Gelsemium
Over Gelsemium
Valse jasmijn, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit M. Vogtherr.
Een geslacht van harde, altijdgroene en houtige klimmers.
Bladen tegenoverstaand en zelden in kransen.
Opvallende gele en zeer geurende bloemen.
3 soorten komen voor, 1 in China en 2 in Amerika.
Strychnaceae of Loganiaceae, Gelsemiaceae.
Gelsemium sempervirens, St. Hill not Ait. (altijd levend of groen) is de gele of Carolinajasmijn.
Altijdgroen blad, lancetvormig, 5-10cm lang en 1-1.5cm breed, donker groen.
Geeft een overvloed aan welriekende, gele bloemen die in trossen staan in juni, wordt dan ook gebruikt als sierplant.
Gele bloem soms met een oranje centrum, trompetvormig, 3cm lang en 2.5-3cm breed.
Een struik die groeit van Virginia tot Texas en Florida,3-6m. Is in 1840 beschreven.
Naam, etymologie.
Gelsimum, van gelsemius: een Latijns woord voor het Italiaans voor jasmijn, gelsomino. (Jasminum) Een vroege beschrijving en afbeelding bevindt zich sinds 1754 in Catesbys ‘natural History,’ waar die plant als ‘Gelseminum, sive Jasminum luteum odoratum Virginianum scandens, semper virens,’genoemd werd. Daarop baseerde Carolus Linnaeus G. sempervirens als Bignonia sempervirens in 1753. Al Antoine Laurent de Jussieu twijfelde of ze onder Bignonia zou vallen en stelde in 1789 het geslacht Gelsemium met Gelsemium sempervirens als de toen enigste bekende soort op. In 1805 beschreef Jaume Saint-Hilaire de plant in zijn werk ‘Oposition des Familles Naturelles et de la Germination des Plantes,’ In 1811 duikt ze bij William Townsend Aiton op die een list van in Kew groeiende planten uitgaf waar vermeld werd dat de Carolina-Jasmin al sinds 1640 daar gekweekt werd.
Ze worden vaak valse jasmijn genoemd, in N. Amerika false jessamine, Carolina jasmijn, Carolina jasmine, gelsemin, yellow of wild jessamine, evening trumpetflower, Duitse False of Caroline Jessamine, Gelber Jasmin, Giftjasmin en Dufttrichter. Linnaeus noemde het Bignonia sempervirens, vandaar de naam trumpetflower.
Gebruik.
Alle delen van de plant bevatten giftige strychnineachtige alkaloden. Het sap kan huidirritatie geven bij sommigen. Kinderen zijn vergiftigd omdat ze honing eruit zogen omdat ze dachten dat het kamperfoelie was. Honig is ook giftig voor bijen.
Het is de staatsbloem van South Carolina.
De wortelstok, gelsiumwortel, werd door de Indianen als geneesmiddel gebruikt. Die bevat hars en een vluchtige olie die op koudbloedige als strychnine en curare werkt en sterk giftig is. Gelsemin werkt bij warmbloedige op het centrale zenuwstelsel. Carolina jasmijn werd door de Indianen van N. En Midden Amerika bij visvangst gebruikt. De Othomi Indianen maakten uit de wortel ook een gifdrank ‘Bebo-sito’,(glazen kist of sarg) die het slachtoffer bij volledige bewustzijn verlamde. Hogere dosis geven ademhalingsverlamming die tot de dood voert.
De wortel bevat asculin, wat ook in de bast en knoppen van Aesculus voorkomt. Dit sap smaakt zwak bitter, lost op in water en alcohol, minder in ether. De oplossing reageert zwak zuur, en veroorzaakt het lichtverschijnsel fluorescentie zeer sterk. Asculin absorbeert zeer sterk het ultraviolette licht dat sterk op de huid werkt en zonnebrand veroorzaakt. Het wordt om die reden voor licht beschuttingszalven en zonnebrandolie gebruikt. Ook als homeopathisch middel bij griep.
Vermeerderen.
Neem in augustus 10cm lang scheutstek, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Licht verwonden, dat is ongeveer zoals je met de nagel over het oog van de plant gaat. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Bij zacht stek is groeipoeder niet nodig, anders 1% ibz groeistofpoeder. Planten in 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na enkele weken is het stek geworteld, is altijd vorstgevoelig.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl