Lunaria
Over Lunaria
Judaspenning, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit hortus eystettensis.
Een geslacht van kruidachtige meerjarige en eenjarige. Ze zijn inlands in Europa en W. Azië.
2 soorten komen voor.
Bladen zijn tamelijk groot en breed of min of meer hartvormig.
Bloemen zijn purper en staan in eindstandige trossen, tamelijk groot en opvallend.
De vrucht heeft een stengel en wordt een zeer grote, platte schijf.
Brassicaceae, kruisbloemenfamilie.
Lunaria annua, L. (eenjarig) waarom Linnaeus de plant annua noemde is onduidelijk, mogelijk ten opzichte van de vaste Judaspenning. Het is een tweejarige, de oude naam was Lunaria biennis (tweejarig). Kan wel als een eenjarige gekweekt worden, maar komt verwildert voor in de schaduw als tweejarige.
De gesteelde bladeren zijn vrij groot, breed hartvormig en getand, de bovenste zittend.
Opstaande stengels zijn bovenaan vertakt en wat behaard.
De bloem is purper en staat in pluimen, groot en opvallend en meestal geurend, wordt druk door de bijen bezocht in mei.
Een 60-100cm hoge plant uit Corfu, de gebergtewouden van Z. Europa. Is beschreven in 1570. Lobel: ‘Nu kort hebben sommige dat genoemd in Latijn Lunaria Graeca of Viola latifolia. We weten wel dat het getrokken is uit de bergen tussen Provence en Piëmont gelegen en dat het bij avonturen vandaar gebracht is in Vlaanderen, Frankrijk en Engeland waar dat in de hoven onderhouden wordt.’
‘Albiflora’ heeft witte bloemen net als ‘Kissinghurst White, ‘Alba’, ‘Variegata,’ is een bonte, ‘Atrococcinea,’ is donkerder gekleurd net als ‘Munstead Purple.’
Eironde en platte hauwtjes met een vliezig, zilverachtig tussenschot.
Houdt van schaduw.
Uit H. Witte.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze bloemen worden bij de gewone man en sommige apothekers bulbonac of bolbonac met een Barbaarse naam genoemd. Lobel meent dat het bolbonac heet naar zijn dikke grote wortels die eetbaar zijn en ver uitgespreid en bolachtig die enigszins op die van de affodil of pioen lijken, maar niet zo dik.’
Engels bolbonac.
Dodonaeus (b) ‘Dan wij noemen ze op het Latijns Viola latifolia of eigenlijk Viola peregrina, dat is breedbladige of buitenlandse viool.’
Omdat de bloemen op violen lijken werd de plant wel tot de violen gerekend, vandaar Viola latifolia, Duitse Mondveilchen, Deens maaneviol en Zweeds manefioler.
Dodonaeus ‘De Brabanders noemen het penninck-bloemen naar de gedaante van de hauwtjes daar het zaad in steekt die op een zilveren penning schijnen te lijken.’
Penninck-bloemen, bekend is wel de naam Judaspenning, Duitse Judassilberling, Judaspfennig, die ontstaan zouden zijn nadat Judas als loon voor zijn verraad de zilverlingen weggooide, op die plaatsen waar ze op de grond kwamen ontstonden deze planten die alle jaren weer de zilverlingen laten zien als een herinnering aan het verraad van Judas. Symbool van ongeloof. Naar de vorm silver dollar, Frans medaille, herbe aux ecus: geldplant.
Dodonaeus (d) ‘Andere noemen het ook Paesch-bloemen omdat ze meestal omtrent Pasen plegen te bloeien.’
Dodonaeus (e) ‘Meest alle nieuwe kruidbeschrijvers geven het een Latijnse naam Lunaria of Lunaria Graeca al of men maen-cruydt zei, hetzij naar de gedaante van het zaad, hetzij naar het middelste velletje dat het zaad van elkaar scheidt wat nadat de buitenste twee velletjes met het zaad door de hitte of grote droogte er afgevallen is aan de steeltjes blijft blinken min of meer als een zilveren penning of maagdenperkament.’
Lunaria, komt van luna: dit is de Latijnse naam voor de maan, achtervoegsel arius: vormig, een verwijzing naar de zilverwitte grote peulen. Chaucer noemde het gewas al Lunarie. In Engels moonwort, Duitse Mondviole, Frans lunaire.
Voorts zo schijnt deze onze gewone penningbloem dezelfde te wezen die bij de ouders Thlaspi alterum heette en van Cratevas beschreven is en van andere Sinapi Persicum genoemd wordt.
Aangaande de namen van dit kruid zo is dat van sommige Lunaria odorata genoemd en, zo Lobel zegt, is het te onrecht van Fuchsius gehouden voor Raphanus silvestris en Armoracia.
(f) Honesty genoemd omdat men de zaden door de peulen kan zien. Het is een populair geloof dat waar de honesty bloeit, de eigenaar een ongewone eerlijke man is.
(g) Het ԧeld van de pausլ heet de plant hier en daar in Brabant, dit naar het Franse monnaie de Pape, omdat de tussenschotten van de hauwtjes op zilveren muntstukjes gelijken. Italiaans monete del papa, ciabatte del papa, lunaria en erbe luna. Symbool van eerlijkheid, oprechtheid.
(h) Bij Culpeper heet het penny floure en white satin floure omdat de glimmende vruchten op een stuk afgesneden zijde lijken, Frans satin blanc.
(i) Duits Atlasblume, Peterspfennige, Silberblatt, Silbertaler, Waldseiler, -veigel, Flitterchen in Zwitserland, in Frans clef de montre naar de ouderwetse horloge sleuteltjes zoals een oud heer vroeger aan zijn vest droeg.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘Om de maandstonden en de urine te verwekken: Neem van het zaad een vierendeel lood, als het fijn gestampt is geef het met enig goed nat in. Brunfelsus.
Het zaad van penningbloemen is droog, scherp in de mond en van kracht en smaak het zaad van Thlaspi gelijk, de wortels hebben ook wat scherpte in zich, maar niet veel en worden met azijn en zout gegeten als de wortels van sommige andere kruiden die men in salade pleeg te gebruiken.
Vele alchimisten en andere onderzoekers van de verholen kunsten hebben dit kruid zeer gezocht en gebruikt en hoopten daarmee enige wonderwerken uit te richten zoals ze meestal plegen met alle andere soorten van kruiden die de naam Lunaria of maankruid voeren want sommige er van gebruiken het zaad van dit kruid wat door de velletjes van de platte penningvormige hauwtjes te zien is, sommige gebruiken alleen het middelste velletje wat zilverkleurig is en eerder op het maagdenperkament dan enig deel van een kruid schijnt te wezen want ze geloven dat die zeer geschikt zijn om hun zegels van Mars en ander dolende sterren te maken waarmee ze vreemde kunsten hopen te doen. Maar deze zullen we bij hun goeddunken laten en schrijven niets anders dan hetgeen ons wel bekend is en door lengte van tijd en lang gebruik van de oude en nieuwe meesters waar bevonden is geweest.’
Culpeper vermeldt dat het een kruid is die onder de Maan is. Opmerkelijk is nog een stuk bijgeloof: ‘Ze laat de hoefijzers van paarden afvallen en werd zo unshoe the horse genoemd. ԍen kan erom lachenլ zegt hij, Ңut I have heard commanders say that on White Down, in Devonshire, there were found thirty horse-shoes, pulled of from the Earl of Essexճ horses, many of them being newly shod, and no reason known, unshoe the horse genoemd.’
Het kruid dat onder de maan staat is een kruid dat alle sloten opent. Moonwort zou geestesziekte genezen en zo was het een maanviooltje, maencruyt.
In the Canon’s Yeoman’ s Tale vertelt Chaucer in zijn Canterbury Tales (1387) het verhaal van de man die een levenselixer maakte. Hij gebruikte:
‘Violes, crosletz, and sublymatores
Cucurbites ...
Watres rubifyng, als boles galle, (:bullegal)
Arsenyk, sal armonyak, and brymstoon
And herbes koude I telle eek many oon
As egremoyne, valerian, and lunarie.’
Vondel, De Heerlijckheyd van Salomon;
‘De een vloeit ten voeten neer in heldere lokken, de ander
Rijst met lange parelsnoer gebonden aan elkander
Haar damasten lijfje is met zilveren frangien omzoomd
Rijk afgezet met het zilver van een stroom
Met maankruid, met kouwoerde ( (wilde wijngaard) heel uitheems geweven
En met hier dier vermaalt wat bij de lucht moet leven.’
Legende.
(187) In Brussel wordt nog altijd een muntstuk bewaard die een van de dertig zilverlingen van Judas geweest zou zijn toen hij zijn meester verraadde. Die wordt door de Kapucijners bewaard in de kerk van de Karmelieten. Daar ligt een ebbenhouten kruis met de in de voet een denarius. Die munt is oud en versleten en heeft op de kop enige en door ouderdom onduidelijke Hebreeuwse letters. Op de zilverling liggen ook enige houtsplinters van elk een 1.5 duim lang en een stro breed die van het kruis afkomstig zouden zijn.
In overoude tijden leefde er een roofridder die sinds er een oog uitgestoken was en ook door de leeftijd geplaagd werd weinig vreugde meer had in zijn leven. Hij woonde met zijn oude huishoudster en een dochter van dode zijn broer ergens in een Duitse stad. Als eigenaardigheid hield hij er een grenzeloze verzamelwoede op na die met de jaren eigenlijk steeds meer toenam.
Elke zaterdag trok hij erop uit om te zien of er nog ergens oude munten gevonden waren.
Op zekere keer was hij zo gelukkig om een Philippe d’or te zien. Toen hoorde hij een stem achter zich die op spottende toon zei: 'het betekent ook wat, maar ik heb iets veel beters!’ Hij ziet een oud en gebocheld mannetje die hem uitnodigt om hem te volgen zodat hij een unicum zal zien dat al het andere zal overtreffen namelijk een zilverstuk die de geschiedenis vertegenwoordigt van schande, verraad en misdaad. De wanstaltige spreker maakt zich bekend als de eerste goudpletter ter wereld, met andere woorden de duivel en beroemt zich op zijn meesterstuk het verblijf op Golgotha dat naar dorst naar geld gepleegd is. En dat geld is het dat hij te koop aanbiedt en wel 28 van de 30 zilverlingen die Judas als loon voor zijn daad ontving want 2 werden er gebruikt om een ijzeren kist te kopen waarin hij zijn schat in bewaarde. Die twee moeten dus nog in omloop zijn, de ene werd de ziel van de gierigheid en de ander die van een woekeraar.
Op de vraag wat die munten moeten kosten die door een pottenbakker in het ijzeren kistje in de grond begraven en door de duivel gevonden werd antwoordde die dat hij ze wilde inruilen tegen de reine ziel van zijn pleegkind.
De duivel wilde haar als vrouw hebben maar hoort dat hij te oud en te lelijk is, dan verdwijnt hij om gelijk terug te keren in de vorm van de knappe jongeling Arnoldo die muziekleraar van zijn nicht is. Dan wordt de eis ingewilligd onder beding dat de munten op de huwelijksdag als beloning uitbetaald zullen worden. De echte Arnoldo had echter alles gezien en gehoord en vloog naar zijn geliefde om met haar te overleggen. Ze spraken af dat ze net zouden doen of er niets gebeurd was en dat ze met de omgevormde duivel naar het altaar zou gaan. Op het moment dat hij de munten overhandigt komt echter de ware Arnoldo naar voren die door een priester gevolgd wordt die door hen was ingelicht en besproeit de duivel met wijwater. Als gevolg daarvan gaat die met een sissend geluid in vlammen op. De verzamelaar voelt de munten in zijn hand gloeien en werpt ze weg die door de priester opgeraapt worden om ze aan de klokkengieter te geven die ze in de klokspijs mengt voor de te leveren klok. Die klok heeft dus nooit een zuivere klank gehad en is op zekere dag verdwenen. Volgens sommigen dat toen de klok op weg was naar Rome om gewijd te worden heeft men haar in het Lagio Maggiore laten zinken. Zo zitten op de bodem van dit meer nog steeds de Judaspenningen.
Uit Redoute.
=Lunaria rediviva, L (herlevend) is de wilde Judaspenning, verschilt door de meer blauwachtige/witte kroonbladen, maar het meest omdat het een vaste plant is. De peulen zijn aan beide kanten spits, 1m.
De gesteelde bladeren zijn hartvormig met een gezaagde rand.
De lilakleurige tot witte bloemen zijn reukloos en 25-30mm groot, staan aan de top van de rechtopstaande stengel, april-juni.
Hauwtjes zijn langwerpiger.
Is al beschreven in 1596, namen als vorige.
Naam.
Dodonaeus ‘De vaste plant noemt Lobel in het Latijn Lunaria Raphanitis of Bolbonac radice redivivia.’ Perennial honesty, Duits Spisse Silberblatt.
Planten.
Judaspenning wordt al vanouds geteeld.
Ze zijn gemakkelijk te telen en worden niet gekweekt vanwege de mooie bloemen, maar om de opvallende vruchten die in droogboeketten gebruikt worden.
Er zijn bontbladige vormen en cv’s met witte en diep paarsrode bloemen. De witte zijn opvallend in massa onder de donkere bomen waar ze spontaan zullen groeien. Na de bloei een tijdje laten staan, totdat de vruchten geheel rijp en droog zijn. De hauwtjes worden wel in droogboeketten gebruikt en zijn niervormig en doorschijnend zodat de zwarte zaden te zien zijn. Voor droogboeketten worden de buitenste vellen eraf gehaald.
Vermeerderen door zaaien in juli/augustus.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl