Campsis
Over Campsis
Trompetbloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt
Uit Curtis botanical magazine.
Mooie klimplanten die gekweekt worden vanwege hun opvallende rode of oranje bloemen.
Bladverliezende houtachtige planten die klimmende via luchtwortels. Bladen zijn tegenoverstaand en oneven geveerd.
Bloemen in eindstandige trossen of pluimen, kelk is 5delig, kroon regelmatig met trechtervormige buis en 5 afgeronde lobben, 4 meeldraden, vruchtbeginsel bovenstandig, 2hokkig.
Hauwvrucht met gevleugelde zaden.
1 soort komt er van dit geslacht voor in N. Amerika, de winterharde, en 1 in China-Japan die vorstgevoelig is.
Bignoniaceae, trompetboomfamilie.
=Campsis grandiflora, K. Sch. (grootbloemig) (Campsis chinensis) (uit China) Tecoma grandiflora) Bladeren met iets dichter bij elkaar staande zijblaadjes die van onderen geheel kaal zijn.
Twijgen zijn kaal.
Scharlaken/rode bloemen staan in lossere trossen, meeldraden zijn door de wijdere buis duidelijk zichtbaar, korter maar mooier dan zijn Amerikaanse zusje/broertje en klimt ook minder met de hechtwortels en is veel vorstgevoeliger.
Groeit langzamer en blijft lager dan radicans.
Uit China, wordt 3-7m hoog.
Historie.
Trompetklimmer, trompetbloem, trumpet vine, Chinese trumpet creeper of vine, Chinesische Klettertrompete.
Deze klimmer was al bekend bij Kaempfer die deze plant in 1691 zag tijdens zijn verblijf in Japan. In dat land wordt de klimmer r'otsjo, maar meestal nodsen kadzura of notsjo genoemd.
Carl P. Thunberg was net als Kaempfer in dienst van de V.O.C. en bezocht Japan in 1776. Hij beschreef de Bignonia grandiflora in 1784. Vermoedelijk kwam de eerste plant hier rond 1800.
In China is de plant ook al lang bekend. In het oude werk ‘Cheng Lei Pen Ts'o’ een medisch geschrift uit de noordelijke Sung periode, 900-1127, heette de struik tөao. Later kwam de benaming ling hsi ao hua in gebruik en dit betekent ongeveer: een bloem die tot de hemel reikt.
Uit J. Krauss.
=Campsis radicans, Seem. (met wortelstelen) (Bignonia radicans, Tecoma radicans) Deze klimmer heeft frisgroene, oneven geveerde bladeren met 9-11 kort gesteelde blaadjes van 3-6cm lang, ovaal met toegespitste top, grof gezaagd en alleen aan de onderkant langs de nerven behaard.
Twijgen zijn fijn behaard en olijf/groen, vormen na het eerste jaar hechtwortels voornamelijk op de knopen, hecht zich beter dan de vorige.
De bloei valt van juli tot augustus in eindelingse trossen, oranje/rood in compacte trossen, bloem is 6-9cm lang, kelklobben zijn tot op de helft ingesneden en scherp gepunt, kroonbuis is trompetvormig, kroonlobben zijn afgerond en teruggeslagen, 4 korte meeldraden. Een vleugje zuiden geeft deze trompetklimmer in Amerika en ook door de kleurige kolibries die de bloemen bezoeken en bestuiven. Het exotische voorkomen van de bloem vraagt om een passende omgeving. Zijn bonte kleuren geven een feest in volières.
Vrucht is ruim 10cm lang en springt open, gevleugelde zaden.
Het is een worger uit de Amerikaanse wouden die 10m hoog wordt en is vrij winterhard.
De soort is oranjerood in trossen, nu is er ook een ‘Flava’ met oranje gele trompetten. Toch zien we deze mooie klimmer hier weinig en alleen met tentoonstellingen. De reden hiervoor is..?
De plant klimt echt met hechtwortels maar ook met slingerende scheuten, 10m. De hechtwortels alleen kunnen de zware plant niet dragen zodat leiwerk aan de muur gewenst is. Geeft een rijke bloei en vormt een gezonde plant als die tegen een zuidmuur aanstaat. Campsis maakt bovengronds veel gewas maar ook onder de grond zodat op verafgelegen plaatsen wortels en planten boven de grond kunnen komen. Symbool van scheiding, separation.
Naam, etymologie.
Campsis, deze naam komt van het Griekse woord voor gedraaid, kampsis, naar de gedraaide stuifmeeldraden.
Trompettenstruik, Duitse Trompetenstrauch, Trompetenblumen, Amerikanischer Klettertrompeten, Jasmintrompeten, Trompetenweine of Trompetenwinden, Engelse trumpet flower, vine of creeper en Franse jasmin trompette of Jasmin de Virginie.
De plant van Goethe in de botanische tuin te Padua. (Uit Cohn, 410)
Historie.
Toen Goethe de Alpen overschreden had in 1786, trof hem een bijzondere muur die begroeid was met vuurrode klokken van Campsis in de oude plantentuin te Padua. Hij wijdde er een afzonderlijk artikel aan.
Campsis bloeide al in 1638 in Italië en komt voor in Flora seu de Florum Cultura van G. B. Ferrari (toen was er al een Ferrari) in 1638. Deze nieuwe bloem was enkele jaren eerder ingevoerd en verscheen in Historia Candensium Plantarum van Cornut in 1635. Cornut vergeleek de bloemen met de vingerhoed.
Door Parkinson werd het in 1640 in Engeland ingevoerd. Toch was de plant al in 1633 in de Leidse hortus bekend als Clematis virginiana ‘Frutescens.’ Mogelijk is het via Franse kolonies in Amerika naar het Jardin du Roi gestuurd en opgeplant door Robin. Vandaar zou het naar ons land zijn gekomen.
Hybride.
De mooie bloem van de Chinese en de hardheid van de Amerikaan is een ideale kruising.
Uit commons.wikimedia.org
Campsis x tagliabuana Rehder is dan de kruising tussen die twee. De plant is zo genoemd naar de Italiaanse broers Tagliabue die bij Milaan woonden. Daar trad de kruising spontaan op in hun kwekerij, al voor 1859.
Die bloeit prachtig met van buiten donker zalmroze en aan de binnenkant oranje bloemen. De bloei is het best in warme en hete zomers.
Vormen.
‘Mme Galen’, is de beste selectie hieruit. Die kwam door de Franse kweker Sahut te Montpellier omstreeks 1889.
Van buiten is die dame prachtig zalm/oranjerood en van binnen bekleed met oranjerood. Deze staat in hardheid tussen de Amerikaanse en Chinese in.
Planten.
Op die manier is de plant ook te vermeerderen, door jonge takken die op de grond liggen te nemen, die groeien vervolgens weer enige meters per jaar. Afleggen is ook vrij gemakkelijk.
Campsis is ook te vermeerderen via wortelstek. In het voorjaar worden er stukjes wortel van 5cm lengte afgesneden, in een bak met aarde gelegd waarop wat tuingrond komt en met een 20 graden weggezet wordt. Na enkele weken verschijnen er jonge blaadjes boven de grond, na nog enkele weken kan het stekje opgepot worden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl