Pteris
Over Pteris
Lintvaren, vorm, varens, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Een groot geslacht van een 280 wijd verspreide varens die vooral in de tropen en subtropen voor komen.
Geveerde bladeren en soms dubbel geveerd die vanuit een geschubde wortelstok komen. Ze groeien eerst omhoog, later gaan de toppen wat hangen. Meestal zijn er 2 bladsoorten, een korte steriele en lange fertiele, de laatste heeft sporenhoopjes aan de onderkant langs de bladrand.
De sporen staan meestal aan de bladrand.
Er zijn vele cultuurvormen.
Filicinae, varens, klasse 4, Pteris klasse.
2. Uit D. Eaton.
=Pteris cretica, L. (uit Kreta)
Dunne en strokleurige stengels.
De vleugelvaren heeft enkel geveerde, wat leerachtige bladeren van 30cm lang en 20cm breed, licht groen, elk blad met 2-6 tegenoverstaande blaadjes, de fertiele zijn lang gesteeld en staan rechtop in het midden, de steriele bladeren zijn korter gesteeld, breder en met brede deelblaadjes waarvan de onderste zijn ingesneden, deelblaadjes 10cm lang en 2cm breed
Vele cultivars, vaak met gekleurde bladeren, of meer of minder ingesneden.
Uit M. Zeegebied, Azië en Afrika. Is beschreven in 1820.
‘Albolineata” heeft bredere blaadjes met lijnvormige, geel/witte strepen op het driedelige blad.
‘Major’ met donker groene bladeren en forsere groei.
‘Wimsettii’ (Fa Wimsett, kwekers te Chelsea bij Londen in de tweede helft van de 19de eeuw) met licht groene bladeren waarvan de voet van de onderste deelblaadjes onregelmatig vertakt is en een sterk ingesneden top.
Naam, etymologie.
Pteris, Griekse pteris betekent een vleugel, naar de bladvorm. Cretan brake.
( Dodonaeus) Vleugelvaren. ‘De naam varen is genomen naar de gedaante van de bladeren van dit gewas die stijf van stelen en gesnipperd van zijribbetjes zijn en zo op de vleugels of veren van de vogels wat lijken wat de Griekse naam Pteris ook betekent’. Zie Dryopteris.
Lintvaren.
4.
Pteris ensiformis, Burm. (zwaardvormig) Zeer verschillend gevormde bladeren, de fertiele zijn lang gesteeld en staan rechtop, 30cm hoog en20cm breed, met 8 smalle, enkel geveerde slippen. De steriele bladeren zijn veel korter en breder, 3hoekig en liggen meer vlak, 20cm lang en 15cm breed met 6 deelblaadjes.
Uit tropisch Azië.
‘Everghemensis’ heeft brede, wit/bonte bladeren.
‘Victoriae’ heeft blaadjes met een witachtige streep.
Zilvervaren.
3. uit D. Eaton met links Pteris longifolia.
Pteris multifida Poir (veel spletig) (Pteris serrulata, L.) (gezaagd)
Heeft blaadjes van een 24cm lang die aan dunne en bruinachtige stelen staan.
De 7-13 smalle en donkergroene blaadjes staan boven op de stengel en zijn aan de voet meer geveerd dan er boven, de fertiele zijn lang met smalle slippen, de steriele zijn vrijwel hetzelfde maar met langere, smalle en gezaagde slippen terwijl bovendien de onderste slippen nog gevorkt zijn.
Hier zijn ook weer cultuurvariëteiten van, vooral bladvervormingen.
Uit China/Japan is beschreven in 1770.
‘Cristata’ met ingesneden slippen en sterk gekroesde toppen.
‘Ouvrardii’ (gewonnen door Jean Ouvrard, kweker te Child’s Hill bij Londen, 1824-1908) groeit forser dan het type.
7. uit www.fossilflowers.org
Pteris quadriaurita, Retz. (4 oren) Vrij grote varen met meermalen geveerde bladeren, gaafrandige slippen.
Uit Indonesië, is beschreven in 1845.
‘Argyraea’ heeft bladeren met een zilverwitte band in de middennerf. Painted brake fern.
9. uit www.imagejuicy.com
Pteris tremula, R. Br. (trillend, de bladeren) De grote bladeren zijn sterk geveerd en doet aan het loof van een wortel denken, maar zijn groter, de zachte en meermalen geveerde helder groene bladeren met 4 fijn gezaagde slippen. Ze staan op gepolijste kastanjebruine stelen.
De wortelloofvaren, waar het op lijkt, is een van de sterkste kamervarens. Afkomstig uit Australië en kan vrij hoog worden, 70cm, en wel zo breed. Is beschreven in 1820.
Pteris umbrosa, R. Br. (schaduw minnend) Lang gesteelde, grote en brede, enkel geveerde, glanzend groene bladeren waarvan de onderste slippen vertakt zijn, die zijn aan de voet vergroeid en lopen langs de bladsteel af.
Uit Australië is beschreven in 1823. Jungle brake fern.
Pteris vittata L. (Breed gestreept)
De plant staat bekend om accumulatie van arseen en wordt daarom ook wel gebruikt om de concentratie arseen in de grond te verlagen wanneer die hoog is.
Chinese brake, Chinese ladder brake fern komt uit oost Azië, Afrika en Australië.
Planten.
Ze groeien in gematigde temperatuur, niet in de zon, een beschaduwde en vochtige omgeving. Vermeerderen door scheuren in ’t voorjaar.
Vermeerderen door uitzaaien.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl