Alocasia
Over Alocasia
Olifantsoor, taro, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Alocasia.html
Naam, etymologie.
Nauw verwant met Colocasia is Alocasia, de naam is gemaakt van Colocasia. A: niet. en het laatste gedeelte van Colocasia, dus geen echte. Araceae, Aronskelkfamilie.
Uit l’illustrion horticole, sanderiana en metallica x sanderiana cv. chantrieriana.
Dit zijn kasplanten met groene, gestreepte en gevlekte, dikke en hangende bladeren. De stengel is dik en dicht gemarkeerd met bladlittekens.
Bladen die tot 20-90cm lang groeien met lange geschede stelen, jong zijn ze meestal meer rond en bij ouder worden hartvormig. De bladen zijn opmerkelijk vanwege hun kleuren en merken, grootte en vorm. Sommigen zijn rijk metaalachtig gekleurd, anderen zijn groen en groen-wit met duidelijke tekening.
De mooie bloemen groeien op het einde van een korte stengel en vallen meestal niet op want ze zijn vaak bedekt achter de bladstelen.
De stengel is eetbaar, bevat echter oxaalzuur zodat de tong kan opzwellen. Ze worden gekookt en dienen dan als voedsel
Er zijn een 70 soorten en vele hybriden die in Azië, Oceanië en Z. Amerika verschijnen. Sommige hybriden, zoals de Amazone lelie (Alocasia x amazonica), worden als sierplanten geteeld.
Er is een kruidachtige, Alocasia macrorrhizos Scott (grote wortels) en altijdgroene als Alocasia cuprea Koch. (koperkleurig) Alocasia longiloba Miq, (grote lobben) Alocasia regina N.E. Br. (koningin)
2 =Alocasia sanderiana, Bull. ((Sander & Co kwekers te Brugge en St. Albans bij Londen in de tweede helft van de 19de eeuw)
Bruinachtig/groene bladstelen, korte scheuten.
Pijlvormige en metaalachtig glanzende bladeren met ivoor/witte nerven en purperkleurige achterkant.
Uit de Filippijnen, Maleisië. Wordt als kamerplant gekweekt.
Kris plant.
3. uit L. van Houtte.
Alocasia zebrina, Koch. & Veitch. (gestreept)
Lange bladstelen hebben zeer opvallende, geel/witte en donkergroene dwarsbanden.
Brede en grote, pijlvormige, donkergroene bladeren.
Uit de Filippijnen. Is beschreven in 1862.
Olifantsoor.
7. uit l’illustrtion horticole.
Alocasia longiloba Miq. (lange lobben) (Alocasia lowii, Hook.) (Engelse botanische verzamelaar Hugh Low, 1824-1905)
Stengels van 30-40cm lang.
Driehoekige en toegespitste bladeren van 40cm lang zijn leerachtig en olijf/groen, met witte banden.
Uit Borneo, Maleisië. Beschreven in 1862. Kamerplant.
‘Leitchii’ heeft donker bladeren die olijf/groen geaderd zijn.
11. uit L. van Houtte.
Alocasia macrorrhizos, Schott. (grote wortels)
Bereikt een 3-5m hoogte met liggende en alleen aan het eind opgerichte stam met bladen van een meter lengte.
Blad is hartvormig, meer dan 3m lang en 1.90cm breed, bladsteel is gevleugeld en een meter lang. De bladrand is opvallend gegolfd. De bladschijf is donkergroen, glanzend en leerachtig. De blokken van wit en groen op het blad zijn zeer opvallend. De bladen zijn soms geheel wit.
De bloeikolf is een lange, cilindrische, rechtopstaande kolf met talrijke kleine bloemen. De bloeikolf wordt omgeven door een wit schutblad (spatha).
De vruchten zijn kleine, leerachtige bessen.
Heeft een stevige, onderaardse wortelstok van een 1 meter lang en 20 kg zwaar. De wortelstokken zijn zetmeelrijk en worden in Azië gegeten, bevatten meer voedingsvezels dan de eetbare wortelstokken van andere leden uit de aronskelkfamilie.
Uit Sri Lanka, Filippijnen, Z. O. Azië, is beschreven in 1818.
Gebruik.
De stam wordt na schoongemaakt te zijn in stukken in water gekookt of in klapperolie gebakken. Sap uit de bladstelen heeft een geneeskrachtige werking.
Ta-amu wordt de plant genoemd op Samoa. Een gefermenteerde pasta wordt ervan gemaakt die bekend is als poi.
Naam.
Reuzen taro, Engelse giant taro, elephant ear, ape flower. Duits Riesen Taro, Elephantenohr, Riesenblattrige Pfeilblatt of Alokasie, in Spaanssprekende landen malanga.
12. uit L. van Houtte.
Alocasia cuprea, Koch. (koperkleurig) (Alocasia metallica) (metaalachtig)
Knolvormige wortelstok.
Lang gesteelde en grote, hartvormige bladeren van 35cm lang, de onderste lobben zijn bijna met elkaar vergroeid, bronskleurig met metaalachtige glans en opvallende donkere nerven, violetkleurige achterkant. Spiegelplant.
Groeit in Borneo. Is vermeld in 1826.
Planten.
Vermeerderen gaat door wortelstek van de rizomen.
Ze vragen een overvloed aan water, wel luchtige grond en veel voedsel, geen tocht en niet in het directe zonlicht. Vrij hoge luchtvochtigheid doet ze goed. In de winter 15-20 graden spaarzaam water geven.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl