Sagittaria
Over Sagittaria
Pijlkruid, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Dit zijn meerjarige kruiden die geschikt zijn voor bladeffecten in moerassen en waters en vanwege de mooie witte en boterbloemachtige bloemen.
Het zijn meestal planten van opgaande vorm en waterplanten, de bladeren komen uit een min of meer bolachtige wortelstok.
Bladeren zijn typisch pijlvormig, deels ondergedoken handvormige bladeren en lang gesteelde pijlvormige bladeren die boven het water uitsteken. Bladeren variëren naar de standplaats, stromend of stilstaand water, de mooiste pijlvorm krijg je in ondiep water. Zomers maken ze lange uitlopers die eindigen in een harde, ronde en 2cm grote knol dat in de modder overwintert en het volgende jaar zich tot een nieuwe plant ontwikkelt, waarmee je ze kan vermeerderen en die ook gegeten worden.
Eenhuizige planten, bloemen staan meestal in 3-tallen, de mannelijke bloemen staan boven aan de bloemtrossen en zijn veel groter dan de eronder groeiende vrouwelijke bloemen.
Het aantal soorten is variabel, mogelijk 20. Ze komen voor in de gematigde en tropische regionen van de wereld, behalve in Australië en Afrika.
Alismataceae, waterweegbreefamilie.
=Sagittaria engelmanniana, J.G. Smith. (Georg Engelmann, Duits, Amerikaanse botanicus, 1809-1884)
Lang gesteelde bladeren zijn lang pijlvormig met lijnvormige slippen.
Stengel is zwak kantig en ongeveer even lang als de bladeren.
Bloemen van 3cm groot zijn wit in juni/juli.
Omgekeerd eivormige vruchtjes hebben een lange en rechte snavel.
Uit O. N. Amerika, wordt 20-40cm hoog.
Sagittaria engelmanniana var. engelmanniana, Sagittaria engelmanniana var. brevirostra, (kort snavelvormig) Sagittaria engelmanniana var. longirostra (lang snavelvormig)
Acid water arrowhead.
Sagittaria latifolia, Willd. (latus: breed, folia: blad)
Verschilt van sagittifolia dor de bredere bladeren met meer driehoekige slippen, verder door de grotere en witte bloemen van 2.5-4cm in doorsnede in juni/augustus.
Omgekeerd eivormige vruchtjes met een lange en omgebogen snavel.
Een zeer veranderlijke plant.
Uit N. Amerika wordt een 60-100cm lang.
Breedbladig pijlkruid, Breitblättriges Pfeilkraut, broadleaf arrowhead, duck- Indian of swamp potatoe groeit langs de stromen en heeft onder water, aardappelachtige knollen op het eind van lange scheuten. Het is een hoofdvoedsel voor vele Indianenstammen. Gekookt worden de knollen als aardappels gegeten, de geur is niet zo aangenaam. De Amerikaanse indianen noemen ze wappato. Duck potato.
De zetmeelrijke knollen zijn eiwitrijker dan die van aardappelen en gekookt zijn ze een aangename groente. Deze plant wordt gecultiveerd in China en Japan. Ze zouden zelfs op de Chinese markt van Francisco verkocht worden, bewaard in likeur.
De plant komt voor op Chinees porselein en tekeningen, soms in associatie met de heilige lotus. Zij vormen samen het ei- en anker ornament in architectuur. Zo zou de eivorm van de heilige lotus het embleem of vruchtbaarheid vormen en de bladen van het pijlkruid zouden dan de tegenstelling of vernietigende bemiddeling voorstellen.
Sagittaria sagittifolia L. subsp. leucopetala (Miq.) Hartog (met witte bloembladeren) (Sagittaria leucopetala, Bergm. )
Verschilt van sagittifolia door de grotere en zuiver witte bloemen die in het midden wat geelachtig gekleurd zijn, bladstelen en hoofdas van de bloemtros is scherp driekantig, bloembladeren van 1.5cm lang, gladde meeldraden, kelkblaadjes zijn na de bloei omgebogen, juni/augustus.
Uit Europa, Klein Azië tot Japan, Java, wordt 40-60cm hoog. Er is een vorm met dubbele witte bloemen.
Chinese arrowhead.
Sagittaria sagittifolia, L. (pijlvormig blad) Pijlkruid, heeft helder groene en lang gesteelde bladeren die aan de voet diep pijlvormig zijn, de ondergedoken bladeren zijn lint- of lijnvormig, in drogere gebieden blijven ze zelfs lintvormig.
Opstaande stengels zijn net als de bladstelen driekantig, kunnen een meter lang zijn en komen alle van de wortel.
De bloem zit in trossen, is wit en van binnen purper gevlekt en 2-2.5cm groot, 3 bloembladen die aan de voet violet/paars gevlekt zijn, bloemsteeltjes van de mannelijke bloemen zijn ongeveer twee maal zo lang als die van de vrouwelijke bloemen, de bloei is een 20cm boven het water in juli/augustus.
Vruchtjes met een korte en rechte snavel.
Uit Europa en Azië, wordt 60-80cm hoog.
Over de schoonheid van deze exquisiete waterplant kan geen misverstand bestaan. Het pijlkruid showt een grote variatie in bladvorm, afhankelijk van zijn omgeving, diepte en beweging. Drie soorten van blad produceert het gewas en het aantal van elk soort hangt af van die condities. Er zijn dunne platte en vrijwel transparante bladeren die in de schaduw groeien. Anderen vloeien op het wateroppervlak en hebben een ovaal of hartvorm, terwijl de meeste statig omhoog staan en oprijzen boven het water. Opvallend zijn de nerven in deze elegant geschapen en glimmende bladeren. De bloemstengel rijst onvertakt uit het water. Die draagt drie of vijf bloemkransen die geleidelijk aan zich geheel plat uitspreiden in wit en mooi getint zijn met lila.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘In onze taal wordt dit gewas gewoonlijk serpents-tonghen genoemd, in het Latijn Lingua serpentis’.
Haasoren, serpentstongen, slangentong, in Groningen adderkruid, snoekeblad, ezelsoren, vergelijk Dodonaeus serpentstonghe en in België serpentstong.
Dodonaeus (b) ‘In het Latijn heet het Sagitta en Sagittalis of ook soms. Mago (als Plinius in het 17de kapittel van zijn 21ste boek betuigt) zegt dat de Grieken in hun taal Pistana een kruid noemen dat in de broekachtige en slijkachtige wateren groeit en in het Latijn Sagitta plag te heten. De ene soort mag men Sagitta major, dat is grote serpentstonge, noemen en de andere Sagitta minor, dat is kleine serpentstong´.
Sagittaria, Latijn sagitta: pijl, achtervoegsel arius: achtig, de bladen lijken op een pijlpunt
Duits Pfeilkraut, Engelse arrow-head, Frans fleche d’eau: waterpijl, in Fries heet het pilekrud.
(c) De Fransen hebben queue d’arondelle of quenue d’aronde: zwaluwstaart en verder sagittaire, flechiere, saette en sagette.
(d) Bij de Engelsen komt ook de naam water-archer voor. Gerard, 1597, schreef over de lange en grote bladeren, in vorm als het teken Sagittarius: “or rather like a bearded broad arrowe heade”. In de signatuurleer was het goed om pijlpunten uit te trekken.
(g) België Kempische kappen, het blad lijkt op de streekdracht.
Uit; http://tropica.com/en/plants/plantdetails/Sagittariasubulata(079)/4530
Gebruik.
Het blad werd vroeger in de artsenij gebruikt.
De wortelstok is rijk aan zetmeel, evenals de in de herfst boven drijvende knolletjes, na gekookt of gebakken te zijn smaken ze wat naar aardappel. De knol kan ook in een vuurtje gepoft worden. Worden in Azië gegeten en daarom geteeld. Heet in Chinees cí gū; ’geliefde paddenstoel, wordt vooral met Chinese nieuwjaar gegeten, zijn wat knisperiger dan aardappels.
Now; https://happydiyhome.com/tropical-plants/
Sagittaria subulata Buchenau. (priemvormig) snel groeiende waterplant van 3-15, soms 40cm hoog met uitlopers.
Bladeren drijvend of onder water zijn lijn tot ovaalvormig.
Witte bloem drijft op het water.
Uit Zuid-Amerika, Columbia en Noord Amerika langs de kusten.
Awl leaf arrowhead of dwarf Sagittaria groeit vooral in ondiep brak water langs de zeekust, moerassen etc.
Planten.
Planten in 10-40cm diep water.
Vermeerderen door in het voorjaar te scheuren, jonge knolletjes of zaaien onder een laagje water van 1cm bij 22 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl