Clivia

Over Clivia

Sint Jozef plant, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt

Uit Jardim formosa.

Algemeen bekend zijn de Clivia ‘s, die vooral bij oma ‘s jarenlang in potten staan en elk jaar trots voor de ramen gezet worden.

Het voordeel van deze planten ten opzichte van de Hippeastrum is dat ze altijd toonbaar zijn vanwege de altijdgroene bladeren en er alle jaren trouw een bloem tevoorschijn komt.

Een plantengeslacht dat uit Z. Afrika stamt met een 4 soorten waarna later nog een 5de werd gevonden. De eerste zijn schaduw minnende soorten die groeien in gebieden met veel regenval in de zomer. De vijfde soort werd gevonden in het westen, in compleet andere, semi-aride klimaatomstandigheden en kreeg daarom de naam Clivia mirabilis. Die krijgt soms pas na 6 jaar bloemen. Clivia nobilis zaailingen pas na 8 jaar. De meeste andere bloeien 4 jaar na zaaien.

Amaryllidaceae, Amaryllisfamilie, Amaryllis klasse.

=Clivia miniata, Regel. (klein) Groen blijvende plant met naar 2 kanten groeiend blad.

Riemvormige bladeren zijn leerachtig en komen uit een bolvormige stengels

Lange bloemstengels met een scherm van 15 klokvormige, lelieachtige, oranje bloemen van 5-8cm lang verschijnen zijdelings tussen de bladeren in januari/mei.

Deze is het meest bekend en ook het gemakkelijkst te kweken.

Werd vanuit Natal in 1854 in Europa ingevoerd, wordt tegen een meter hoog.

Een vorm is de ‘Citrina’, die gele bloemen heeft en afkomstig is uit Zululand, ‘Atriata’, heeft wit gestreepte bladeren.

Boslelie, bush lily.

Uit botanical register.

Clivia nobilis, Lindl. (edel of nobel) heeft rode bloemen en arriveerde in Engeland in 1823 waar die dus na 5 jaar in bloei kwam.

Bloeit in de zomer met meer en kleinere bloemen dan de vorige.

Naam, etymologie.

Planten werden door de Britse onderzoekers William Burchell en John Bowie verzameld in 1815 en 1820. Clivia nobilis werd de eerst benoemde soort toen in 1828 de botanist van Kew, John Lindley het noemde naar Lady Charlotte Florentina Clive, hertogin van Northumberland en gouverneur van koningin Victoria (1787-1866). Op haar landgoed Almwick kwamen enkele Clivia nobilis voor het eerst in bloei in 1828.

Deze naam is algemeen ingeburgerd. Op 1 oktober 1828 werden er echter 2 namen gepubliceerd die naar dezelfde plant verwezen. Die namen waren Clivia nobilis en Imantophyllum aitoni (die naam werd wel verbasterd tot manke willem.) Het geslacht wordt nu onder Clivia vermeld.

Engelse caffre lily. In Z. Afrika bush lily, Duits Klivie. Sint Jozef plant.

Vormen.

Kort na de invoering van de miniata ontstond een kruising tussen die beide wat resulteerde in Clivia cyrtanthiflora. (bloemen als Cyrtanthus, zelfde familie) Door hybridisatie zijn tal van cultuurvormen ontstaan (Clivia miniata hybride) in kleuren van lichtgeel tot zeer donkerrood.

Planten.

Het zijn overblijvende planten met lange en leerachtige, donkergroene bladeren en klok of trechtervormige en in schermen staande oranjekleurige bloemen. Ze hebben, net als Agapanthus, dikke en vlezige wortels. Bij aanschaf krijg je meestal een ‘eenstallig’ exemplaar. Dat is een plant die aan de voet nog geen zijknoppen heeft gevormd, wel is er een bloem of bloemknop. Plaats haar in een verwarmde kamer en in het volle licht. Ook kan ze redelijk goed tegen wat schaduw. Als de bloem uitgebloeid is snij je die zo diep mogelijk af. Na de bloei vraagt ze ook veel water en voedsel. Verpotten hoeft vrijwel niet. Je kan de plant het beste in de pot laten staan zonder die te storen totdat de pot barst of als de wortels omhoog groeien. De beste verplanttijd is in het voorjaar, na de bloei. Vermenigvuldiging kan dan geschieden door het gewas te delen, ook kan vermeerderen gebeuren door zaad. Zo is het een zeer gemakkelijke en dankbare kamerplant. Spoel het blad af en toe even af met lauw water of een lauwe spons. Geef van november tot maart weinig water en geen mest.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl