Lobelia
Over Lobelia
Kardinaalsbloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Een familie van struiken, halfstruiken of kruiden. Campanulaceae, klokjesfamilie, Lobeliaceae.
Ze zijn wijd verspreid over de gematigde en tropische regionen van beide halfronden.
De gehele familie bevat een sterk ruikend en melkachtig sap wat extreem scherp en zeer giftig is. Ze zijn gevaarlijk om te verhandelen, als het sap in de ogen komt veroorzaakt het tijdelijke blindheid. Isotoma longiflora (lange bloemen) uit Tropisch Amerika, is zeer giftig en zou zelfs paarden doden. Verscheidene zijn echter onder deskundige behandeling krachtige en nuttige medicijnen zoals Lobelia inflata en Lobelia syphilitica. Lobelia urens, inlands in Engeland, is een gevaarlijke en blaartrekkende plant.
Velen zijn zeer sierlijk en worden veel gecultiveerd onder glas of in de open lucht.
=Lobelia excelsa, tabaco del diablo, Tupa of trupa uit Chili, door Redoute.
Lobelia.
Een geslacht dat meestal uit kruiden bestaat, sommige tropische soorten zijn wat houtachtig.
Meer dan 360-400 soorten komen voor in vele delen van de wereld, meest in de warmere streken en een paar in de koudere, 69 in Z. Afrika.
Het zijn excellente borderplanten, n- en meerjarig.
De bloemen lichten op in de kleuren blauw, rood of geelachtig in een eindelingse tros.
Bladeren staan afwisselend.
Sommige lobeliasoorten worden bestoven door vogels als kolibries, borsteltongparkiet, honigeters en kleervogels.
Sommige hebben zeer giftig sap, Lobelia longiflora uit de W. Indië doodt paarden die ervan eten en wordt daarom chatta cavallo genoemd, in Spanje heet het rabienta cavallos. Nog giftiger is Lobelia tupa waarvan Feuiliee zegt dat zelfs de geur van de bloem overgeven veroorzaakt en dat als het op de huid gelegd wordt het een brandende gevoel en pijn veroorzaakt. Het sap van verschillende soorten, als het in je ogen komt, veroorzaakt ondraaglijke pijn.
Indeling.
Er zijn ruwweg twee groepen, de eenjarige groep en de meerjarige groep.
De meerjarige zijn ook weer in 2 groepen te verdelen, de harde en half harde.
De half harde zijn meestal afkomstig uit Mexico, zoals Lobelia fulgens.
Eenjarige.
De eenjarige zijn lage en normaal blauw bloeiende soorten die geschikt zijn voor bedden en randen. Dezen zijn gemakkelijk van cultuur en worden vermeerderd door zaad of stek.
Lobelia amoena, Micx. (bekoorlijk) Donkergroene bladeren zijn kort gesteeld en langwerpig tot elliptisch, gegolfd en meestal wat getand, de bovenste bladeren zittend.
Opstaande stengels zijn meestal niet vertakt.
Tros van 10-50cm lang met blauwe bloemen van 2-2.5cm lang en smal lijnvormige kelkbladeren in juli/september.
Uit Carolina tot Florida wordt 60-100cm hoog. Is beschreven in 1812. Var. glandulifera Gray.
Southern lobelia.
7. Uit Redoute bij Bonpland.
=Lobelia cardinalis, L. (scharlakenrood) (Lobelia fulgens, Lobelia splendens, Willd. (lichtend en schitterend) Heldergroene bladeren zijn ei/lancetvormig tot smal langwerpig en aan beide kanten spits, fijn gezaagd tot getand, zittend tot kort gesteeld.
Opstaande stengel is niet vertakt.
Tros van 10-40cm lang scharlaken/rode bloemen van 2.5cm lang met lange bloembuis en lijnvormige kelkbladeren in juli/september.
De prachtige scharlakenrode vlammetjes staan trots in trossen die naar 1 zijde gekeerd zijn. Het is een van de opvallendste Amerikaanse bloemen.
Is afkomstig uit Virginie, New Brunswick tot Florida en Texas, is beschreven in 1629 en wordt 60-120cm hoog.
Deze vorm heeft giftige wortels. Symbool van onderscheiding.
Een mooie plant die geschikt is voor een vochtige border.
Naam, etymologie.
Scharlaken lobelia, kardinaalsbloem, Duitse Scharlach-Lobelia of Kardinalsblume, Franse cardinale of lobelia ecarlate, Engelse cardinalflower of indian pink en bij de Italianen fior cardinale. Zo genoemd naar de kleur cardinalis, de kardinaal of deurbewaarder, de overeenkomst in kleur gaf het de naam. Kwam hier al in 1620. Wordt Flos Barbarinus genoemd, naar kardinaal Barbarini, neef van Urbanus VIII, te wiens tijden ze eerst binnen Rome bekend is geworden.
Lobelia x speciosa Sweet. (opvallend of fraai) =kruising tussen syphilitica x cardinalis, lijkt in groei en bloeiwijze op beide ouders. (Lobelia x gerardii Chab., gewonnen door G. Chabanne in de botanische tuin te Lyon, Frankrijk en genoemd naar R. Gerard, directeur van die tuin)
Roodachtige bladeren en lange trossen van scharlaken/rode bloemen die in hoogte en kleur wat variëren.
‘Shirley Beauty’ verschilt van Queen Victoria door de langere trossen van donkerder bloemen. Gewonnen door B. Ladhams, kweker te Shirley.
‘Queen Victoria ‘met lange trossen van grote, scharlaken/rode bloemen.
‘Gloire de St. Anne' verschilt van vorige door intenser gekleurde bloemen. Deze laatste is gewonnen door Campbell, tuinman van Lady Ardilaun te Clontarf, Dublin, Ierland.
‘’Huntsman ‘verschilt van Queen Victoria door langere trossen en grotere bloemen. Gewonnen door T. Smith, kweker te Newry, Engeland.
Groene bladeren.
Stevige opstaande stengel.
Lange trossen van violetkleurig/purper/rode bloemen met 2 driehoekige witte vlekken op de onderlip, zeer laat bloeiend in juli/oktober.
Uit zaad komen er allerhande vormen terug.
‘Rivoirei, met grote zacht roze bloemen. Gewonnen door Ph. Rivoire pere & fils, kwekers uit Lyon.
‘Purple King, ‘met grote petunia/violetkleurige bloemen.
‘Rosy Gem’ bloeit laat met zeer grote roze bloemen. Beide laatste zijn gewonnen door B. Ladhams, kweker te Shirley, Engeland.
‘Lilacina ‘heeft lila kleurige bloemen. Gewonnen door F. Koppius, kweker te Alphen a/d Rijn.
Uit www.geo.de
Lobelia deckenii Fries. (Duitse botanist baron Carl Claus von der Decken, 1833-1865) is een reuzenlobelia uit de bergen van O. Afrika, Kilimanjaro, op vochtige gronden.
Geeft vaak vele rozetten en planten met meer rozetten bloeien geregelder, 1-18 rozetten die ondergrond verbonden zijn.
Ze sterven na de bloei..
Lobelia deckenii subsp. keniensis groeit op de Mount Kenya, tussen 3,300-4,600m.
Uit C. Lindman.
Lobelia dortmanna, L. (Dortmann, een Groningse apotheker die het kruid naar Clusius stuurde rond 1600) uit N. en W. Europa wordt 10-30cm hoog.
Stengel is eenvoudig en hol, vrijwel zonder blad, al naar gelang de diepte van het water 20-60cm lang.
Bladen staan in een dicht wortelrozet, vrijwel cilindrisch en stomp, ondergedoken.
Bloemen staan in een 10-15cm lange tros met 4-10 stuks en hangen, de bloemkroon is wit met blauwe buis in juli/augustus.
In natte plaatsen van veenachtige grond is het een mooie waterplant die het water bedekt met een dicht blad van bladeren. De bloem is vrijwel het enigste gedeelte dat boven water uitsteekt.
Meerjarige door de vlezige wortelstok. N. Europa en N. Rusland, N. Amerika.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Waterbasilicum is van Lobel beschreven heet in het Grieks Erinos of Echinos, in het Latijn Erinus en van Plinius en Nicander Caprificus of Erinos, van Galenus Echinus of Vipera, in het Spaans albahaca de artoyos. Het is een tien cm hoog zegt Plinius en heeft vijf steeltjes die bijna het Ocimum gelijk zijn, de bloem is wit en het zaad zwart en klein en daaruit vloeit veel melkachtig zaad dat zoet is. Daarvoor beschrijft Lobel een kruidje dat in vochtige of waterachtige dalen groeit wat in het Hoogduits Susz wolfsmilch genoemd wordt, dat is zoet wolfsmelk, want het is vol melkachtig sap dat niet of zeer weinig scherp is en is van Tragus Esula genoemd geweest en heeft de bladeren die van basilicum gelijk, maar langer, de wortels zijn knoopachtig en in elkaar verward en lopen diep in de aarde.’
Water lobelia, ook in Engels, Duits Wasser-Lobelie, Engels ook Dortmann ‘s cardinalflower, Frans loblie de Dortmann.
Planten in bassins met zandige grond, ze groeien op een diepte van 10-50cm zomerpeil, in de winter mag het peil hoger zijn.
De wortel en kruid bevatten een melkachtige stof.
1.
Lobelia erinus, L. (Grieks erinus; wraakgodinnen) Lage plant met uitgespreide en soms wat klimmende stengels.
De hemelsblauwe bloemen, meestal met een witte vlek, staan in trossen. De bloeitijd is juni tot in september.
De tuinlobelia is afkomstig uit Z. Afrika en is daar een groenblijvende meerjarige, wordt 25cm hoog. Is in 1752 beschreven.
Lobelia erinus is in de natuur al extreem variabel. De compact groeiende en sterk rankende planten zijn onder kwekershanden tot wat nu meestal de hanglobelia is geworden.
De fraaie blauwe kleur contrasteert goed met oranje en rode bloemen, Pelargonium, of met een gele Calceolaria, blauw met blauw en dan Felicia en grijze planten.
De geringe hoogte en schijnbaar onuitputtelijke bloemproductie maken het een sieraad voor de tuin.
‘Chrystal Palace ‘is donker violetblauw met donkergekleurd blad.
‘Kaiser Wilhelm ‘is deftig gekleed in gentiaanblauw met groen blad. ‘Cambridge Blue’ is grootbloemig lichtblauw.
Van de hanglobelia ‘ wordt ‘Saphir, ‘diepblauw met een wit oog en donker blad als de beste beschouwd. In Oostenrijk een geliefde hangplant. Ook zijn er karmijnroze lobelia’ s als ‘Rosamond’ en een witte, de ‘Sneeuwbal.’
Engelse edging lobelia of dwarf spreading blue lobelia.
Uit J. Carson.
=Lobelia inflata, L. (opgeblazen) blaaslobelia, is een of tweejarige plant van 15-100cm.
Stengels zijn bedekt met haren.
Balderen meestal 8cm lang, ovaal en getand.
Violette bloemen die geel aan de binnenkant zijn, zomer tot de herfst.
Is afkomstig uit N. Amerika, van Canada tot Carolina en bij de Mississippi.
Naam.
Blaaslobelia, Indiaanse tabak, Engels Indian tobacco, asthma weed, soms als zalf tegen astma gebruikt, emetic weed.
Smaakt eerst mild maar daarna scherp en herinnert aan tabak. In Amerika wordt het daarom Indian Tobacco genoemd.
Gebruik.
De plant behoort tot de sterk narcotische middelen. Zaad heeft de pyschoactive krachten. Het bevat lobelin, een stof die het neusslijm en de longen heftig prikkelt. Het verlamt het ademhalingscentrum. De werking is evenwel toch minder dan tabaksblad en veroorzaakt braken, werkt afvoerend, zweetdrijvend en krampstillend.
Tot de harde groep behoort Lobelia cardinalis en Lobelia syphilitica.
6. Uit C. Morren.
=Lobelia siphilitica, L. (tegen syfilis) Kort gesteelde bladeren zijn eivormig tot lancetvormig en spits, gezaagd, de bovenste zittend
Opstaande stengels zijn meestal niet vertakt en wat behaard, dicht bebladerd
Trossen van 20-50cm lang blauwe bloemen die soms wat gestreept zijn met lancetvormige kelkslippen die lang toegespitst en gewimperd zijn met aan de voet 2 kleine spitse oortjes in juli/september. De hemelsblauwe bloemen staan in een meestal naar een zijde gekeerde tros.
Sterk bossig kruid van een 40-100cm meter hoogte.
Is afkomstig uit Virginie, Dakota tot Colorado en Missouri, waar die, net als de volgende, in moerassen en lage plaatsen groeit. Vandaar dat het een plant is voor moerastuinen en vochtige borders .Is beschreven in 1665.
Var. albiflora heeft witte bloemen.
Virginische lobelia, Tall blue of great lobelia.
Naam, etymologie.
Lobelia is zo genoemd naar Matthias de Lobel, of ‘L’Obel, 1538-1616. Geboren in Lille, was in Delft de geneesheer van prins Willem van Oranje en ging later naar Londen en werd en botanist van James 1 van Engeland. Hij voerde daar vele planten in. Daar publiceerde hij in 1570 een werk dat de eerste proeve van een natuurlijk stelsel van rangschikking van planten bevatte, waarop een paar honderd jaar later Linnaeus niet voortbouwde die daarvoor zijn kunstmatig stelsel gebruikte. Linnaeus noemde deze plant zo naar hem. Hij noemde deze plant een algemeen geneesmiddel tegen venerische ziektes, syfilis.
Lobelia, Franse lobelie, Engelse lobelia, Duitse Lobelie, Spleisze of Spaltglockchen, vanwege de aan een zijde in de lengte gespleten bloemkroon.
Symbool van kwaadwilligheid.
Uit travel.mongabay.com
Lobelia telekii Schweinf (Samuel Teleki, Hongaarse onderzoeker, 1845-1916) komt voor in tropisch Afrika, dan op drogere grond.
Geeft al zijn energie aan een grote bloemtros en sterft dan, die tros kan wel 3m hoog worden. Meestal komt die uit een enkele rozet die vele jaren groeit. De bloemen zijn verborgen in die bloemtros.
De plant heeft een blauwgroene kleur.
14. uit Edwards botanical register.
Lobelia tupa, L.(Chileense naam) Hele plant is dicht wollig behaard.
Langwerpige bladeren zijn toegespitst en fijn getand, 20-25cm lang en 7-10mm breed, zittend.
Stevige, opstaande en van onderen wat houtachtige stengel.
Zeer lange tros van helder purper/rode, behaarde bloemen in september/oktober.
Uit Chili wordt 70-125cm hoog. Is beschreven in 1824.
Var montana heeft lancetvormige bladeren en eivormige, toegespitste schutblaadjes.
Mullein leaved lobelia, tupa, tabaco del diablo, bevat hallucinerende middelen, devils tobacco. De Mapuche Indianen van Z. Chili beschouwen het als een heilige plant.
Planten.
De vaste planten worden gescheurd in april/mei, gestekt in augustus/november zonder groeistof. De eenjarige in maart/mei gezaaid boven de 24 graden, zaad niet bedekken. Tuinvormen komen niet zuiver uit zaad terug.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl