Momordica
Over Momordica
Balsem appel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Een geslacht van een- of meerjarige tendril klimmende planten.
Ze zijn uitstekend geschikt om pergola ‘s te beklimmen.
Het geslacht komt met ongeveer 45 soorten voor in Tropisch Afrika en Tropisch Azië.
Cucurbitaceae, komkommerfamilie.
Momordica balsamina, L. (balsem dragend)
Bladeren zijn hart/rondvormig en 3-5 lobbig, de lobben wat getand.
Bloemen alleenstaand en geel, vaak met een zwartachtig hart.
De vrucht is oranje, een 4-6cm lang en wat smaller aan weerskanten.
Een dunne en sierlijke, geheel groene kruiper die een 1-2m ver groeit.
Uit de tropen van de Oude Wereld, Afrika, is beschreven in 1568.
Uit Fuchs.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a)’In onze taal wordt dit gewas balsam-appel genoemd en balsam-appel mannetje tot verschil van het wijfje, (zie Impatiens) in Hoogduitsland Balsam opffel, Balsam opffel menlin of Balsamkraut. Sardus noemt het Balsamina. Lobel noemt het Balsamina cucumerina aut cucumeraria punicea of Balsamina mas.’
Engelse balsam apple, Duitse Balsamapfel. Fuchs; ‘Men heeft van deze kruiden zoveel en me bewust noch niet veel ervaring. Echter uit het eerste geslacht maakt men een olie in deze gestalte: De vrucht weekt men ettelijke dagen in olie, en stelt het aan de zon, daarna bedekt men het met mest of aardrijk zolang totdat ze vervuilt. Zulke olie zal daarna de kracht van balsem hebben en allerlei wonden helen. En vandaar komt het dat men het balsemkruid heet.’ Men heeft van deze kruiden zoveel en me bewust noch niet veel ervaring. Echter uit het eerste geslacht maakt men een olie in deze gestalte: De vrucht weekt men ettelijke dagen in olie, en stelt het aan de zon, daarna bedekt men het met mest of aardrijk zolang totdat ze vervuilt. Zulke olie zal daarna de kracht van balsem hebben en allerlei wonden helen. En vandaar komt het dat men het balsemkruid heet. ‘De andere is Impatiens balsamina.
Dodonaeus (b) ‘In het Frans heet het merveille, in het Italiaans garanza of caranzi. Baptista Sardus noemt het Momordica en Charantia, andere Viticella.’
Momordica komt van momordi, mordeo: betekent bijtend, omdat op de zaden gebeten lijkt te zijn, of vanwege de scherpe smaak. Bittermeloen.
Dodonaeus ‘Sardus noemt het ook naar het Franse Pomum mirabile, alsof men appel van wonder zei. Men noemt ze in het Hoogduits in het Frans merveille masle of alleen pommes des merveilles, in het Engels mervelous appels,’ Engelse marvallous apple, Duitse Wunderapfel.
Dodonaeus (d) ‘Andere noemen het ook Pomum Hierosolymitanum, dat is Jeruzalem appel en in het Italiaans ook wel of pomo di Gierusalemme en in het Latijn, als Lobel zegt.’
Het is de wonderappel of poma hierosolymitana: Jerichoappel.
De vrucht springt open bij rijpheid en laat het oranje vruchtvlees, met de daaraan hangende rode zaden, eruit spuiten. Men eet de onrijpe vrucht. De rijpe vrucht wordt gebruikt, met het scherpe sap en het blad, als artsenijmiddel. Zie voor de profeet komkommer, Citrullus.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Die daar rijpe balsemappel tegen de zon in geweekt is nadat het zaad er uitgenomen is of die met dezelfde balsemappel in warm water gekookt is of onder paardenmest gestaan heeft belet de ontsteking, verhitting en zweren van alle wonden en is nuttig in al hetgeen daar men de echte balsem goed voor houdt en daarom is dit gewas Balsamina en de vrucht balsam appel genoemd want deze olie heelt en geneest de wonden zeer gauw en gemakkelijk.
Ze laat ook alle spanning en trekking van de gekwetste of gestoken zenuwen vergaan, daarop gestreken.
Men prijst deze olie ook zeer omdat ze de verbranding die met warm water of hete olie, met gloeiend ijzer of met brandende kolen gedaan is kan verzoeten en genezen.
Andere geloven dat de onvruchtbare of kweeachtige vrouwen die geen kinderen krijgen kunnen vruchtbaar en kind krijgen zullen als ze haar schaamdelen en andere leden omtrent de vrouwelijkheid gelegen met deze olie bestrijken nadat ze in een bad die daartoe dient gebaad en het poeder van de bladeren van dit kruid gedronken hebben en dan met hun man verzamelen en het werk van het huwelijk volbrengen.
De olie van dit kruid laat lichte en voorspoedige arbeid hebben, op de buik van de zwangere vrouwen gestreken.
De bladeren van dit gewas, hetzij groen gestoten, hetzij droog gepoederd op de verse wonden gelegd genezen en helen die, zo men gelooft, en die met wijn ingenomen helen en genezen alle inwendige wonden en ook van de darmen en zijn zeer goed tegen de buikpijn en koliek, ja ze laten vergaan alle smart en weedom van buiten en van binnen het lichaam als er enige leden verkrampen, gespannen, gekwetst of geblutst zijn en sterken de krachten van diegene die ze inneemt alzo dat hun geen weedom gemakkelijk aan komen kan.
Dit kruid dient zeer goed om bij de prielen te planten of te zaaien en om er haagjes van te maken, zowel omdat het aangenaam om te zien is door zijn aardig loof als ook omdat de takjes buigbaar zijn en gemakkelijk langs de takken van de priëlen opklimmen.’
Uit L. van Houtte.
Momordica charantia, L. (Charantia) Bladen zijn rondachtig, dof groen en harig aan de onderkant of tenminste tegen de nerven. 5-7 lobbig en de lobben zijn scherp getand.
De stengel is licht behaard.
Bloemen zijn geel.
Vrucht is geelachtig, ovaal en gepunt.
Komt een 3-5m ver of meer.
De balsampear is bitter, het is de bittere komkommer en wordt zeer gezocht door verschillende volksstammen, niet door de Europeanen. Sap ervan is zuiver bitter en wekt daarom geen walging op.
Uit de tropen van de Oude Wereld, Azië, Afrika, is beschreven in 1710.
Gebruik.
Dit werd in Indonesië aan baby ‘s van een paar dagen oud gegeven om borst en ingewand te zuiveren. Kraamvrouwen lieten de inlandse vroedvrouwen dit sap innemen en de toebereide vruchten eten om het bloed te zuiveren en de melkafscheiding te bevorderen.
De vrucht wordt gegeten door de Amerikaanse Chinezen onder de naam la-kwa.
Door de grappige zaden wordt de vrucht soms art pumpkin genoemd. De ca. 15cm lange en 5cm dikke vrucht is in de lengte verdeeld door drie rondachtige ruggen, de tussenruimten zijn opgevuld net wonderlijke wratten of heuveltjes die bij sommigen rond en bij anderen langwerpig of bochtig zijn. Van binnen ligt dan een koraalrode klomp vlees, mals en zoet. Meestal worden ze onrijp gegeten, dan zouden ze bloedzuiverend werken.
Bitter melon, balsam apple, balsam pear, bitter gourd, Frans la margose, Duits Balsambirne, Bittergurke, Bittermelone of Balsamapfel.
Sopropo.
Sopropo heet de plant in Suriname, met zijn Maleise naam pare, Hindoe kareila, in Chinees foegwa. De plant is door de Indische emigranten meegenomen naar Suriname.
Het sap van de rank opdrinken zou goed zijn tegen kanker, volgens een Surinaamse kruidendokter. Ook wordt de plant gebruikt bij suikerziektes.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/