Gasteria

Over Gasteria

Advocaten tong, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

mit E. Step.

Naam, etymologie.

Gasteria is afgeleid van Latijnse gaster, belachtig of buik, een verwijzing naar de gezwollen basis van de bloem. Duits Gasterien.

Met 22 soorten komt dit geslacht voor die grotendeels in de Kaap en enkele in Natal groeien.

Nauw is dit geslacht verwant met Aloe, vele Gasteria 's worden tot Aloe gerekend.

Het zijn veelal laagblijvende en kleine planten.

Ze verschijnen met 10-20 vlezige, korte en tongvormige, soms driekantige bladeren die aan de korte stam dicht boven elkaar in twee dikwijls spiralige rijen staan, soms in meer reeksen. Later krijgen ze meer een rozetvorm en soms zelfs spiraalvormig.

De succulente bladeren hebben gladde randen en zijn dikwijls fraai gevlekt, onder andere bij Gasteria pulchra (fraai of mooi) of soms met witte kleine wratjes dicht bezet, als bij =var. verrucosa.(wrattig)

Liliaceae, Aloe klasse.

De okselstandige bloemtros draagt rode of groene bloemen in een losse aar, ze zijn langwerpig en buikvormig gezwollen.

Sommige soorten werden al voor 250 jaar ingevoerd. Er zijn nu vele hybriden en zelfs met verwante soorten. Kruisingen met het geslacht Haworthia worden × Gasterhaworthia genoemd, met Alo x Gastrolea of x Gasteraloe.

Uit Curtis botanical magazine.

Gasteria acinacifolia Haworth. (een mes die vooral door de Perzen gebruik wordt, de vorm van het blad als een kromzwaard) (Gasteria candicans) (wit) heeft witte vlekken op de bladeren, vandaar candicans)

Bloeit in juni met een bloemstengels waarop een rij dikke buikvormige bloemen verschijnen, het Latijnse gaster betekent dan ook buikvormige kruik.

Is beschreven in 1822.

Folklore.

De plant staat bij de Bantoes in hoge aanzien vanwege de magische kracht die het zou bezitten. Van fijngestampte bladeren maken ze een papje waarmee ze het erf besprenkelen om zo het kwaad te bezweren dat eventuele bezoekers mee zouden kunnen brengen.

Uit enecollecte.blogspot.com

Gasteria bicolor var. bicolor Haw (tweekleurig) Gasteria maculata, Haw. (gevlekt) (Alo obliqua) is een wat succulente vorm.

De lange en donkergroene, stompe bladeren hebben lichte vlekken en banden, zijn 15cm lang en 5cm breed. Ze staan scheef opgericht en neigen tot rozetvorming.

De rode bloemen hangen en staan aan een lange stengel in juli.

Variabele soort.

Is beschreven in 1759. Lawyer’s tongue.

Uit Redoute.

Gasteria carinata var. verrucosa, E.J. van Haarsveld. (kielvormig en ruw, wrattig) Lange en holle, niet gesteelde en donkergroene bladeren staan in twee rijen boven elkaar waarop verschillende lichte wratjes groeien, 12-15cm lang en 3cm breed. In de zon krijgen ze meer een paarsachtig rode gloed.

De kleine, hangende bloempjes zijn rood met groene puntjes in juli.

Komt uit Z. Afrika en is in 1731 beschreven.

Planten.

Vermeerderen door midden van de uitlopers aan oude planten, ook bladstek.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl