Stachys

Over Stachys

Andoorn, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Een geslacht van grote en meerjarige kruiden of eenjarige, zelden zijn het halfheesters of kleine struiken. Bladeren zijn gaaf of getand, de bloembladen gelijk of gereduceerd tot schutbladen, 50-300cm.

Bloemkransen hebben twee tot vele bloemen, okselstandig of gearrangeerd in eindelingse trossen. Bloemen purper, rood, licht geel of wit en klein, soms opvallend.

Ongeveer 300-400 soorten komen voor en meestal in de gematigde zones, een paar in de tropen en koude gebieden, verdeeld over de wereld.

Lamiaceae, lipbloemige, Stachys klasse, subklasse 4, Lamieae.

12. Uit www.biolib.de

=Stachys affinis Bunge (verwant) Stachys sieboldii, Miq.) (Philipp Franz von Siebold, 1796-1866, arts te Deshima, onderzoeker van Japanse flora en fauna (Stachys tuberifera, Naud.) (bol dragend) ) is een kruidachtige plant van 30-45cm hoog.

Vormt witachtige rizomen die zich verdikken op de internodiën die er dan als een parelsnoer uitzien, 8cm lang en 2cm dik.

Netelachtige ruwe bladeren van 3-12cm lang en 1.5-6cm breed.

Groene bloemkelk is klokvormig en ongeveer 9cm lang met rode kroonbladeren in juli-augustus.

Stamt uit China en Japan en heeft verdikte uitlopers. Is beschreven in 1887.

Naam.

Choro-gi of Chinese artisjok, Japanse andoorn, Engelse Chinese artichoke, knotroot, artichoke betony, crosne, werd sinds 1877 in Crosnes, Frankrijk gecultiveerd.

Crosne du Japon, Knollen-Ziest, Chinesische Artischocke, Japanische Kartoffel, Knollenkartoffel.

Gebruik.

De plant kan tegen vorst en gedijt bijzonder goed op zandbodem. Men plant ze in rijen van 50cm en 35cm in de rij. De knollen, Japanse knollen, zijn 4-10cm lang. Ze smaken met boter wat aspergeachtig. De knollen zouden vooral geschikt zijn voor zieken en maagpatiënten.

9. Uit Hortus Romanus.

Stachys alpina, L. (uit de Alpen) Gesteelde bladeren zijn eivormig met een hartvormige voet, spits en gekarteld/gezaagd, zacht behaard en donker groen, bovenste bladeren niet gesteeld.

Opstijgende stengels zijn bovenaan dicht klierachtig behaard.

Opstaande aren met 10-20bloemige schijnkransen.

Dof purper/rode bloemen zijn 15-18mm lang met lichtere tot geelachtige keel en op de teruggeslagen lip wit gestippeld, helmhokjes wijken sterk uiteen, kelk is klierachtig behaard met eivormige en toegespitste tanden, schutblaadjes zijn ongeveer even lang als de kelk in juli/augustus.

Kruipende wortelstok.

Uit Karpaten, Balkan en Kaukasus wordt 40-60cm hoog.

Alpenandoorn, Alpensalbei, Alpen Ziest, Alpine woundwort.

Uit G. Oeder.

=Stachys annua, L. (eenjarig)

Bladen zijn lancetvormig en wat toegespitst, breed gezaagd en drienervig, de laagste gesteeld Kransen van 4 tot 6 bloemen die samen een aar vormen met gele bloemen, bloembladen zijn lancetvormig en toegespitst, augustus.

Eenjarige van akkervelden uit oostelijk M. Zeegebied tot Kaukasus.

Naam.

Zomerandoorn, Engelse pale annual woundwort, Duitse gross Alyssen, Berufkraut en Beschreikraut, Hexenkraut, wilde Meliss, Zomer-Ziest, Einjährige Ziest of Zeisgenkraut.

Uit J. Sturm, www.BioLib.de.

Stachys arvensis, L. (van de akkers) Bladen zijn eivormig met een hartvormige voet, stomp en gezaagd.

Stengels spreidend.

Bloemen staan in een krans van juli tot september.

Een kleine plant die op gecultiveerde gronden voorkomt. Wordt onderscheiden door zijn kransen van 4 tot 6 kleine en licht purperen bloemen met zacht wit en door zijn kleine hoogte en zwakke stengels, ook door de stompe bladeren.

Eenjarig.

Naam.

Akkerandoorn, Fries bounettel, Engelse corn woundwort, field betony, Duitse klein Dannettel, Acker Ziest.

8. Uit J. Jacquin.

Stachys byzantina Koch. (uit Byzantië) (Stachys lanata, Jacq. (wollig behaard) Stachys olympica) (van de berg Olympus, Griekenland) Kort gesteelde bladeren zijn elliptisch tot langwerpig met aflopende voet, spits en zwak gekarteld tot gaafrandig, aan beide kanten dicht grijs viltig, bovenste bladeren zittend.

Opstijgende tot opstaande stengels zijn niet vertakt en dicht grijs viltig.

Aren met veelbloemige schijnkransen van dicht bij elkaar geplaatste purper/roze bloemen, helmhokjes sterk uiteen wijkend, rechte kelktanden zijn driehoekig en toegespitst, schutblaadjes ongeveer even lang als de kelk in juli/augustus.

Kalkrijke grond op een droge en zonnige plaats.

Aan beide zijden van de bladeren is bij de ezelsoor een dicht wit viltige beharing te zien, zelfs de kelktanden en schutbladen zijn door dit vilt omgeven. Zilveren haren sieren de ouderdom of wijsheid.

Uit O. Azië, Kaukasus en N. Perzië wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1782.

‘Silver Carpet’ is zilverwit viltig, maar met weinig bloemen. Mooie planten voor de grijze tuin.

Mythologie.

Midasoren worden ze genoemd naar Koning Midas van Phyrgië wiens aanraking alle voorwerpen in goud veranderde. Hij was berucht om zijn grote rijkdom en kleine verstand. Volgens de fabelhistorie kreeg hij die oren omdat hij in een muziekwedstrijd de prijs aan de sater Pan had gegeven, waardoor Apollo hem met deze oren beloonde.

De kapper van Midas raadde zijn geheim, maar kreeg een verbod om dit te vertellen. Dat was een moeilijke opgave. Hij groef daarom een gat aan de oever van de rivier en riep daarin: “Koning Midas heeft ezelsoren”. Toen gooide hij het gat dicht en ging heen. Dit duurde totdat een plant langs de oever opkwam en iedereen het geheim toefluisterde.

Naam.

Ezelsoren, Franse epinaire laineuse; wolachtig, Engelse lambs wool of ear en Duitse Wollziest.

17. Uit commons.wikimedia.org

Stachys corsica, Pers. (uit Corsica) Kleine gesteelde bladeren zijn eirond en stomp, gekarteld en behaard, licht groen.

Zodenvormende plant met liggende en wortelende stengels met opstijgende top, dun en behaard. In de oksels van de bovenste blaadjes zittende de kleine en ongeveer 1.5cm lange roomwitte bloempjes met een bloembuis die twee maal zo lang is als de kelk, kelktanden zijn elliptische e priemvormig toegespitst in juli/augustus.

Half beschaduwde plaats in tamelijk vochtige en goed doorlatende plaats, in de winter is vocht nadelig, dan ook wat bedekken.

Uit Corsica en Sardinië wordt 5-15cm hoog. Is beschreven in 1823.

Korsische Ziest.

7. Uit Fuchs.

Stachys germanica, L. (Duits, Germaans)

Bladen zijn eivormig met een hartvormige basis, getand of gezaagd, gesteeld en dicht bezet met zijdeachtige haren. Bovenste bladen zijn lancetvormig en toegespitst, zittend

Stengel is opgaand en wollig, 60cm hoog.

In de bloemkransen staan veel bloemen, aan de buitenkant zijn ze wollig en licht purper in september.

Een opvallende wollige plant uit M. Zeegebied en Midden Europa, W. Azië.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘De eerste (Stachys alpinus) wordt voor de echte Stachys gehouden en is van de Grieken ook Stachys genoemd. In de apotheken en bij de gewone man is ze onbekend en men mag die in het Diets Stachys of welriekende andoren noemen´.

Duitse andoorn, Engelse downy woundwort, in Duits Andorn bij Fuchs, riechender Andorn, Bergandorn, Feldandorn en Feldscharlach bij Bock. Deutsche Ziest.

Dodonaeus (b) ‘De andere soort heeft geen eigen naam en mag daarom Pseudostachys of bastaard Stachys genoemd worden want ze is geenszins de echte Stachys en ze is ook de Sphacelus niet daar Theophrastus van vermaant hoewel sommige die daarvoor houden. Fuchsius noemt het Felt-Andoren, dat is in het Nederduits veldandoren of wild andoren. Deze soort van Fuchsius beschreven is in het Frans van sommige sauge sauvage genoemd en in het Italiaans salvia salvatica. Fuchsius noemt die Stinckender oder Reichende Andoren. Tragus geeft ze de naam van Marrubium agreste of wilde andoren’.

Gebruik.

(Dodonaeus) ‘De bladeren van Stachys gekookt en gedronken verwekken bij de vrouwen hun maandstonden en jagen de nageboorte af als Dioscorides verhaalt. De bevruchte vrouwen moeten zich wel wachten van het gebruik van deze kruiden, want doordat dat ze zozeer afjagen en de nageboorten af kunnen drijven zouden ze gemakkelijk enige misval of misgeboorte veroorzaken’.

Uit medplant.ir

Stachys lavandulifolia, Vahl. (lavendelachtig blad) Eivormig/langwerpige bladeren met aflopende voet zijn stomp en meestal gaafrandig en zacht behaard.

Kruipende rotsplant met opstijgende stengels die onderaan houtachtig zijn.

Aren van 4-6bloemige schijnkransen.

Purper/rode bloempjes zijn behaard, sterk uiteen wijkende helmhokjes, zittende schutblaadjes zijn eivormig/elliptisch en langer dan de kelkbuis in juni/juli.

Droge en zonnige plaats.

Uit Anatolië, Klein Azië, Armenië, Koerdistan en N. Perzië, wordt 10-20cm hoog.

3. Uit Curtis botanical magazine.

=Stachys macrantha Stearn (grote bloemen) (Stachys grandiflora, Benth.) (grootbloemig) (Betonica grandiflora) Gesteelde bladeren zijn breed eivormig met hartvormige voet, stomp en gekarteld/getand, behaard, bovenste bladeren zittend.

Opgerichte stengels zijn niet vertakt en zacht behaard.

Opstaande aren met 5-8bloemige schijnkransen.

Purper/roze bloemen van 3-4cm lang met gebogen bloembuis die 3-4 maal langer is dan de kelk in juni/juli.

Uit Kaukasus en Z.W. Azië, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1800.

Er is een vorm met witte en met roze bloemen.

Superbus’ of Superba wordt een 75cm hoog. Bloeit in juni/augustus met grote roze lipbloemen.

Großblütiger Ziest.

2. Uit Fuchs.

=Stachys officinalis, Trevisan. (geneeskrachtig) Vele bladeren die al verschijnen vanaf de voet, lang gesteeld en langwerpig/eivormig met hartvormige voet, stomp en gekarteld, behaard, bovenste bladeren kort gesteeld tot zittend, langwerpig/eivormig en spits.

Opstaande, vierkante stengels zijn niet vertakt en kort behaard Dichte en langwerpig/eivormige 3-6cm lange aarvormige trosjes met 12-14mm lange purperen bloemen met karmijn/rode lip en witte buis, aan de buitenkant zacht behaard, helmhokjes met uitgespreide kelktanden zijn driehoekig en priemvormig toegespitst, er zitten altijd wat zittende bladeren tussen de verschillende kransen in juli/augustus.

Uit Europa, Kaukasus en Klein Azië, wordt 30-60cm hoog.

Var. albiflorus heeft witte bloemen.

Var. grandiflorus heeft grotere bloemen.

Een plant met een licht aromatische geur.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) Dit kruid heet in het Grieks Kestron en ook Psychotrophon. Galenus in het vijfde boek van het ‘behoud van de gezondheid’ zegt dat Kestron, dat is de betonie, ook Sarxiphagon genoemd wordt, hoewel dat Dioscorides een geheel ander en verschillend kruid voor Sarxiphagon beschrijft. Betonie heeft de naam Kestron bij de Grieken gekregen vanwege de geaderde spitse scherpte van de bloemen die als een boor is daar men ivoor mee boort en daardoor is ze misschien, zegt Lobel, Sarxiphagon of steenbreek genoemd geweest, maar Psychotropha om dat ze in donker en lommerachtige plaatsen groeit’.

Dodonaeus (b) ‘Het heet in het Latijn Betonica en bij sommige Vetonica. In de apotheken is het met de Latijnse naam Betonica bekend, in het Spaans Bretonica, in het Hoogduits Braun Betonick, in het Nederduits betonie, in het Frans betoine en betosne, in het Engelse betony, in het Boheems buckwice’.

Bottonie of betonie, een naam die komt van het Keltisch bentonic.

Volgens Plinius stamt de naam van bettonica, (bētōnica) van de Bettones: een Spaans volk. Vettōnica noemt Plnius ook wat zich ook bij Pelagonius in e re veterinaria’’ bevindt. De naam gaat terug op de Keltische stam der Vectōnēs of Vettōnēs die in Spanje woonden. Latere auteurs verwierpen deze theorie en namen aan dat het woord stamt van de Keltische vorm bewton, bew: hoofd, en ton: goed, omdat het vooral goed was tegen hoofdpijnen. Via het Latijnse betonica en het Frans betoine werd het midden-Nederlands betonia in 1253 geboren en het heet nu betonie, zo ook in Duits, Engelse betonica, Frans epiaire: aar, en bétoine, Italiaans betonico, Italiaans bettonica, Spaans betónica. Bathenie bij Hildegard, Bathonienkraut bij Bock, Betonienbaum bij Cordus. Wood betony behoort tot de planeet Jupiter en het teken Aries.

Dodonaeus (b) ‘Plinius in het 8ste kapittel van zijn 25ste boek verzekert dat het in Italië ook Serratula genoemd plag te worden in zijn tijden, maar nu wordt er een andere Serratula gevonden’.

© Engels bishop’s wort en in oud-Engels bisceopwyrt, woundwort.

Wells cribau S. Ffraid: St. Bridget’s kam.

Heil-Ziest, Antoniusthee, Brodaler, Fleischblume, Flohblume, Ganskridig, Pfaffenblume, Zahnkraut of Zehrkraut en Zehrkrettich, Katsenwedel, Stenker.

Gebruik.

In vroegere tijden werd zijn geneeskracht op hoge prijs gesteld. Lobel betuigt dat de betonie hier voortijds bij de Romeinen zeer groot geacht en geprezen is geweest om de gezondheid te bewaren en weer te geven. Antonius Musa, de lijfarts van keizer Augustus, heeft over deze plant een boek geschreven en het tegen 47 verschillende ziektes aanbevolen. “Venda la tonica e compra la betoncia”, zo schreef hij, “verkoop het kleed en koop betonie”. Zulke geweldige geneeskracht. Van een persoon met vele goede eigenschappen was het gezegde, “hij heeft meer krachten dan betonie”. Verder staat onder andere in een Franse vertaling “Elle contregarde les corps et les ames des homes, et defend ceux qui vont de nuit de tous charmes et dangiers. Ell’ asseure les lieux sacres, et les cimetieres de toutes visions estranges, et qui font paeur. Bref c’est un’ herbe sainte en toutes choses”. “Onder zijn krachten dient het de lever en lichaam van de mens tegen het gevaar van epidemische ziektes, ook van hekserij”. Grote reputatie in middeleeuwen vanwege lichamelijke en geestelijke genezing werd het veel gekweekt in tuinen en kloostertuinen. Stukken plant werden rond de nek gehangen tegen kwade geesten en daarom vaak bij de kerk geplant. Op voorhand voorkwam het dronkenschap en daarna helderde het hoofd op, tegen dolle hond en dergelijke.

Verder heeft het in de geneeskunst vrijwel dezelfde krachten als Marrubium, de malrove. Het frisse kruid werkt wat verdovend, wat verdwijnt bij het drogen.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 141, 164, 311, 309) ‘Met korte woorden gezegd, de betonie is zo vol van deugden en krachten dat men daarom in Italië een spreekwoord gebruikt, ‘ge bent voller van deugden dan de betonie’, Tu hai piu virtu che la Betonica.

Het werd vooral gebruikt tegen hoofdziektes. ‘Tegen de hoofdkwalen maakt men met verschillende andere goed ruikende dingen daar kruidmutsjes van om op het hoofd te dragen. Fuchsius. Sommige prijzen ook zeer een loog die van dit kruid gemaakt wordt om de hersens en memorie te versterken. Het poeder van de gedroogde bladen opgesnoven dient tot een niespoeder om veel slijm uit de neus in verkoudheid kwijt te raken. Betonie is zeer nuttig in de vallende ziekte en in alle diergelijke ziekten en gebreken van het hoofd die van koude veroorzaakt zijn.

Met honing zuivert ze de longen en de borst. Dioscorides zegt dat de zwaarte van vier drachmen (dat is een lood) betonie ingenomen te kamer laat gaan en de buik week maakt. Voorts zo bevordert ze de vertering van de spijzen die in de maag gebeurt. Helpt ook diegene die zure winden of dampen met het oprispen uit de maag opwerpen. Ze verwekt de plas en verzoet de smarten van de nieren en gebreken van de blaas, de steentjes die in de nieren blijven steken breekt ze en jaagt ze ook uit. ze verwekt de achterblijvende maandstonden.

Bovendien zo is betonie ook zeer geschikt om de gebroken en ook de vaneen gerukte delen des lichaam te helen en te genezen.

Tegen pijn van de tanden is het goed om betonie met hondsdraf in azijn te koken en daar mee de tanden te wassen.

Als je de wortel van betonie kookt met de bloemen van wilde saffraan en het drinkt met honingwater zorgt dit ervoor dat je veel slijm (uit de longen) overgeeft.

Betonie die in wijn gekookt is, is goed tegen schade van medicijnen die laten sterven, volgens Serapio.

Wijn, waar betonie in gekookt is, is goed voor de vrouwen die baren en geen koorts hebben. En voor diegenen die wel koorts hebben is betonie water goed. Pandecta, Serapio en Platearius. Sommige zeggen dat de slangen omringt met de bladeren van betonie uit die ring geenszins kunnen komen, maar bijten elkaar dood dan liever daar uit te kruipen. Is daarom goed tegen venijnige beten, kook betonie in wijn en leg het daar op.

Men mag het sap van dit kruid, (de wortel achterlatende) zeer goed gebruiken als men groene kaas wil maken’.

Folklore.

Betonie heette in Zwitserland herbe a intzereyi, wat gelijk is aan het Franse herbe a ensorceler en het Nederlandse betoverkruid. Betonie was “Domina omnium herbarum” dat is de meester van alle kruiden. Tovenaars lokken jonge meisjes tot zich door middel van een betonie blad dat ze op hun schouders hechten.

Betonie is een magische plant die helpt tegen 47 kwalen, gif, duivels, geesten en heksen. Betonie heeft een kracht tegen elfenziektes.

Brunfels; ‘Dergelijke zegt men van de betonie wanneer men een ring daaruit maakt en in dezelfde ring slangen doet dan kunnen ze er niet uit komen, maar wurgen elkaar zelf.’

Vergiftigde dieren kon men in een tovercirkel van betonie vast houden, of hetzelfde, er werd een betoniet hee van gemaakt die hielp tegen hoofd- en zenuwzwakte en epilepsie. De geur van betonie maakt het hoofd vast en helder en schenkt de mens de tegenwoordigheid van geest die hem tegen kwade bedoelingen beschermt.

Erasmus schreef dat amuletten gemaakt van betonie diegene behoedde tegen duivels en ongerief. Om het kwade oog en betovering te voorkomen of te genezen neem je negen vlekkeloze betonie bladeren, waarvan een kant, (namelijk het nervennet) niet door insecten aangerand mag zijn. Dit doe je met negen greintjes zout in een nieuwe en ongewassen linnen doek. Naai dit toe met ongebleekt garen. Alles wordt aan de hals gehangen en na het kruisteken over het pakje gemaakt te hebben en twee of meer penningen voor de H. Geest geofferd te hebben, deze penningen steek je in het offerblok. Symbool van verrassing.

Brunfels; Hoe de ouden van dit kruid gehouden hebben. En hebben de oude heidenen met dit kruid samen het ijzerkruid veel toverij en heksenwerk gedreven, ook bijzondere ceremonies of handgebaren gehad, zulks aan zijn plaats en in zijn tijd te graven, van mij omdat het enkel bijgeloof is met bijzondere vlijt weggelaten.

Zijn ook in deze besproken geweest dat het de boze vijanden, larven en alle duivelachtig gespenst verdrijft, ook alle giftige dieren en wormen waar het gehouden wordt. Welke ik niet weerspreek. Dan ik ook noch meer kruiden weet welke zo men ze bij zich draagt en de bezeten mensen daarmee wil aanraken en tot hen spreken mogen ze het niet lijden en God de Heer heeft zulke kracht de kruiden zo goed gegeven als de mensen, alleen dat we zulks niet weten, ook de ouden boeken niet lezen zulks te ervaren. En hebben ook de ouden grote wonderbaarlijke dingen met de enkelvoudige gedaan zodat het eigenlijk Gods werken zijn zoals Plinius en Philostratus datzelfde heen en weer aanhalen. Echter hoe ze zulke kruiden gebruikten verzwijgen. En is echter de ceremonies, dat bezweren en hoe we ook ettelijke misbruiken hebben, mis lezen daarover en bijgelovige gebeden daarover spreken enkel narrenwerk en duivelachtig gespenst welke zich in alle in Gods handel en werk vermengt waarmee hij diezelfde, zo goed en rein met zijn leugen vermengt en de eer zo God toebehoort op zich wendt. Het is zonder twijfel zo we de kracht en natuur der scheppingen wisten en vroom waren en God geloofden we zouden ook in onze tijden (zo we God de eer geven) ook met zijn werken wonderbaarlijk dingen bewerken zonder alle toedoen van gemelde superstities en goochelwerk’’ .

Uit G. Oeder.

Stachys palustris, L. (van het moeras) Langwerpige eironde bladeren die hartvormig zijn aan de basis, flink behaard, het is een beertje.

Een halve meter tot een meter hoge en holle stengel.

De vele roze bloemen staan in aren, 6-10 bloemen per stuks.

Meerjarig.

Een meerjarige met een kruipende wortelstok. Groeit op waterachtige plaatsen.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Het is Stachys palustris oft Betonica foetida van Gesnerus’.

Stachys is afgeleid van het Griekse stachus: een aar, het is een verwijzing naar de bloeivorm. Deze oude Griekse naam werd gebruikt door Dioscorides voor een andere groep planten. Stamt uit Indogermaans stengh- of stngh- (= steken) en uit die wortel stamt ook het Latijnse spica (= aar).

Dodonaeus (b) ‘Het is van Gesnerus zelf en van anderen voor een medesoort van Sideritis gehouden’.

Duits Sump-Ziest, uit Siderites of naar zeis, Seisenhat; Sensenhart; zeishard.

Dodonaeus © ‘ De Engelsen prijzen het uitermate zeer in het stuk van wondgenezing zodat ze het zij husbandmans woundwort en clownes alheale noemen en maken daar een panacea van de huislieden van zoals we hier te lande het echte glidkruid timmerliedenkruid noemen omdat ze het gebruiken als ze met hout of ijzer gekwetst zijn. De beschrijving die de Engelsen van hun clownes alheale doen komt zeer overeen met de eerste Sideritis van Clusius, uitgezonderd dat zij ze met purperen bloemen en met knobbelen aan de wortel maken’.

Gerard, 1596, vertelt ons hoe een arme man aan het maaien was met een zeis en zijn been verwondde en hoe hij in staat was om onmiddellijk weer aan het werk te gaan door deze plant te kneuzen en op de wond te leggen. Gerard zag de wond en bood aan te helpen wat de man weigerde en zei dat hij het niet kon helen zoals hij dat kon. Een clowneske antwoord waarop hij de plant clownes wound-wort noemde. Gerard voelde dat hij een all-heal had ontdekt, marsh woundwurt, blutkraut, zo ook Duitse naam Ballerbra?

Dodonaeus © ‘Sommige houden dit kruid voor de Betonica Rondelij of Herba venti van Lobel, andere voor een groot speenkruid of beekschuim van Dodonaeus, andere voor andoren’.

Moerasandoorn, Fries hazze-ear, Engelse water-, marsh betony, marsh hedge nettle, Duits Tannettel. Franse epiaire des marais, van epi: aar, ortie puante: stinkende netel.

Dodonaeus (d) ‘Sommige houden het ook voor een van de drie soorten van Cannabis silvestris spuria van Lobel of wel van Lamium of Galeopsis en alle om enige gelijkheid van naam of gedaante en om de grote gemeenschap van werking die het met de voornoemde kruiden heeft. Caesalpinus noemt het Tertiola omdat het de derdedaagse malariakoortsen geneest. Hoe het is, het hoort aan het geslacht van Sideritis. Aangaande de naam Terzola, Cesalpinus vermaant van een Tertiola die anders Betonica foetida Gesneri heet die Bauhinus Stachys palustris foetida noemt en in het Hoogduits Rosz poley of Kraut schnappen naar het geluid dat de wortels geven als men ze breekt eer het kruid volwassen is’.

Duits Perminte, verder, of als volgende verklaring zie onder, verder braun Wasserandorn, Kreinkopp, Gullerwadel, Schweins-Rübe.

(e) Engels brown wort, in Yorkshire heet het bishop’s leaves, is een kruid van Jupiter onder Kreeft.

Gebruik.

De wortelstok wordt graag door varkens gegeten. Het kan ook als een soort asperges bereid worden. De plant werd hiertoe ook gekweekt en wel ross‑poley genoemd, geroemd om zijn zachte en aangename smaak. Uit de gedroogde en gemalen knollen zou men op sommige plaatsen een brood bakken. Het zijn waarschijnlijk de enigste knollen van een lipbloemige die gegeten kunnen worden.

15. Uit J. Sturm, www.BioLib.de.

Stachys recta, L. (opgaand)

De bergandoorn is een 70cm hoge plant met aanliggende, behaarde stengels en behaarde bladeren.

Violet gestreept en gepunctioneerd zijn de bloemen in juli.

Uit Z. Europa tot Kaukasus, is beschreven in 1683.

Naam, etymologie.

(578, 411) (a) Heide-, Berg-Ziest, van het verspreide gebruik om te baden en te wassen met deze planten, Badekraut, de naam Ziest lijkt uit Slavisch te stammen. Wendisch čisćik. Tjechisch čistek, Pools czyściec en Russisch Чистец. In Bohemen heet het Cistec wat met Cistiti: reinigen, en cisto, rein, samen lijkt te hangen. Zie Sideritis.

(b) Gliedkraut, Fuhrkraut, Furspakraut, Rossnessel, Berg-Ziest, Zeisskraut of Zeisgenkraut.

(c) Abnelmkraut, Abnehmkraut, Berufkraut of Beschreikraut, Vermainkraut.

(d) Bergandoorn is in Oostenrijk bekend onder de naam vorsper. Het werd door de boeren als een middel tegen kiespijn gebruikt.

Engels perennial yellow-woundwort, sweet basil, Frans epiaire droite, epiaire dressée.

Bij Matthiola een Gliedkraut of lidkruid, heft zijn naam gekregen omdat het bij verwonde ledematen het meest gebruikt wordt.

Gebruik.

Bergandoorn levert uit de bladeren een geliefd volksmiddel, herba sideritidis of Felsentee.

Het werd vroeger in een afkooksel, 10 gram op een kwart liter water, of als tinctuur, 1 op 5, en dagelijks meermaals 20 druppels, bij hysterie, buikpijn, plasdwang en kliergezwellen gebruikt.

De wortel werd gebruikt tegen hekserij, het is een berufkraut. In de oudheid stond het als heilmiddel tegen ijzeren wonden in hoge aanzien, soldaten en gladiatoren droegen het steeds bij zich.

De plant zou op vele plaatsen in Duitsland onder de deurposten begraven zijn.

Het is een beschreikraut en een oeroud tovermiddel. Als men van iemand iets goeds zegt moet je het woord onbeschreid uitroepen of een kruis maken om dit over te brengen.

Met geschrei en toverformules werd de ziektedemon verdreven Vroegere gebruiken waren, naar het voorbeeld van Hercules, dat de soldaten genezende baden namen en het wondkruid bij zich hadden. Dit heelt alle wonden die door ijzer toegebracht zijn. In de middeleeuwen rekende men de plotseling opkomende spierpijnen als jicht tot die ziekten die door een demonische natuur en boze blik veroorzaakt werden. Zo ontstond het beschreien van kinderen die door heksen verhekst waren. Men noemde dan de planten en de vorm van baden, wassingen en berokingen die nodig waren voor verdrijven van die onnatuurlijke ziekte, berufs- of beschreikraut. Men droeg de plant in de zakken en begroef die onder de deurposten om de boze invloed uit huis te houden. Als de vrouwen de tempel van Hercules niet binnen durfden te treden gebruikten ze zijn kruid die daar reumatiekkruid wordt genoemd, alleen de mannen, de vrouwen moesten de gelijke Maria bedstro nemen, Galium.

15. Uit J. Sturm, www.BioLib.de.

= Stachys sylvatica, L. (van ’t bos) bosandoorn.

Bladen zijn ei/hartvormig, toegespitst en gezaagd en staan aan lange stelen, de bovenste is meer lijnvormig en gaaf.

Kransen van 6-8 bloemen komen in juli/augustus en zijn rood/purper, vaak met wat wits

Een vertakte en harige plant van een meter hoog

Meerjarig

Gekneusd geeft die een sterke en onaangename geur. Uit gematigde streken van Europa en Azië.

Naam.

Andoorn; zonder doren of brandharen, bosandoorn, Duitse Waldandorn, Wald-Ziest, Waldnessel bij Bock, Engels hedge nettel of wood betony, Portugees ortiga morta dos bosques; bosdovenetel.

Frans stachyde, Italiaans stachi, Spaans estaquis.

Duits Rossnessel, Bulkiskraut, zie Eupatorium, Heckennesssel, Stucknessel, Engels wild nettle gras, deye nettle of archangel.

Krotenbalsche, Peerminte, Engels hedge woundwort.

Planten.

In natuurlijke staat worden ze vaak gevonden op vochtige gronden.

Vermeerderen door de vaste planten in april/mei of september/oktober te scheuren. Stekken kan in juni/juli zonder of met 0.5%ibz. Stachys byzantina kan gezaaid worden bij 20 graden, ook Stachys officinalis. De rest wordt gezaaid bij 5 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl