Blighia

Uit y hoc co truyen.

Een geslacht van altijdgroene bomen van 10-20m hoog met samengestelde bladeren en okselstandige kleine trosvormige bloeiwijze.

4 soorten komen voor in tropisch Afrika van Guinee tot Kenia.

Sapindaceae, zeepkruidenfamilie.

Blighia sapida, Koen. (zeep) Draagt 2-5delige lang gesteelde, leerachtige altijdgroene bladeren van 15-30cm lang, 6-10 elliptisch/ovale deelblaadjes van 8–12 cm lang en 5–8 cm breed.

Bloemen zijn behaard, de ovale bloembladen zijn groen-wit en opvallend geurend, bloeien in de warme maanden.

De aki is een 10-20m hoge grote boom met een lichte bast.

Het is een rijk dragende boom uit Tropisch W. Afrika. Geeft een driedelige peervormige vrucht dat eerst groen en daarna oranjerood wordt, splijt dan open en laat dan drie zwarte glanzende zaden zien die omgeven zijn door zacht, sponzig, crème achtig geel vlees. De vrucht weegt 100-200gram. De vrucht zelf en zaden zijn giftig.

Naam, etymologie.

Blighia is zo genoemd naar Kapitein Bligh, van de muiterij op de Bounty in 1787, waar hij kapitein van was, mogelijk een slavenschip. Hij schreef een verhaal over de Zuidzee in 1792. Het is nu de nationale vrucht van Jamaica waar het met vis gegeten wordt.

Akeeboom, Akeetree, achee of aki, naar de inlandse naam ackee. Duits Akibaum, Engelse vegetable marrow, vegetable brain, ackee, akee, Franse aki, arbre fricass, ris de veau vegetal of vild kaschu, Spaans ak, seso vegetal.

Gebruik.

De hoendergrote, stompe en drie kantige vruchten staan in trossen. Het amandelachtige zaad is voor de helft door een witte en dikke zadendrager omgeven. De zaaddrager is als eten zeer geliefd. In Tropisch Amerika is het de vervanger van eierenspijzen.

Een van de bloemen gedestilleerd water dient als cosmetisch middel.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl