Radiola
Over Radiola
Straalstengeltje, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
nUit delta-intkey.com
1 soort in Europa, N. Afrika en Azië.
Linaceae, vlasfamilie.
Radiola linoides, Roth. (lijnvormig, blad) Bladen zijn eivormig, gaaf en glad.
Bloemen alleenstaand op korte stengels, wit en groeien tussen het blad, ze zouden nauwelijks opgemerkt worden, ware het niet dat er zoveel zijn in juli en augustus.
Eenjarig.
Wordt 2-5cm groot en is verwant met vlas.
Houdt van veenachtige gronden, maar vanwege de geringe grootte zal het door velen niet gezien worden.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Achtste wild vlas met smalle bladeren heet in het Latijn Chamaelinum omdat het lager groeit dan de andere, met bladeren als gewoon vlaskruid die twee tegenover elkaar staan, de bloempjes zijn vijfbladig, wit en met gele draadjes, de hoofdjes, het zaad en de wortels zijn alle kleiner dan die van de andere. Dit is klein wild vlas van Lobel’.
Dwergvlas, Duits Zwerglein, Zwerg Flachs.
Straal-stengeltje, stengel is draadvormig en gaffelig, Duits Haarkraut, naar de haarvormige vezels in de stengels, Lauterkorn, naar de zadenrijkdom, Engels all-seed: alles zaden, Frans radiole en faux-lin: valse linnen, Engels flax-seed of thyme leaved flax seed.
Radiola, Latijn radius: straal, de straalvormige tanden van de zaaddoos.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl