Allocasuarina

Over Allocasuarina

She-oak, beefwood, vorm, bomen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Allocasuarina.html

Deze familie bestaat uit een enkel geslacht met meer dan 45 soorten van kleine en veel vertakte bomen of bossige struiken. Over het algemeen lijken ze op coniferen. Hun overeenkomst met de Gnetaceae is dat ze in de takken gepunt en bladerloos zijn als Ephedra.

De gelede bladloze takken lijken op reusachtige paardenstaarten en verdelen zich steeds totdat zij eindelijk borstelvormige en hangende twijgen vormen.

Hun zaden zijn bedekt door een echte huid die ze onderscheidt van coniferen. Het zijn de enige vertegenwoordigers van een geheel afzonderlijke groep uit het plantenrijk. Ze vormen een overgang tussen de naaktzadigen en bedektzadige.

Ze lijken wat op onze dennenbomen.

De soorten zijn opmerkelijk voor hun snelle groei.

Ze groeien in een groot gebied en groeien vrijwel overal, zelfs daar waar gras niet meer groeit. In de meeste kuststeden vind je er lanen van en ook op begraafplaatsen. De laan in het Kapiolani park te Honolulu is beroemd. Ze worden geplant vanwege hun vreemde vorm en om zand van de zeekust vast te houden. Ze groeien ook goed in brakke en alkannine gronden.

Casuarinaceae, beefwoodfamilie. Deze familie wordt wel in connectie met de Gnetaceae geplaatst.

Uit www.flickr.com

Allocasuarina verticillata (Lam.) (in kransen staande) L. A. S. Johnson (Casuarina quadrivalvis, Labill. (vierkleppig) (Casuarina stricta, Dry (strak, stijl) de inheemse eik van Australië groeit in Nieuw Zuid Wales en is beschreven in 1775.

Een boom van 9m. hoog.

De chi-oak is een boom met rolronde gegroefde, wat hangende dunne takken, die aan de knopen zeer kleine en ten dele door een buis vergroeide grijsgroene blaadjes dragen waardoor de takken enigszins aan die van de paardenstaart, Equisetum, doen denken.

Dit is een zeer opvallende boom met neerhangende takken die weinig of geen blad bezit, waardoor het weinig water verdampt, maar ook weinig schaduw geeft.

Een zeer tolerante boom, kan in zand, droge gronden, hitte en aan de kust en verder inlands en groeit gemakkelijk als het eens gevestigd is.

Naam, etymologie.

Allocasuarina, van Grieks voor anders en Casuarina, nauw verwant.

Deze zonderlinge bomen zijn meestal afkomstig uit Australi waar ze she-oaks genoemd worden naar hun rode en gestreepte hout. Botanybaaihout, botanyhout is de naam voor Australische Casuarine soorten. Botany bay is zo genoemd naar de rijkdom aan vreemde flora aan de Australische kust toen het ontdekt werd.

Drooping she-oak, De chi‑oak of chi-eik dat aangepast werd tot she-oak, black oak. Casuarina stricta werd de he oak.

Gebruik.

De takken worden door het vee gegeten. De kolonisten aten ze vroeger om hun dorst te lessen.

Vermeerderen.

Zaaien bij 20 graden.

Neem in oktober/november 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Gebruik ook gezonde planten, zonder schimmeldelen. Licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 1% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas Na enkele tijd is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl