Heliconia

Over Heliconia

Papegaaienbanaan, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit botanical register.

Dit geslacht komt voor in Tropisch Amerika. Ze variëren in hoogte, de bladeren lijken op die van Musa en de bloemen op die van Strelitzia.

Het zijn meerjarige, groenblijvende, kruidachtige planten met een krachtige wortelstok. De planten hebben grote, decoratieve, bloeiwijzen, vaak verborgen tussen de weelderige bladmassa. Het zijn bladplanten die met de opgerichte bladschede een soort schijnstam geven. Er zijn soorten met rechtopstaande en soorten met hangende bloeiwijzen. Het opvallendste zijn de gekleurde schutbladeren van deze bloeiwijzen. De kleine, onopvallende bloemen groeien tussen de schutbladeren.

100-200 soorten omvat dit geslacht.

Vele soorten zijn beschreven uit Tropisch Azië, de eilanden ten westen van Indonesië, er is twijfel over de Amerikaanse afkomst van het geslacht.

Ze zijn een belangrijke voedselbron voor de kolibries.

Heliconiaceae, vroeger Musaceae, banaanfamilie.

=Heliconia bihai, L. (Bihai) opgaand kruid, 1.5-4.5m hoog.

Ovaal en lang gesteeld blad.

Dit is een banaanachtige plant met zeer lange bloemschede in rood en zwart, de bloemen zijn rood/oranje.

Het is een zeer mooie plant die veel gezien wordt in kascollecties, tezamen met Alocasia, Anthuriums en Calathea.

Dit is de meest bekende soort en de ouder van vele tuinvormen.

Uit tropisch Amerika, vooral Brazilië, is in 1786 beschreven.

Naam, etymologie.

Heliconia komt van helicon: een heuvel gewijd aan de Muzen, de helicon, dit is nu het Zagareb gebergte in Boetië, 1750m hoog die vele bronnen bezit, onder andere de paardenbron die ontstaan is door een hoefslag van Pegasus. Heliconia is zo genoemd als een verwijzing naar de verwantschap met de Muzen, Musa. Franse balisier en Engelse wild plantain of false plantain, lobster claw. Red palulu.

Uit; http://www.deadberries.com/heliconia-a-series-of-botanical-illustrations/

Heliconia chartacea Lane es Barreiros. (gemaakt als papier, papierachtig) Kruidachtige plant met gepaarde ovale bladeren als die van de banaan.

Kan 8-8m hoog worden en grote bossen vormen met ouderdom.

Bloeistengels zijn hangend. Het opvallende roze deel van de grote en meoie hangende bloem zijn wasachtige schutbladeren waarin kleine echte bloemen van binnen half verborgen zijn.

Vruchten worden door vele vogels gegeten.

‘Sexy Pink,’ ‘ Sexy Scarlet, ‘worden geteeld.

Uit N. Jacquin.

= Heliconia psittacorum, L. (op een papegaai gelijkend) een rechtopstaande, 1, soms 3m hoge overblijvende, kruidachtige, groenblijvende plant met een kruipende wortelstok.

De afwisselend geplaatste bladeren zijn in twee rijen geplaatst. De onderste bladeren zijn lang gesteeld en de bovenste bladeren zijn bijna zittend, langwerpig, 15 tot 100cm lang en 6 tot 20 cm groot, leerachtig, langwerpig-lancetvormig, toegespitst en hebben een dikke middennerf en meestal een afgeronde basis.

De plant kan onder gunstige omstandigheden het gehele jaar bloeien. De wilde soort heeft rechtopstaande, tot 9 cm lange bloeiwijzen met twee tot zes feloranje, bootvormige, gespitste, 3–15 cm lange schutbladeren, die vaak roodzwart aan de top zijn. Tussen de schutbladeren groeien de bloemen op tot 2 cm lange bloemstelen. De bloemen zijn 2,5–5 cm lang, buisvormig, slank, oranje, geel of groenachtig en hebben een donkergroene tot bijna zwarte top. De vruchten zijn circa 1 cm grote steenvruchten. Mogelijk stamt de soort uit Brazilië en Guyana, is in 1797 beschreven.

Een mooie veel vocht vragende bladplant. Eetbare wortels. Er zijn vele cultivars van en hybriden.

Naam.

Papegaaienbanaan, gemberbloesem, Engelse parrot’s plantain, parakeetflower, Duits Papageien of Heliconie.

Uit palmvriende.nnet

Heliconia rostrata Ruiz. (snavelvormig) is een rechtopstaande, tot 6,5 m hoge, overblijvende, kruidachtige, groenblijvende plant met een krachtige wortelstok.

Vlezige, 90-150 cm lange schijnstam van in elkaar geschoven bladscheden, vergelijkbaar met die van banaan. De afwisselend geplaatste, enkelvoudige bladeren zijn lang gesteeld, groen, leerachtig, lang-elliptisch en 0,5–2 m lang en 15–40 cm breed. Ze hebben een breed afgeronde voet en een dikke, vaak paarsgekleurde middennerf. Tussen de wijd afstaande zijnerven is het blad vaak veervormig ingescheurd.

Hangende, 30-100 cm lange bloeiwijzen die van een hoogte van 1–3 m naar beneden hangen. Ze hebben een boogvormige steel en bestaan uit twaalf tot vijfendertig, afwisselend geplaatste, 6–20 x 2–8 cm grote, bootvormig uitgeholde, felrode schutbladeren met een groen gerande, gele top. Tussen de schutbladeren groeien de bloemen in groepjes op 1–3 cm lange stelen. De bloemen zijn buisvormig, iets gebogen, felgeel, 3,5–5,5 cm lang en hebben een witte voet en meestal een groene top.

Komt voor in Zuid-Amerika, Brazilië, Peru, Colombia en Bolivia.

Snavelheliconia.

Uit R. Thornton, new illustration of the sexual system of Carolus von Linnaeus and the temple of Flora, or garden of nature, 1807, Heliconia specie.

Planten.

Ze houden van veel licht, warmte, minimaal 20 graden en veel vocht.

Vermeerderen door scheuren.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/