Aphanes

Over Aphanes

Akkerleeuwenklauw, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit J. Sowerby.

Kleine, eenjarige opgaande kruiden met diep verdeelde bladeren die bedekt zijn met zacht haar aan korte stelen. De kleine gele bloemen zonder bloembladeren groeien in trosjes.

Mogelijk komt het geslacht met 3 soorten voor.

Rosaceae, roosachtige, Sanguisorba klasse.

Aphanes arvensis L. (van de akkers) De bladen zijn handvormig en 3-5spletig, de lobben wigvormig en diep getand aan het eind

Het is een laag en veel vertakt plantje die nauwelijks 20cm haalt met toch vrij stevige, liggend of opstijgende stengels. Bloemen zittend en okselstandig in mei tot augustus, de kleine bosjes groene bloemen zijn vrijwel verborgen tussen de bladeren.

Een een- of tweejarige uit Europa en Azië.

Nauw verwant met Alchemilla. Het heette vroeger Alchemilla arvensis.

Naam, etymologie.

Aphanes, Grieks aphanes, onaanzienlijk.

Akkerleeuwenklauw, Engelse field lady’s mantle.

Duitse Ohmkraut, Acker Frauenmantel, Frans alchemille des champs, Engelse bowel-hive-grass, fire-grass, Western lady' s-mantle, parsley breakstone en parsley piert. M. Lobel, de grote Vlaamse botanist die in Engeland werkte en stierf, vond deze kleine plant te Bristol. Hij beschreef het als Percepier Anglorum. Een perce-pierre is een plant die op of door stenige gronden gaat en zo, door sympathie, ook stenen in nieren en blaas doorboren en vergruizen kan. Kan ook gegeten worden als een salade, de fijngesneden bladen lijken wat op parsley of de peterselie.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl