Carya
Over Carya
Pecan, vorm, bomen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit the North American sylva.
De hickory ‘ zijn de Amerikaanse notenbomen.
Dit zijn eenhuizige en hoge bomen. De bomen lijken op grote en sierlijke uitvoeringen van de walnoot.
Bladverliezende bladen staan afwisselend en hebben 3-17 gezaagde deelblaadjes. De geveerde bladeren worden naar het eind toe steeds groter en breder zodat de laatste, het zijn oneven aantallen, op het eind het grootste blad aan de steel is. Gewoonlijk zijn ze van een licht groene kleur dat in de herfst, als de wind de bladen van de bomen plukt, verkleurt van geel tot oranje of oranje bruin.
De hickory’ s behoren tot de mooiste en meest nuttigste van de Amerikaanse bomen. Het zijn allen ornamentele parkbomen met een opgaande en soms hoge, dunne stam en sierlijke, grote en piramidale of ovale kronen. In tegenstelling tot de walnoot is de Carya meer opgaand met een recht op schietende stam terwijl de kroon in verhouding tot de lengte betrekkelijk smal is.
De meeste soorten hebben hard, sterk en taai hout.
Velen leveren eetbare noten.
Juglandaceae, walnootfamilie, Fagales.
18-20 soorten komen voor in Oost/Noord Amerika van Canada tot Mexico, 5 soorten in Indië/ China. In Amerika zijn ze onderhevig aan verschillende ziektes, in Europa zijn ze nog ziektevrij.
Sectie Sinocaria; Aziatische hickory ’s.
Sectie Apocarya.
1. =Carya illinoinensis Koch. (uit Illinois, Amerika) (Carya pecan, Eng. & Graebn. (Pecan)
Knoppen zijn geel/bruin en de zijknoppen ongeveer rond met bijna altijd twee bijknoppen.
De bladen zijn een 46 cm lang met 11-17 geveerde bladeren. De deelblaadjes zijn smal lancetvormig en aan de onderkant spaarzaam behaard, topblaadje is zeer kort gesteeld.
Jonge twijgen zijn bruin/groen en zeer spaarzaam behaard.
Bloeit in mei/juni.
De rond/ovale steenvrucht springt aan de basis open en is door een vlezige huls omgeven.
Voor ons klimaat is deze boom minder geschikt omdat vooral de jonge planten gevoelig zijn voor vorst.
Dit is een belangrijke fruitboom waarvan vele cv’s in de handel zijn. Het is een vruchtboom voor de zuidelijke staten met hoge voedingswaarde en niet geschikt voor noordelijke gebieden.
De pecan is een 50m hoge boom uit Illinois, Iowa, Indiana verder zuidelijk naar Alabama en Texas, ook in Mexico.
Naam, etymologie.
Het woord pecan is een naam die stamt van het Indiaanse pecaune of paccan wat een noot betekent die een steen nodig heeft om gekraakt te worden, een woord uit een van de Algonquin talen. De noten hiervan worden in Amerika in grote aantallen uit de bossen verzameld om verkocht te worden. De vrucht is bekend als Illinois vrucht of pekannoot. De zaden van de noot worden rauw gegeten of in pecan pie. Ook worden ze vaak geroosterd en gezouten aangeboden en voor de garnering van gebak, zoetwaren en ijs gebruikt. De noot wordt gebruikt als exportartikel en om er een olie uit te winnen die in Amerika als medicijn en in het huishouden gebruikt wordt, net als onze walnootolie.. De olie die uit de vruchten kan worden gewonnen is eetbaar, maar wordt overwegend in de cosmetica-industrie gebruikt. Het wordt gebruikt voor de productie van kleurstoffen en zeep.
In 1906 maakte de gouverneur van Texas, James Stephen Hogg, de pecan tot de staatsboom van Texas. Het verhaal gaat dat Hogg een pecan op zijn graf geplant had in plaats van een steen zodat de noten door heel Texas verspreid zouden worden zodat dit het land van bomen zou worden, Ҍand of Trees’.
Pecans kwamen in de 16de eeuw naar Europa, Azi en Afrika. De Spaanse onderzoeker Cabeza de Vaca zag en beschreef de eerste plant.
Kruisingen tussen de pecan en hickory worden hican genoemd.
4. uit the North American sylva.
Carya cordiformis, Koch. (hartvormig) Knoppen zijn geel/bruin en klierachtig, de zijknoppen bijna rond, de eindknop is wat groter en toegespitst.
Deze vorm heeft 35cm lang blad met 5-9 blaadjes, het topblaadjes is bijna ongesteeld.
Jonge twijgen zijn rood/bruin en onbehaard met vele kleine lenticellen.
Bloeit eind mei.
De vrucht is 2.5cm lang en min of meer rond met een spitse punt. De buitenschaal is dun en springt tot de helft open. De noot is 2cm lang en wat berijpt met een zeer dunne binnenschaal.
De bitternoot kan herkend worden aan de bitter smakende noot en de opvallend gele winterknoppen. Het hout is minderwaardig aan de echte hickory ‘s. Dit is een van de meest winterharde van de hickory’ s.
Bij oude bomen is de schors grijs en niet zo ruwspletig als de vorige soort.
Dit is een mooie parkboom met tamelijk brede kroon die in cultuur sneller groeit dan andere hickorie’s. Kan op den duur 30m halen, in Amerika wel te verstaan, hier blijft die meestal een 10m lager.
Heeft een groot verspreidingsgebied door geheel oostelijk Amerika, Minnesota, zuidelijk naar Florida en Texas. Is in Duitsland ingevoerd in 1787.
Naam.
Bitternoot, bitternut of swamp hickory.
Sectie Carya.
Carya tomentosa, Nutt. (viltig) Knoppen zijn rond en behaard, de eindknop breed eivormig met toegespitste buitenste schubben die in het najaar afvallen.
Bladeren zijn 5-18cm lang en de deelblaadjes 10-15cm lang en 4-7cm breed. Het topblaadje is wat groter en meestal wat gesteeld.
Jonge twijgen zijn olijf/bruin met duidelijk zichtbare lenticellen en aan de top viltig behaard Bloeit in mei.
De vrucht is bijna rond en 3.5 –5cm lang. De buitenschaal springt bijna tot aan de basis toe open. De noot is aan beide zijden afgerond met een zeer korte spits.
Een breed opgaande en piramidale boom met aanvankelijk een gladde en grijze stam die op oudere leeftijd een gegroefde grijze schors krijgt.
Komt uit Ontario, Florida tot Texas en wordt 25-30m hoog. Leeft lang en kan wel 500 jaar oud worden.
Naam.
Witte bitternoot, mocker nut, white heart hickory, hognut en bullnut.
5. uit M. Catesby.
Carya glabra, Sweet. (glad) (Carya porcina) (varken), (hog nut, varkensnoot) 3-7 blaadjes staan aan een steel.
Die wordt 36m hoog en gewoonlijk met een donkere vezelige bast en dunne (glabra) gladde twijgen.
De vrouwelijke katjes zijn 12-18cm lang en komen in mei.
De vrucht is 3.5cm lang en wat gedrongen peervormig of rond/ovaal. De noot is licht bruin en gladschalig. De kern is bitter.
Een mooie parkboom met een tamelijk smalle en ovale kroon en dunne, vaak wat hangende twijgen.
Groeit in Maine tot Ontario en zuidelijk tot Florida en Alabama. Is beschreven rond 1799.
Een grootvruchtvorm, var. megacarpa, is meestal gewoon in de zuidelijke staten.
Het hout is zeer waardevol, taai en duurzaam en wordt als werkhout hoog geschat.
Naam, etymologie.
(a) De naam Carya komen we meer tegen. Dit was de Griekse naam voor de (wal)noot en is zo genoemd naar Carya, de dochter van Dion en de koning van Laconië. Bacchus beminde Carya, maar haar zusters waren jaloers en kwamen tussenbeide. Bacchus werd hierover vertoornd en veranderde de zusters in keien en Carya in een walnoot.
Philip Miller uit Chelsea zag deze boom vanuit een paar opgestuurde bladeren en noten en noemde die naar de mythologische Carya.
(b) Zijn synoniem in Amerika is Hicoria, een naam die een voorsprong zou hebben op Carya omdat het een inlandse naam is. De Weense code verwierp die naam echter omdat Carya al ingeburgerd was bij de botanisten. Hickory is een verkorting van pokahickory en dit stamt van het Algonquian woord pawcohiccora: melk van gemalen noten.
Vele soorten bezitten vooral op latere leeftijd een afschilferende schors en worden in Amerika dan ook wel shagbast‑hickory ‘genoemd. (164) ‘walnoot van Canada, in het Latijn Juglans Canadensis zoals Petrus Hondius die beschrijft is een noot uit dat deel van West-Indië dat Nieuw Frankrijk of Canada genoemd wordt.’
Gladbladige bitternoot, pignut hickory, broom hickory, brown hickory.
Grote bomen.
In Bilthoven staat er een met een stamomtrek van 1.66m. Bij het kasteel de Haar (Haarzuilen) heeft er een stamomtrek van ca. 2m. en de kroon heeft een doorsnede van 18m.
10.
Carya ovata, K. Koch. (ovaal) Knoppen zijn tamelijk groot en bruin behaard.
Bladeren meestal met vier ei/lancetvormig blaadjes met als grootste het topblaadje.
Twijgen zijn eerst klierachtig behaard en later kaal.
Bloeit in mei.
De vrucht is tamelijk groot en rond tot eivormig. Bij het rijp worden is de buitenschaal bijna tot aan de basis gespleten. De noot is helderbruin en min of meer vierhoekig, de top scherp toegespitst.
Het hout is van minder waarde dan de glabra.
Dit is een boom die hier 20-25m. hoog wordt en in Amerika tot 36m. met een stamomvang van 3m. Geeft een breed piramidale kroon met wat hangende zijtakken. Een prachtige parkboom mits er genoeg ruimte aanwezig is.
De witte bitternoot, ruige- of shagbark hickory is te herkennen aan de schors die met een leeftijd van 25 jaar in lange omkrullende platen begint af te schilferen. In zijn jeugd is de schors glad als een jongeling en op latere leeftijd wordt de boom ruig en vormt lange platen die op het eind loslaten.
Groeit van zuidelijk Maine tot oostelijk Nebraska, zuid tot noordoost Texas en noordwest Florida. In 1629 bereikte het Engeland. Var. ovata en var. australis.
Shagbark hickory.
Gebruik.
Deze soort wordt wel eens aangeboden, maar laat zich moeilijk verplanten. Geef het een vruchtbare grond zonder ondergroei. Het is een vruchtboom waarvan de vrucht een zoete kern bevat en naast de pecan is dit de beste vruchtboom vooral voor de noordelijke gebieden. Hiervan zijn in V.S. verschillende handels var.
Old Hickory.
Van het zware hout worden kastjes, stoelen, gereedschappen en dergelijke gemaakt. De beste meubelen worden van deze houtsoort verkregen die in Amerika hickeries genoemd worden. De naam old hickory was geassocieerd met een sterke en taaie president, Andrew Jackson. Een andere president, Abraham Lincoln, was bekend als railsplitter, de gespleten hickory werd gebruikt voor treinbielzen vanwege de hardheid van het hout.
Het hout is zeer geurend en is in Amerika dan ook het ideale hout voor de barbecue.
Hickory hout (niet van de pecan en bitternut) wordt genoteerd niet alleen voor zijn hardheid, maar ook voor zijn taaiheid en mogelijkheid om plotselinge schokken op te vangen. Om deze reden heeft het de eerste plaats bij het maken van bijlheften en de vroeger wielsturen van automobielen. Amerikaanse bijlen zijn beroemd over de wereld en niet vanwege de bijl maar vanwege de hickory-steel.
Men vertelt ook dat de drafsport ontwikkeld werd in Amerika na de uitvinding van de lichte sulky waarvoor het hout van de hickory onmisbaar is.
Powcohiccora, een gefermenteerde drank, is gemaakt van de noten.
Planten.
Ze houden van een voedzame en diep los gemaakte kalkhoudende grond. Jonge planten houden van een beschutte standplaats vooral C. laciniosa en C. ovata. Op hoge gronden groeit C. glabra nog goed, terwijl C. alba het best groeit op leemhoudende grond.
De zaden worden in Amerika op die plaats geplant waar ze in de toekomst zullen moeten groeien. Ze laten zich dan ook vrij moeilijk verplanten en dan alleen maar als jonge plant. Mogelijk is dit de reden dan we deze bomen hier zo weinig zien. De hickory noot groeit in ieder geval zeer hard en is voor aanplant aan te bevelen. Dan zien wij ook de schitterende herfstkleur tegen de mooie stam afsteken. Een ander voordeel is dat ze in hun jeugd tegen halfschaduw kunnen. Zaden eerst laten voorkiemen. Enten wordt nooit toegepast, wel afzuigen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl