Petroselinum

Over Petroselinum

Peterselie, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit www.old-print.com

Ongeveer een half dozijn soorten komen voor.

Het zijn meestal tweejarige kruiden.

Nauw verwant aan Carum en Apium.

Bladeren zijn fijn samengesteld, de deelblaadjes getand en ingesneden.

Bloemen staan in samengestelde schermen.

Apiaceae, schermbloemenfamilie.

=Petroselinum segetum, Koch. (van de graanakkers) is rond de 30-60cm hoog.

Lagere bladen zijn gedeeld, de deelblaadjes bijna zittend, gelobd en gezaagd, de bovenste is gaaf of driemaal gedeeld.

Schermen zijn zeer ongelijk en sterk geribd, in augustus/september hebben de schermen kleine witte bloemen. De grondbladen zijn dan verdwenen en alleen de stengelbladen zijn nog over.

Tweejarig.

De echte wilde peterselie die herkend wordt door de dunnere en meer vertakte, ruwe en draaierige stengel.

Uit W. en Z. Europa.

Naam.

Oogstpeterselie, Engelse corn parsley, corn hone wort, corn caraway, wordt gebruikt als karwij. Wilde peterselie, Duits Wilde Petersilie, Frans persil des moissons, berle des bls.

Uit M. Vogtherr.

Petroselinum crispum, Nymann. & A. W. Hill. (gekroesd) (Apium petroselium) peterselie heeft het eerste jaar een bladrozet met helder groene en driemaal geveerde bladeren. Het tweede jaar komen er aan de bloemstengel 3 tallige bladeren.

Het kruid wordt een 90cm hoog waarop gele bloemen prijken.

De plant kan verward worden met de hondspeterselie, Aethusa, een zeer vergiftigde plant.

Het zou elk jaar gezaaid moeten worden in april en augustus voor een goede opvolging.

De Romeinen kwamen het kruid voor het eerst tegen op Sardinië. Het is echter zo goed als zeker oorspronkelijk afkomstig uit Egypte of het Midden-Oosten.

Er zijn drie soorten peterselie in gebruik. Gewone krulpeterselie met de gekroesde blaadjes wordt in hoofdzaak gebruikt als garnering.

Bladpeterselie heeft gladde bladeren en door een hoger watergehalte en een hoger gehalte aan etherische olin een fijnere smaak dan krulpeterselie, var. neapolitanum Danert. Italian parsley, flat leaf parsley, Frans persil grand de Naples, Duits italienische Petersilie of neapolitanische Petersilie.

Van wortelpeterselie, var. tuberosum Thell, wordt de wortel gegeten, wortels zijn een 15 cm lang. Knollenpeterselie, Engels Hamburg parsley, turnip-rooted parsley, Duits Knollen-Petersilie, Frans persil de Hambourg, persil grosse racine.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Alle geslachten van kruiden die men in het Latijn Apium noemt, dat is in onze taal eppe, (zie Apium) worden in het Grieks Selinon genoemd, maar het tegenwoordig geslacht heet Selinon cepaeon en op het Latijn Apium hortense, dat is hofeppe. De apothekers en de gewone man noemen het Petroselinum en daarnaar heet het in Nederduitsland peterselie, in Hoogduitsland Petersilgen en Peterlin, in Frankrijk du persil, in Engeland persele, in Bohemen Petruzel, in Spanje perexil, julinen en salsa. In Itali heet ze petrosemelo, petrosello, pitrosello en Apio hortense en ze maken er twee soorten van, te weten een mannetje, petrosemolo maschio, dat bruiner groene bladeren heeft met een korte wortel en het ander of het gewoonste heet wijfje of petrosemolo femina.’

Plinius XX.47: ‘Clio genere Petroselinum quidam appellant, in saxis natum.’

Apulejus 136: ‘Nascitur in petris.’

Isidorus XVII.11.2: ‘Petroselinon vocatum, quod sit similis apio et nascatur in petris montibusque praeruptis, quod sit similis apio et nascatur in petris montibusque praeruptis, quod nos petrapium dicere possumus.’

Duits Petersilie of Petersille, midden-Hoogduits Petersil, in Frans le persil, de petroselino van de Italianen. In de middeleeuwen werd dit petrocilium veren­gelst tot petersylinge, persele en persely waaruit tenslotte parsley ontstond. Shakespeare geeft parsley aan een konijn, Taming of the Shrew, iv, 4,10. Culpeper noemt de plant parsley-break-stone en parsley piert. Parsley breakstones is een vrijwel onfeilbaar middel tegen nierstenen omdat het elke stenige grond kan breken. In midden-Nederlands werd het petercelle. Een aanleuning aan de naam peter werd in Nederland pieterselie wat we ook zien in het oud-Hoogduitse Peterlin bij Bock. Verder Gronte; groente, Peiterzilie, Petersfoll, Peterzilg, Petele, Bitterzicle, Peterle en Peterling.

Dodonaeus (b) ‘Het is nochtans niet het echte Petroselinum dat op de steenachtige plaatsen groeit en daarnaar Petroselinon, dat is steeneppe, genoemd wordt waarvan het beste is hetgeen dat in Macedonië groeit. (Smyrnium olusatrum) Daarom dwalen diegene die menen dat deze onze hofeppe of peterselie van het echt Petroselinum nergens in verschilt dan alleen in de teelt en dat het ene in de hoven groeit en het ander in het wild op dorre en steenachtige grond en dat hun verschil alleen gelegen is in hetgeen dat het tamme geslacht zwakker en slapper in het werken is en het wilde sterker en geweldiger net zoals men ziet dat de wilde kruiden krachtiger en sterker plegen te wezen dan de tamme en die in de hoven groeien.’

Duitse Steineppich. Het is de gladde, schlichte Krautpetersilie, gladde of bladpeterselie.

Dodonaeus ‘Daar is nochtans een echte gekronkelde peterselie van Lobel vermaand geweest, in het Latijn Petroselinum crispum of Apium hortense crispum genoemd die in het wild groeit op sommige bergen en heeft kleiner en ijler gesneden bladeren met gekronkelde kanten. Zulke peterselie aardt in de hoven van Nederland ook zeer goed en wordt daar zo groot en weelderig als de gewone peterselie, uitgezonderd dat de bladeren gekronkeld zijn en op Filipendula enigszins lijken. Zulks is het Apium Sardum.’

Hiernaar zou je men dat de oude peterselie Petroselinum segetum was en de gekrulde later gekomen is.

Met gekroesde bladeren, Krause Krautpetersilie, krulpeterselie.

(d) Als wortelgroente, Petersilienwurzel.

Teelt.

Zo was de teelt vroeger. (Dodonaeus) ‘Sommige hoveniers hebben een wetenschap om peterselie heel brede bladeren te laten krijgen en daarvan schrijft Columella aldus: ԏm de peterselie bredere bladeren te laten krijgen zal men van het zaad zoveel als men met drie vingers vatten kan tezamen in een doekje dat los geweven is of wijdt vaneen staande draden heeft binden en zo in een groefje leggen en met aarde bedekken.’ Ze weten het ook gekronkelde bladeren te laten krijgen wat ons dezelfde Columna ook leert en zegt aldus: ԋrak het, breek het of pel het zaad in een vijzel met een wilgen stamper en doe dat in een heel harig doekje en begraaf het zo. Of men zal alleen de peterselie als ze net uitspruit met een rol of cilinder bestrijken of met een platte plank of breed bord wat kloppen en neerhouwen.

Gebruik.

Het voornaamste gebruik van dit kruid is om vlees te garneren en andere maaltijden. Voor dit gebruik is het een kruid par excellence en onmisbaar in de keuken als op de hoteltafel. Peterselie is de grootste van de robuuste kruiden. Het is een van de serieuze factors voor vrijwel alle soepen, koude en hete sauzen en het basiskruid voor de marinades van vis en vlees. Een keuken zonder peterselie is zeker onthouden van het beste en de meest essentiële geur, de meest moderne en met een aroma waar je nooit moe van wordt, het brengt zichzelf nooit op de voorgrond maar is altijd een nederige dienaar voor een van de andere fijne kruiden. Peterselie bevat vrijwel de meeste vitamine C van alle planten. We eten er toch te kort van. Symbool van feestelijkheid, nuttige kennis.

In de middeleeuwen was het een gebruik om kaas met verschillende kruiden te mengen als tijm en venkel. Er wordt van Karel de Grote verhaald dat hij, eens reizende zonder enige rust, op het bisschoppelijke paleis arriveerde op een feestdag. De bisschop had hier niet op gerekend en zette hem wat brood en enige kazen voor. De koning hield wel van de kaas en van tijd tot tijd haalde hij er enige voorwerpen uit met zijn mes waarvan hij dacht dat ze er niet in hoorde. Het waren peterseliezaden die erin gedaan waren om de kaas meer geur te geven. De bisschop fluisterde tegen Karel dat dit het bijzondere van de kaas was. Van nu af aan at hij het en vond het zo lekker dat hij de prelaat vroeg om hem geregeld wat toe te sturen. Dat de handelaren hem het goede zouden sturen beval hij dat de kaas gesneden moest zijn zodat de zaden zichtbaar waren.

Ook de wortel is gebruikt, het neutraliseert de slechte adem die verkregen wordt door uien of vis. Het is goed voor de spijsvertering en helpt tegen winden. Bevat veel vitamine a en is rijker aan vitamine C dan welke andere groente ook, driemaal meer dan sinaasappelen. Het bevat apiol dat van belang is bij de bestrijding van malaria. De ouden wisten het te gebruiken om reumapatiënten te behandelen en peterselie thee was een gewoon middel tegen die plaag, ook voor nierklachten. Uit het zaad wordt een apiol gemaakt die mogelijk, met andere kruiden, tot abortieve diende en bevordert de urineafscheiding. Dit kan tot ernstige en soms dodelijke vergiftigingen leiden. De zaden bevatten een gif dat giftig is voor vogels en dodelijk zou zijn voor papegaaien en parkieten. Vroeger was het zaad effectief tegen venijnige van giftige dieren en het gevaar dat komt van hen die vergeetachtig worden.

In Tirol geloofde men dat men er de giftige paddenstoelen mee kon herkennen. Men gaf het kruid met de paddenstoelen in de pan mee te koken, als ze groen bleven dat waren ze te eten, zo niet, dan waren er giftige paddenstoelen bij.

Het werd wel in weilanden gezaaid om schapen te behoeden tegen ziektes.

Hazen en konijnen eten het en bij schapen zou het voorkomen dat er voetrot optreedt. Het blad werd gebruikt bij oorpijnen door een watje gedrenkt met het sap in het oor te steken. Kauwen op peterselie zou goed helpen tegen wagenziekte.

Een afkooksel van het verse kruid, een eetlepel vol van de gesneden wortel op een kwart liter water, werd als huismiddel gebruikt bij waterzucht, blaaszwakte gebruikt. De gekwetste verse bladeren werden voor verdeling van de melkklieren en zwellen door insectensteken erop gelegd. Uit de vruchten gemaakte gedestilleerde olie werd als volksmiddel druppelsgewijze, 3 tot 5 druppels tweemaal dagelijks, met suiker ingenomen tegen blaas en plasmoeilijkheden. Het meest werd een afkooksel van de gedroogde vrucht, 2 tot 3 gram op een kwart liter water, of als een thee ervan als water afdrijvend middel gebruikt. De olie, apiol werd bij menstruatiestoringen en krampen gebruikt.

Zo was het gebruik vroeger. (562, 141,164, 310) ‘Petroselium, is droog en heet, alzo als Platearius weet, die in de hof staat en nuttig in medicijnen plag te zijn en urine zo goed maakt en is tegen tering goed. Of het nu kruid is of zaad dat men in spijzen ontvangt, het verteert en verdrijft de wind die in de mensen blijft.’

De bladeren van gewone peterselie hebben een bijzondere lieflijkheid van smaak om bij andere spijzen te doen, als Plinius betuigt in het 11de kapittel van het 10de boek, want met het vleessap en ander nat gekookt drijven ze erbovenop en maken dat behaaglijk om te zien, bevallig van smaak en daarnaast ook zeer geschikt om de verstoppingen te openen, het water te verwekken en gemakkelijk te laten rijzen.

De wortels van deze peterselie in water of vleessap gekookt en gegeten doen hetzelfde ook zeer goed en zijn daartoe de mond zeer behaaglijk en aangenaam en de maag zeer goed en bekwaam en het ganse lichaam zeer nuttig want ze openen de verstopping van de lever, van de nieren en van alle inwendige leden en laten de plas lossen, de steen en het niergruis rijzen en afgaan en ze weerstaan alle venijn. En men bevindt dat een handvol tegelijk van deze bladeren die in een pot bier of water een nacht lang zo koud te weken gesteld zijn en daarvan ‘s morgens gedronken heel vroeg eer men ontbijt of iets eet de stenen of het niergruis uit de nieren en blaas drijft en vele mensen van de rijzende steen verlost heeft die in andere sterkere of meer geachte dingen geen baat gevonden hadden.

Het zaad van peterselie wordt niet zoveel in de spijs gebruikt als de bladeren of wortels, maar nochtans is het beter om in de medicijnen te gebruiken want het is tot alle de voor vermelde gebreken alzo goed, ja beter dan de wortels en het maakt dun, opent alle verstoppingen, drijft de plas af en ontdoet en breekt de steen en niergruis van de nieren en blaas en daarboven zo laat het ook scheiden alle winden en opblazingen en is bekwaam om de waterzucht te genezen, verwekt de maandstonden, drijft de levende en dode vrucht en nageboorte af.

Peterselie is zelf hard om te verteren en daarom plag ze van vele gegeten te worden tussen ander spijs en dan laat ze die verteren en maakt lust of begeerte om te eten, maar stopt de buik en laat braken en is het gezicht schadelijk en behoort van geen hete mensen gegeten te worden, noch ook van de vrouwen die kinderen zuigen omdat ze het zog vermindert en sommige verbieden ze ook diegene die aan de vallende ziekte onderhevig zijn. De vochtige koude mensen mogen ze vrijer gebruiken en in die vermeerdert ze de bijslapen lust.

Sap van peterselie met azijn uitgeduwd en met wat zout gemengd bevordert de vrouwen die in arbeid zijn van kind. Dit sap met wijn in de oren gedrupt verzoet de pijn er van.

Voorts de groene bladeren van peterselie in de staande wateren of vijvers gestrooid laten de zieke vissen wederom bekomen en verkwikken.

De wortel van peterselie mannetje, te weten die bruiner groene bladeren heeft gegeten laat doet wormen in de buik groeien en maakt de mensen onvruchtbaar, zo men zegt’.

Historie.

(411) Hoewel tegenwoordig peterselie als kruid algemeen verspreid is en medisch nog weinig gebruikt wordt was dat in de oudheid zeker omgekeerd. Ook schijnt de peterselie in de voor christelijke tijd niet gekweekt te zijn geweest. Het onderzoek naar peterselie in de oudheid wordt bemoeilijkt omdat haar naamgeving van andere schermbloemige gewassen niet sterk uit elkaar worden gehouden en vaak verwisseld werden.

De naam Petroselinum zou gegeven zijn door Dioscorides. Hippocrates geeft in zijn schriften het selinon weer, waarschijnlijk Apium graveolens, als plas drijvend middel een grote rol. Dioscorides onderscheidt een aantal σέλινον, selinon, soorten. In die tijd waren er drie planten die selinon genoemd werden.

De eerste is de hydroselinon: de selderij: Apium graveolens, die ook bekend was als heleioselinon of moeras-selinon. (hydro: water)

De tweede was de hipposelinon: Apium macedonicum, die was in de middeleeuwen bekend als de grote eppe (hippo: paard) of selinon kepaion, tuin selinon.

Onze peterselie was bekend als oreoselinon: berg-selinon of petro-selinon, oreo en petra: is steen of rots omdat het kruid vaak aangetroffen werd tussen de rotskusten van de Macedonië. Er zijn er die geloven dat het niet onze peterselie is omdat die op vochtige plaatsen groeit. Maar in Thessalië groeit ze op steenachtige plaatsen. Dioscorides gebruikt peterselie voornamelijk als plas drijvend en menstruatie bevorderend middel. Ook Plinius kent een Petroselinum hoewel het niet duidelijk is of het onze plant is. Waarschijnlijk is onder de naam Apium van de Romeinse schrijvers, dat voor selderij gebruikt wordt, voor een deel ook peterselie te verstaan omdat Columella ook van een Apium spreekt met gekrulde bladeren. Zeker is dat onder de naam Petroselinum van Capitulare onze peterselie begrepen moet worden. Hier komt het duidelijk als cultuurplant voor. Het klooster St. Gallen geeft de Petroselinum ook een plaats, zo ook bij H. Hildegard. A. Magnus prijst haar meer aan in de geneeskunde dan voor het eten. Het zou ook tegen de steen werken, mogelijk uit een afleiding van de naam petra: steen. K. von Megenberg onderscheidt de wilde en gekweekte. In de 16de eeuw is ze een algemeen bekend keukenkruid

Selinon heeft mogelijk als basis (s)wel- draaien, twisten, vergelijk Grieks helinos: een druivenrank, eileo: rollen en eluein: winden. Dit woord gaf over Latijn petroselinum, en in het midden Latijn werd dit petro­silium, een woord dat naar alle Germaanse talen kwam.

Folklore.

In de middeleeuwen was het omringd door allerlei bijgeloof. Als het kruid tussen 24 en 26 juni gezaaid wordt zorgt het ervoor dat heksen geen invloed kunnen uitoefenen op koeien in buurt. In vele gebieden krijgt het kind op zijn eerste jaar een peterseliekrans opgezet omdat ze dan de gevaarlijke tijd overwonnen heeft. Knoflook en peterselie liggen op de doek waaronder de barende ligt om die voor toverij te behoeden. Wie peterselie weggeeft, geeft zijn eigen geluk weg.

Peterselie moest op de dag van St. Peter, 29 juni, gezaaid worden. (Zaad moet namelijk met 20 graden warmte gezaaid worden) en liefst tussen 12 en 1 uur zodat ze maar 1 wortel krijgt Ook dat de kieming lang duurt brengt men met St. Peter in verbinding. De peterselie moet namelijk na het zaaien eerst naar Rome, naar St. Petrus reizen om verlof tot kieming te vragen en met 6 weken is het weer terug. Men dacht dat het zaad langzaam ontkiemde, omdat het zeven maal moest afdalen naar de duivel. Tuinlieden durfden het zelfs niet eens te verplanten wegens het aanbrengen van ongeluk. Op sommige plaatsen moest de vrouw lachen bij het zaaien en op andere plaatsen als men het in toorn zaait.

Of, peterselie moet zeven maal naar beneden, naar de duivel, om wortels te krijgen

In Pommeren is een oud volksgeloof die het verplanten van peterselie verbiedt. Wat is namelijk het geval. Als men deze plant uitrukt en dan weer plant in naam van de persoon die men haat dan wordt die vervolgens ziek om dan onder hevige pijnen een zekere dood tegemoet te gaan. Daarom is in sommige streken het gebruik dat verplanten van peterselie verbiedt.

Als men namelijk in de tuin peterselie verplant dan sterft een familielid of de man sterft zelf is een wijd verspreid Frans bijgeloof. Of wie peterselie verplant, plant zijn beste vriend in de aarde, dus dat hij sterft. Of wie het zaait en het komt niet op dan moet hij nog dit jaar sterven, iets wat nog in 1909 in Oberbayern verteld werd.

De peterselie is altijd als ongeluksplant beschouwd, ook als bekende kruiderij, het is een schizofrene plant. Misschien dat daarom de legende van peter en selie op 2 personen slaat.

Het kruid zou ontsprongen zijn uit het bloed van de mythologische held Archemorus, de voorbode van de dood, die voorzichtig door zijn baker op een peterseliebed gelegd zou zijn en opgegeten werd door serpenten.

De verbinding met het bijgeloof leidde tot een populaire spreuk: “Hij heeft peterselie nodig,’ wat betekent dat hij hopeloos ziek is. Plutarchus beschreef een geval toen een Griekse legermacht ezels tegenkwamen die met peterselie geladen was. Er ontstond paniek ten gevolge van die voorbode. Het kruid was verbonden met de dood, de Grieken maakten er kransen van voor hun doden. Dit zou komen door de bladeren van het tweede jaar die giftig zouden zijn zoals meer leden van deze familie als de Aethusa of fools parsley. Oorspronkelijk was het kruid opgedragen aan Persephone en werd gebruikt bij begrafenisriten. In latere, christelijke tijden werd het kruid opgedragen aan Sint Peter als overwinnaar van Charon.

Was dit of de andere eppe het heilige kruid der Grieken? (mogelijk is er verwarring met de echte peterselie en wordt Apium graveolens bedoeld waarvan de doden mee bekranst werden en op graven geplant werd) In ieder geval is het wel duidelijk dat, welk kruid het ook was, het niet ter tafel gebracht mocht worden.

De Grieken en Romeinen kenden er ook magische krachten aan toe. Het werd als symbool van het eeuwige leven op tafel gezet. Homerus vertelt dat de krijgers hun wedstrijdpaarden voedden met peterselie. Het was een Grieks gebruik om de overwinnaars van de Istmische spelen te kronen met peterseliekransen. Ze werden ook gedragen bij sommige feesten zoals Theocrites beschrijft.

‘Twintig mooie maagden in het paleis van Sparta

De trots van Griekenland, verse guirlandes kroonden hun hoofden

Met hyacinten en in elkaar gedraaide peterselie gesierd

Verblijdden sierlijk het trouwfeest van Menelaus.’

Isidorus schrijft dat Hercules zich een guirlande maakte van dit kruid.

De Romeinen gaven het voor een gevecht in de arena aan de gladiatoren, een soort spinazie-effect dus. Door de Grieken werden er wel kransen van gemaakt die hen zou beschermen tegen dronkenschap. Ook werd het wel gegeten voordat men wijn begon te drinken en nu gebruiken we het nog wel na een borreltje om de alcohol te neutraliseren. Volgens de ouden zou het in visnetten gedaan een goede visvangst verzekeren. In het water geworpen maakt het zieke vissen beter.

Het was ook een van de ingrediënten van een liefdesdrank, etherische olie werkt op de plaswerktuigen of dat het bij de vrouwen als abortief werkt. Peterselie zou alleen daar groeien waar de vrouw baas in huis was. Peterselie helpt de man te paard en de vrouw eronder.

Wie peterselie zaait, zuigelingen mee zaait. Vanwege zijn krachten is het meer een plant voor abortus om door veel te eten het ongeboren kind kwijt te raken.

Als sterk ruikend gewas heeft ze net als dille, venkel en kummel een geest werende werking. Net zoals in vele sagen van de kummel verhaald wordt dat de wichtelmannetjes tot nimmer weerzien verdreven worden zo gold het in vroeger Schlesie van de peterselie. Daar vertelt men dat in vroegere tijden de fenixmannetjes vaak bij de feestelijkheden aanwezig waren en daar alles onzichtbaar opgegeten. Rode kappen hebben ze gehad zodat niemand ze zien kon. De mensen kwamen er toch achter en hebben het eten duchtig met peterselie gekruid. Dat konden de fenoxmannetjes niet verdragen en sindsdien zijn ze weg gebleven.

In Galicië draagt de bruid bij de kerkgang brood en peterselie onder de arm om daardoor de boze geesten weg te houden. In Hinterpommern steekt de bruid heimelijk de bruidegom wat peterselie of selderij in zijn pak zodat hij trouw blijft. Dit wijst allen wel op de afrodische werking die deze beide kruiden hebben, peterselie en selderij die het volk hen toeschrijft.

Silie en Peter.

(349) Er waren eens twee kinderen een jongen en een meisje. Het meiske heette Silie en de jongen Peter. Zo gauw ze samen waren hadden ze ruzie. Deze kinderen hadden een kennis, een tovenaar. De heibel tussen de kinderen ergerden hem en eens zei hij: pas op, ik zal jullie nog eens aan elkaar laten. Op een goede dag waren ze in de tuin en was het weer mis, Silie sloeg Peter en Peter sloeg weer terug. Dan kwam plotseling de tovenaar en beroerde hen met zijn staf, opeens waren ze veranderd. Peter groeide in de grond als wortel en Silie groeide boven hem als groen kruid. De tovenaar noemde hen samen peterselie.

Planten.

De soort met vlakke bladslippen is de bladpeterselie en met gekroesde bladslippen de krulpeterselie die gebruikt wordt voor garneringen.

Vroeger werd de peterselie hier wel gekweekt in sierlijke glazen potten, vazen met vele openingen, die in de winter gebruikt konden worden. Deze vazen werden veel geëxporteerd en kregen in het buitenland de naam van Persilleries Hollandaises.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl