Fontanesia
Over Fontanesia
Syrische liguster, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit the botanical cabinet.
Naam, etymologie.
Fontanesia is genoemd naar Rene Louiche Desfontaines, een prominente Franse botanist, 1752-1833, directeur van de botanische tuin te Parijs.
Een geslacht van struiken die om hun sierlijke bladen gekweekt worden.
1 (of 2) soort komt voor in Syrië en N. China die echter, in verband met de kleine verschillen, in een drietal vormen bekend zijn.
Het zijn op liguster gelijkende heesters van 2-4m hoogte met tegenoverstaande en enigszins hangende zijtakken.
Wat kantige of zwak gevleugelde twijgen.
De kort gesteelde en gaafrandige blaadjes zijn 10cm lang en 2cm breed, lancetvormig, glanzend donkergroen en smal puntig.
De kleine witte en soms roze getinte onaanzienlijke bloempjes staan in eindstandige of okselstandige trosjes of tuiltjes in de bovenste oksels en aan de toppen van de takjes, tweeslachtig, 4 kelk en kroonbladen, de eerste tot het midden gespleten, de laatste nauwelijks aan de voet verbonden, 2 meeldraden.
Vrucht is droog met een smalle ringvormige vleugel.
.In China wordt de struik gebruikt als haagplant.
1 soort, door sommigen in tweeën gesplitst.
Oleaceae, olijvenfamilie.
Fontanesia phillyreoides subsp. fortunei Yalt.(Phillyrea-achtig) (Fontanesia fortunei, Carr. (Engelse botanist Robert Fortune die planten in China verzamelde, 1812-1880) Kleine knoppen die bruin zijn.
Bladsteel is 2-4mm lang.
Bladeren zijn 4-10cm lang en zijn lancetvormig met een spitse top, glanzend donkergroen en van onderen iets lichter en verkleuren niet in de herfst.
Een opgaand groeiende struik met grijs/bruine wat kantige twijgen.
Bloeit in juni met kleine witte bloemen in oksel- en eindstandige pluimen, kelkbladen zijn spits/eivormig, kroonbladen zijn smal en iets korter dan de meeldraden.
De ovale vrucht is een cm lang en aan de top iets uitgerand.
Uit China, wordt 4m hoog. Is beschreven in 1859.
Fontanesia phillyreoides subsp. phillyreoides Lab. (Fontanesia phyllyreoides, Lab. Fontanesia philliraeoides Labill (op Phillyrea gelijkend) De kort gesteelde bladeren zijn 2.5-7cm lang, elliptisch met puntige top, fijn gekarteld, donker of iets grijs/groen en glad aanvoelend, van onderen lichter.
Deze heeft een gedrongen groeiwijze met dunne en sterker vertakte, kantige grijze twijgen.
Bloeit in juni als voorgaande soort maar de bloemen hebben langere meeldraden met iets grotere helmhokjes.
Vrucht is gelijk.
Uit Z. Europa tot Z.W. Azië, wordt 3m hoog. Is beschreven in 1787.
Syrian privet, Kleinasiatische Fontanesie.
Planten.
In strenge winters bevriezen de niet goed uit gerijpte takgedeelten.
Neem in juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Licht verwonden, dat is ongeveer zoals je met de nagel over het oog van de plant gaat. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Bij zacht stek is groeipoeder niet nodig, anders 1% ibz groeistofpoeder. Planten in 4 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na enkele weken is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden.
Of door afleggen of van zaad.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl