vallen tegen de avond in roze.
Prachtkaars, Lindheimer’s beeblossom, white Gaura, pink Gaura, Lindheimer’s clockweed.
Planten.
De hier vermelde soorten groeien goed in lichte, zandige grond op een beschutte en zonnige, matig vochtige plaats. In de winter wat bedekken en beschermen tegen te veel vocht.
Vermeerderen door zaad.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl