Caltha
Over Caltha
Dotterbloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit en.topictures.com
10 soorten komen voor in dit geslacht.
Het zijn vrijwel universele planten van de koude gedeeltes van het noordelijk en zuidelijk halfrond, wat wijst op hun zeer hoge oudheid. Een antieke plant dus. Een antarctisch type.
Succulentachtige meerjarige glanzende kruiden met een bundel van sterke en vezelachtige wortels, 15-80cm.
Bloemen zijn geel, wit of roze.
Ranunculaceae, ranonkelfamilie.
=Caltha biflora, DC. (twee bloemen) Blad is rond niervormig en gekarteld, breder dan lang met over elkaar liggende voetslippen.
Opstaande stengels met meestal 2 bladeren.
De meestal 2 bloemen hebben 6-9 witte kelkbladeren in april/mei.
Rijpe vruchtjes zijn duidelijk gesteeld.
Uit Alaska tot Nevada en Californië, wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1827. White marsh marygold.
Uit www.webmasters-online-dictionary.org
Caltha dionaeifolia, Hook. heeft bladeren als de Venus vliegenval, Dionaea. Komt uit Z. Amerika.
Uit www.eplante.no
Caltha laeta, Schott, Nyman & Kotschy (vrolijk van kleur) (Calcea calului)
Lijkt veel op onze palustris maar verschilt ervan door de lagere groeiwijze en veelbloemige stengels, de gezaagde/getande bladeren en donkergele bloemen en vruchtjes met half ronde binnenzijde en rechte rugzijde. Bloeit in april/mei.
Uit de Alpen en Karpaten, Balkan wordt 10-20cm hoog.
‘Alpestris’ verschilt van het type doordat ze in alle delen veel kleiner is en eenbloemige stengels heeft, terwijl de bladeren meer gekarteld zijn.
Uit www.fs.fed.us
Caltha leptosepala, DC. (met dunne bloembladeren)
Alle bladeren zijn wortelstandig en opstaand, ovaal/hartvormig en gekarteld, langer dan breed.
Opstaande stengels vaak met 1 blad.
Alleenstaande bloemen met 7-10 langwerpige, zuiver witte kelkbladeren in april/mei.
Vruchtjes zijn niet of zeer onduidelijk gesteeld.
Uit Alaska tot Oregon en Colorado, wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1827.
‘Rotundifolia’, verschilt ervan doordat ze forser groeit en in alle delen groter is, meer ronde en ongeveer gaafrandige bladeren heeft en grotere bloemen met bredere kelkbladeren.
White flowered marsh marigold.
Caltha polypetala, Hochst. (met vele bloembladen) Grote, niervormige, glanzend heldergroene bladeren.
Een mooie en sterk groeiende plant met hoge stengels.
Bloeit in april/mei rijk met opvallende grote bloemen met vele goud/gele meeldraden.
Vermeerdert zich snel via uitlopers.
Uit de Kaukasus, Bulgarije en Armenië wordt 40-60cm hoog.
Caltha palustris var. minor, Mill. (klein) Kleine dotterbloem.
Verschilt van palustris doordat ze in alle delen veel kleiner is.
De bladeren zijn hart/eivormig en ongeveer 5cm breed, aan de voet weinig en fijn gekarteld.
De veelbloemige stengels staan rechtop. De 3-4cm grote bloemen hebben smal eivormige, donkergele kelkbladeren, bloeit later, juli/september.
Uit Engeland, Schotland, Frankrijk en België, wordt 10-20cm hoog.
‘Radicans,’ verschilt ervan door kruipende tot opgerichte stengels en de meer gekartelde bladeren en elliptische kelkbladeren.
Caltha palustris var. palustris (van het moeras) (Caltha holubyi, Schur.) (Jos L. Holuby, Hongaarse botanicus, gestorven in 1923)
Wortelbladeren en onderste stengelbladeren zijn bijzonder groot, tot 20cm in diameter en lang gesteeld, rond niervormig en zwak gezaagd, de voetslippen afgerond en elkaar met de rand aanrakend, bovenste bladeren zijn kleiner en niervormig.
Sterk groeiende soort met stengels van 60 tot 100cm lang, van het midden af aan vertakt, eerst opgericht en later liggend en dan wortelende.
Van mei tot augustus verschijnen de 4-6cm grote mooie goud/gele bloemen.
Uit Hongarije wordt 20-30cm hoog.
Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Caltha palustris, L. (moeras) is een van de mooiste moerasplanten en wordt 20-30cm hoog.
Ronde hartvormige bladeren en zonneachtige, goudgele bloesems in overdadige pracht typeren het gewas.
Stengel is hol, dik en opgaand, wortelend en kruipend, bovenaan meestal vertakt.
Het blad is palmachtige generfd en van een heldere kleur, de onderste bladeren zijn lang gesteeld, hartvormig en dik, glanzend donkergroen en fijn gekarteld, de voetslippen raken elkaar meestal niet, de bovenste bladeren zijn kleiner en niervormig, kort gesteeld tot zittend.
In april/mei verschijnen de 4-5cm grote bloemen met breed eivormige donkergele kelkbladeren. De dotterbloem schijnt als vuur in grijze moerassen. Zijn glimmende oogjes openen in een kleurloos jaargetijde in vochtige weiden. Verlichten duistere vennen en zwarte akkers, of de dompige modder bij de elzenwortels en spreidt zich uit in overspoelde weilanden. Vroeger waren de hoger gelegen groene weiden omgeven door vlammende dotterbloemen. Soms doet ze de bloei ook nog eens dunnetjes over in de herfst. Veel honig bevat de bloem, voor vliegen, bijen en kevertjes.
De vrucht met gekromde rugzijde is een kokervrucht die zich opent met vochtig weer waardoor ze met regen uitgespoeld worden. Dit is een aanpassing aan zijn groeiomstandigheid, vochtige, moerassige gronden en langs oevers. In Europa, N. Azië en N. Amerika verspreidt.
Vormen.
‘Decumbens ‘ heeft slappe en meestal liggende, weinig bloeiende stengels met hartvormige, gekerfde tot bijna gaafrandige bladeren en 2-3cm grote bloemen.
‘Integerrima’ heeft gaafrandige bladeren, de bovenste zijn aan de voet soms onduidelijk gekarteld
In 1601 is er een dubbele gevonden in de buurt van Salzburg en werd meegenomen naar het hof van Wenen om daar de dames te plezieren. ‘Plena’, is de gevulde. Tevens is hiervan een zeer grote monstruositeit, de ‘Monstruosa’, met abnormale vorm.
Ook is er een vroegere vorm, ‘Praecox’ die 14 dagen vroeger bloeit.
‘Plurisepala’, verschilt van het type doordat de kelkbladeren meestal in 2 rijen geplaatst zijn waardoor een half dubbele vorm ontstaat. Door zaaien krijg je hier steeds weer andere planten uit waarvan de ene meer en de andere minder kelkbladeren heeft. Van die afwijkingen is ‘Hortulanus Buddeռ,’ een van de beste vormen.
‘Stagnalis;’ is een krachtige groeiende vorm met opgerichte tot opstaande stengels. Grote en sterke, onregelmatig gezaagde bladeren. Bloemen zijn groter en meestal 5-6cm breed.
‘Sulphurea’, heeft zwavelgele bloemen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Sommige houden de dotterbloemen voor een soort van speenkruid wat in het Latijn Caltha palustris genoemd is. Valerius Cordus noemt het Caltha palustris.’
Caltha van de ouders wordt bij Dodonaeus Calendula genoemd, zie daar.
Caltha, deze naam komt overeen met het Griekse kalathos: een goblet of kop, een verwijzing naar de bloemvorm. Naar een andere mening is het van Grieks voor een korfje af te leiden. De plant groeit in dichte bossen waar de gele bloemen als een bloemkorf uit komen. Het kan ook zijn dat de naam door foute overschrijving uit Grieks voor koper, kuparissos, overgezet is. Dat vanwege de koperkleurige, glanzende bloemen.
Dodonaeus (b) ‘Wij noemen dit gewas dotterbloemen en dotterkruid, in Hoogduits Dotterblumen, Geel Wiszblumen en Gal Weiszblumen,’
Dotterbloem is een letterlijke vertaling van het Duitse Dotterblume, het moest dooierbloem zijn want de bloemen lijken op de dooier van een ei. Duits Eierblume, Anke- en Butterblume slaat op de gele kleur, gebruikt om boter te verven, Sumpfdotter-Blume, Kuhblume. H. Bock; ‘Deze bloem heb ik Moþblůmen (mosbloemen) horen verduitsen en Dotterblůmen vanwege de kleur, een ook gl Wiþblůmen, (gele weidebloemen) Matten blůmen, (bergweiden bloemen) omdat men ze het allermeeste of de mosachtige vochtige weiden vindt..’
Dodonaeus ‘Het heeft ook deze namen, Caltha Virgilii, Tussilago secunda Matthioli, Chelidonium minus palustre, Chamaeleuce Plinii, Malacocissus major, Cassana Bassi, Populus pumila, Populago en ook Amellus Virgilii die meestal dit kruid oneigenlijk toegeschreven zijn. Ook is het van sommige kwalijk Farfugium of Farranum genoemd geweest,’
Frans le populage des marais.
Dodonaeus (d) ‘De meest bekende namen van dit gewas zijn dotterbloemen of grote boterbloem of ook watergoudsbloem en in Engeland marsche marigolde.’
Duits Goldblumen, Frans souci des marais: moerasgoudsbloem, zie Calendula, algemeen le souci dաeu: watergoudsbloem, caltha des marais: moeras, grand bassin: grote schaal, in de Provence, zonder twijfel naar de gouden schaal die een schild suggereert, gauche-fer: linkshandig ijzer. De Engelse naam is boots, marsh marigold, (zie Calendula), golds, goldins, water of open gowan, meadow gowan, yellow gowan, in Schotland wordt het luckan gowan genoemd, zie Calendula, Fries djerreblom.
(e) Vergelijking met ranonkelachtige en vooral Ranunculus bulbosus, Engelse king cups, water butter cup, horse buttercup: paardenboterbloem, Duits Bodderblom, Butterblumpottsch, waterboterbloem, grote botterbloeme en butterbloem. In Belgi dobbelboterbloem en beuterblomme, waterbloemen, naar de groeiplaats kleine plomp, zie Nupha, Bachblume, Bachrosen, Wasserblume.
Dodonaeus (f) ‘In het Hoogduits heten Wiesenblumen en Mattenblumen, Marterblumen en Moszblumen.’
Duits Moosblume, Kukucksblamen, Osterblume, Froschblume, Rolla, Ankebluem, Ankemaie, Hasemaia, Ostermaie, Weibelekrut, Wibelewick, Zwitsers Guggerbluem, Guggerschmirha, Moosbutte.
(g) Verder in Engels bulls eyes, vergelijk de Duits Ochsenauge, meadow bright of meadow bout, drunkard: dronkaard, water dragon, may blobs en moll-blob, vergelijk de Duits Mollesblume molle; blaar. In Angelsaksisch heet het mersc-meargealla, mearh: een zee, gealla: gal, zwellend als een blaar, naar de ronde knoppen die zwellen als een blaar, vergelijk de namen mare-blob en horse-blob: een blaar. Marlborough is zo de heuvel van marsh marigold. Andere afleidingen van gealla gaan naar gouls, goulan en dergelijke. Maregall is verder geassimileerd in meer bekende namen als marigold, dit is ook een plant met gele bloemen (Calendula)
(g) Naar het blinkende blad, blekkenblad: blinken en in Belgi palakkenbloem, Duitse Butterschmirgl, Scherchl, Schmarblume, Schmalzpfaum, Schmirker, Schmirbla, Schmirgel van schmirgeln: polijsten, grosse Schmalzblume: glanzen, Polpes, en Polsterkraut.
(h) Gebruik, deutsche Kapern, vervanger van Capparis.
(i) In Italië heet de plant fiorancio: oranje kleurige bloem, sposa del sole: zonnebloem, en in Spanje yerba centella: de schijnende plant, in Zweden kalfleka.
(j) 'Dubbele dotterbloemen is van Clusius beschreven en in het Latijn Caltha palustris sive potius Chamaeleuce pleno flore genoemd en groeit in de weiden omtrent Salzburg en vandaar zijn ze eerst te Wenen gebracht. In Beieren heten deze dubbele dotterbloemen Gefullt Ruckerzuss, zegt Camerarius.'
In Estland heet het ‘Conna rubak’= kikkertabak), omdat de Esten de gedroogde bladeren als rookwerk gebruikten.
Uit A. Masclef.
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Die dit kruid geproefd hebben, zegt Lobel, zullen gemakkelijk geloven dat als het ingenomen wordt de pijn van de nieren en lenden verzoeten kan (als Dioscorides van de Chamaeleuce schrijft daar sommige dit kruid voor aanzien) zover als die vervuld en vervuild zijn met grove en windachtige slijmerigheden en merken dat het eensdeels water laat maken en eensdeels in zo groot en goed voedsel verandert dat de koeien die in het begin van de lente daarmee gespijsd zijn zeer goed melk en gele boter geven.’
De bloemen worden wel als snijbloemen gebruikt en blijven lang goed. De nog niet geopende bloemen worden wel als kappertjes gegeten en de smaak zou gelijk zijn aan die van de echte (Capparis). Kook de jonge bloemknoppen hiertoe in azijn en eet het met zout.
Het uit de bloemen geperste sap werd wel gebruikt om de winterboter, die een lichtere kleur had, bij te werken om zo op zomerboter te lijken.
Het sap van de bloem dat gekookt wordt met aluin, geeft papier een prachtig, maar niet duurzame gele kleur.
Er is twijfel over de eetbaarheid van het blad, dit zou door dieren niet gegeten worden. Het is een ranonkelachtige en dus scherp, wat giftig. Boerhaave zegt dat het een zo’n brandend gevoel geeft aan dieren die het eten dat ze zelden de dood ontlopen. In het Bohemerwoud en andere plaatsen echter als melk bevorderend voer aangeprezen. Mogelijk vanwege de bittere smaak zal het als het in het voorjaar bij het hooi gevoegd worden de vertering bevorderen.
Folklore.
In Angelsaksische talen wordt het gewas dronkaards genoemd naar de natte standplaats. Pluk ze niet of bekijk ze niet, anders word je alcoholist. Als het blad tezamen trekt zou het gauw gaan regenen.
Als het in Ierland met zekere ceremonies geplukt en weggedragen wordt zal het de drager beschermen tegen kwade woorden die tegen hem gesproken zouden worden.
Als een vrouw een dotterbloem ten geschenke kreeg betekende deze ondankbaarheid of kinderachtigheid.
Het is de meibloem. Op die eerste meidag waren de elven en heksen gebonden zoals in de Johannesnacht. Meidagbossen hingen over de deuren en de vruchtbaarheid van vee was zo verzekerd. In Duitsland was de dotterbloem in grote vraag tijdens de blijde meifeesten en in sommige gebieden is de plant bekend als die Kuhblume naar het oude gebruik om die guirlandes om het hoofd van de koe te hangen op whitsun- of de pinksterprocessie. De vruchtbaarheid van de koe is dan verzekerd.
Sage.
Eens, ver terug in oude tijden, leefde een maagd die Caltha genoemd werd die zo onder de indruk was van de zon dat ze alle dagen buiten zat, haar ogen gewend naar de hemel. Tenslotte weigerde ze haar plaats te verlaten, zelfs ‘s nachts omdat ze bang was dat ze te laat zou zijn bij de eerste groet van de zon. En zo ging ze door zich te verbazen en de zon te bewonderen totdat ze tenslotte geadsorbeerd werd in de stralen van haar geliefde zon en verdween voor sterfelijke ogen en in haar plaats verscheen een bloem die traanachtig bedauwd was met een kleur als de zon die, zover bekend, men nog nooit had gezien en die met de komst van de zon zijn bloemen opende.
Planten.
Dotters komen algemeen voor op drassige plaatsen op niet te voedselarme gronden. Verdraagt overstroming van zoet water. Vooral de wortel bezit scherpte. De plant heeft een dikke en korte wortelstok en kan zo gemakkelijk gescheurd worden.
Ze groeien het best in natte plaatsen bij stromend water. Hoewel het moerasplanten zijn groeien ze ook in de gewone border. Mooi is de plant in combinatie met de lis, kattenstaart, vergeet mij nietje en primula’s.
Vermeerderen door scheuren vroeg in het voorjaar. Zaai het zaad onder een laagje water van 1cm en geef 3 weken 20 graden, 6 weken 0 en dan 10 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl