Oxalis
Over Oxalis
Klaverzuring, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Curtis botanical magazine.
Dit geslacht omvat meestal bolachtige kruiden met klaverachtige bladeren.
De bloemen sluiten meestal ‘s nachts en met bewolkt weer, ook de bladeren ‘slapen’, ‘s nachts. De bladeren kunnen zich bij velen bewegen, ze zijn sensetiv of gevoelig.
Eenjarig, of met een bol/knol, of kruipende wortelstok. Bladen staan afwisselend en zijn meestal samengesteld.
Bloemen zijn er in diverse kleuren, rood, roze, wit, geel.
Een 800 soorten komen voor die meestal in Z. Afrika (200) groeien en de warmere delen van Amerika.
Oxalidaceae, klaverzuringfamilie.
=Oxalis articulata, Savign. (geleed)
Stengelloze plant met knolvormige wortelstok.
De wortelstandige bladeren staan in een rozet en zijn lang gesteeld, 3tallig met omgekeerd hartvormige, helder groene en naar de randen wat rood gekleurde, gewimperde en aan de achterkant behaarde blaadjes.
Bloemstelen zijn 10-18cm lang en behaard met 3-10 bloemen.
Violet/roze, belvormige bloemen van 2.5cm groot met smal wigvormige bloemblaadjes met uitgerande top komen in juni/september.
Uit Centraal en Z. Amerika is beschreven in 1827, wordt 10-20cm hoog.
Oxalis articulata subsp. articulata, =Oxalis articulata subsp. rubra (A.St.-Hil.) Lourteig . (rood)
De cv ‘Alba,’ is bekend sinds 1864. Pink sorrel.
Uit Curtis botanical magazine.
Oxalis barrelieri L. (Jaques Barrelier, 1606-1673, Franse pater en plantenverzamelaar) (Oxalis bahiensis) (uit Bahia)wordt 20-150cm hoog.
Roze bloemen met een groenachtige of gele basis.
Groeit in Z. Amerika.
Lavender sorrel, Frans trfle, oseille-marron, oseille-savane.
Uit C. Loddiges.
Oxalis brasiliensis, Lodd. (uit Brazilië) Dit is een attractieve bodembedekker met helder rode bloemen in eind mei tot en met juli.
De rood/purperen bloem heeft een gele keel, het blad is purperachtig en harig aan de onderkant en aan de rand.
Uit Brazilië is beschreven in 1829, wordt een 15-25cm hoog.
Brazilian wood sorrel.
Uit zh.wikipedia.org
Oxalis corymbosa, DC. (tuilbloemig) De violet tot roze/purperen bloemen staan boven de spaarzaam behaarde bladeren in mei/juni.
Uit Amerika en Z. en O. Azië, Pacific eilanden is beschreven in 1826, wordt 15-30cm hoog.
‘Aureoreticulata,’ heeft lichtgele blaadjes met netvormige, reticulate, tekening.
Pink wood sorrel.
Uit www.pacificbulbsociety.org
Oxalis depressa, Ecklon. & Zeyher. (neer gedrukt) Het alleenstaande blad is glanzend.
Wit/roze of violet met een gele buis.
Uit Z. Afrika wordt 10cm hoog.
Uit www.flickr.com
Oxalis drummondii, A. Gray (Thomas Drummond, Schotse plantenzoeker en botanicus, 1790-1835)
Heeft helder violet bloemen en glanzend blad.
De hoogte is 30cm met bloei in het voorjaar.
Kwam uit Texas Mexico omstreeks 1834.
Drummond ‘s woodsorrel of Chevron oxalis.
Uit J. Sowerby.
=Oxalis stricta L. (stijf, strak) heeft ondergrondse uitlopers en opgaande stengels, 10-30cm hoog.
Bladeren als witte klaverbladeren met slaaphouding.
Gele, 5 tallige bloempjes van 1cm groot van juni tot oktober.
Komt uit N. Amerika, nu als onkruid in akkers en tuinen.
Naam .
Stijve klaverzuring, Froes soere klaver, Engels upright yellow-sorrel, sour grass, Duits Aufrechter Sauerklee, Steifer Sauerklee, Europischer Sauerklee, Frans oxalis droit.
Uit www.botanicalgarden.ubc.ca
Oxalis tuberosa Molina (bolachtig) (Oxalis crenata) (fijn gekarteld) is de Arracacha uit Peru en andere delen van tropisch Amerika waar het gewas gecultiveerd wordt om de wortels. Die zijn ter grootte van een kippenei, de huid is vol met ogen als de aardappel. De bol is voor ons te waterig. Is beschreven in 1829.
Knolklaverzuring, Engels oc of Peru, oca of oka, Frans oca du Perou. Knollige Sauerklee, Oka, Yam of Peruanischer Sauerklee.
Geïntroduceerd in 1830 in Europa als een soort aardappel en in Nieuw-Zeeland in 1860 waar het populair werd onder de naam New Zealand yam. Als voedsel is het in de Andes zeer belangrijk. Als ‘abia’ wordt deze soort door de Hoogland Indianen geteeld, de meeste teelt ligt tussen 3.500-3.800m. schattingen zijn er dat er in Peru rond 20.000 ha geteeld wordt, per ha 3-12 ton jaarlijks geoogst, nieuwe soorten zouden tot 97 ton per ha kunnen komen.
Uit C. Loddiges.
= Oxalis triangularis, A. St. Hil. (driehoekig) Deze is wit met wat roze of violet, met veel bloemen per scherm, de blaadjes zijn purperachtig.
De hoogte is 30cm.
Komt eveneens uit Brazilië, Bolivia, Paraguay en Argentinië.
De cv. ‘Mijke,’ is purper en lichter, naar de basis toe met groene nerven, blaadjes purperachtig met lichtere nerven.
subsp. papilionacea (vlinderbloemig) is gewonnen door van der Meer in 1989.
Een witte vorm met groen blad.
Geluksklaver, love plant.
Oxalis violacea, L. (vioolkleurig, paars/violet)
Knolvormige wortelstok.
Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld en donker groen, 3tallig, blaadjes omgekeerd eivormig.
Bloemstelen steken boven het blad uit met 3-15 bloemen.
Licht purper/roze bloemen met violet kleurige weerschijn in mei/juli.
Uit Massachusetts tot Kansas, Illinois en Missouri wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1772.
Violette klaverzuring, Violet wood sorrel.
5. Uit G. Oeder.
Oxalis corniculata, L. (van hoorntjes voorzien)
Lang gesteelde bladeren zijn donker groen en 3tallig, blaadjes omgekeerd hartvormig met brede wigvormige voet, de achterkant is zacht behaard, bladstelen hebben aan de voet 2 klieren.
Liggende tot kruipende stengels zijn 10-30cm lang, vaak wortelend, vertakt en wat behaard.
Bloemstelen met 1-6 bloemen.
Lichtgele bloempjes komen in mei/september in beschaduwde bossen.
Inheemse tweejarige, zoden vormende plant, zaait zichzelf uit.
Komt uit Europa, Afrika, Amerika en China, wordt 5-10cm hoog.
Uit L. van Houtte.
Oxalis corniculata var. atropurpurea met donker rode bladeren.
Var. tropaeoloides Bild. (als Tropaeolum) met donker purperen stengels en bladeren, grotere goud/gele bloemen. Gewonnen door Schlachter, kweker te Loos-lez-Lille, Frankrijk.
‘Variegata’, heeft roze en purper gevlekte bladeren.
Naam.
(Dodonaeus) ‘De soort met gele bloemen groeit in Spanje. Die soort mag men koekoeksbrood met gele bloemen en in het Latijn Trifolium acetosum flore luteo noemen. Het is Oxys lutea corniculata van Lobel genoemd of Oxys lutea Clusij of Oxys flavo flore’
Gehoornde klaverzuring, Fries brune soere klaver, Engelse yellow procumbent wood sorrel, sleeping beauty, Frans oxalis cornu, Duits Hornsauerklee, Gehrnter Sauerklee of Hornfrchtiger Sauerklee.
9. Uit O. Thome, www.BioLib.de
Oxalis acetosella, L. (zuur of azijnachtig)
Lang gesteelde heldergroene en 3tallige blaadjes met kort gesteelde omgekeerd hartvormige, behaarde en gewimperde blaadjes. Als de blaadjes uit de wortelstok tevoorschijn komen zijn ze nog fijntjes opgevouwen, ze lijken op een klaverblad, maar het blad is dunner en helderder groen.
Bloemsteeltjes steken boven de bladeren uit met 1 stervormige bloem, bloemblaadjes van 10-16mm lang, wit en fijntjes rood geaderd is met een gele vlek aan de voet en soms aan de onderzijde blauw overwaasd in mei.
De zaden springen met 5 kleppen open waardoor de zaden eruit geslingerd worden.
Sterk groeiende stengelloze, inheemse planten met zeer dunne, kruipende wortelstok die in loofbossen voorkomen.
De witte klaverzuring, komt uit Europa, Azië, N. China en Japan tot 5-12cm hoog.
Var. rosea Peterm. heeft zacht roze en purper geaderde bloemen, ook zijn er donkerder vormen.
Wie bij de klaverzuring verwantschap zoekt tussen die familie en de klaversoorten komt bedrogen uit. Alleen de bladvorm vertoont enige overeenkomst, hoewel de blaadjes meestal verschillend zijn. In de slaapstand gedragen ze zich zeer verschillend. Bij de echte klaver buigen de blaadjes zich naar boven en vormen zo een trechter. Bij de klaverzuring maken de blaadjes een tegenovergestelde beweging, ze slaan neer en vormen een driezijdige piramide met de spits naar boven en zo herinneren ze aan de steek of ‘driemaster’ het geliefde hoofddeksel ten tijde van Frederik de Grote. Dodonaeus vergelijkt de blaadjes met harten en de bloemen met belletjes. De blaadjes vouwen zich tegen de avond en zo ook de bloem, maar ook bij regenachtig weer overdag, als de belichting tot onder een bepaald minimum daalt. Je kan dit zelf waarnemen door de planten schaduw te geven. Door er een donker voorwerp boven te plaatsen worden de blaadjes geprikkeld en binnen drie minuten gaan ze slapen. De stijve klaverzuring geeft nog het beste die verschijnselen te zien, O. europaea.
De wortels is aardig en het lijkt wel een string van ronde kralen die soms zo diep rood zijn als koraal.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Men gelooft dat dit gewas hetzelfde is dat Plinius in het 12de kapittel van zijn 27ste boek Oxys noemt: ԏxys, zegt hij, is een driebladig gewas en dat wordt ingegeven diegene die een weke of slappe ontstelde maag hebben en ook diegene die gescheurd zijnծ Dan bij Galenus (lib.4.de Simplic.) is de Oxys hetzelfde gewas dat andere Oxalis noemen en wij lieden tegenwoordig voor onze gewone zuring houden, maar behalve dit kruid is er noch een Oxys bij Plinius die een soort van biezen is.’
Oxalis komt van Grieks oxis: scherp, naar de scherpe smaak van de bladeren, halys: zout, bevat scherp sap, of van alis: achtig, dus zuurachtig.
(Dodonaeus b)’Deze kruiden heten hier te lande koeckoecks-broodt, in Frankrijk pain de cocu, in Hoogduitsland Guckguckklee, Gauchbrot en Gauchklee, ja ook Guckauch Lauch en daarnaar van sommige Neder-Duitsers koekoekslook, de Italianen noemen het ook pan cucolo. In de apotheken zijn ze bekend met de naam Panis cuculi omdat de koekoek dit kruid graag plag te eten.’
Panis cuculi, in het Frans heet het pain de coucou, in Duits Kuckucksbrot, Guckucksklee, Guggerbrod Kukuslauch, -salat, Gauchklee: valse klaver, Gauchbrot, Guckeslauch, Guckgauchklee in midden-Hoogduits en in Engels cuckoo-sorrel of bread, Cornish bara-an-gok: koekoekbrood, in Schotland gowke-meat, in Wales suran y coed gyffredin. Cuckoo-sorrel of cuckowճ meate naar een oud geloof dat de vogel zijn stem verbetert bij zijn tegenwoordigheid.
Dodonaeus ‘In het Latijn heet het Trifolium acetosum, dat is zure klaver, in Hoogduitsland Sauerklee, Buchklee, Buchampffer, Buchbrot, en Hasenklee.’
Klaverzuring, de klaverachtige bladeren die scherp smaken, Duits sur Amphere, Buchampher, suere Clee, Sauer of der Sauerklee, Surkel, Suurbrod, Zure, Engelse wood sorrel: zuur, Frans oxalide en la surelle: zuurling. Soms werden de bladen als aangename scherpte gebruikt in salades. Buchampfer, groei in beukenbossen en smaak als de Sauerampfer (zie Rumex acetosa), Franse la petite oseille de bois: kleine klaverzuring, trefle aigre: scherpe klaver, Engelse wood-sorrel was van de middeleeuwen tot in de 17de eeuw bekend als sorrel de boys en wood sour; zuur, verder wood sower, French-sorrel of stubwort, groeit op mossige stubs, een kruid van Venus. Verder Gauchebrot, Guggenkas, Gugisserbrot, Gugnbrot, Kuckucksskumist, Kuckucksblume, Kuckucksbrot, Kuckucksmous, Kuckussjalat, Zwitsers Chruzbrotli, Guggechbrot, Guggar, Guggerchas.
Dodonaeus (d) ‘In de apotheken zijn ze bekend met de naam Panis cuculi of Alleluja, hetzij omdat de koekoek dit kruid graag plag te eten, hetzij omdat dit kruid net uit de aarde begint te spruiten of tenminste dan begint te bloeien als men in de kerken meest en gewoonlijk het Alleluja plag te zingen. Dan Hiëronymus Fracatorius heeft het Luyula genoemd. Alexander Benedictus betuigt dat het van de gewone man Alimonia genoemd wordt.’
Engels Alleluia, de Italianen en Spanjaarden noemen het ook alleyluya. De Engelsman Gerard, 1569, gebruikte de naam alleluja omdat het plantje bloeit met de komst van de koekoek op welke tijd het Alleluja in de kerken wordt gezongen. Men veronderstelt dat dit een verbastering was van de Clabrische naam Iuliola, de naam in Italië. Halleluja, naar de legende van St. Patrick die een blad zag. De monnikennaam Halleluja verscheen maar het was geen geluid van victorie bij de bekeerde heidenen. (dat was shamrog)
Dodonaeus (e) ‘De eerste soort heet eigenlijk Trifolium acetosum of Oxys en tot verschil van de andere Trifolium acetosum albo flore, dat is koekoeksbrood of gewoon koekoeksbrood of ook koekoeksbrood met witte bloemen. Lobel noemt het Oxys Pliniana, in het Engels wodsour en zegt dat het van sommige ook Oxytriphyllon genoemd is geweest en niet omdat de bladeren scherp zouden zijn, maar eerder om dat die zuur van smaak zijn waarom dit gewas wel bekend en geacht is. Het schijnt een kleine Lotus te wezen, zoals dezelfde Lobel betuigt. De Italianen noemen het ook trifoglio acetoso en alleluia, sommige Hoogduitsers Hasenampffer.’
Ook andere dieren aten het, Hasenbrot, Hasenkohl, Haselache, Hasenklawer, Hasenkruud, Hasenklee bij Brunfels, hazeklaver, hazen zouden het kruid opzoeken om er hun wonden mee te koelen, skapeklaver of schaapssurkel. Een volksnaam is duivelsdrek. Oude Duitse namen zijn verder, Himmelbrot, Muttergottesbrot, Bisen in oud-Hoogduits, Waldklee, Holzklee, Donnerkraut, Zwitsers Suppli.
Dodonaeus (f) ‘Het wordt in Duitsland Malerkraut genoemd, zegt Camerarius, omdat het de plekken uit de witte linnen lakens doet net zoals het andere zuring.’
(g) Blaadjes in de vorm van harten, een slapende schoonheid, Duits Herzklee. Fairy bells genoemd omdat die sprookjesfiguren op maannachten hun samenkomsten in de klokjes hielden. Het is een talisman om elfen te ontdekken.
(h) Waldklee, de oorsprong van de naam klaver is onzeker is, men neemt aan dat de naam slaat op het kleverige vocht van de plant voor de bloei. In midden-Nederlands komt claver(e) halfweg de 13de eeuw voor, vergelijk midden-Nederduits klaveren naast Noord Duits dialect Klever, het Angelsaksisch claefre of clafre tot claver(nieuw Engels clover) dat uit een Germaanse grondvorm klaib-ron, oud-Germaanse klaib-r(i)on-klaiwa stamt.
Daarnaast komt een woord klaiwa voor. Dit verschijnt in het oud-Hoogduitse als Chleo (nieuw Hoogduits Klee) oud-Saksisch Kle en zeldzaam Cle, oorspronkelijk een Zuid-Germaans woord? Dit woord past bij de Indo-Germaanse wortel glei: kleven, omdat de taaie plant als het ware aan de grond gekleefd is. Of heeft het woord een verbinding met kloven, naar de gespleten bladeren?
Een gewone term in verschillende vormen. De plantnaam is uitgelegd als verbonden met cleave, naar zijn drie bladeren, mogelijk naar een Fries woord wat club of knots betekent.
Of het woord is afgeleid van het Latijnse clava en verwijst naar de clava trinodis. Hercules werd beschreven als dragende een clava trinodis: of knots met drie punten. Zou het woord stammen uit Latijn en zo Grieks. In Rijnsburg staat een kerk waarvan de plattegrond de vorm heeft van een klaverblad en in de Gotische bouwstijl komt het klaverblad nog verscheiden malen terug, vooral in raampartijen.
Gebruik.
Deze planten bevatten een zuurvocht waaruit zuringzout bereid kan worden wat in huishoudens gebruikt werd om inktvlekken en ijzervlekken uit het wasgoed te verwijderen. Dit is een bijtend middel en als zodanig gevaarlijk, vooral bij kleine kinderen. De frisse en aangenaam zuur smakende bladeren kunnen vergiftigingsverschijnselen oproepen. Die stof grijpt hart en nieren aan. Ook het vee moet het niet eten. Die stof beschermt de planten tegen slakkenvraat.
Symbool van witheid, ziek makend.
Gekookt in melk zou het de dorst lessen en goed voor het hart zijn.
Zo was het gebruik vroeger. (141, 164) ‘Koekoeksbrood is zeer goed tot de kwade vuile verrotte stinkende zweren of zerigheden van de mond, hoe en op welke manier dat het gebruikt wordt en vooral als men de mond spoelt met het water daar dit kruid in gekookt is.
Hetzelfde kruid is ook goed om de dorst te slissen of laten vergaan en in het kort gezegd kan het al hetzelfde dat zuring kan doen. Deze kruiden zijn goed ingenomen diegene die een zieke en slappe maag hebben want ze drogen en versterken de maag en laten de lust om eten of appetijt weerkomen en laten het braken ophouden.’
Geluk.
Het blad komt wel gebeeldhouwd voor in de Gotische bouwstijlen, vooral in de opengewerkte omlijstingen en vensters in de kerken. De stad Kleve heeft de klaver in zijn wapen opgenomen.
Dit komt omdat het driedelige klaverbladen geluk zou brengen, nog meer geluk geeft het viertallige blad, dit is een speling van de natuur en komt weinig voor. Het viertallige blad beschut de vinder tegen bedrog en toverij. Het klaverblad lijkt op een kruis en heeft daaraan zijn gelukbrengende kracht te danken. Zo werd het blad in de kerkboeken gedaan bij de heiligenplaatjes. Als een verliefde een klaver in zijn schoen doet blijft hij trouw, een verliefde plaatst ook een vierbladige onder de kussen van zijn sweetheart. Ervan dromen voorspelt een gelukkig huwelijk. Leven in weelde is als liggen in klavers. Daarom zoeken de koeien ook klavers. Vooral een viertallig klaverblad dat gekregen is verdubbelt het geluk. Dat komt omdat Eva zo’n blaadje uit het paradijs had meegenomen.
‘Een blad voor rijkdom
Voor roem ook een blad
En een voor de trouwe beminde
Een voor de gezondheid, de grootste schat
Kunt ge in het klavertje vier vinden.’
Oorlog.
De klaverzuring zou ontsprongen zijn uit het bloed van mannen die in de oorlog gesneuveld waren, vandaar dat ze met bloed doortrokken lijken te zijn. Met witte klaverzuring werden wapens bestreken en daardoor werden die onkwetsbaar, het was een tovermiddel tegen heksen en ander gespuis. In de oorlogsjaren meende men dat een man die een klavertje vier in zijn knoopsgat had, niet in dienst zou hoeven te gaan.
Folklore.
De vierklaver groeit aan de boorden van de hel, daarom zijn die zo zeldzaam en noemt men ze in Frankrijk herbe du diable, een duivelskruid. Het was zeer gevaarlijk om een vierklaver barrevoets te betreden, een man kreeg prompt witte koortsen, was het een vrouw dan was ze door haar man bedrogen.
Het vierblad moet op zondag voor zonsopgang geplukt worden, dan herkent men bij de kerkgang alle heksen in de kerk.
Om het vee tegen hekserij te beschutten en gedurende het hele jaar te doen gedijen neem je op de avond van de Walpurgisnacht, van een andermans veld, van de vier hoeken, stilzwijgend een handvol klavers en geef die aan het vee.
In Ierland (volgens Yaets) is er een haan die op een dak een balk voorttrekt. Een meisje houdt in haar hand een graszode met (buiten haar weten) een klavertje vier en ziet hoe de zaak eigenlijk toegaat. Ze vraagt aan de toeschouwers wat voor wonder zij erin vinden dat een haan stro in zijn bek heeft? De tovenaar vraagt haar de graszode, voor zijn paard zegt hij. Ze geeft hem die en terstond gilt zij dat de balk gaat vallen en iemand zal doden. Zo waren er vele tovenaars die kunststreken uithaalden wat alleen gezien kon worden als iemand een klavertje vier bij zich had.
Om een toverheks te ontdekken en tegelijkertijd te pijnigen kookte men olie met spelden en naalden erin. Iemand die een ‘bezempje stuiver’ (vroegere Nl. geldmunt) en een klavertje vier bezat kan zo de tovenares te zien krijgen. Zij droeg, alleen voor zijn oog, een omgekeerd braadpannetje op het hoofd. Het gebeurde ook, tijdens deze bezwering, dat de heks van de zolder viel en aldus een arm of been brak en bleef voor haar leven getekend.
Indien een wandelaar, vermoeid, zich bij zekere bronnen te slapen legt, dan gebeurt het wel eens dat witte duiven aangevlogen komen met een vierklaver in hun bek en die op het hart van de slaper laat vallen. Ontwaakt deze voor de vierklaver verwelkt is, dan kan hij, indien hij die in de mond neemt, zich onzichtbaar maken en de geheimzinnige grotten van de zogenaamde Zalige Jonkvrouwen, aan wie de duiven toebehoren, met zekerheid vinden.
Vijfklaver.
Nog zeldzamer is de vijfklaver. Slecht geluk komt er als je een 5-bladige vindt. Als een heks dit op het wijwatervat legt, waaruit de persoon die zij beheksen wil wijwater haalt, dan staat die onder haar invloed.
Tweebladig.
Tweebladige klavers vinden betekent geluk en worden verzameld met een spreuk.
Kaarten.
Het klaverblad komt ook voor op speelkaarten, het is de club, de klaverkaart, hartenkaart is het lindeblad, schoppenkaart is eikel en ruit is de ruit of Ruta.
De vier kleuren vertegenwoordigen de vier standen, harten de geestelijkheid, klaveren de burgerlijke stand, ruiten de wapenknechten en schoppen de adel.
Men zegt dat Etienne Chevalier, de beste symbolist van zijn tijd, het klaverblad bij het kaartspel invoerde en daarmee het klaverblad uit het wapen van Agnes Sorel (=klaver) wilde voorstellen. Zo werden Roland van Roncevaux als klaverboer, Sanscouci (een scheldnaam) als klaverheer en la Tromperce als klavervrouw (zinspelend op Isabella van Beieren) voorgesteld.
Witte klaver.
De Dutch clover of witte klaver is het nationale teken van Ierland, het is de Ierse shamrock.
De Dutch clover, een klaver van de Dutch geleend. De witte wordt Dutch genoemd omdat het gewas eeuwen geleden in Holland als waardevolle klaver gekweekt werd. Het duurde lang voordat Engelse boeren zijn waarde onderkende. Toen zij dat deden importeerden ze grote hoeveelheden zaad uit Holland.
In de 10de eeuw verschijnt het gewas in een sage in de Welshtaal. In de Mabinogion, waarin Olwen beschreven wordt als een meisje met borsten witter dan een zwanenborst en wangen roder dan het vingerhoedskruid en haar geler dan dat van brem. Witte klaverplanten zouden ontstaan zijn in haar voetafdrukken waar ze wandelde.
Het is echter de vraag of de witte klaver in St. Patricks tijd al aanwezig was in Ierland. De plant is van oorsprong Euro/Siberisch en omstreeks 1600 zou het zijn uitgevoerd naar Engeland.
Shamrock.
Shamrock is afgeleid van de oude naam, Herba Trinitatis de Seamrog, in Iers werd het seamrog en Keltisch seamrag, het is een verkleinwoord van seamar of seamair: het betekent trefoil: een klein drieblad. Of het is afgeleid van het Arabische shamrakkh: driebladig, waarschijnlijk is dit de rode klaver die het wijdst verspreid was. De naam seamrog is bij de Kelten voor meer planten in gebruik. Seamrog chapuilli is de purperen klaver en seamrog chre is de speedwell of Veronica, seamrog mըuire is de pimpernel.
St. Patrick.
17 maart, St. Patrick: Latijn patricier: adellijk.
Apostel en schutspatroon van Ierland.
Hij is geboren ca. 407 en was van geboorte een Schot. Zijn geboorteplaats is niet zeker. Zijn oorspronkelijke naam zou Succath: strijder, zijn geweest. Volgens anderen Maenwyn. Nadat hij in zijn jeugd, hij woonde waarschijnlijk aan zee, door zeerovers als slaaf naar Ierland was verkocht, wist hij te ontsnappen en ging naar Frankrijk waar hij monnik werd te Tours en Lerins, met het doel voor ogen de voor het merendeel nog heidense Ieren te bekeren. In 431 ging hij naar Rome en werd door de paus Celestinus naar Ierland gezonden om daar het evangelie te prediken. Hij nam de naam Patricius aan, wat een soort verwaandheid was, maar hij wist dat alleen een grote Romeinse naam invloed op zijn gehoor zou maken. St. Patrick landde in 433 te Wicklow. Er bestond weliswaar al een kleine christelijke gemeenschap in Ierland, maar het is hem gelukt het hele eiland tot het christendom te bekeren. Hij zou 365 kerken gesticht hebben. In 440-450 stichtte hij het bisdom Armagh. Overleden te Saul bij Downpatrick ca. 468.
Vele legende bestaan er over hem wat bewijst dat hij een krachtige en opvallende persoonlijkheid was. Hij werd dan ook de Ierse nationale held. Uit eerbied gebruikten de Ieren aanvankelijk niet zijn naam als doopnaam. In Engeland was dit veel vroeger het geval. Door de Ierse predikers kwam de naam later naar het vasteland.
Hij wilde de grote koning Loaghaire zelf bekeren. De koninklijke hal stond in Tara ‘s Hill bij Dublin, in het graafschap Wicklow, de oerplaats van de heidenen. (Tara, Gaelic torra: rotsachtige bergtop, op de top waarvan zich een steen bevindt die beschouwd wordt als de steen waarop de koningen van Ierland werden gekroond. Het was een koninklijke verblijfplaats tot 560 en in 980 werden de Denen hier verslagen) Toen de druden de terugkeer van hun zonnegod Beal als voorjaarsfeest vierde, durfde niemand vuur te maken voor het vuur ter ere van de zonnegod op Tara aangestoken was. Alle vuren waren deze nacht verboden. Dit vuur werd ontstoken op de steen Lia Fail, de steen die later naar Scone in Schotland gebracht werd en daar onder de koningsstoel van de Westminsterabdij rust. Daar stak St. Patrick, om het Paasfeest te vieren, een vuur aan op de tegenovergelegen heuvel. Toen de druden priesters dat zagen stortten ze zich ontdaan op koning Loaghaire. De koning beval de boosdoener bij hem te brengen. De heidense koning was met woede vervuld, de druden vertelden hem dat als dit vuur niet uitgedaan werd voor de morgen, het nooit meer uit zou gaan. Toen Patrick bij hem stond rende de kleine zoon van de koning naar St. Patrick en kuste de zoom van zijn kleed. De koning veroorloofde hem te spreken en St. Patrick verhaalde van Jezus en God die de wereld geschapen had. Maar het was moeilijk om de drie-eenheid te verklaren. Dan bukte hij zich voorover en plukte een klaverblad. Zie, zei hij, dat zijn drie bladen in een blad. Koning Loaghaire was overtuigd, nam het christendom aan en het klaverblad werd de grondvorm van het Keltische kruis.
Of, volgens anderen, ofschoon de koning een ‘zoon van de dood’ bleef, stond hij toe dat hij vrijheid van preken kreeg in Ierland. Sindsdien is de shamrock het nationale embleem van de Ieren en wordt gedragen op St. Patricks dag, 17 maart. 17 maart is het begin van het voorjaar en het einde van de winter. Een tijd dat de duivel verdwenen is.
De Ieren van de 5de eeuw waren een vrolijk volkje zonder veel remmingen. Ze stalen heen en weer runderen en vrouwen, ze waren vitaal, mannelijk en brutaal. Het moet een belevenis geweest zijn hen te horen vloeken. Men verhaalt van Patrick dat hij deze ‘kunst ‘ook volledig beheerste. En toch was er zelden een ernstiger en geschikter man die de Ieren over God sprak. De eerste jaren van zijn missie zullen moeilijk geweest zijn, zijn rug droeg vele littekens die hem door de zwaarden van zijn tegenstanders gegeven waren. Dat waren de druden, de priester/heersersklasse. Ze waren zijn vijanden tot ze merkten dat de overgang naar het christendom en het ontvangen van het priesterschap hun figuur eerder versterkte dan afbrak. Patrick zelf won als eerste de jeugd. Hij verstond het om van de jongeren mooiere, dapperder en ridderlijke mensen te maken. Hij was een ongecompliceerde mens en zijn hart onderwierp zich zelden aan de heerschappij van het verstand. Als hij preekte en bad, dan bruiste de kracht van God en zijn geloof over de luisterende, dan barstten de afgodsbeelden, verlieten de schadelijke dieren Ierland, werden demonen en tovenaars in de poorten der hel gestoten. Daarbij leek het alsof hij zelf een machtige tovenaar was. Toen Patrick en zijn begeleider zich eenmaal in hoge nood bevonden, in een woud wachtte moordenaars op ze, nam de heilige met een luide stem een ochtendlied aan die nog kort zijn gedachtenis in de Ierse kerk klinkt:
‘Christus bescherm me nu
Tegen gif en vuurverwondingen
Voor verdrinken en wonden
Zodat ik rijk loon zal ontvangen.’
De vijanden wachtten vergeefs, ze zagen alleen een koppel herten met een hinde rustig door het woud gaan.
Naast het christendom bracht hij de Ieren nog een tweede geschenk mee. Van elke priester die hij wijdde, verlangde hij dat ze lezen en schrijven leerde. Twee honderd jaar na zijn aankomst bloeide hier een geleerdheid in literatuur waar het continent niets tegenover kon zetten kon. Onder de dichters en denkers bevonden zich vele monniken, de tonsuur en pij remde niet de hoogte in fantasie.
Die Ierse/Schotse monniken kwamen weer als missionarissen op het vaste land en verkondigden de wereld de roem van Patrick. Wij hebben onze christianiseren aan hen te danken en niet aan Rome.
Hij wordt met het klaverblad afgebeeld. Aan zijn voeten brandt vaak een vuur, met een staf die een slang door een slang omwonden wordt. Hij geldt als helper tegen slangen en giftige dieren als demonen.
Op 17 maart loopt iedereen in Ierland met een klaverblad in de hand. In de tijd dat St. Patrick door Ierland trok legde hij het mysterie van de drie-eenheid uit door middel van deze klaver. Een kruid met het merkteken van het kruis beschermt tegen alle duivelse machten.
In feite was deze christianiseren een ouder gebruik van de shamrock als een kracht tegen heksen en elfen die speciaal rond de 17de maart actief waren, het eind van de winter en begin van het voorjaar. De klaver was in hoge aanzien bij de Druden als een kracht tegen duivelse geesten en vanwege veronderstelde medische krachten. Bij de druden symboliseerde het blad de drie afdelingen van natuur, zee, aarde en hemel.
De shamrock van geluk en zegening is een vierbladige klaver, maar het is niet goed ernaar te zoeken, het moet toevallig gevonden worden.
Voor de echte Ier zijn alle klavers heilig.
De plant verschijnt in oude klassieke versieringen er is een goed gebrandschilderd raam, gebaseerd op zijn hangende bladeren en knoppen in King’s College, Cambridge, Fra Angelico en andere eerdere schilders beeldden haar af. De drie bladeren en witte bloemen doortrokken van purper gaven het mogelijk christelijke interesse. Het bloeit volop met St. Patrick. In een boek, Fynaes Morison, dat geschreven is voor 1598 staat de passage ‘They willingley eat the herb shamrock, being of a sharp taste, which as they run and are chased to and fro, they snatche like beastes out of the ditches.’ Dat zal wel op deze plant slaan die wat scherp is, een duidelijk herkenningsteken. Het komt nu niet zoveel meer voor omdat de bossen in Ierland vrijwel verdwenen zijn, met het bos ging ook de klaverzuring.
Op zijn dag draagt men de shamrock en oude vrouwen, voorzien van zijn embleem, roepen: ‘Buy my shamrocks, green shamrocks.’ Kleine kinderen hebben Patricks kruisen op hun kragen. Op die dag zal je geen loyale Ier zien zonder shamrock ‘Even though the sea should roll between him and his belovend Isle.’ Nadat men uit de beker heeft geplengd wordt de ondergedompelde shamrock goed bekeken.
҆or show me the true-gearted son of old Erin
Who love not the land where the green shamrock grows.’
Bij de Grieken en Romeinen bezat de klaver magische krachten. Magisch tegen steken van schorpioenen en slangen, een embleem van hoop. Ook klaver zou gemeden worden door slangen. Dit is ook van Plinius: Ik ben niet onverschillig dat het volk er zeer van overtuigd is dat trefoil van een grote kracht is tegen de steken van serpenten en schorpioenen... en ook dat serpenten nooit te zien zijn onder trefoil’. St. Patrick verdreef er alle serpenten mee uit het emerald eiland.
De Heilige Ierland wist met deze plant vruchtbaar te maken zodat latere geslachten van het ’groene’ Erin konden spreken.
Orde van St. Patrick.
De orde van St. Patrick werd in 1783 door Georg III gesticht. Op het juweel is een krans van shamrocks te zien met het motto ‘suis separabis’, Koningin Victoria plaatste de shamrock in haar diadeem, waardoor de Franse fleur de lys in het jaar 1800 volledig verdween van het Britse schild. Het was een daad van piëteit toen ze jaar voor haar dood op 17 maart 1900 de Ierse soldaten toestond om zich te tooien met het nationale klaverplantje. Vroeger was dat streng verboden. Paddy, de Ierse soldaat, werd zelfs gevangen gezet omdat hij op St. Patricksday het bloempje gedragen had. Zo kwam dit vredelievende florakind in de politiek en gaf het welkome stof voor opruiende soldatenliedjes als: ‘The wearin' o’se Green’ beginnende met: ‘Oҏ paddy dear and did you hear the news that ‘s going round?
The shamrock is forbid by law to grow on Irish ground.’. Verder gaat het dat we gedwongen worden om het bloedig rood van Albion te dragen, zeker zullen Ierlands zonen nooit het bloed vergeten dat zij vergoten hebben. ‘Gij kunt de klaverblaadjes van onze hoeden rukken en vertrappen, maar zij zullen wortel schieten en opnieuw groeien hoewel gij ze vertrapt hebt’..
Klavers zijn van de middeleeuwen tot late Tudor tijden beroemd geweest. Ze gaven hun naam aan verschillende plaatsen als Clavering in Essex, Claverdon in Warwickshire en Claverton in Cheshire.
Welke plant?
De halve wereld weet dat met de echte Shamrock Oxalis acetosella bedoeld wordt. De andere half is zeker dat de echte Shamrock de witte klaver, Trifolium repens, is.
In de tijd van Spencer’s Faerie Queene zou de shamrock goed te eten zijn geweest, dit zou dan op de eerste plant slaan. Ook is de witte klaverzuring volop ontwikkeld op St. Patrick' s dag, de witte klaver is dat niet. De klaverzuring wordt in grote hoeveelheden op St. Patrick’s dag naar Londen gestuurd.
Aan de andere kant wordt er gezegd dat de gewone klaver het meest gebruikt wordt in Ierland.
Een half dozijn andere planten heeft ook zijn aanhangers, dit zijn alle planten met drie deelblaadjes. Ook zijn er die beweren dat de waterkers de echte shamrock is. Dit omdat de 16de en 17de eeuwse schrijvers elkaar kopieerden. Edmund Spenser, in zijn ‘View of the Present State of Ireland ‘ dat geschreven is in 1597-1598 beschreef de Ieren na een slag te Muntster: ‘and yf they founde a plotte of water-cresses or shamrokes, there they flocked as to feast for the time.’ Gerard interpreteerde in 1597 de klaver als de shamrock, T. pratense.
De echte soort zal altijd wel ter discussie blijven.
10 Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Oxalis rubra, A. St. Hil. (rood) De bloemen staan boven de 3 hartvormige bladeren die zwarte spotten bezitten, ze zijn glanzend aan de bovenkant en harig aan de onderkant.
Fraaie roze bloeiende plant met donkere nerven in de zomer.
Uit Brazilië, wordt 30cm hoog.
De cv. ‘Alba,’ is dus wit, cv. ‘Lilacina,’ heeft purperen bloemen. Deze rijk bloeiende soort vormt vrij dikke knollen die op den duur houtachtig worden en soms boven de grond uitsteken.
Red wood sorrel.
11. uit Curtis botanical magazine.
Oxalis enneaphylla, Cav. (negenbladig)
Dunne, kruipende wortelstok.
Lang gesteelde bladeren met meestal 19 blaadjes die meestal in 2 serie staan, omgekeerd lancetvormig zijn en kort behaard, diep 2spletig.
Bloemstelen met 1 bloem.
Witte en behaarde, geurende bloemen die geheel sterk purper geaderd zijn in juni/juli.
Uit de Falkland en Z. Argentinië maakte zijn opwachting in 1875, wordt 10-20cm hoog.
Engelse nine leaved wood sorrel.
Scurvey grass sorrel, bevat veel vitamine C zodat reizigers die om de Kaap gingen dit gebruikten.
Vormen.
‘Beatrix Anderson,’ heeft grotere en iets lichtere bloemen dan de blauwe ‘Ione Hecker,’ die zich verdiept tot donker purper in het centrum. ‘Minutifolia,’ heeft roze bloemen, wordt 5cm hoog en bloeit in mei/juni. ‘Rosea,’ heeft ook roze bloemen.
‘J. Tweedie.’ is verzameld door Mrs. R. Tweedie, al voor 1963, is wit met een vleugje crème in de keel, purper en helder roze aan de onderkant van de holstaande bladeren, de randen zijn appelgroen met oranje.
12. uit Curtis botanical magazine.
Oxalis adenophylla, Gillies. (bladeren met klieren) Stengelloze plant met knolvormige wortels
De talrijke blauwe bladeren, 12-22, staan in een rozet en zijn lang gesteeld, blaadjes omgekeerd hartvormig en zittend, 2lobbig.
Bloemstelen van 6-12cm lang.
Vrij grote komvormige bloemen zijn zacht violet/rode met omgekeerd eivormige bloemblaadjes met een ronde, gave top en smalle voet in mei/juni. Elke bloem bezit 5 purperen vlekken in het witte centrum.
Dit is een van de allermooisten en kan ook in de winter een stootje verdragen.
Dit plantje moet in de rotstuin op een zeer zonnige plaats geplant worden waar het smalle compacte rozetten vormt.
Komt uit de Valdiviaanse Andes in Z. Chili waar het gewasje groeit boven de boomgrens op 1800m. Is beschreven in 1906 en ingevoerd in 1914, wordt 10-20cm hoog.
Sauer klee.
15. uit C. Loddiges.
Oxalis tetraphylla Cav. (4bladig) (Oxalis deppei, Lodd. & Sweet.) (Is in Mexico gevonden door de Berlijnse kweker en plantenverzamelaar Ferdinand Deppe in 1823)
Stengelloze plant met knolvormige wortelstok, 20-30cm.
Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld en 4tallig, blaadjes omgekeerd hartvormig en fijn gezaagd/getand, donker groen en in het midden purper gevlekt, 2-4cm lang
Bloemstelen zijn iets langer dan de bladeren en kaal tot zwak behaard met 5-12 bloemen.
Vrij grote bloemen met purper/roze bloemblaadjes die aan de voet een geelachtige vlek hebben in juli/september.
‘Iron Cross,’ met karmijnkleurige bloemen en varen groene bladeren met een kruisvormige teken, het Iron Cross. Deze vorm onderscheidt zich van de vorige door de donkere bladtekening.
Naam.
Geluksklaver, klavertje vier, Duitse Glucksklee, Engelse Deppe ‘s wood sorrel. Four leaf sorrel, lucky clover.
Gebruik.
De knollen werden in Peru wel als wortelgroente gegeten. (Oxalis esculenta) De knol kan gegeten worden door het ongeschild met zout en 1 deel melk op 1 deel water te koken, na het schillen worden ze in een zoete saus, uit vleesnat en botermeel bereid en geroerd. Onder de naam arrakatscha verstaat men in N. Z. Amerika vaak planten met eetbare wortels, bijvoorbeeld heten Oxalis soorten arracacia del Peru.
Deze bladen zouden geluk brengen en worden wel aangeboden als geluksplantje.
Planten.
Veel worden deze geluksklavers in pot opgeplant. Hiervoor worden 5-7 bolletjes in kleine potjes geplant. Plant je ze in januari/februari dan duurt het een 2-2,5 maand voordat ze bloeien. Plant je ze later wordt de tijdsduur van opplanten tot bloei korter. Geremde bollen worden meestal als geluksklaver rondom Kerst op de markt gebracht. Hiervoor gebruikt men bollen van de oude oogst. Van naturen bloeien ze niet in deze tijd.
16. uit Curtis botanical magazine.
Oxalis lasiandra, Zucc. (behaarde meeldraden)
Stengelloze plant met knolvormige wortelstok.
Lang gesteelde bladeren zijn 5-9tallig, spatelvormige blaadjes zijn donker groen met roodachtig gevlekte achterkant.
Bloemstelen zijn veel langer dan de bladeren en met 12-20 bloemen.
Karmijn/roze bloemen met donkerder nerven, omgekeerd eivormige bloemblaadjes met een smalle voet en aan de buitenkant fijn behaard in juni/augustus.
Kwam uit Mexico in 1830, wordt 20-35cm hoog.
Woolly stamened wood sorrel, Mexican shamrock.
17. Uit B. Maund.
=Oxalis bowiei, Lindl. (Engelse botanist en plantenverzamelaar James Bowie, 1789-1869)
Het klavertjesvierblad is harig en de wortels zijn dik.
Per bladsteel verschijnen er 5-9 blaadjes die van onder rood gestippeld zijn.
De roze bloemen bezitten hier een geel oog met bloei in juli/augustus.
Kwam uit de Kaap in 1824, wordt 20-30cm hoog.
Bowieճ wood sorrel, Cape shamrock.
18. Uit van L. van Houtte.
Oxalis pes-caprae, L. (geitenvoet) (Oxalis cernua) (gekromd of omgebogen)
De 3voudige bladeren zijn van een licht groene kleur en harig.
Dit is een goudgeel bloeiende vorm, met een jasmijnachtige geur. De plant bloeit in grote aantallen in het voorjaar, mits volop zon.
Uit Z. Afrika komt wijd verspreid voor in de tropen en subtropen, wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1820.
‘Plena,’ is dubbel geel.
Bermuda buttercup of drooping wood sorrel, Duits Bermuda buttercup, African Wood-sorrel, Bermuda Sorrel, Buttercup Oxalis, Cape Sorrel, English Weed, Goatճ-foot, Sourgrass, Soursob, Soursop
Nickender Sauerklee, Bermuda-Sauerklee of Ziegenfu-Sauerklee.
19. uit Curtis botanical magazine.
Oxalis purpurea, L. (purper)
De 3 bladeren zijn soms purperkleurig aan de onderkant.
Heeft roze tot lichte of wit bloemen met een gele keel in de herfst.
Komt ook uit Z. Afrika en is sinds 1795 geregistreerd, wordt 15cm hoog.
‘Ken Aslet,’ heeft zilverachtig blad en komt in mei juli.
Purple wood sorrel.
20. uit L. van Houtte.
Oxalis versicolor, L. (verschillend kleurig)
Wit aan met rode rand en een geelachtig buis, de randen zijn purper violet.
De alleenstaande bloemen bereiken een hoogte van 15-20cm.
Uit Z. Afrika is beschreven in 1774.
Candycane sorrel.
21. uit Curtis botanical magazine.
Oxalis hirta, L. (licht behaard)
De 3 blaadjes zijn harig.
Alleenstaande, violet/purper of witte bloemen met een gele buis, een herfstbloeier voor de alpine tuin.
Uit de Kaap wordt 30cm hoog. Is beschreven in 1787.
‘Gothenbur,’ heeft grotere en diep roze bloemen.
Hairy sorrel.
Planten.
De klaverzuringsoorten hebben zich in verschillende klimaatgebieden aangepast.
Oxalis adenophylla, acetosella, enneaphylla corniculata en violacea zijn winterhard. Ze worden 7cm diep en 12 cm uit elkaar geplant, de eerste in volle zon, de tweede kan wat halfschaduw verdragen, ze kunnen enige jaren blijven vaststaan. De andere klavers worden in maart/april op een zonnige plaats buiten gezet op 15cm afstand van elkaar en 5cm diep. Ze worden in oktober/november gerooid en droog bewaard.
Vermeerderen door in april/mei te scheuren of zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl