Deutzia

Over Deutzia

Bruidsbloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

uit commons.wikipedia.org

Deutzia 's bevatten een groot aantal soorten, hybriden en cv’s met een rijkdom aan witte tot roze klokjes of schaaltjes, in vele vormen en vaak met gevulde bloemen, 1-4m.

Opgaande en bladverliezend, zelden bladhoudende, tegenovergestelde kort gesteelde bladeren die gezaagd en meestal ruig van boven zijn.

Holle twijgen die meestal bruin of rood/bruin zijn gekleurd en afschilferend.

Twijgen, onderzijde van de bladeren en kelkbladen zijn sterharig.

Bloemen zijn wit en soms purperachtig, staan zelden alleen en meestal in gedrongen en soms weinig bloeiende trossen of in pluimen aan zijtwijgen, kelk is 5spletig, 5 kroonbladen die wit tot roze zijn, 10 meeldraden en 3-5 stijlen.

Doosvrucht is 3-5hokkig met vele kleine zaden.

De oude en oorspronkelijke soorten zijn tegenwoordig sterk op de achtergrond geraakt omdat er enorm veel tuinvormen zijn ontstaan. Daardoor maken velen nu een gecultiveerde indruk.

60 soorten komen voor in O. Azië, (50 in China) Himalaya en 1 in Mexico. De rijkdom aan bloemen is groot.

Hydrangea familie, Phyladelphaceae.

Sectie Eudeutzia.

Groep Latisepalae.

Bloemen staan in pluimen of pluimvormige trossen, kelkslippen zijn korter dan de kelkbuis, kroonbladen min of meer opstaand, helmdraden zijn getand of priemvormig, stijlen zijn even lang of iets korter dan de kroonbladen.

1. =Deutzia gracilis, Sieb. & Zucc. (sierlijk) Bladstelen van 6mm lang Laag blijvend met licht bruine en opgaand groeiende takken

Donkergroene en lang toegespitste bladeren van 3-7cm lang zijn lancetvormig, gezaagd en aan beide zijden sterharig, van boven echter dichter van onderen

Bloeit in mei/juni zeer rijk met zuiver witte bloemen in verlengde pluimen, 1.5-2cm in diameter met driehoekige kelkbladen en helmdraden met korte en meer afstaande tanden.

Doosvrucht is rond/eivormig met afvallende kelk.

Kan uitstekend geforceerd worden.

Het is een kleine vorm en wordt tot een meter hoog, een meer sierlijke struik met dunne twijgen. Het is de Japanse snowflower. Door T. Lobb werd die naar ons gezonden uit Japan in 1851.

Slanke Deutzia of bruidsbloem, Slender Deutzia, Duits Maiblumenstrauch.

2. Deutzia crenata uit J. Zuccarini, www.BioLib.de

Deutzia x rosea Rehd. (roze) is uit Deutzia gracilis en Deutzia purpurascens gewonnen, is groter in bloem dan gracilis maar van roze/witte kleur en rijk in juni. Tot 1890 waren er alleen maar witbloeiende Deutzia 's bekend, de invoer van Deutzia purparescens in 1888 was voor de Fa Lemoine in Nancy de aanleiding om deze soort, waarvan de kroonbladen aan de buitenkant purper gekleurd zijn, te kruisen met de toen reeds bekende witbloeiende soorten. Zo is ook deze rosea ontstaan en talrijke hiertoe behorende tuinvormen die alle laag blijven en meestal zeer rijk bloeien van licht roze tot purperrood.

Bladstelen zijn 3-5mm lang.

Bladeren zijn tot 7cm lang, langwerpig/eivormig met spitse top, scherp gezaagd, de onderkant spaarzaam met sterharen bezet.

Heeft bruine en later afschilferende twijgen.

Bloeit in juni/juli met klokvormige bloemen in korte pluimen, bloemen tot 2cm in diameter met wijd uitstaande kroonbladen die aan de buitenkant roze zijn, kelkslippen zijn langer dan de kelkbuis, helmdraden zijn zwak en soms ongetand, meeldraden zijn meestal iets korter dan de stijlen.

Wordt een ruime meter hoog.

‘Multiflora,’ witte bloemen tot 2cm in diameter, met kelkbladen die langer zijn dan de kelkbuis

‘Campanulata,’ een kleine dicht gedrongen struik met aan de top overhangende twijgen. Bloemen zijn zuiver wit en klokvormig en staan in gedrongen trossen.

‘Carminea,’ tot 1m hoog met overhangende twijgen. Bloemen tot 2cm in diameter, van binnen wit en van buiten karmijn/roze in dicht opeen staande tuilen.

‘Floribunda,’ met bloemen tot 2cm in diameter die aan de buitenkant karmijn/roze zijn en in korte opstaande pluimen staan.

Rose Deutzia.

Uit www.rangedala-plantskola.se

Deutzia x carnea Rehd. (vleeskleurig) =kruising van rosea x sieboldiana.

Komt weinig voor, wel de onderstaande vormen.

Bladeren zijn zeer kort gesteeld en tot 7cm lang met spitse top, scherp gezaagd en aan beide zijden met sterharen bezet.

Wordt een 1.5m hoge en vrij breed groeiende struik die later aan de top wat meer gaan overhangen met twijgen die in het tweede jaar wat afschilferen.

Bloeit midden juni met witte en aan de buitenkant roze kleurige bloemen in brede opstaande luimen, bloemen zijn tot 2cm in diameter met kelkbladeren die korter zijn dan of even lang als de kelkbuis en bruin/rood, meeldraden zijn ongeveer even lang als de stijlen.

‘Stellata,’ heeft kleinere bladeren en bloemen met smallere kroonbladen, meer stervormig.

‘Densiflora,’ met roze kroonbladen in knop en later wit.

3. Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de

Deutzia scabra, Thunb. (ruig) Bladeren zijn zeer kort gesteeld.

Donkergroene, gekartelde/getande ei/lancetvormige bladeren van 5-10cm lang met spitse top en ruw aanvoelend, donkergroen en aan beide kanten, vooral aan de onderkant, met sterharen bezet

Witte bloemen in smalle opstaande pluimen tot 2cm in diameter, met opstaande kroonbladen en stompe, korte kelkslippen en getande helmdraden.

Doosvrucht met afvallende kelkslippen.

Deutzia wordt door beginnende botanisten wel eens verward met de jasmijn die tot dezelfde familie behoort. Maar zijn bladeren voelen scherp aan, vooral als er op het blad naar de stengel toe gewreven wordt met de toppen van de vingers.

De Deutzia is een kale en grove bruinhoutige heester met sterharen op de twijgen

In de winter zie je de holle gaten van afgesneden takken. Karakteristiek zijn de roodbruin takken die als afbladderende kaneelpijpjes de struik sieren. Voor een goede bloei is het beste de oude takken na de bloei te verwijderen.

Is afkomstig uit Japan en werd in 1833 ingevoerd, komt tot 3m hoog en anderhalve meter breed.

Var. dippeliana (Duitse botanist Leopold Dippel) wijkt af door de kleinere en naar verhouding iets bredere bladeren aan tot 6mm lange, dicht behaarde bladstelen en iets bredere, lossere pluimen.

Naam, etymologie.

Scabra betekent ruig, de oppervlakte van het blad is bedekt met kleine ruige haren. Het blad werd door Japanse schrijnwerkers gebruikt om te schuren en polijsten.

Deutzia kreeg zijn naam van de botanicus Thunberg naar zijn beschermheer, de vermogende Amsterdamse raadsheer Johan van der Deutz, 1743-1784. Met anderen verschafte hij Thunberg de middelen om een natuurhistorisch onderzoek te doen in Kaapland, Java en Japan. Thunberg vond het gewas op zijn reizen naar India en Japan. Hij beschreef de plant in de Flora of Japan, 1784, en noemde het uit dankbaarheid naar hem. De eerste levende plant arriveerde in Engeland in 1822.

Deutzia’s of bruidsbloemen, Engelse snow flower, fuzzy Deutzia en Duitse Deutzie.

Vormen.

De bruidsbloem heeft enkele witte bloemen in tuiltjes, soms zijn ze iets roze gestreept. De cv. ‘Elena’ heeft gevulde witte en aan de buitenkant rosé bloemen.

‘Watereri,’ heeft grote en zuiver witte bloemen met de buitenste kroonbladen karmijn/roze

‘Pride of Rochester,’ bloeit zeer rijk met goed gevulde en zuiver witte bloemen, de buitenste kroonbladen zijn roze gestreept.

‘Candidissima,’ heeft bloemen die in knop roze zijn en later zuiver wit en gevuld.

4. uit www.esveld.nl

Deutzia schneideriana, Rehd. (Duitse naturalist Johann Gottlob Schneider, 1750-1822) uit W. China wordt 2.5m hoog.

Komt hier vrijwel niet voor, wel de var latifolia (brede bladeren) die groener van onderen is.

Bladstelen zijn 3-5mm lang en iets behaard.

Bladeren zijn 3-7cm lang met toegespitste top, scherp gezaagd en aan beide zijden met sterharen bezet met 4-6 paar zijnerven.

Een tot 2m hoge struik met overhangende twijgen.

Bloemen komen in juni/juli en zijn zuiver wit en staan in tot 6cm lange pluimen, kelk en bloeiwijze met sterharen, meeldraden zijn sterk getand die bijna de top van de helmknoppen raken, meestal 3 stijlen die ongeveer zo lang zijn als de meeldraden.

Doosvrucht is halfrond met afvallende kelkslippen.

Uit; http://davesgarden.com/guides/pf/showimage/391597/

Deutzia ningpoensis Rehder. Middelgrote struik met overhangende takken van een meter tot twee meter.

Lange trossen met witte bloemen in mei-juni.

Winterhard.

Komt uit China.

5. uit de.gardening.eu

Deutzia x magnifica Rehder. (magnifiek) = kruising van scabra x vilmorinae.

Is door de fa Lemoine in de handel gebracht.

Fris groene, eivormige bladeren van 4-7cm lang met spits toelopende top zijn scherp ingesneden/gezaagd, iets rimpelig bovenkant die ruw aanvoelt, onderkant is grijs/groen en met veelstralige sterharen bezet.

Een tot 2,5m hoge struik met bruine, overhangende twijgen.

Bloeit begin juni zeer rijk met zuiver witte en goed gevulde roosjes in brede en wat hangende pluimen, bloemen zijn tot 3cm in diameter met puntig toelopende kroonbladen, kelkbladen zijn even lang als de kroonbuis, meestal 4 stijlen en zelden 3.

‘Superba,’ wijkt af door de meer klokvormige bloemen in losse opstaande pluimen.

Groep Cymosa.

Bloemen staan in tuilen, kelkbladen zijn breed 3hoekig, helmdraden zijn meestal groot getand en bij de in het midden geplaatste meeldraden steken deze tanden boven de helmhokjes uit.

7. uit de.wikipedia.org

Deutzia setchuenensis, Franch. (uit Setchuan, Szechuan, Sichuan, China) Bladsteel is tot 6cm lang.

Bladeren zijn 3-6cm lang en 2.5cm breed, lang lancetvormig met spitse top, verspreid staand, zeer fijn genaalde tanden, de onderzijde langs de middennerf is kort behaard en grijs of blauw/groen.

Een losse, opgaand groeiende struik met kastanjebruine twijgen die meestal in het tweede jaar afschilferen.

Bloeit in juni/juli met kleine witte bloemen in brede losse tuilen die soms 10cm breed zijn, bloemen zijn tot 1.5cm in diameter met kort driehoekige kelkslippen die veel korter zijn dan de kelkbuis, kroonbladen zijn lang eivormig, meestal 3 stijlen, meeldraden zijn ongeveer half zo lang als de kroonbladen, helmdraden zijn breed getand.

Uit W. en midden China en wordt 2m hoog.

Deutzia setchuenensis Franch. var. corymbiflora (Lemoine) Rehder (tuilvormige bloemen) wordt meestal gekweekt.

Groep Stenosepalae.

Bloemen staan in tuilen, kelkslippen zijn even lang als of langer dan de kelkbuis, helmdraden zijn alle getand, bij de in het midden geplaatste meeldraden steken de tanden soms boven de helmhokjes uit.

8. uit www.tuinkrant.com

Deutzia purpurascens, Rehd. (purperachtig) Bladeren zijn zeer kort gesteeld en 2.5-4cm lang, ei/lancetvormig met spitse top, ongelijk gezaagde bladrand, van boven wat ruw aanvoelend en donkergroen, spaarzaam stervormig behaard en van onderen dichter behaard en licht groen

Een opgaand groeiende struik met dunne, kale twijgen die gewoonlijk in het tweede jaar afschilferen.

Bloemen tot 2cm in diameter zijn wit en aan de buitenkant purperrood met afstaande kroonbladen, meeldraden zijn korter dan de kroonbladen, helmdraden zijn gedeeltelijk groot en afstaand getand.

Uit W. China wordt 1.5m hoog.

9. uit sites.google.com

Deutzia longifolia, Franch. (lange bladen) Komt met Deutzia scabra overeen hoewel lager groeiend en valt op door de stevige, lancetvormige en lang toegespitste bladeren die aan de twijgen soms 14cm lang worden.

Bloeit in juni/juli zeer rijk met tamelijk grote violet/roze bloemen met afstaande kroonbladen in grote tuilen.

Uit W. China wordt 2m hoog.

'Veitchii,' heeft intensiever getinte en grotere bloemen met rijke bloei.

Deutzia x myriantha Lem.(veel bloemig) =kruising tussen parviflora x setchuensis. Is in 1904 door V. Lemoine beschreven.

Lijkt op voorgaande soort, lang toegespitste eivormige bladeren met scherp gezaagde en soms bijna ruwe tanden, voelt aan beide zijden ruw aan, de onderkant is sterharig.

Bloeit in juni met tamelijk grote witte bloemen in eindstandige en grote tuilen, 2cm in diameter, kelkslippen zijn korter dan de buis, getande helmdraden.

11. uit www.eggert-baumschulen.de

Deutzia x kalmiiflora Lem. (met Kalmia-achtige bloemen) = kruising tussen purpurascens x parviflora.

Bladstelen zijn 3mm lang.

Donkergroene, ei/lancetvormige bladeren met spitse top zijn scherp gezaagd en van onderen spaarzaam met sterharen bezet en lichtgroen.

Een struikje van een metertje met sierlijk overhangende twijgen.

De bloempjes staan in 5-10 bloemige tuilen en zijn van binnen wit en van buiten roze tot wit uitlopend van mei tot in juni, bloemen van 2cm in diameter, kelkslippen zijn ongeveer even lang als de kelkbuis, helmdraden zijn groot getand.

12. uit plantillustrations.org

Deutzia discolor, Hemsl. (ongelijk kleurig of twee kleurig) (Deutzia vilmorinae, Lem.) (Vilmorin, Andrieux et Cie, kwekers te Parijs) Bladeren zijn 4-8cm lang en ei/lancetvormig met toegespitste top, getande bladrand, van boven voelt het blad wat ruw aan en is met zeer kleine sterharen bezet, van onderen dicht stervormig behaard in grijs/groen.

Bladstelen zijn 8mm lang.

Een opgaand groeiende struik met rood/bruine, afschilferende en aan de top overhangende twijgen.

Bloeit in juni in dichte veelbloemige tuilen, bloemen van 1.5-2cm in diameter zijn wit, kroonbladen zijn eivormig, kelkslippen zijn iets langer dan de kelkbuis en de stijlen aan de basis behaard en langer dan de meeldraden.

Uit midden China wordt 1.5m hoog. Is beschreven in 1904.

‘Major,’ groeit compact met iets grotere bloemen dan die van de soort die aan de buitenkant wat roze zijn.

Sectie Mesodeutzia.

Kroonbladen staan dakpansgewijze in de knop, helmdraden zijn priemvormig of getand.

14 uit plantillustrations.org

Deutzia wilsonii, Duthie. (Engelsman Ernest Wilson 1876-1930, Engels botanicus en plantenverzamelaar vooral in China) = kruising tussen discolor x mollis.

Een tot 1.5m hoge struik met op discolor gelijkende bladeren.

Grijs/bruine twijgen die afschilferen.

Bloeit in juni zeer rijk met tamelijk grote witte bloemen in losse tuilen, 1.5-2cm in diameter met kelkslippen die bijna zo lang zijn als de kelkbuis en 3-4 stijlen die korter zijn dan de meeldraden

Is beschreven in 1906.

16. uit de.wikipedia.org

Deutzia parviflora, Bunge. (kleinbloemig) Bladstelen zijn 3-6mm lang.

Donkergroene en lang eivormige bladeren van 3-7cm lang met toegespitste top zijn scherp gezaagd, bovenkant is spaarzaam met 4-6stralige sterharen bezet en van onderen dichter behaard met veelstralige sterharen, licht of iets grijs/groen.

Een opgaand groeiende struik met slanke lichtbruine twijgen.

Bloeit in juni zeer rijk met kleine zuiver witte bloemen in grote eindstandige tuilen, bloemen 10-12mm in diameter met korte, stompe kelkslippen en omgekeerd eivormige kroonbladen, helmdraden zijn niet of zeer onduidelijk getand, 3 stijlen die korter zijn dan de meeldraden.

Uit N. China wordt 5m hoog. Is beschreven in 1888.

Mongolian Deutzia.

17. uit plantenbestel.nl

Deutzia x lemoinei, Hort. (kweker Lemoine uit Nancy) is een kruising tussen Deutzia gracilis x Deutzia parviflora. Die kruising ontstond in 1894 door de Fransman Lemoine.

Bladeren zijn 3-7cm lang en zeer kort gesteeld, lancetvormig met lang gepunte top, scherp gezaagd en aan beide zijden groen, alleen de onderkant is met 5-8stralige sterharen bezet.

Tamelijk dunne en in het tweede jaar afschilferende bruine takken.

Bloeit in juni met witte bijna ronde, witte bloemtuilen, bloemen tot 2cm in diameter met aan de rand iets gegolfde en breed/ovale kroonbladen, kelkslippen zijn kort driehoekig en veel korter dan de kelkbuis, 3 stijlen, helmdraden zijn getand.

Bossig en al wordt het meer dan een meter hoog en kan goed in bloei getrokken worden.

‘Boule de Neige,’ heeft grotere bloemen in meer ronde tuilen en crème/wit.

Uit delta-intkey.com

Deutzia corymbosa, R. Br. (tuilvormig) Kort gesteelde bladeren van 4-7cm lang zijn eivormig met de top zeer fijn toegespitst, scherp en som bijna ingesneden, aan beide zijden sterharig van boven spaarzaam en van onderen veelstralig.

Een opgaand groeiende struik met rood/bruine twijgen die in het tweede jaar grijs/bruin worden en sterk afschilferen.

Bloeit in juni met witte bloemen in eindstandige en min of meer pluimvormige tuilen, bloemen zijn 1.5cm in diameter met korte driehoekige kelkslippen en eivormige kroonbladen, 3-4 stijlen die ongeveer even lang zijn als de meeldraden, helmdraden zijn duidelijk getand.

Uit de Himalaya, wordt 2.5m hoog.

Uit www.flickr.com

Deutzia rubens (Deutzia hypoglauca, Rehd. (van onder zeegroen blauw) ()

Opgaand groeiende struik die veel op Deutzia parviflora lijkt maar ervan afwijkt door de blauw/groene onderkant van de bladeren die ook geheel kaal zijn terwijl ze grotere bloemen heeft.

Uit Midden-China, haalt 2m.

Uit commons.wikipedia.org

Deutzia mollis, Duthie. (zacht) Bladeren zijn zeer kort gesteeld en 5-10cm lang, langwerpig elliptisch met spitse top, getande bladrand, donkergroen en spaarzaam met 3-4stralige sterharen bezet, van onderen grijs/groen en dicht behaard met sterharen.

Een opgaand groeiende struik met rood/bruine twijgen.

Bloeit in juni met zeer kleine witte bloemen in behaarde en opstaande tuilen, witte bloemen zijn 1cm in diameter met zeer korte kelkslippen en breed/ovale kroonbladen, 3 stijlen die korter zijn dan de meeldraden.

Uit Midden-China, wordt 1.5m hoog. Is beschreven in 1906.

Planten.

Snoeien door de oude bloemscheuten weghalen tot in het oude hout en om de paar jaar het oude hout weghalen. Bloemen komen op het hout dat vorig jaar gevormd is.

De hoge Deutzia’ s zijn via winterstek te vermeerderen. Knip eind februari stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.

Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegengehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.

Ook zomerstek is mogelijk, dit meer voor de zwakkere soorten.

Neem in juli 10cm lang topstek, het mag een beetje houtig zijn. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste blad er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 1% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon erdoor en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl