Cistus
Over Cistus
Rotsroos, Bijbel, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit O. Thome, www.BioLib.de
Dit geslacht bestaat uit lage struiken die gekweekt worden om hun rode of witte roosachtige bloemen.
Meestal zijn het geurende planten.
Bladen zijn altijdgroen, tegenoverstaand, 2-8cm lang en soms bedekt met een gom of zijn licht ruig.
Vijfbladige bloemen zijn groot en staan in eindstandige trossen, zelden alleenstaand, wit tot purper, soms met een rode vlek op elk bloemblad.
De ongeveer 20 soorten komen voor in het M. Zeegebied, Midden-Oosten en Canarische eilanden. Vele hybriden en cultivars.
Cistaceae, zonneroosjesfamilie.
=Cistus salviifolius L. (met blad als salie) een groenblijvende struik, 1m.
De bladeren zijn eivormig, lichtgroen en aan de onderzijde behaard, 2 cm.
Witte bloemen van 2-4cm met een geeloranje hartje, maart tot mei.
Uit het Middellandse Zeegebied.
Uit deze plant kan ook laudanum gewonnen worden.
Naam.
Cistusroos, Duits Salbeiblattrige Zistrose, Frans ciste feuilles de sauge, Engelse sage leaf rock rose.
=Cistus monspeliensis L. (uit Montpellier) een struik van 30-100cm die sterk aromatisch geurt.
Bladeren staan kruisvormig, zittend, 2-6cm lang, liniaal/lancetvormig en aan de randen sterk naar onderen gerold, boven donkergroen en licht behaard, onder lichter en dicht behaard.
2-8 bloemen staan aan 1 kant, bloemsteel is zeer kleverig, bloemen van 2-3cm in doorsnee, kelkbladeren zijn rood geaderd. Kroonbladeren wit, vele meeldraden, van april-juni.
Komt uit W. Middellands Zeegebied.
Naam.
Montpellier-Zistrose, Frans ciste de Montpellier, Engels Montpelier Cistus.
‘Aan deze vreemde struik groeit Hypocistis aan de wortel bij de aarde welke gelijk ziet een onrijpe granaatappel. Het is drievormige, namelijk geel, groen en witachtig. Uit deze perst men een sap die zet men aan de zon totdat het dik wordt. Dit sap droogt en trekt tezamen heftiger dan de bladeren en bloemen Cistus, daarom zo men dit sap inneemt of onderin doet is het goed tegen de loop en de lang durende buikvloed zo van zwakheid der maag komt, ook tegen dat bloed uitwerpen en de overige vloeden der wijven. Ook zo men dit sap drinkt of uitwendig aan lijf opstrijkt sterkt het de innerlijke leden als de maag, de lever welke van overige vochtigheid verzwakt zijn en een tezamen trekking behoeven.
De voortreffelijke en zeer geleerde medicus Frisimelica vermeldt in zijn Lectionibus in Dioscorides dat het in hete vloeden, vooral de wijven, niet zonder bijzondere nut en goede werking dat sap gebruikt heeft, vooral in een goede wijn daar het anders niets verhindert in gegeven. Hij leert echter dat men de Hypocistis zal gebruiken die tegen opgang van de zon pleegt te groeien. Omdat nu dit sap erg goed uit Italië we hebben kunnen, doen diegene welke menen dat men daarvoor vooral in de teriakel het sleen sap gebruiken zal onwijs.
Hypocistis Grieks Υωοχιςίς, ergens anders Ρόζαθρον of Κότινοτ. Plinius orobathis.’
Cistus incanus L. (grauw, grijs)(Cistus creticus L) Rijk vertakte groenblijvende struik van een meter hoog.
Bladeren en takken hebben een fluweelachtige beharing.
Blad is groen tot grijsgroen, eirond met een golvende rand.
Eindstandige roze en wat kreukelige bloemen met en geel hart van april tot juni.
Wordt hier wel als kamerplant gekweekt.
Subspecie incanus, subspecie corsicus en subspecie creticus.
Groeit in de maquis en rots gebieden van het M. Zeegebied. Is beschreven in 1640.
Heeft meestal roze bloemen van 4.5-5cm diameter, maar deze soort is zeer variabel. Er zijn ook een paar bekende cultivars als ‘Gasithi’, met compacte ronde bloemen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) Men noemt deze kruiden Cistus mannetje als het paarse of roodachtige bloemen heeft, in het Latijn Cistus mas en als de bloemen wit zijn wordt het Cistus wijfje, Cistus femina, genoemd, dan ze worden beide met een naam in het Grieks Kistos of Kisthos genoemd en soms Kissaros of Kitharos, in het Latijn Cistus.’
Cistus is afgeleid van Grieks ciste: een doos, een verwijzing naar de vorm van de zaaddozen.
Dodonaeus (b) ‘Het wordt ook Rosa silvatica al of men wilde roos zei, van sommige ook Rosa Canina, dat is hondsroos zo Scribonius Largus verhaalt, in Spanje estepa, in Portugal rosella, andere noemen het Cistus non ladanifera om die van de andere Cistus Ledon te onderscheiden.’
Rotsroos omdat de bloem wel wat lijkt op een roos, of een grote uitgave van het zonneroosje, met de groeiplaats. In verband met zijn relatie met de rotsroos wordt het vaak rock rose genoemd. Het verschil met het zonneroosje is dat die zeer laag is en die in rotstuinen gekweekt wordt. Het is de Engelse shaggy rock rose, sol flower en holly rose, in het Frans herb d'or; goudkruid, Duitse Graubehaarte Zistrose, Cistrose. Symbool van geliefde, populaire steun.
Gebruik.
Een soort van thee wordt gemaakt van de bladeren.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘De bladeren en jonge botten of eerste uitspruitsels van de Cistus die klein gewreven of gestampt zijn hebben zo’n verdrogende en tezamen trekkende kracht dat ze de zweren en lopende zeren dicht helen en genezen kunnen.
De bloemen van Cistus zijn krachtiger in het werken, als Galenus betuigt, zodat ze met wijn gedronken de rodeloop en de onmatige vloeden en weekheden van de buik genezen kunnen.
Hetzelfde verzekert Dioscorides ook en zegt dat deze bloemen allerhande voorts etende en voortlopende zeren en wild vuur beletten en op laten houden en met was gemengd alle verouderde zeren genezen en ook de verbranding.’
Uit it.wikipedia.org
Cistus albidus L. (witachtig) een rijk vertakte, groenblijvende struik van 1 meter.
Bladeren zijn grijsgroen, fluweelachtig, eivormig en 2-3cm lang.
Roze bloemen met een doorsnede tot 6 cm, eindstandig met vijf bloemen bijeen van april tot juli.
Komt uit het westen van het Middellandse Zeegebied.
Naam.
Weiliche Zistrose, Gray leaved cistus, Frans le ciste cotonneux.
9. uit www.gardensandplants.com
Cistus laurifolius, L. (met laurierachtig blad) Witte bloembladen met een geel blok komen in juni tot augustus.
Kan zelfs een paar meter hoogte halen, door geregeld toppen krijg je een lagere en bossige struik. De twijgen zijn kleverig en behaard.
Geef de plant een droge standplaats, liefst warm, er mag dan ook wat schaduw zijn.
Is mogelijk de minst mooie uit dit geslacht, maar wel winterhard. Komt uit Spanje.
Naam.
(Dodonaeus) ‘Tweede Cistus Ledon met brede bladeren wordt van Clusius Ledon secundum latifolium majus genoemd en in Spanje, daar beide deze soorten veel groeien, xaguarca. De grootste, van Clusius Ledon secundum latifolium majus genoemd, heet in Spanje xara xarguna en xaron, in Granada xara estepa.
Vierde Cistus Ledon, in het Spaans ardivieja, groeit zo overvloedig in Oud Castili dat ze daarvan een algemeen spreekwoord hebben, quien al monte va, y mas no puede, abmenos ardivirja togo, dat betekent, Ժo wie te bergwaarts gaat en niets anders kan doen, dan plukt hij tenminste ardivieja. ‘
Laurierbladige rotsroos, Laurel leaved rock rose, Lorbeerblattrige Zistrose, Frans ciste feuille de laurier.
7. Uit plantgenera.org
Cistus ladanifer, L. (ladanum dragend) Het blad is saliegroen en sterk ruikend, 3m..
De bladeren zijn 4-10cm lang, kleverig aan de bovenzijde en behaard aan de onderzijde.
De bloemen zijn 5-10cm in doorsnede, bloemblaadjes zijn wit, maar hebben een bruin paarse vlek aan de voet van het kroonblad in mei en juni. In tijden van lange droogte is er een massa bloemen.
Is beschreven in 1739.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze soort van Cistus wordt in het Grieks Ledon en Ladon genoemd, welke naam ook in andere spraken gebruikt wordt, want het is in Nederland met geen andere naam bekend dan met de Latijnse en Griekse Cistus Ledon, wat niet vreemd is gemerkt dat dit een buitenlands gewas is en hier te lande nergens in het wild groeit. De vettigheid die men op de bladeren van deze Cistus vindt wordt in het Grieks Ladanon en Ledanon genoemd, in het Latijn heeft ze dezelfde naam ook, dan in de apotheken noemt men het Lapdanum met een bedorven naam.’:Ladanum, Latijn, van Grieks ladanon of ledanon: mastic van een struik ledon, waarschijnlijk stamt het woord van Perzisch ladan. Lack-Zistrose. Gomrotsroos.
Gebruik.
Later in het jaar wordt het blad en stengels overdekt met een zachte gom die hoogst aromatisch en geurend is. Die gom wordt in de Oriënt tegen wonden en zweren hoog geschat. In Egypte wordt het kruid nog als amulet tegen pest gedragen.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 141, 309, 310, 311)' Dioscorides vermeldt dat de boeren bij het krieken van de dag de geiten het veld in sturen die zich te goed doen aan de gewassen, aan deze struiken eten en zo hun sikken vol krijgen met deze gom. Tegen de avond worden ze door de boeren weer opgewacht die dan de sikken borstelen met een speciale kam en zo de gom verzamelen. De manier of middel om de Ladanum te verzamelen is van Petrus Bellonius in het 7de kapittel van zijn 1ste boek beschreven zo hij die in Kreta gezien heeft: Ԥe Grieken, zegt hij, maken een bijzonder gereedschap om Ladanum te verzamelen wat in hun taal Ergastiri genoemd is. Dit is gelijk een vork zonder tanden waaraan zeer vele riempjes van niet gevet of onbereid leer vastgemaakt zijn. Deze riempjes strijken ze dan zacht aan de planten die Ladanum op hebben omdat de vochtige vettigheid die aan de bladeren en takjes stijf geworden is eraan zou blijven hangen die naderhand in het heetste van de hondsdagen met messen moet afgeschrabd worden, op die manier dat Ladanum te verzamelen een zeer grote en onverdraaglijke arbeid is, gemerkt dat men in het heetste van de hondsdagen hele dagen lang op de bergen moet blijven. Ook aanvaart niemand anders gemakkelijk de arbeid om die te verzamelen dan de Calohieri dat Griekse monniken zijn. Maar in het gehele eiland wordt het nergens in meer menigte verzameld dan aan de voet van de berg Ida in een dorp Cigualino genoemd en bij Milopotamo. Het Ladanum is eigenlijk geschikt om alle gebreken van de baarmoeders te helen omdat het, behalve de vermurwende en verterende krachten, er ook enige tezamen trekking bijgevoegd heeft en is daarom zeer geschikt om het haar van het hoofd vast te maken en het uitvallen te beletten want het kan alle kwade en schadelijke vochtigheid die bij de wortels van het haar plaats genomen heeft verteren en verduwen en daarboven ook de zweetgaatjes of doorgangen, waarin het haar vast zit toe sluiten en enger maken, dan omdat te doen raadt Dioscorides ons aan er wijn, mirre en olie van Myrtus bij te mengen, want dan werkt het veel krachtiger.
Hetzelfde met wijn op de littekens of plekken die na de kwetsingen overgebleven zijn gestreken, maakt die veel mooier en neemt de plekken weg en laat de littekens soms geheel vergaan.
Op gloeiende kolen gelegd en de rook daarvan van onder ontvangen laat de secondine of nageboorte afkomen en jaagt die uit het lijf. Het is ook zeer goed tot de hardheid van de baarmoeder met het pessarium vermengt en gebruikt, dat is van onderin gestoken.
Insgelijks dient ditzelfde Ladanum om bij de dingen te doen die men bereid om alle smarten te verzoeten en bij de pleisters die vermurwen en verduwen en ook om te vermengen bij de dingen die men tegen de hoest en andere gebreken van de borst plag te maken en vooral die van buiten op de borst tegen de hoest gelegd worden.
Onder de meest geachte drogen die men in het parfumeren en in de welriekende berokingen gebruikt is dit Ladanum ook te rekenen en daarom is het bij de ouders ook veel gezocht geweest en niet alleen vanwege het gebruik in de medicijnen zoals uit de oude schrijvers voldoende blijkt.
Het wordt hier te lande veel uit Afrika gebracht, dan men houdt voor het beste dat uit het eiland Cyprus komt waar dat zeer geprezen wordt om de tandpijn te genezen en de smarten van het tandvlees. Ze gebruiken dat ook veel om de huizen er mee te beroken en de lang bedompte plaatsen te zuiveren en de pestachtige lucht te verbeteren.’
De parfum chypre heeft zijn naam van het feit dat Cyprus (in Frans Chypre) genoteerd was voor de bron ervan.
Het zou al in de eerste dynastie van Egypte in gebruik zijn geweest, 3000 v. Chr. als medicijn en parfum.
Cistus levert de gom ladanum of laudanum dat in de parfumerie gebruikt wordt.
De gom is zacht, donkerbruin of zwart, kleverig, geurend en smaakt bitter. Het wordt gebruikt in de parfumerie en in medicinale pleisters. De gom heeft de geur van storax. Napoleon, bekend met de geur, zei dat hij Corsica zou herkennen met zijn ogen dicht. De Franse maquis, Italiaans macchia, draagt de naam naar mucchio, de Corsicaanse naam van deze plant die de bekendste plant van dit gezelschap is. Wie kort voor het einde van de laatste wereldoorlog met de Franse partizanen, de zogenaamde maquisards van doen had, weet dat hun herkenningsnaam macchia was. In die onherbergzame struiken konden zij zich verschuilen. De macchia en maquis werden het vrijheidssymbool van hun tijd. Symbool van ‘ik sterf morgen.’
Uit I. Weinmanno met Hypocistus.
Bijbel.
Genesis 37: 25 ‘Daar zagen zij een karavaan van Ismaleliten aankomen uit Gilead, wier kamelen gom, balsem en hars droegen, om dat naar Egypte te brengen.’ 43: 11 ‘Neemt van het fijnste des lands in uw zakken en brengt dien man een geschenk, een weinig balsem en een weinig honig, gom en hars, terpentijnnoten en amandelen.’
Deze plant is waarschijnlijk de mirreplant van de ouden.
De rotsroos, creticus, salvifolius en villosus, is ook bekend als lotplant en komt bij de Hebreers overeen met het woord lot in Genesis 37: 25, 43: 11. Lot moet een inlands product zijn. Lot komt ook als eigennaam voor in Genesis, de broer van Abraham. Lot zou door een verkeerde vertaling als mirre bestempeld zijn, de naam van mirre is mor en die is niet inlands (Commiphora myrrha) zoals de context laat zien. De echte gom laudanum komt van ladanifer die inlands is in de M. Zeegebieden.
Onycha, in het Hebreeuws shecheleth of sjecheleth, zou voorkomen in Ecclesiasticus 24: 15, Exodus 30: 34. De bloem is wit aan de basis van elk bloemblad. Onycha betekent in het Grieks vingernagel, de markeringen op de bloembladen zouden de reden geweest zijn voor die naam.
De naam wordt tweemaal vermeld als een bestanddeel van het heilig reukwerk en een andermaal in de Apocriefe boeken als een zelfstandigheid die een lieflijke geur verspreidt.
De naam onyx betekent klauw of nagel, (310) ‘Daaraan ontleent de kleine schelp op de voet van vele weekdieren, die door de grote schelp gesloten wordt, zijn naam. Uit deze kleinere schelpen of klep verkreeg men enkele bestanddelen die de wierook samenstelden. In de Rode Zee vindt men er veel soorten van.’
Mogelijk is het een tweeërlei begrip, de steen onyx in Exodus 28: 20. De andere onyx is mogelijk een plant/dierlijk product, Exodus 30: 43, Ecclesiasticus 24: 15.
Onyx zou op Murex kunnen slaan die in heel Indië als een zogenaamd geneeskrachtig rookmiddel gebruikt wordt. Koning noemt een vis die Conchylium genoemd wordt en haalt Dioscorides aan: ҅een schulpje of deksel van het visje Conchylium genoemd, gelijk ons Dioscorides zegt II, 8:1, welk in de meren van Indi die Nardus voortbrengen gevonden wordt. Het ademt een aangename reuk uit omdat het door den Nardus gevoed wordt’. Waarschijnlijk zijn er nog wel meer mogelijkheden.
Planten.
Meestal worden ze een halve meter hoog met zeer opvallende bloemen die vroeg in de zomer verschijnen.
Ze houden van een zonnige plaats.
Ze zijn niet winterhard, maar stekken echter gemakkelijk zodat je snel weer vervangers hebt.
Zaaien onder glas in het voorjaar gaat zeer eenvoudig, 20 graden, komt onregelmatig op. Door de vele hybriden komen er wel allerhande vormen op.
Afleggen is ook mogelijk, maar duurt wel een paar jaar.
Zomerstek is van groenblijvende vormen.
Neem in juli 7cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Licht verwonden, dat is ongeveer zoals je met de nagel over het oog van de plant gaat. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Gebruik 1% ibz groeistofpoeder. Planten in 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na een ruime maand is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl