Baldellia

Over Baldellia

Stijve moerasweegbree.Vorm, afkomst, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariƫteiten.

Een of meerjarige kruiden, half ondergedoken of drijvend, glad tot harig, wel of geen rhyzomen.

Bladeren zittend of gesteeld, lijn tot lancetvormig tot ovaal.

Bloemen in trossen, zelden schermen, 1-18 kransen voor de moerastuin.

Zeer variabele vormen die met 3 soorten in het warme gebied van het Westelijk Halfrond voorkomen.

Vele zijn watersoorten en geschikt voor tropische zoetwateraquariums.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Alismataceae.

Baldellia is een geslacht van waterplanten die gewoonlijk als kleine waterweegbree bekend zijn, Engels lesser water-plantains. Het bevat 3 soorten in Europa, soms in N. Afrika. Is botanisch nauw verwant aan Echinodorus en mag daar wel onder gezet worden.

Baldellia ranunculoides (ranonkelachtig) (Baldellia alpestris) (Cosson) Vasc. (uit de Alpen) (L.) Parl (Echinochloa ranunculoides, Engelm. ex Aschrs.)

Bladen komen allen uit de wortel en zijn lijn- of lancetvormig

Meestal komt een rechtopstaande bloeiwijze op de forse en 3mm, dikke stengels die 8-25cm lang zijn.

Bloemen staan met 15 stuks in een krans, soms 2 in een rond hoofdje, wit, rood-, purperachtig in juli/september.

Groeit in moerassen, vennen, langs het water.

Subspecie cavanillesii, ranunculoides en repens.

Naam, etymologie.

Baldellia, naar graaf Bartolomo Bartolini-Baldelli, 19deeeuwse Italiaanse botanist. Echinodorus, Grieks echinos: egel, doru: speer, een verwijzing naar de gepunte vruchten en de speerachtige bladeren, of doros; leren fles, een verwijzing naar de zaaddozen die bij sommige soorten gewapend zijn, Duits Igelschlauch, Engels burhead. De kleine of stijve waterweegbree of moerasweegbree en Engelse lesser water plantain is nauw verwant met Alisma, waar het een kleine uitgave van is, behalve dat de bloemen groter zijn en in 1 of 2 kransen groeien. Frans alisma fausse renoncule.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl