Asperula

Over Asperula

Akkerbedstro, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt.

Uit Plantillustrations.

Een geslacht van 80 soorten van kleine een- of meerjarige uit de walstrofamilie. Ze komen voor in de bossen van Europa, Azië en Australië.

De bladeren staan in kransen om de vierkante stengels.

Vele kleine bloemen die meestal vierdelig zijn.

Voor A. odorata, zie Galium.

Rubiaceae, Galium klasse.

Asperula odorata, lieve vrouwe bedstro, heet nu Galium odoratum.

=Asperula arcadiensis Sims. (uit Arcadië, Griekenland)

De hele plant is grijsachtig behaard.

Elliptische blaadjes die tot 3mm breed zijn, spits en meestal in kransen van 6.

Opgerichte stengeltjes.

Trossen met 1-1.5cm lange roze bloempjes met meestal wat omgebogen bloemblaadjes in juni/augustus.

Kalkhoudende grond in een zeer luchtige plaats, in de herfst wat bedekken tegen regen.

Wordt 5-15cm hoog. Is beschreven in 1819. Arcadian woodruff. Griechischer fels meister.

Uit J. Sowerby.

Asperula arvensis, L (van de akkers)

Bladen staan met 6 of 10 in een krans en zijn zeer dun, lancetvormig en stomp.

Stengels zijn opgaand en vierkant.

Bloemen staan in eindstandige trossen en zijn omgeven door lange schutbladen die afgezet zijn met fijne haren, helderblauw in juni.

De vruchten zijn groot en glad.

Uit Midden-Europa en M. Zee.

Naam, etymologie.

Asperula komt van het Latijnse asper, wat ruig betekent, de bladeren zijn stekelpuntig en de vruchten hebben haakvormige borstels. Het was de naam voor Asperula odorata, lieve vrouwe bedstro.

Akkerbedstro en Engelse field woodruff of quinsy wort, Duits Acker Meier of Meister.

Uit F. Chaumeton.

Asperula cynanchica, L. (als Cynanchum) De geur is meer onaangenaam.

Bladen zijn zeer smal en staan met vier stuks in een krans, soms 5 of 6, de bovenste kransen zijn zeer ongelijk en zijn smaller dan de gewone.

Liggende tot opgerichte, dunne en vierkante, vertakte stengels.

Zijn dichte bloemhoofdjes zijn wit en meer met roze dan de vorige, de bloemen zijn mooier in juni en juli.

Vrucht is rond en ruig.

Meerjarig.

Groeit op warme en zonnige plaatsen op kalkgronden met dezelfde behandeling als arcadiensis.

Komt uit Midden en Z. Europa, N. Afrika en W. Azië en wordt 10-20cm hoog.

‘Alpina’, heeft kortere en dikkere stengeltjes en grotere roze bloempjes.

‘Rupicola’, groeit meer gedrongen met blauwachtig/groene blaadjes en grotere roze bloempjes in dichte trosjes.

Naam.

Kalkbedstro, Engelse small woodruff, squinancy wort, quinsey wort of squinancy wort, Frans herbe l’squinancie. Dat woord verwijst, met de soortnaam, naar zjn gebruik in de oudheid tegen ziektes van de keel, Duits Braunewurzel, Hugel-Meister.

Uit de.wikipedia.org

Asperula hirta, Ram. (ruig) Lancetvormige, spitse blaadjes met 1 nerf die meestal in kransen van 6 staan met ruw behaarde randen.

Een rotsplant je met opgerichte, vierkante en dunne stengeltjes.

Trosjes met kort gesteelde, zachtroze bloempjes die met uitbloeien wit worden in juni/juli.

Uit de Pyreneen wordt 5-15cm hoog. Is beschreven in 1817.

Borstiger meier, meister, asperule herissee.

Uit E. Step.

Asperula orientalis, Boiss. & Hohen. (Oosters)

Zeer fijn blad dat in kransen van acht staat.

Een eenjarige en hemelsblauwe vorm met bloei in mei/juni.

Houdt wel wat van schaduw.

Uit de Kaukasus, is 30cm hoog.

Blauwe bedstro, blue woodruff, Oriental asperula.

Uit J. Sibthrop.

Asperula suberosa, Sm. (kurkachtig) Het hele plantje is grijsachtig behaard.

Kleine, korte en lijnvormige, spitse blaadjes die in kransen van 4 staan.

Vormt kussentjes met zeer korte stengeltjes.

Kleine trosjes van min of meer behaarde 5-8mm lange, zachtroze bloempjes in juni/augustus.

Behandeling als arcadiensis.

Uit Griekenland, wordt 5-10cm hoog. Is beschreven in 1903.

Uit J. Sowerby.

Asperula taurina, L. (uit Turijn) Lijkt wat op lieve vrouwe bedstro, Elliptische, spitse en wat behaarde bladeren met drie nerven die in kransen van 4 staan. Meestal opgerichte, vierkante stengeltjes.

Talloze zittende en geurende kleine witte bloempjes komen in april/juni.

Uit Z. Europa en Balkan wort 20-40cm hoog. Is beschreven in 1739.

Broad leaved wood ruff. Turiner Meister, Turijns bedstro.

Uit G. Oeder.

= Asperula tinctoria, L. (van de ververs) komt uit Europa en is beschreven in 1764.

Witte bloemen in juli.

Naam.

Verfbedstro, Duitse namen zijn Farbermeister, wilde Farberothe en wilde Bergrothe, het zijn oude namen voor Galium mollugo, Engelse three lobed wood-ruff, dyers woodruff, Frans asprule des teinturiers.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl