Craniolaria

Over Craniolaria

Creoolse schorseneer, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit Nurnberg 1786.

Dit zijn een- of meerjarige en harige kruiden.

Ongeveer 3 geslachten en 10 soorten komen voor in tropisch en subtropisch Amerika.

Martyniaceae. De familie is nauw verwant met de Pedaliaceae.

Naam, etymologie.

Craniolaria, naar een veronderstelde overeenkomst van de peul met schedel van een kraanvogel.

Dit zijn weid uitspreidende en wat kleverig/harig smal gevorkte kruiden.

Bladen zijn groot en tegenoverstaand, lang gesteeld en breed hartvormig.

Witte bloemen komen in trossen.

2 soorten komen voor in Venezuela tot Paraguay.

Verwant aan Martynia.

Craniolaria annua, L. (eenjarig )is een halve meter hoog.

Bladen zijn palmachtig gelobd en de randen getand.

Uit Tropisch Amerika.

Craniolaria; kraanvogel-achtig, de zaden. Escorzonara. De raapachtige wortel is in Z. Amerika wel bekend als Creole scorzonera, een soort van schorseneer, en wordt daar gegeten. De dikke vlezige wortel wordt wel ingemaakt met suiker als een bonbon.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl