Bombax

Over Bombax

Kapokboom.Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, cultuurvariëteiten.

Uit W. Roxburgh.

50 soorten van tropische bomen waarvan er veel anders geplaatst zijn zodat er nu 3 overblijven. Ze komen voor in Afrika, Z. Azië, India, N. Australië.

Boskapok zijn bomen die opmerkelijk zijn vanwege de lengte die ze bereiken. Het zijn de grootste bomen in hun gebied en kunnen 30-40m halen met 3m stamomvang.

De planten bezitten 5-9delige bladeren, blad verliezend in het droge seizoen, 30-50cm doorsnede.

De bloemen zijn groot, 5-10cm lang, en decoratief en de bloembladen zijn helder rood van binnen en grijs van buiten. De bloemen openen zich meestal in januari/februari op de dan meest kale boom. Afgevallen bloemen worden graag door wilde dieren gegeten.

Echte kapok komt van een lid van dezelfde familie.

De bast van sommigen soorten leveren handelsvezels of kapokvezel.

Bombacoideae, verwant aan Malvaceae.

Bombax ceiba L.( inlandse naam van kapok in Ecuador) is de meest bekende boom.

Heeft een rechte en grote stam. Grote exemplaren hebben vaak een gezwollen stam en dikke plankwortels. De stam is bezet met dikke stekels.

Bladverliezend in de winter.

Rode bloemen met 5 bloembladen komen in het voorjaar voor de bladeren.

Ze worden gevolgd door groene eivormige vruchten die 4cm in diameter zijn en hebben een leerachtige wand, als die openspringt is de hele vrucht bedekt en gevuld met een bruin vruchtenpluis. Dit pluis, kapok, wordt wel verzameld, vaak door de bomen te kappen, om dienst te doen voor vulling van matrassen en kussens.

De zaden bevatten een 25 % aan een niet drogende olie. Het is een favoriet ingrediënt bij Indische medicijnen. De bladen van deze plant die gedroogd en gepoederd worden gaan door het voedsel.

Het hout ervan is zeer licht en heeft weinig waarde, behalve om er kano 's van te maken. Ook is het voldoende poreus voor bijen om er in te verblijven.

Komt uit India en wordt verder zuidelijk gekweekt tot Taiwan en China toe.

De Sanskriet naam is Salmali. In de Rigveda is de wagen van Salmali gemaakt (RV 10.85.20) en andere houtsoorten. Volgens Chinese historische vermeldingen droeg koning van Nam Yeut, Chiu To de boom op aan keizer van de Han dynastie in de 2de eeuw v. Chr. De bloemen waren een ingrediënt van Chinese kruidenthee. De meeldraden worden in Thaise gerechten verwerkt om deze rood te kleuren. De wortels werken urine afdrijvend en de hars is bloedstelpend.

De Indische kapokboom levert bijna de helft van alle kapok in de wereld. De kapokboom (Ceiba pentandra) heeft een betere kwaliteit, maar heeft een lagere opbrengst.

Uit Ravelingen.

Naam, etymologie.

Bombax komt van bombax: de Griekse naam voor ruwe zijde. Dit is een verwijzing naar de wollige haren, maar het is echter ongeschikt om er mee te spinnen. Bombast, Duits Bombast en Bombastik, Engels bombast betekent eigenlijk alles wat met Bombax, midden-Latijns voor katoen, opgevuld is, een leren zak met vulmateriaal, en werd overdrachtelijk gebruikt voor een gezwollen rede.

Bombazijn. Evenals noord Hoogduits bombasin, Engels bombasis uit Frans bombasin, een Roeinse afleiding van midden Latijn Bombax 㫡toenӬ dat als product van gr.-lat. bombyx㠺ijderups, zijdeծՠen Bombax 㫡toenӠ(beide uit Դ Perzisch) verklaard wordt.

Engelse silk cotton tree, simal, kapok en Bombax, Duits Seidenbaum, Frans bombax, fromager; kaaskruid, en ouatier; wattenkruid, in Indisch rakto-semul, Sanskriet mocha en kanta-kadruma of salmali. In de Rigveda is de chariot gemaakt van salmali (RV 10.85.20) en andere houtsoorten. In China zijn ze bekend als mumian pinyin: mmin), wat boomkatoen betekent.

(Dodonaeus) 'Wolboom van Bellonius is van hem in het Latijn Lanifera arbor genoemd en dat zou de voor beschreven wolboom (Ceiba) wel mogen wezen. Het groeit in Egypte en Arabi en brengt vruchten voort als appels die met dunne zachte wol vervuld zijn en fijner dan zijde daar de Arabieren laken van weven dat veel fijner is dan zijden lakens en witter dan katoendoek. Deze boom behoudt zijn bladeren ճ winters en 's zomers en schijnt te wezen die boom die Herodotus Dendron eriophoron noemt en misschien ook die boom waarvan Phylostratus zegt dat daaraan de Byssus of zijde van de ouders groeit en van groei op populier en van bladeren op de wilgenboom lijkt. 

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl