Molinia

Over Molinia

Pijpenstrootje, vorm, grassen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten,

mUit blog.zhaw.ch

2-3 soorten komen voor in dit geslacht die groeien in Europa en gematigd Azië. Verwant aan Eragrostis.

Poaceae, grassen, Festuca klasse.

=Molinia arundinacea Schrank. (rietachtig) is een uitstoelende en grote pollen vormend gras dat talrijke nieuwe spruiten geeft, 100-100cm of meer.

Aan het onderste gedeelte van de halm bevinden zich op 2-4cm van elkaar knoten, het bovenste gedeelte is niet bebladerd, bladscheden zijn kaal.

Bladeren van 40-60cm lang en 8-12cm breed.

Aren van 30-60cm zijn in de bloeitijd uitgespreid waarbij de zijaren 8-20cm lang zijn, juli-september.

Bladeren kleuren in de herfst lichtend oranje tot bruin.

Groeit in afwisselend droge, magere en vaak kalkachtige grond, loof en naaldbossen.

Groeit in Z. Europa, Alpen. ‘Karl Foerster.’.

Pijpenstrootje, Rohr-Pfeifengras, Groes Pfeifengras of Hohes Pfeifengras, tall moor grass.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

=Molinia caerulea, Moench. (hemelsblauw)

Bladen groeien of vanuit de wortel, of van de knoop aan het lagere gedeelte van de stengel, lang, dun en versmallend op het eind.

In elkaar gedraaid geven ze de lijn van de visser.

De stengel heeft meestal een enkele knoop bij de basis, vele bloemstengels bij elkaar. Bloemtros is opgaand en smal, de aartjes zijn opgaand en ovaal, veel en klein, grijs/blauwachtige kleur met lange purperen meeldraden in augustus/september, dus later dan de meeste anderen.

Het is een meerjarige zodenvormende plant van 30-60cm hoog, afhankelijk van de grond en plaats. Groeit in moerassen, vochtige weiden en natte plaatsen van Eurazië en N. Amerika. Het is een slecht voergewas maar wel goed als stro.

Ook is er een witbonte tuinvorm ‘Variegata’ het bonte pijpenstrootje wordt een halve meter, woekert niet.

De cv. ‘Transparent’ heeft vrij brede wat overhangende bladeren die in de herfst naar diep geel verkleuren.

Naam, etymologie.

(a) Molinia is zo genoemd naar de Spanjaard Juan Ignacio Molina, een Jezuet en over Chileense planten, 1737-1829. Franse molinie.

(b) Pijpenstrootje, of pijpdoorstekers, is zo genoemd omdat alleen aan de halmen onderaan knopen zitten waardoor de dunne en lange halmen overal even dik zijn en geschikt waren om de Goudse pijpen mee door te steken, eenknoop, Duitse Pfeiffengras, Blaue of Kleines Pfeifengras Pfeifenschmiele, onze smeeltjes. (zie Aira)

Bunt of bentgras, zie Aira en Carex, pionten of Duits Baentgras, Byunt.

(d) Duits Blaugras, de blauwe aren, Besengras, gebruik en vandaar Steifhalm, Benthalm of Bentgras,gebruik bij binden, Engels purple molinia, purple moorgrass, lavender grass.

Zwitsers Basaried, Basaschmala, Pfifegras, Schwarzschmala, Zuckerschmala.

Uit eng.me.go.kr

Molinia japonica, Hackel. (uit Japan) (Moliniopsis japonica) groeit in Noordoost Azië.

Japanese moor grass, Japanisches Pfeifengras.

Planten.

Het gewas is kalkschuw en groeit derhalve op de heidevelden en liefst op vochtige gronden. Vermeerderen door scheuren in het voorjaar. Zaad eerst 3 weken bij 20 graden bewaren, dan 6 weken bij –2 en zaaien bij 7 graden.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/