Diervilla
Over Diervilla
Amerikaanse Weigelia, vorm, struiken, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Dit geslacht komt met 3 soorten voor in N. Amerika. De planten die in het oosten, Japan, groeien worden Weigelia genoemd.
Mooie bladverliezende struiken die gekweekt worden om hun opvallende bloemen die laat in het voorjaar en begin van de zomer verschijnen.
Bladen zijn tegenoverstaand, gesteeld of vrijwel zittend en gezaagd, enkelvoudig met meestal een toegespitste top en fijn gezaagde bladrand met naar de top toe buigende zijnerven.
Bloemen 1 tot verschillende stuks die vaak in trossen op het eind van de dit jaar gevormde twijgen verschijnen en geel/groen/wit van kleur, regelmatig of bijna regelmatig, soms zwak 2lippig, meestal grote klok of buisvormige bloemkroon, 5 meeldraden en een lange stijl met honingklieren naast de basis en grote stempel, vruchtbeginsel 2hokkig, 2kleppige doosvrucht met dunne wanden. Ze zijn een 1-2m hoog en ook zo breed.
Caprifoliaceae, kamperfoelie familie. Bijenplanten.
Uit J. C. Krauss.
=Diervilla lonicera, Mill. (kamperfoelieachtig) Bladstelen van 3-7mm lang.
Eivormige bladeren van 5-10cm lang en 2.5-4cm breed met lang toegespitste top zijn dicht gezaagd en gewimperd, donkergroen en van onderen matglanzend donkergroen kaal of spaarzaam langs de hoofdnerf behaard.
Groene twijgen die aan de zonkant wat bruin zijn gekleurd, rond of bijna rond.
De groen/gele bloemen staan met 2‑3 stuks bijeen in de oksels in juni/juli, diep getande kelk, bloemkroon is 12-18mm lang, 2lippig met meeldraden die voor de bloemkroon uit steken
Doosvrucht van 10-15mm lang.
Een opgaand groeiend struikje met zwak overhangende takken die een lage en brede struik vormt en vrij breed uitdijt, dit door de worteluitlopers.
Is in Newfoundland en verder zuid gevonden, wordt 1m hoog. Is beschreven in 1739. Northern bush honeysuckle,
Uit www.theinterestingplantnursery.com
Diervilla rivularis Gattinger. (van de beekjes of rivieren) Komt uit Amerika.
Wordt 2.5m hoog.
Gele bloemen in juni-augustus. ‘Honeybee,’. Trekt bijen en vlinders aan.
Mountain bush honeysuckle, Georgia bush honeysuckle, hairy bush honeysuckle.
Naam, etymologie.
Diervillea, nu Diervilla, is zo genoemd naar M. Diereville, een Franse tandarts die in 1739 D. lonicera vanuit N. Amerika naar Tournefort in Europa bracht.
Duits Diervilles en Geisblatt, Engels bush honey suckle, verwant aan Lonicera. Northern bush honeysuckle, low bush honeysuckle, dwarf bush honeysuckle, yellow-flowered upright honeysuckle.
Uit prairieform.com
=Diervilla sessilifolia, (ongesteelde bladeren) Bladeren zijn 6-13mcm lang en 3-4.5cm breed, ei/lancetvormig met lang toegespitste top, scherp gezaagd, bij uitlopen wat rood gekleurd en later heldergroen, van onderen licht groen en soms spaarzaam behaard met bruin/rode herfstkleur.
Twijgen zijn vierkantig.
Bloeit in juni/augustus in dichte eindstandige pluimen aan dit jaar gevormde twijgen, zwavelgeel, kelktanden zijn lancetvormig, bloemkroon 16mm lang en meeldraden die even lang zijn als de bloemkroon.
Doosvrucht is 8-10cm lang.
Groeit overal, zon en schaduw.
Lijkt op de volgende met vrijwel zittende bladeren en rijkere bloei in dichte, eindstandige pluimen.
Stamt uit N. Carolina, Tennessee en Georgia. De plant werd beschreven in 1843.
Southern bush honeysuckle.
Uit joycreek.com
Diervilla x splendens, (stralend, schitterend) is een kruising tussen Diervilla lonicera x Diervilla sesselifolia. Deze Diervilla heeft bronsrood uitlopende bladeren, zodat het plantje met een rode kleur overtrokken lijkt te zijn. Doordat het uitlopers vormt verschijnen er het hele jaar die zachte tinten van rood. Mooi contrasteert dit met het zachtgele van de bloem.
Een mooie plant voor vakbeplanting.
Heeft wel een hekel aan zware klei.
Planten.
Het zijn meestal laag blijvende struiken met een spreidende vorm die gemakkelijk worteluitlopers maken, met min of meer vierkante takken en tamelijk grote zittende of soms gesteelde bladen.
Ze houden van vocht en wat beschaduwde plaatsen.
De Diervilla's zijn gemakkelijk via worteluitlopers te vermeerderen. Ook via zomerstek en gemakkelijk via winterstek. Je kan ze rustig snoeien, ze bloeien op het hout dat dit jaar gevormd wordt.
Knip eind februari stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.
Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegengehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl