Conyza

Nauw verwant aan Erigeron, behoorde daar vroeger toe.

Een geslacht van een 50 soorten van bloeiende planten die inlands zijn in tropische en warme gebieden door de wereld, ook in koelere gematigde gebieden van N. Amerika en O. Azië.

Een of meerjarige planten, zelden struiken van 1-2m hoog.

De stengels zijn opgaand, vertakt met afwisselend staande bladeren.

Bloemen in losse trossen.

Asteracea, Aster klasse.

Uit C. Millspaugh.

Conyza canadensis, Cronquist (Erigeron canadensis, L. (uit Canada) de Canadese fijnstraal is een n- of tweejarige die tot een meter groot kan worden.

De behaarde bladen zijn smal en lancetvormig.

Rechtopstaande, slanke niet vertakt stengel verrijst uit het jaar daarvoor gevormde bladrozet.

Witte lintbloemen zijn onopvallend, juli-herfst.

De vruchten hebben een vuilwitte haarkroon, het pluis, juli/augustus.

De vluchtige olie die ervan verkregen wordt kan wel als bloedstelpend middel gebruikt worden.

In 1640 werd het kruid voor het eerst door onderzoekers ontdekt. Het verhaal gaat dat de plant bij toeval in Europa kwam. Een enkel zaadje was meegebracht met het voer dat een Amerikaanse vogel kreeg. Het zaadje werd gezaaid in de botanische tuin te Blois, 1653, in Frankrijk en het resultaat zien we nu overal in Europa.

Groeit nu algemeen op akkers en ruderale plaatsen.

Naam, etymologie.

Conyza, is ontleend aan chonos: niet perfect.

Canadese fijnstraal, Engelse Canadian flea-bane, Duitse Katzenschweif, Kanadisches Berufkraut, Flohkraut, zie Erigeron, Fransosenkraut, Franse herbe des Francais omdat het zaadje uit Frankrijk ontsnapt is. Engels butter weed, Canadian horse weed, fleabane, pride weed, marestail en coltճ tail, Frans erigeron du Canada, vergerette du Canada.

Conyza dioscoridis wordt bij A. Muntig Baccharis vera Dioscoridis genoemd en Baccharis monspeliensium is Inula conyza.

Planten.

Vermeerderen door zaaien en vaste planten door scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl