Telfairia

Uit Curtis botanical magazine.

Naam, etymologie.

Telfairia is zo genoemd ter eren van Charles Telfair, 1778-1833, Ierse dokter, botanist en plantenverzamelaar die zaden naar Kew stuurde.

Een geslacht van kruiden of klimplanten, de ranken bezitten handvormige bladeren.

Ze geven vrij grote en purperachtige bloemen, zeer grote vruchten en eetbare zaden.

3 soorten komen voor in Tropisch Afrika.

Cucurbitaceae, komkommerfamilie.

Van de 3 bekende soorten groeit =Telfairia occidentalis, Hook (westers) in W. Afrika. Is beschreven in 1870.

Witte bloemen met purperen oog, vrucht is 60cm lang.

Grote niet eetbare vrucht van 13 kg.

Bladgroene en donkerrode, 5cm grote, eetbare zaden die in soep of pap gebruikt worden.

Uit tropisch Afrika.

Fluted gourd, fluted pumpkin, iroko, ugu.

Uit L. Van Houtte.

Telfairia pedata, Hook (voetvormig) Bladeren zijn lang gesteeld, de deelblaadjes zijn 10cm lang en getand, glanzen, behalve de nerven aan de onderkant. Het blad heeft een onplezierige geur als het verwond wordt.

De klimmende stengel is meerjarig en wordt tot 30m lang, beklimt de hoogste bomen en overdekt die met loof.

Bloemen zijn licht purper met franjes.

De vrucht is vlezig, 40-90cm lang en 16cm breed, weegt soms 30kg met 2-300 zaden.

Het zaad is 2cm breed en eetbaar, zou net zo smaken als amandelen.

De wortel is stevig en vlezig.

Komt voor in Tropisch O. Afrika en Zanzibar. Is beschreven in 1825.

Naam.

De koneme of kwemme, English oyster nut, queen’s nut, Zanzibar oil vine, Frans bane, chataigne de l’Inhambane, koueme, Duits Talekurbis, Portugees castanha de l’Inhambane, sabina, Spaans kueme.

Gebruik.

Vanwege de eetbare zaden, frana zaden, die een waardevolle spijsolie leveren, wordt het gewas gecultiveerd. De zaden bevatten 33% aan olie. Ze dienen ook als bandwormmiddel. De schaal van de vrucht dient tot het glad maken van aarden kruiken.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/