Coelogyne

Over Coelogyne

Orchidee, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten

Uit W. Watson.

Naam, etymologie.

Coelogyne, Grieks koilos: hol, gyne: vrouw, naar de holle stempelzuil van de bloemen.

Epifyten met schijnknollen die variëren in grootte, kort en rechtop staan, rond of cilindervormig.

Ze dragen elk 1-2 bladeren en een bloeisteel die vaak wat naar beneden buigt.

Enkele tot vele opvallende middelgrote tot grote bloemen. Ze geven vaak een zoete geur.

Een geslacht dat met meer dan 200 soorten voorkomt in India, Indonesië en Fiji eilanden in tropische laagland regenbossen.

Een paar groeien er als aardorchideeën. De geslachten Bolborchis Lind., Hologyne Pfitzer en Ptychogyne Pfitzer worden er meestal bij gerekend. De wijde verspreiding is aanleiding tot de verschillende klimaten waaronder ze geteeld moeten worden. Een paar soorten zijn bekend als ‘neclace orchid’, vanwege hun lange, hangende en veel bloeiende trossen.

De koudere soorten als Coelogyne fimbriata, Coelogyne ovalis, Coelogyne fuliginosa, Coelogyne cristata, Coelogyne flaccida, Coelogyne nitida komen uit de Himalaya gebieden en Z. O. Azië en hebben winterrust nodig.

Orchidaceae.

Er zijn een paar interessante hybriden. ‘W. Micholitz’, (Coelogyne mooreana × Coelogyne lawrenceana) ;Linda Buckley’, (Coelogyne mooreana × Coelogyne cristata) ‘Burfordiensis;, (Coelogyne pandurata × Coelogyne asperata), ‘South Carolina;, (Coelogyne pandurata x Coelogyne Burfordiense), soms zwarte orchidee genoemd, ‘The black orchid,’ vanwege de donkere lip.

=Coelogyne cristata, Lindl. (met een kam)

Eironde schijnknollen staan dicht opeen en zijn licht groen en bolrond.

Hierop staan de 2 lijn/lancetvormige bladeren die meestal wat gebogen zijn en 15-30cm lang, 5cm breed.

Bloemstengels met 5-9 bloemen komen aan de basis van de schijnknollen.

Zuiver witte, schotelvormige, gegolfde, geurende bloemen van 10cm groot met oranje/gele kam op de lip in januari/april.

Uit de Himalaya is een epifyt, groeit op bomen. Is beschreven in 1837.

Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Coelogyne_fimbriata_(as_Coelogyne_fuliginosa)_-_Curtis'_75_(Ser._3_no._5)_pl._4440_(1849).jpg

Coelogyne fimbriata (gefranjerd)

Bloeit in augustus-oktober met gele opvallende en geurende bloemen, bloemen kunnen variabel zijn.

Groen blad.

Uit Nepal, China.

Uit Edwars botanical register.

Coelogyne flaccida, Lindl. (slap of los) Ovale, hoekige schijnknollen zijn donker groen.

Donkergroen en smal/lancetvormige bladeren zijn 25cm lang en 3cm breed.

Bloeistengels zijn net zo lang als de bladeren en dragen een tros van 7-12 bloemen.

De stervormige bloemen van 4cm groot zijn wit/roomkleurig met 3 rode, kamvormige strepen op de smalle lip in januari.

Uit Nepal.

Uit; https://www.roellke-orchideen.de/index.php/en/online-shop/coelogyne/product/view/40/623

Coelogyne lawrenceana (sir Trevor Lawrence, Engelse orchidee liefhebber en president van RHS in de 19de eeuw)

Lawrence’s‘ Coelogyne komt uit de Himalaya.

Epifyt in bergbossen.

Bloeiaar draagt 1-3 grote geurende bloemen waarbij het lang duurt voor ze openen. Verschillende aren openen niet gelijk waardoor de bloei lang duurt.

Vele hybriden.

Coelogyne pandurata, Lindl. (driesnarige viool, van Pan, vioolvormig) Schijnknollen zijn 7-10cm groot, ovaal/eivormig en groen die op enige afstand van elkaar aan de wortelstok zitten

Iets gebogen bladeren zijn smal/langwerpig en glanzend licht groen, 35cm lang en 6cm breed

Bloeistengel van 40cm lang met 10-15 bloemen van 7-10cm groot.

Bleekgroene bloembladeren met vioolvormige lip die zwart gestreept en gevlekt is in de zomer.

Uit Borneo, is in 1853 beschreven.

Black orchid.

Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Coelogyne_tomentosa(als Coelogyne massangeana) Curtis 114_(Ser._3_no._44)_pl._6979_(1888).jpg

Coelogyne tomentosa Lindl. (viltig, dicht behaard) Epifyt.

Conische pseudobulb die een enkel ovaal elliptisch blad draagt.

Geurende bloemen aan een eindstandige tros van 37cm lang met 20-30 bloemen

Hairy Coelogyne, necklace orchid.

Uit bergbossen in Maleisië, Sumatra en Borneo.

Planten.

Lichte plaats, niet in de zon. Vochtig houden door de bladeren te besproeien, tegen december wat minder en iets droog houden. Temperatuur van rond 15 graden.

Vermeerderen door scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl