Arabis
Over Arabis
Scheefkelk, rotskers, torenkruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit J. Kops, www.BioLib.de
In de gematigde streken komen ongeveer 100 soorten voor. Het zijn kleine n-, of meerjarige kruiden met witte of purperen bloemen.
De bebladerde takken bezitten kleine en altijdgroene blaadjes. Ze groeien 10-80 cm hoog, meestal harig en gave tot gelobde bladeren van 1-6cm lang.
Viertallige bloemen verschijnen meestal aan eindstandige trossen en zijn klein maar komen in grote hoeveelheden.
Ofschoon het traditioneel gezien wordt als een groot geslacht met vele leden uit de Oude en Nieuwe Wereld. Tegenwoordig ziet men er twee groepen in die niet zo nauw verwant zijn zodat men ze gesplitst heeft. De leden van de Oude Wereld blijven in het geslacht Arabis en die van de Nieuwe Wereld zijn in het geslacht Boechera geplaatst, met maar een paar in het oude geslacht Arabis. Velen zijn onkruiden.
Brassicaceae, kruidbloemenfamilie.
=Arabis alpina, L. (uit de Alpen)
Bladeren zijn omgekeerd eivormig met de voet die breed in de steel afloopt, half stengelomvattend. Groene bladen die zacht behaard zijn en getand.
Een sterk groeiende soort met kruipende stengels, de niet bloeiende liggend en de bloeiende opgericht.
De ongeveer 1cm grote helderwitte bloemen hebben langwerpige bloemblaadjes waarvan de voet geleidelijk aan smaller toeloopt in mei/juni.
Wordt vaak verward met Arabis caucasica die minder rechtop groeit met meer grijsachtige behaarde bladeren en grotere bloemen met vroegere bloei.
Uit Europa, Siberië, N. Afrika, N. Amerika, wordt 10-25cm hoog. Is beschreven in 1596.
Naam, etymologie.
Alpenscheefkelk, White alysson of allison, Alpine rock-cress, Duitse Alpen-Gnsekresse, Frans lաrabette des Alpes.
Arabis x arendsii Wehr. Deze vorm is ontwikkeld bij de kweker Arends te Ronsdorf in Duitsland uit Arabis aubrietioides x Arabis caucasica en wordt 15-30cm hoog.
In groeiwijze lijkt het plantje het meest op caucasica, maar de bloemen hebben een zachtroze kleur.
‘Coccinea’ is rozerood.
‘Rosabella’, is meer groot rose.
Uit O. Thome.
Arabis arenosa, Scop. (zand) (Arabidopsis arenosa Law.)Eenjarige met roze bloemen in juli.
Uit Duitsland is beschreven in 1798.
Rozetsteenkers, Duitse Gansekresse of Heidensenf, Sandrauke.
Arabis aubrietioides, Bois. (Aubrieta-achtig) De plant vormt dichte zoden en is min of meer grijsachtig behaard.
De onderste bladen zijn omgekeerd eivormig en wat stomp getand, de stengelbladen zijn spits en getand, half stengelomvattend.
Korte trosjes met mooie grote, purperen bloemen in april/mei.
Lijkt in bloei en groeiwijze veel op caucasica.
Uit Klein Azië en Taurus gebergte, wordt 15-25cm hoog.
Pink tinted rock cress.
Uit Curtis botanical magazine.
Arabis blepharophylla, Hook. (als Blepharis: wimpers) Bladen zijn scherp getand, zittend of stengel omvattend met harige randen. Zeer lage vorm.
Grote zoet geurende bloemen in roze, purperroze en wit.
Komt uit Californië, San Francisco bay gebied, is beschreven in 1874. Is niet geheel winterhard.
Rock cress en rose rock cress.
Uit commons.wikimedia.org
Arabis caucasica, Willd. (uit de Kaukasus) Wintergroen of grijs, met kleine eironde en bochtig getande blaadjes, stengelbladen zijn half stengelomvattend, de bovenste zittend en gaafrandig.
Randjesbloem is een zodevormend en sterk groeiende kruiper met opstijgende stengels.
De grote roomwitte bloemen met omgekeerd eivormige bloembladen waarvan de voet plotseling smalt toeloopt komen in april/ mei en soms nog eens in de herfst.
Houdt wat van kalkgronden en zon.
Stamt uit Zwitserland en de Kaukasus. De plant werd ingevoerd in 1803 en wordt 15-30cm hoog.
‘Billardieri’ (J. J. Houtou de la Billardiere, 1753-1834 Franse arts en botanicus) heeft meestal gave bladeren en kleinere bloemen ‘Plena’ is dubbel wit,
‘Silver Queen’ gaat meer naar roomwit.
‘Variegata’ heeft wit gerande blaadjes. ‘Plena’ is gevuld. ‘Suphurea’, zwavelgeel, ‘Snowcap’, is zuiver wit.
Naam, etymologie.
Arabis komt van arabia: waarschijnlijk is dit een verwijzing naar de droge situaties waar vele soorten groeien. Linnaeus dacht dat Arabis uit Arabië stamde.
Engelse rock-cress, de groeiplaats, Duitse der Ganse-Kresse, die het eten, Frans lաrabette du Caucase en de arabide van de Spanjaarden.
Randjesbloem, honingschub of rijstebrij naar het gebruik en vorm, ook de naam begijntje komt voor. Engels sweet Alice, lady’s cushion, Frans corbeille d’argent.
Planten.
Spreidt zich laag uit over de grond langs randen, muren en glooiingen in harmonie met Aubrieta, Alyssum, Cerastium, Viola cornuta hybriden, Armeria, Saxifraga, voorjaarsbollen, tuinanjelier en Sedum's.
Vermeerderen is heel gemakkelijk door middel van scheuren in april/mei. Ook is zomerstek gemakkelijk. Dat doe je in het najaar, september.
Arabis ferdinandi-coburgii Kell. & Sund. (Ferdinand Maximilian von Saksen-Koburg, koning van Bulgarije, geboren in 1861)
Bladeren zijn aan beide kanten behaard, onderste kort gesteeld en omgekeerd eivormig, stengelbladen breed lancetvormig en gaafrandig en half stengelomvattend.
De ongeveer 1cm grote bloemen met witte, lancetvormige bloemblaadjes komen in april/juni.
Liefst op kalkrijke grond.
Lijkt in groeiwijze op procumbens.
Uit Macedonië, wordt 10-20cm hoog. ‘`Variegata’ is de bonte vorm.
Uit G. Thome.
= Arabis glabra, (L) Bernh. (glad)
De stengel gaat stijf omhoog en is meestal onvertakt, wortelbladen ontbreken vaak, vooral in de bloeitijd en door de haren voelen ze ruw aan, getand. Stengelbladen zijn blauwgroen gekleurd, eirond lancetvormig met een diepe hart/pijlvormige voet en stengelomvattend.
Geelwitte bloemen in juni/juli.
Hauwtjes staan rechtop en in twee rijen rondom de stengel, Arabis heeft maar 1 rij.
Groeit op open en zonnige plaatsen.
Eenjarige van een halve meter tot meer dan een meter hoog.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘Torrenkruid, in het Latijn Turritis, is zo genoemd omdat de stelen zo spits torenvormig of naaldvormig groeien.’
De oude naam was Turritis, Latijn turris: toren, de recht opgaande groei, mogelijk ook naar de groeiplaats. Torenkruid, turrekruid, Duits das Thurmkraut of Thurmsenf, Engels tower mustard, of tower cress, long podded mustard, Frans turrite of la tourette, Arabette glabre, Zweeds rockentrap.
Arabis turrita L. (Latijn turris; toren) twee of meerjarig kruidachtige plant.
Zacht behaarde en vaak rood aangelopen stengel van een 80cm hoog.
Wortelrozet met omgekeerd eivormige tot langwerpige bladeren met getande bladrand.
Bloemtros met geelachtige bloemen in april tot augustus.
Komt uit midden en zuid Europa tot noord Afrika op kalkrijke grond.
Torenscheefkelk, tower cress, Turm-Gansekresse, Arabette tourette.
Uit G. Oeder.
= Arabis hirsuta, Scop. (ruw behaard) Bladen zijn allen harig en getand, stengelbladen omvattend en hartvormig aan de basis en veeltallig. Heeft bloei- en bebladerde takken.
Bloeit met kleine witte bloemen in juni en juli.
Peulen opgaand en recht.
Tweejarig.
Een stijve en ruige plant van 10-40cm die gewoon is op muren, graspleinen en wegranden.
Subspecie hirsuta en subspecie sagittata, pijlscheefkelk.
Naam, etymologie.
Ruige scheefkelk of torenkruid is de Engelse hairy rock cres, Duitse Rauhe Gansekresse.
Uit littlehost.no-ip.org
Arabis lyallii, S. Wats. (David Lyall, 1817-1895, Schots arts en plantenverzamelaar)
Groene en onbehaarde, breed lancetvormige bladeren, stengelbladen zijn smal lancetvormig en half stengelomvattend.
Onbehaarde opgerichte stengels.
De ongeveer 1cm grote roze/rode bloemen komen in april/mei.
Groeit op een wat beschutte plaats in de rotstuin.
Uit Californië tot Montana, wordt 10-20cm hoog.
Uit J. Seboth.
Arabis procurrens, W. & K. (met uitlopers) Donkergroene bladeren waarvan de onderste breed lancetvormig zijn met gewimperde rand die aan de achterkant wat behaard zijn, de bovenste eivormig en zittend.
Zodenvormende plant met opstaande en behaarde stengels.
Talrijke kleine witte bloempjes in mei/juni.
Uit Servië en Bosnië wordt 15-30cm hoog, is beschreven in 1818.
Rotskers, spreading rock cress. Gansekresse.
Uit J. Seboth.
Arabis pumila, Wulf. (klein) Rozetten van kleine, omgekeerd eivormige en vlak liggende, meestal gaafrandige blaadjes.
De stengeltjes zijn onderaan behaard en eindigen in 3-6 grote witte bloempjes in juni/juli.
De ronde vruchtjes zijn geel gevleugeld.
Uit de Alpen, Apennijnen en Karpaten wordt 5-12cm hoog.
Zwerg Gansekresse, rock cress.
Uit; https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabis_soyeri
Arabis soyeri Reut & A. Huet. (naar de Franse botanist Hubert Felix Soyer-Willemet, 1791-1867)
Meerjarige kruidachtige plant van een 35cm hoog.
Wortelrozet met omgekeerd glanzend donkergroene eivormige bladeren met een fijn getande bladrand.
Bloemtros met witte kroonblaadjes in juni en juli.
Uit de Pyreneeën, Alpen en west Karpaten op kalkrijke grond.
Planten.
Ze staan het liefst in de volle zon waar ook het grijze blad goed tot uitdrukking komt, sommige soorten houden van halfschaduw en liefst in wat droge grond. Ze hebben een hekel aan natte voeten.
Vermeerderen door zaaien, scheuren en stekken. De tuinvormen komen niet echt uit zaad terug.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl