Muscari
Over Muscari
Blauwe druifjes, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Redoute.
Bloemen staan in trossen of aren. Ze lijken wat op een hyacint, maar de bloemen zijn kleiner.
Het geslacht Muscari omvat 40 soorten.
Die komen voor in de landen rondom de M. Zee en de Orint.
Dit geslacht is te verdelen in 4 groepen.
Liliaceae, Squil klasse, nu Asparagaceae of Hyacinthaceae.
1)
Muscarimia ‘s. Deze onderscheiden zich van de overige drie groepen door de bloemvorm. Dezen zijn niet gaafrandig, maar bezitten zes punten. Daardoor doen ze enigszins denken aan boshyacintjes.
1. =Muscari muscarimi Medik. (muskusachtig, de geur). (Muscari moschatum Willd.) Ook werd die wel Muscari ambrosiacum genoemd naar de ambrozijn, het levenselixer van de goden)
Meestal 5-6 bladeren zijn lijnvormig en slap, blauwachtig/groen en 1-2cm breed, langer dan de bloemstengel.
Rolronde bloemtros van 6-8cm lang met 20-50 afstaande en zeer kort gesteelde tot zittende bloemen zijn 8mm lang en geelachtig/groen, naar muskus geurend, en een paar steriele bloempjes die klein en blauw zijn in maart/april.
Uit Klein Azië, Kaukasus en Koerdistan wordt 10-25cm hoog, Dit plantje werd in 1596 in ons land ingevoerd en kostte toen 10 gulden.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Dipkadi is in deze landen vreemd en schijnt eerst uit Griekenland in Itali gezonden geweest te zijn en vandaar hier te lande gebracht en in de hoven onderhouden, andere zeggen dat ze in Chalcedonie tegenover Constantinopel plag te groeien daar ze de toenaam van voert. Dit geslacht is hier te lande met de naam Tipcadi, Tibcadi of Dipcadi bekend en wordt in Griekenland Muscari genoemd of Muscoromi of Muscurum naar de zeer goede reuk van de bloemen die daarom van sommige in Itali ook muschio Greco genoemd worden en van andere Muscatella. Wij hebben het de Latijnse naam Hyacinthus spurius recentiorum alter gegeven als of men zei tweede valse hyacint van de nieuwe kruidbeschrijvers, dan men zou het zeer goed Hyacinthus moschatus, dat is muskus hyacint, mogen noemen, andere noemen het in het Latijn Dipcadi Chalcedonicum wat ze doen om die van de druifjes te onderscheiden die in Italië van sommige ook Dipcadi genoemd worden. Matthiolus schijnt deze bloem voor de Bulbus Vomitorius te beschreven en heeft die ons met die naam in schilderij getoond, maar daarvoor en is ze geenszins te houden.’
Naar Muscari moschatum kreeg dit geslacht zijn naam.
Vrouwen in Turkije staken deze troshyacint in hun haren als een teken dat ze het jawoord gaven. Het heette muschi-rumi waaruit via het Griekse moschos: de Griekse naam voor muskus naar de geur van de bloemen, Muscari ontstond. Latijn Muscus en Duits Moschus. Vele soorten zijn welriekend en vooral =Muscari genianum (fa C. G. van Tubergen uit Haarlem) (Muscaria aucheri (P.M.R. Aucher-Eloy, Franse plantenverzamelaar, 1792-1838) ) Of van muscarius, musca: vlieg, een vliegenklapper waar ooit men ossen en paardenstaarten voor gebruikten, zo genoemd vanwege de lange bloemaren, Franse Muscari.
(b) Muskus hyacint, Engelse musk grape hyacinth, Duitse Muskathyazinthe of Bisamhyazinthe.
Duits Tarubel, van Traube, de druivenvormige bloemtros, Grosse Traubenhyazinthe, Engels grape hyacint: druif hyacint met bloemen die op een hyacint lijken, onze druifhyacint
uit Curtis botanical magazine.
2) Leopoldia groep. Algemeen kenmerk van deze groep is de op steeltjes staande bloempjes.
2. Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Muscari comosum, Mill. (coma: haar of kuifvormend)
De 3-4 bladeren zijn lijnvormig en 1-2.5cm breed, iets langer dan de bloemstengels.
Kegelvormige tros is 10-20cm lang met 40-100 bloemen van 6-10mm lang en 3-4mm in doorsnede, de onderste lang gesteeld en geelachtig/groen/bruin, de bovenste kort gesteeld en steriel, violetblauw/roze en een kuif vormend, de kuifhyacint. De bloeitijd is laat, pas rond eind mei.
De eironde bollen zijn vrij groot voor een Muscari.
Uit Z. Europa, Balkan en Voor Azië, N. Afrika wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1596.
(Dodonaeus)’De derde soort groeit in vele landen van Hoogduitsland als in Beieren en de omliggende plaatsen en komt daar veel in de weiden voort, soms ook naast de kanten van de velden en akkers of bouwlanden. Matthiolus schrijft ook dat ze in Italië groeit tussen het koren en in de bossen.’
Uit deze soort zijn twee bijna niet meer als Muscari te herkennen vormen ontstaan. De ene is de kuifhyacint ‘Plumosum,’ (gepluimd) die verschilt door de nog sterker vertakte bloeiwijze en een pluim vormt. Feathered grape hyacinth.
De andere is ‘Monstrosum,’ Hort. (monstrueus) Bij beide typen zijn de steriele bloemen geworden tot gedraaide paarse draden, zodat het onvruchtbare deel een soort wollige massa vormt.
Door sommige bloemisten werden in de begintijd enorme prijzen betaald voor dit bolgewasje. Monstrosum’ dateert van 1611 en ‘Plumosum, ‘van 1612.
Zeer bijzondere snijbloemen en mooi voor sierwerk.
Var. courtilleri verschilt van het type door de lagere groeiwijze, 20-30cm, en kortere bladeren die wat gegolfd zijn en kleinere bloemen die iets later komen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De derde soort die van ons in het Latijn Hyacinthus spurius tertius comosus genoemd is, dat is derde valse hyacint met kransvormige bloemen, is van Fuchsius voor de echte hyacint, ja voor de eerste soort er van beschreven als ook van Tragus en van Matthiolus, sommige noemen het wilde hyacint en in het Latijn Hyacinthus silvestris en Hyacinthus comosus, de Hoogduitsers noemen het op sommige plaatsen Braunlingh en elders Hunds Knoblauch, dat is in het Latijn Allium caninum of hondslook, maar is eerder een medesoort van Bulbus esculentus alzo wel als de Bulbina van de ouders waarmee dit geslacht van hyacinten grote gelijkenis schijnt te hebben.
Geslachten van gekranste hyacint die in Brabant quispel heten en grote ghekroonden hyacinth, in Hoogduitsland Blaeuw Mertzenblum of Brunling, in Frankrijk vacier, in Spaans maios flores, in het Latijn Hyacinthus major van Bock en Silvestris Hyacinthus van Cordus. Anguillara gelooft dat dit gewas bij de ouders anders geen naam had dan Bulbus eigenlijk, want in het Grieks heet het tegenwoordig ook voulvos, in het Italiaans cepa bovina of hyacintha nostrale. De steeltjes daar de bloempjes op staan zijn eerst bijster kort en worden daarna als de bloemen vergaan geleidelijk aan langer zodat de gehele krans van bloemen veel op een (quispel) kwispel lijkt. Beide gewone soorten van gekranste Hyacinth worden in Hongarije kygioa hagma genoemd, dat is Serpentia caepa of slangenui en in Spanje ajo de cigurnas, dat is look van de ooievaars.’
Kuifhyacint, of pluimhyacint, Fries tufkraaltsjes, de Engelse feathered hyacint, Duitse Feder-Hyzinthe, Franse muscari a toupet, muscari chevelu; behaard, jacinthe de Sienne, Engels fair haired hyacinth, pursetassels of tassel hyacint.
(b) Kuifhyacint, Blaue Marzenblume bij Fuchs, Hundskerlauch bij Bock, wilder Zwiebel, schopfige Traubenhyazinthe.
H. Bock; ‘In de wijntuinen, wat op de vruchtakkers groeit een rond wit knoflook geslacht, aan te zien zoals de gewone tuin knoflook, die gewint geen brede gras bladeren, maar dunne holle pijpjes, kleiner dan de uien, groter en langer dan de knoflook. Op de middelste pijp aan top groeit een stekelige bruinkleurige knop, daarin is het zwarte zaad besloten. Deze knoflook smaakt kwaad, wordt van de wijntuinman heftig vervolgd en uitgetrokken.’
13. Uit Redoute.
Muscari neglectum Guss. (veronachtzaamd of onopgemerkt) (Muscari racemosum, Mill. (trosvormig) De 3-6 bladeren zijn dof groen, slap en omgebogen, half rolrond en 2-3mm breed, meestal langer dan de bloemstengel.
Eivormige tros van 4-6cm lang met 10-30 bloemen met afstaande steriele en hangende fertiele bloempjes, kort gesteeld en naar pruimen geurend, 4-6mm lang en donkerblauw met witachtig gezoomde tanden, de bovenste bloempjes zijn kleiner en korter gesteeld, lichter van kleur in april/mei.
Uit Engeland, Z. Europa, Balkan en Z. Rusland wordt 15-40 cm hoog. Is beschreven in 1780.
Var. multiflorum bloeit rijker.
Naam.
Engelse starch hyacint, common grape hyacint, musk hyacint, Duitse Katzetraube, Weintraubl, blaue Maienrys’ bij Gesner, Frans muscari nglig. Lobel; ‘Bleekblauwe veldui, Ornithogalon caeruleum pallens. Uit de stad Doornik is deze voor een present allereerst gezonden geweest aan mijnheer Brancion.’
Uit es.wikipedia.org
Muscari longipes, Boiss. (met lange voetstelen) (Leopoldia longipes Boiss) is zo mogelijk nog aparter.
Die kan wel tot 60cm hoog worden en meer dan 200 bloempjes dragen.
De bloemkleur is mauve tot bleekbruin.
3)
In de Botryanthus groep zitten de soorten met licht piramidevormige bloempjes. De opening van de bloempjes is klein.
Tot deze groep behoren de Muscari armeniacum-typen (Armenië) en Muscaria neglectum, Guss. (veronachtzaamd)
Muscari pulchellum, Heldr. & Sart. (aardig, fraai)
Draadvormige en slappe bladeren zijn langer dan de bloemstengel.
Rolronde en smalle bloemtros met 11-18 bloemen, de bovenste bloempjes zijn steriel, korter en lichter gekleurd dan de fertiele, kort gesteeld en afstaand tot knikkend, violet/blauw met eivormige, stompe, witachtige tanden en zeer vroeg bloeiend, februari/maart.
Uit Griekenland en Klein Azië wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1876.
Var. amoenum groeit forser met lijnvormige bladeren en grotere bloempjes.
Greek grape hyacint.
4. Uit hortus eystettensis.
= Muscari botryoides, Mill. (als een tros druiven) (Muscari heldreichii, Boiss) ( Th. Von Heldreich, Duitse botanicus, 1822-1902) (Hyacinthus botryoides L)
De 2-4 slappe bladeren zijn meestal opstaand en gootachtig/lijnvormig, blauwachtig/groen, 4-8mm breed en ongeveer even lang als de bloemstengel.
De bloemtros is cilindervormig en 3-7cm lang met 10-20 bloemen, de 6-9 bovenste bloemen zijn steriel, bezitten meeldraden nog stamper, zij zijn uitsluitend lokbloemen, kort gesteelde en knikkende, violet/blauwe bloempjes zijn urnvormig en 4mm lang met witte, omgebogen slippen in april/mei.
Bloemtrosjes zijn wat kleiner dan die van Muscari armeniacum.
De bolletjes zijn eirond en witachtig, soms wat groen.
Ze zijn geschikt voor de border en kunnen jaren op dezelfde plaats blijven staan. Bij een te dikke rij kan het gerooid worden en weer in oktober ruimer geplant worden. Is geschikt voor verwildering.
Uit Z. Europa, Balkan en Klein-Azië, wordt 15-25cm hoog. Is beschreven in 1596.
(Dodonaeus) ‘De druifjes van allerhande kleuren groeien op meest alle gewesten van Italië, Hoogduitsland, Frankrijk en Spanje, men vindt ze ook in het land van Artois en op de frontieren of grenzen van Vlaanderen en Nederland die aan Frankrijk palen en komen daar in de bossen en wildernissen voort. In de hoven gezet en verplant groeien ze zeer gewillig en weelderig en worden zeer gauw in meer bollen en wortels verbreid en vermenigvuldigd.’
Vormen.
De cv ‘Album,’ is puur wit, is al bekend sinds 1596 en twee jaar eerder was er al een roze, de ‘Carneum,’. ‘Pallidum,’ heeft licht blauwe bloemen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De eerste van deze valse of onechte soorten van hyacinten is van ons druyfkens genoemd. Fuchsius houdt ze voor de tweede soort van de echte hyacint. De Nederlandse naam is gemaakt naar de druifvormig voortkomende bloemen en naar de Latijnse naam die Clusius ze gegeven heeft Hyacinthus racemosus of Hyacinthus Botryodes.’
Blauwe druifjes of druifhyacint, Duitse kleine Traubenhyazinthe, Weintraubel of Muschus-Hyazinthe en Perle-Hyazinthe, Franse muscari raisin; druif, mousse grecque en Engelse sky blue grape hyacinth. Franse jacinte botride, Italiaans giacinto.
Dodonaeus (b) ‘Meest alle Italiaanse kruidbeschrijvers noemen deze soort van druifjes als ze witachtige bloemen heeft met een vreemden en barbaarse naam Dipkadi. Dan het schijnt dat deze soort van hyacinthen onder het geslacht van de eetbare bollen of uiachtige wortelen te rekenen is die men Bulbi esculenti in het Latijn in oude tijden plag te noemen. In Hoogduitsland heet het Hundts knoblauch, dat is hondslook, zegt Lobel.’
In Frans ail a toupet: bosjesknoflook, naar blad en bol en knoflookachtige vorm en draagt een bosje mooie bloemen.
‘In Provence heet het barreletz of bariletz omdat de bloemen op kleine flesjes of, zo andere zeggen, kleine tonnetjes lijken. Sommige houden het voor Hyacinthus silvestris Cordi, andere voor Hyacinthus e.’iguus Tragi, die van Montpelliers voor het tweede Pancratium, noch andere noemen het Hyacinthus comosus minor, dat is kleine gekranste hyacinthծ
(d) Engelse starch grapehyacinth of starch flower omdat het bloempje naar warme stijfsel ruikt en zo wordt het ook wel stijfselhyacint genoemd.
Franse lilas de terre: aardsering.
6. uit dewaardbulbs.nl
Muscari aucheri, (Boiss.) Baker. (P.M.R. Aucher-Eloy, Franse plantenverzamelaar, 1792-1838) Muscari tubergenianum (fa C. G. van Tubergen uit Haarlem)
De 2-3 bladeren zijn lancetvormig en toegespitst, omgebogen en 4-5mm breed, korter dan de bloemstengel.
Tros met 6-10 bijna ronde, kleine, kort gesteelde en knikkende en ca. 2mm lange hemelsblauwe bloemen met driehoekige, witte, omgebogen slippen in maart/april.
Uit Klein Azië, wordt 8-12cm hoog.
Var. azureum verschilt door de 6-8mm brede bladeren en door de eivormige 3-6cm lange, veelbloemige trossen van donker hemelsblauwe bloemen die al in februari/maart verschijnen.
9 uit www.bloembollencentrum.nl
Muscari armeniacum, Leichtlin. (uit Armenië.)
De 6-8 lijnvormige bladeren staan in een rozet en zijn 15-35cm lang, 4-8mm breed, wat blauwachtig/groen met donkergroene achterkant
Cilindervormige tros van 6-10cm lang die dicht bezet is met afstaande, gesteelde fertiele bloempjes, bovenaan bevinden zich de kort gesteelde tot zittende, meestal 10 steriele bloempjes, bloemkroon is eirond en 6-8mm lang en 5-6.5mm breed, donker kobalt/blauw met omgebogen en afgeronde witte slippen in april.
Lijkt veel op het echte blauwe druifje, bloemtros is wat groter.
Uit Klein Azië is het meest bekende blauwe druifje en wordt 15-25cm hoog. Is beschreven in 1876.
Vormen.
Er bestaat binnen deze groep een dubbele en zachtblauw bloeiende cv. die bekend staat onder de naam ‘Blue Spike,’ Deze rijk bloeiende soort staat lang in bloei.
Een laat bloeiende, lage en geurende is de ‘Cantab.’. Deze is cambridge/blauw en geurend.
‘Alba,’ is wit.
Deze groep is uitstekend geschikt voor potcultures en voor massabeplanting. De eironde bolletjes zijn witachtig. Als snijbloem worden deze blauwe druifjes wel in kassen gekweekt.
Naam.
Blauwe druifjes, druifjes hyacint, Engelse Armenian grape hyacinth, Duitse Perlhyazinthe en Traubenhyazinthe.
14. uit www.bloembollencentrum.nl
Muscari latifolium J. Kirk. (breed bladig)
Deze heeft, als een van de weinige soorten, meestal maar 1 breed en glimmend blad.
Ook de bloemkleur is typisch. Het onderste deel, de steriele bloemen, is dofdonkerblauw en de kuif, de fertiele bloemen, is helderblauw in april/mei.
Uit Klein-Azië, wordt 30cm hoog. Breedbladige druifhyacint.
16. uit www.rareprintsgallery.com
Muscari commutatum, Guss. (van kleur verwisselend)
Meestal 5-6 bladeren die lijnvormig en slap zijn, 4mm breed en langer dan de bloemstengels
Eivormige tros met 10-20 bloemen die kort gesteeld, knikkend en 0.5cm lang zijn, donker violet met stompe, donker violetkleurige omgebogen slippen, er zijn geen steriele bloempjes, april/mei
Uit Griekenland, Syrië en Mesopotamië, wordt 10-15cm hoog. Is beschreven in 1836.
Dark purple grape hyacinth.
4) Pseudomuscari-groep hebben trosjes die minder piramidevormig zijn.
Kenmerkend aan de bloempjes is dat de opening groter is dan bij de typen uit de vorige groep.
Muscari azureum, Fenzl..(azuurblauw) (Hyacinthus azureus Baker) De 2-5 bladeren zijn breed lijnvormig, gootvormig, in de bovenste helft het breedst en stomp.
Opstaande bloemstengel met 3cm lange, dicht eivormige tros met 5-7mm lange helderblauwe bloempjes met klokvormige bloembuis, bloemdekslippen zijn breed eivormig en korter dan de bloembuis in maar/april.
De kleine bloempjes zijn niet verenigd zoals bij Muscari het geval is. Van de nauw verwante Scilla onderscheidt ze zich door de gedeeltelijk vergroeide bloembladen.
Ze bloeit al in maart, begin april, de onderste bloemen bloeien al als de stengel nog maar 5cm hoog is. In de loop der bloeitijd groeit het op tot dubbele hoogte.
De plant houdt van zon met goede waterafvoer, tussen rotsen en grind is het ideaal.
Is afkomstig uit de bergen van Klein Azië en wordt 20cm hoog. Is beschreven in 1856.
Een uit de blauwe vorm ontstane charmante witte verloping is ‘Album.’. Deze laatste is gewonnen door J. Bijl van Duyvenbode in 1939. De witte bloemen zijn omfloerst met een groene waas.
Naam.
Naar zijn verwantschap met de hyacint had deze soort eigenlijk Hyacinthella moeten heten. Naar Zander werd het Muscari azurea.
Muscari parviflorum, Desf. (klein bloemig) is de enige herfstbloeier die echter niet aantrekkelijk oogt. De soort komt voor in het M. Zeegebied, maar is daar slecht te vinden omdat de planten klein zijn en meestal onder struiken staan. Ook de kleur is niet helder, lichtblauw. Is beschreven in 1827.
Aantal ha.
In Nederland staat in totaal een 70 ha aan diverse muscari ‘s. De belangrijkste daarvan is Muscari armeniacum met 50ha. Verder staan een groot aantal typen op oppervlakten variërend van 4ha tot 6 ha. Daaronder vallen Muscari azureum, Muscari negelectum, Muscari paradoxum en Muscari tubergenianum.
Planten.
In de borders vormt het helderblauwe gewas bij langdurig vaststaan een jaarlijks terugkerende bloemenzee. Vanwege de winterhardheid is er weinig verzorging nodig.
Muscari is volledig winterhard en wordt in het najaar opgeplant op een zonnig plekje. De plantdiepte is 6-8cm, de plantafstand is ongeveer 8cm. Met uitzondering van plumosum kunnen ze vast blijven staan, plumosum wordt eind juli gerooid en droog bewaard tot de planttijd tegen november. Muscari armeniacum en botryoides kunnen voor potcultuur gebruikt worden. De potten worden in de tuin ingegraven en met weinig grond, 2cm., bedekt. In februari kunnen ze binnengehaald worden en op een koele plaats in bloei worden getrokken. De laatste jaren hebben de blauwe druifjes als snijbloem een hoge vlucht genomen omdat de bloemkwaliteit verbeterd is.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/